2 DB SOIjD/1TEISJCOURATXTT van SZondag 22 November OP ZEE. Binnenland. Uit Leger en Vloot. Order voor de Land- en Zeemacht. Overplaatsingen, 1914. Hit de „Oorlogsspion''. De flottielje van verschillende Engelscho Oorlogsschepen, die aan den strijd in Zuid-België deelnemen. Zij bombardeeren de Duitsche loopgraven en kantonnementen. De Kussen, die hier oprukten, zijn terugge slagen. BERLIJN. Officieel. Het groote hoofd kwartier meldt: Op het oostelijk oorlogstooneel zijn de nieuwe gevechten nog niet geëindigd. Be groote slag in het Oosten. Van Duitsche zijde wordt ons over dien slag gemeld: De Russen waren de troepen der bondgenooten met een geweldige macht, langzaam, over een breedte van 300 kilo meter, tusschen de Oost-Pruisische Zuid grens en de Karpaten nagedrongen, en wel blijkbaar met een rechtervleugel van vijf tot zes legerkorpsen in de richting van Thorn, op den rechter Weicheeloever en met een hoofdmacht bestaande uit ongeveer 15 leger korpsen, een aantal reservedivisies en 10 cavaleriedivisies op den linker Weicheel oever, in de richting van Silezië en West- Galicië. Behalve deze, minstens 900.000 man tellende hoofdmacht, stond er nog een 6terk leger tegenover de Zuidoostgrens van Oost-Pruisen en een aanzienlijke legeraf- deeling rukte in Galicië op, in de richting van Krak au. Tegen den 10 November ongeveer bereik te de Russische hoofdmacht de Warflhe, op de linie Kolo-Sieradsz-Noworadowsk en met den linkervleugel de lijn Malieziew-Weich- seleerst hielden de Russen stand aan de Warthe, maar na eenige dagen begonnen zij met het overtrekken van de rivier. Ge neraal Hindenburg had intusschen den hem door den vijs^td gelaten tijd gebruikt, om sterke troepen af deelingen over te brengen naar zijn linkervleugel aan de Poeensche grens en andere troepen aan de grenslijn Thorn-Soldau op te stellen. Op 12 en 13 dezer volgden nu de aanvallen van de Rus sen op de Oost-Pruisische grens, voorname lijk bij Stallupönen, Eydtkuhnen en Sol» dau. Deze aanvallen werden door de Oost- Pruisische troepen en bij Soldau door de uit West-Pruisen ontboden troepen na zeer hevige gevechten afgeslagen. Op 15 dezer werden sterke Russische afdeelingen op den rechter Weichseloever onder verlies van 5000 gevangenen bi j Lipno teruggeworpen ze moesten tot Plozk terugwijken. Op den zelfden dag wierp Hindenburg eenige hem tegemoettrekkendo Russische legerkorpsen tot voorbij Kutno terug. Hij nam meer dan 50.000 Russen gevangen en veroverde vele kanonnen en'machinegeweren. Thansft ten noorden van Lodz de beslissende slag met alle kracht voortgezet. Servië. In Servië. WEENEN. De correspondent van de „Neue Freie Presse'' seint over de inneming van Toljewa„Onze legers rukten op in vijf colonnes; drie daar van, uit het noorden komende, kwamen Zondagochtend op een kanonschot afstands van Voljewa, terwijl de beide colonnes uit het zuiden, die aanvankelijk door terrein- moeilijkheden waren opgehouden, later de Servische stellingen uit het zuidwesten over rompelden. De aanval begon te 11 uur 's voormid dags en stuitte eerst op verbitterden tegen stand. De strijd duurde slechts kort; onze troepen omvatter den linkervleugel dor Ser viërs en drukten dezen in, terwijl de rech tervleugel van de Koloebaïa af met omsinge ling werd bedreigd. Onze artillerie richtte een hevig vuur op de hoogten van Brisanki Jauting, waar de Serviërs door voorafgaan de demonstraties van onze troepen vastge houden waren. Bij dit hevige vuur was er geen redding voor de Serviërs mogelijk en moesten zij terugtrekken op Arandjelovao (ten oosten van Valjewo). Het is 1e betwij felen of zij zich daar tot een nieuw gevecht zullen voorbereiden. Te vijf uur 's na.niddags, dus na een ge vecht van slechts zes uur, was Voljewa, dat de Serviërs sedert jaren tot een formeele vesting hadden gemaakt en dat zij voor on neembaar hielden, in onze handen. De Ser- .viërs hadden zelfs den tijd niet hun geschut en hunne voorraden in veiligheid te bren gen of onbruikbaar te maken. Dientenge volge is onze buit betrekkelijk groot en eveneens bet aantal der krijgsgevangen ge maakte Serviërs, dat zeker meer dan 8000 bedraagt." WEENEN. Officieel wordt bericht van 18 dezer: „Op het zuid-oostelijk oorlogs tooneel hadden een aantal groote gevechten plaats aan de vernielde overgangen van de Koloebara. Eenige troepen zijn reeds aan den ande ren oever. Op 16 dezer zijn 1400 Serviërs in krijgs gevangenschap geraakt en werd een menigte oorlogsmateriaal buitgemaakt." Turkije. Be strijd tegen Turkije. KON STAN TIN OPEL. Rapport van het hoofdkwartier Op alle gevechtsterreinen wordt de strijd net succes voortgezet. Aan het Egyptische front bezetten onze roepen Kalatoelnahl, 120 K.M. over de igyptische grens. Aan het Russische front drongen onze .•oepen door Lasistan Rusland binnen en ersloegen den vijand pa verbitterden strijd, .vaarin deze zware verliezen leed. Wij na men honderd man krijgsgevangenen en maakten twee bergkanonnen buit. PETROGRAD. Een officieel telegram uit Ourmia van 14 dezer meldt, dat de 'Russische cavalerie de Turken uiteen sloeg bij Dutah. De Turken vloden, met achterla ting jram meer dan 200 dooden, KONSTANTINOPEL. In de gevechten bij Keuprikeui zijn nog vijf machinegeweren buitgemaakt. In de reods twee dagen durende gevech ten tegen de Russische stellingen in de linie Azeb-Zazek-Khohab zijn de hoogten bij Azeb, die krachtig versterkt waren, met de bajonet genomen. De zware strijd neemt een voor de Tur ken zeer gunstig verloop. Ook de tegen Batoem oprukkende troe pen hebben aan de Russen een zware neder laag toegebracht. Zij bezetten de stellingen van Zavolter en Koera, maakten een vaan del buit, namen zes officieren en meer dan honderd man gevangen en veroverden vier kanonnen, veel paarden eó levensmiddelen. De Russische verliezen zijn groot. Een gedeelte der Russen vluchtte in wan orde in de richting van Batoem. De in Aserbeidjau ageerende Turksche troepen versloegen de Russen bij Salmas. De Russen verloren twee officieren en hon derd man. De hoofden der Perzisohe stammen, die tot dusverre aan de zijde der Russen wa ren, hebben zich met hunne stammen bij de Turksche troepen aangesloten. Engelschen enTurken. LONDEN. De Britsche strijdmacht, die opereert aan den Sjat el Arab in de Perzi sche golf, rukte op negen mijlen ver langs den oever der rivier en ontmoette daar een vijandelijk leger van ongeveer 4500 man, in sterk verschanste stellingen met 12 ka nonnen. De Engelschen namen de verschan singen na heftdgen wederstand te hebben ondervonden. De vijand trok terug. De Engelschen maakten twee kanonnen buit, een kamp met reserve-ammunitie en een transport vee en namen een groot aantal mannen gevangen. Aan Britsche zijde werden drie officieren en 35 man gedood en 15 officieren en 300 man gewond. Zuid-Af r-ika. Be rebellie in Zuid-Afrika, KAAPSTAD. Een afdeeling onder kolo nel Celliers is den 15en Novemher in ge vecht gekomen met een strij macht der rebellen onder Beyers, naar schatting 1500 man sterk, nabij Buitfontein in den Oranje Vrijstaat. De rebellen werden vervolgd totdat de paarden van Celliers' mannen uitgeput wa ren. Het commando van Beyers verloor tal rijke dooden en gewonden, terwijl honderd man krijgsgevangen werden gemaakt en een hoeveelheid geweren en munitie werd buit gemaakt. Libau afgesloten. BERLIJN. Officieel. Op 17 November hebben afdeelingen van onze Oostzee-strijd- machïi de ingangen van de haven van Li bau versperd, door schepen te doen zinken, en de militaire inrichtingen beschoten. Tor- pedobooton, die tot de binnenhaven door drongen, konden vaststellen, dat geen vij andelijke schepen in de haven waren. De plaatsvervangende chef van den admiralen staf. (get.) BEHNCKE. Thans is dus officieele bevestiging ontvan gen van het reeds vroeger vermelde bericht, dat de Duitsche vloot de militaire inrich tingen te Libau heeft beschoten. Zooals uit die bevestiging tevens blijkt, hebben de Duitscher3 ook de haven versperd, door er schepen te laten zinken. Daardoor verliest Rusland het gebruik van zijn eenige oor logshaven in de Oostzee, die in den winter ijsvrij blijft. Deze is nu voor oorlogsvaartuigen ontoe gankelijk gemaakt, zoodat de Russische vloot in den aanstaanden winter, wanneer de andere havens toegevforen zijn, in de Oostzee geen operatiebasis meer bezit. Slag op de Zwarte Zee. KONSTANTINOPEL. Het Turksche hoofdkwartier meldt: Onze vloot, die uitgegaan was om de Russische Zwarte Zee-vloot, welke Trebizo-nde beschoten had, op te zoeken, trof deze aan ter hoogte van Sebastopol. De Russische vloot bestond uit twee slagschepen en vijf krui sers. In den strijd, die ontstond, werd een Russisch slagschip ernstig beschadigd. De overige Russische schepen gingen op de vlucht in de richting van Sebastopol, door de Turksche schepen achtervolgd. Gevecht met de „Goeben99 en de „Breslau99. PETROGRAD. Een Russische flottielje, die naar Sebastopol terugkeerde, bemerkte op 25 mijl afstands van den vuurtoren van Chersson de „Goebon" en de „Breslau". De Russen gaven vuur. Het eerste salvo trof de „Goeben", die een gat in den yomp kreeg en ook verdere averij bekwam. De ontploffing veroorzaakte brand. De „Bres lau" nam geen deel aan het gevecht en bleef aan den horizon. De „Goeben" ver dween in den mist. - Het Russische admiraalsschip kreeg eeni ge onbeteekenende schade. De Russische verliezen zijn drie officieren en 29 schepe lingen gesneuveld, 25 gewond, Hofberichten. De Prins werd Donderdag, na een tien- daagsch verblijf op Het Loo, in de residen tie terugverwacht. De Kouingin heeft Donderdagvoormiddag den heer Posthuma ter beëediging als mi nister van landbouiw, nijverheid er handel ten paleize ontvangen. De Koningin zou Vrijdag op het Huis ton Bosch het comité voor plaatselijke keuze hier te lande in audiëntie ontvangen. Minister Posthuma. De nieuwe minister van Landbouw, de heer Posthuma, heeft Donderdag de zaken van dit departement uit handen van den tij- delijken minister, mr. Treub, overgenomen, en zijn ambt aanvaard. Minister Treub heeft in Joa loop van den ochtend in hun bureaux afscheid genomen van de hoofden der afdeelingen en de andere ambtenaren. Nederlands optreden Sn zake de belemmering van handel enz. Hét in de Frankfurter Zeitung van 16 dezer opgenomen telegram uit Christiania betreffende de door de drie Skandinavische rijken bij de oorlogvoerende regeeringen gedane stappen in zake de belemmering van den handel en de scheepvaart der neu trale landen, vermeldde als reden waarom de Nederlandsche regeei-ihg niet te gelijker tijd een soortgelijken stap heelt ge daan, de omstandigheid, dat deze reeds vroeger hare bezwaren over die belemme ring had kenbaar gemaakt. Van bevoegde zijde vernemen wij, dat deze mededeeliiig juist is. Inderdaad heeft onze regesring sedert het begin van den oorlog de bedenkingen, die uit een volken rechtelijk oogpunt zijn gerezen tegen de decreten en algemeene maatregelen rakende den handel en de scheepvaart der onzijdige mogendheden, achtereenvolgens onder de aandacht der betrokken regeeringen ge bracht, laatstelijk naar aanleiding van het jongste Britsche decreet nopens de behan deling van voorwaardelijke contrabande en van den maatregel door de Britsche admi raliteit genomen tot feitelijke afsluiting van de Noordzee. Anderzijds heeft onze regeering telkens wanneer zij een bepaalde handeling eener oorlogvoerende mogendheid ten opzichte van den handel of de scheepvaart van Nederland in strijd achtte met het volken recht, tegen zoodanige onrechtmatige han delingen bezwaar gemaakt. Eindexamen H.B. S. 1915. Tot ons .genoegen vernemen wij dat voor den schriftelijken cursus voor het eindexa men H. B. S. 1915, uitsluitend voor hen, wier studie door de mobilisatie onderbroken is, zoovelen hebben aangemeld, dat deze zaak voort-gang kan hebben. Van het „Instituut de Regt" te Rijswijk (Z.-H.), dat dezen cursus heeft ondernomen, ontvingen wij het volgende schrijven „Dank zij mede uw vriendelijke hulp, waarvoor ik u bij dezen beleefd darde zeg, heeft onze cursus tot opleiding-eindexamen 1915 groot succes. Het aantal deelnemers is veel grooter dan wij gehoopt hadden. Dit doet ons veel genoegen, niet alleen voor ons zeiven, waar het natuurlijk aangenaam is een opgezet plan te zien slagen, maar ook als uiting van flinkheid, waar zoovelen nog willen trachten, ondanks de belemmerende omstandigheden, hun doel te bereiken. 1 December zal onze cursus aanvangen." Een Kerstgave voor grens- en kust- bewakers. Heb volgende rondschrijven is verzonden: ,,Aan de vrouwen in Nederland De naderende Kerstdagen schenken ons de gelegenheid een schoone, eene edele taak te volbrengen. Op voortreffelijke wijze werken vloot en leger krachtig mede om ons te behoeden voor den jammer van den oorlog. Groote persoonlijke offers zijn daarvoor noo- dig, en worden dagelijks blijmoedig gebracht door allen, die thans geroepen zijn ter be scherming der hoogste belangen van het va derland. Met warme dankbaarheid en hooge waar- doering hebben wij vernomen hoe allerwege op de vloot en in het leger een uitmuntende geest allen bezielt, wier hooge plichtsvervul ling de krachtigste waarborg is voor Neer land» toekomst. Zij allen, wij erkennen het met fierheid, vormen thans in den vollen zin van het woord do kern van het beste deel der zonen van Ne derland. Laat ons daarom de handen eendrachtig in een slaan, en zorgen dat allen, die thans ver van huis eu haard, vaak in eenzaamheid, wa ken dat Nederland alom geëerbiedigd wordt, 'gedurende de a.s. Kerstdagen eeno ga.ve ont vangen, die tot hen spreekt van de waardee ring en de dankbaarheid der vrouwen van Nederland voor de groote offers vol toewijding gebracht op het altaar des Vaderlands. Steunt ons, steunt ons rijkelijk met uwe gaven. Tot dit doel heeft onderstaand comité zich gevormd oin uit evontueele bijdragen een klein blijk van waardoering to zenden aan onze grens- en kustbowakers. indien mogelijk ook aan do fortbezettingen. Wij vragen daar voor aan een ieder, aio iets voelt voor dit denkbeeld, om een gift te willen afzonderen. Aan allen, die er mede instemmen, en we twijfelen er niet aan, dat de instemming alge meen zal zijn, ons bijvoorbeeld met één gul den zouden willen verblijden, dan zou ons doel poedig bereikt zijn. Grootere gaven zijn natuurlijk ook hartelijk welkom. Vriendelijk verzoeken wij u de bijdragen te willen zenden aan de penningmeesteresse van het hoofd-comité of aan ©ene der penning- meesteressen der te vormen subcommissiën in de verschillende provinciën, terwijl de overige leden van het hoofd-comité gaarne bereid zijn, ook giften in ontvangst te nemen. Heb hoofd-comité bestaat uit de volgende dames, allen te 's-Gravenhag©Mevr. baro nesse Sweert-s de Landas WyborghSmith, eere-voorzitster, Lange Voorhout 7; mevr. OrtIIartevelt, voorzitster, Koninginnegracht 24; mej. Booms, onder-voorzitster, Nassaulaan 21; meVr. Von Stein CallenfelsVan Hoog straten, secretaresse, le van den Boschstraat 29; mej. Sclxeltus, penningmeesteresse, Nassau laan 2 Bmevr. jhr. Van den Beroh van HeemsbedeSchuurbeque Boeije, Nassaulaan 13; mevr- Ledeboer—Driebeek, Jan van Nas- saustraab 16mevr. Josephtis JïttaWertheim, Laan Copos van Cattenburch 21jonkvr. G. Six, Laan Copes van Cattenburch 44. Begrafenis der slachtoffers van het ongeluk te Westcapelle. Onze correspondent te Middelburg meldt: Woensdagmiddag zijn de lijken van den torpe- domaker-majoor B. N ij seen en van den mli- cien-ordonnanco J. Smits, twee der slacht offers van de ramp te Westcapelle, met mili taire eer naar het station overgebracht door de beschikbare manschappen van de bezetting. De kist van Nijssen was gedekt met drie kran sen: ©en van den commandant en de officie- reu van de „Do Ruijter", een van de maolii- nisten en een van zijne kameraden, de onder officieren aan boord van dien bodem. Op de kist van Smits lagen twee kransen: een van de officieren van het 39o landweerbataljon, ge detacheerd te Westcapelle, en een van do onderofficieren, korporaals en manschappen van datzelfde bataljon. Te Middelburg werd do tram opgewacht j door een piquet landweer, dat de kisten naar i het station overbracht, terwijl aldaar op de J kist van Smit nog een krans werd neergelegd namens het geheele 39e landweerbabaljon. Het stoffelijk overschot van B. Nijssen werd Donderdag op de Katholieken begraaf plaats te Diemen ter aarde besteld. Op verzoek der familie zou de begrafenis zonder militaire eerbewijzen geschieden. Het is eerst naar heb militair hospitaal hier overgebracht, van waar de begrafenis zou plaats hebben. De begrafenis van de overblijfselen der overige slachtoffers had Donderdagmiddag te elf uur te Westcapelle plaats. Het zijn d© ka pitein van het Indische leger Okhuizen, commandant van de compagnie te West capelle, de beide luitenants ter ze© C. J. J- Brninsma en N. van M u n k, de korpo raal-torpedomaker L. van der Knaap, de matroos eerste klasse J. Francis, do opzichter van den polder Walcheren M. C. van Elsacker en de arbeider W. Roelse. De begrafenis had plaats in tegenwoordig heid van een groot aantal autoriteiten, fami- met de leiding van het gevaarlijk werk belast was, gekend. Aan moed en beleid voor het work heeft het hem niet ontbroken. Moge de in dezen betoonden moed om zijn plicht te doen een voorbeeld voor anderen zijn. De over ledenen hebben in zich vereenigd het „moed, beleid en trouw", als dit voorbeeld gevolgd wordt, is hun sterven niet voor niets geweest De heer J. D. V i r u 1 y, burgemeester van Westcapelle, sprak namens den Commissaris der Koningin diens leedwezen uit dat hij door ambtsbezigheden niet tegenwoordig kon zijn, en zeide dat deze hem verzocht zijn hartelijke betuiging van deelneming aan de families' t© betuigen. Als burgemeester brengt spr. een patsten groet aan de overledenen, die in dienst van heb vaderland zijn gevallen. Er waren ook twee Westcapellenaars bij. Hij herdenkt deze beide jonge mannen om vervolgens nog een paar woorden te wijden aan „onzen" kapitein, zooals Okliuysen in Westcapelle genoemd werd. De wijze waarop het woordje „onze" werd uit gesproken, deed uitkomen hoe men hem eerde. Spr. heeft hem gedurende zijn verblijf te West capelle leëren kennen als een humaan menseh, een goed vriend. De luitenant-kolonel Brockx, territoriale bevelhebber in Zeeland, herinnerde ook aan het vreeselijb ongeluk, dat aan negen men- schen het leven kostte, en noodigde allen uit een laatsten groet aan de overledenen te brengen. De commandant vau de „De Ruyter" Bentz van den Berg zeide, dat als de heele marine rouwt, dit zeker in het bijzonder het geval is met die te Vlissingen. In een kleine ruimte als een oorlogsschip leert men elkaar nog meer waardeeren en ieder der over ledenen stond in zijn omgeving hoog aange schreven. De majoor van het landweerbataljon de heer M u s k e ij n, wijdde als onmiddellijke chef van kapitein Ókhuijsen onkele woorden aan den gestorven officier, dien hij noemde een kameraad met een hart als goud ©n wieu hij dank bracht voor alles wat hij voor zijn manschappen en voor den dienst deed. De schoonvader van den kapitein bracht dank, namens de bedroefde weduwe, aan al len, die tegenwoordig waren, inzonderheid aan de vertegenwoordigers van de Koningin en van de ministers, en aan de autoriteiten. Die groote belangstelling en deelneming zul len voor de nablij venden een troost zijn. De vice-admiraal nam nogmaals het woord om nameils do familieleden van de overleden marine-officieren en schepelingen voor de be toonde belangstelling dank te brengen, ook inzonderheid aan den vertegenwoordiger van de Koningin. Spr. heeft Dinsdag de Koningin gesproken en het bleek hem hoe H. M. wa3 getroffen door dit droevig ongeluk. De predikant der Nederlandsdh Hervormde gemeente, ds. W. Reus, stelde de vraagof uit de groote droefheid ook bitterheid zal ontstaan? Hij hoopt dat God geve dat dit niet zoo zij en dat Hij kracht geve om de zware slagen te dragen. Waar de mannen gevallen zijn in de plichtsvervulling voor het kleine vaderland Nederland, hoopt spreker dat alle Uit de „Oorlogsspion". De villa van den koning der Belgen in Oostende. In de nabijheid sprong een bom, zooals ons plaatje aangeeft, zoodat het groot gevaar van vernieling heeft geloopen. lieleden, vrienden van de overledenen ©nz. Van de autoriteiten noemen wij den ver tegenwoordiger van de Koningin, den ordon- nance-off icier Quarles van Ufford, den kapitein ter zee Van der Heggen Spies, vertegenwoordiger van den Minister van Marine, de luitenant-kolonels Van Gogh en Kroese, vertegenwoordigers van den Minister van Oorlog, den kapitein ter zee Von Leschon, vertegenwoordiger van den opperbevelhebber van zee- en landmacht, den vice-admiraal Hecking Ooienbran der uit Hellevoetsluis, officieren van de te Vlissingen gestationneerde oorlogsschepen, een deputatie van het loodswezen te Vlissingen en van de marine te Hellevoetsluis. De polder Walcheren was vertegenwoordigd door den voorzitter, den ingenieur en den raad van de noordwatering. Ook was aanwezig jhr. O. A. L. van der W ij c k, secretaris van de Nederlandsche Ver- eeniging „Onze Vloot". Als oere-escorte was aanwezig het geheele landweerbattaljon, voor zoover bet op Walcheren aanwezig is en do dienst het toe liet, een deputatie van een ander landweerbatal jon, met het uit dit bataljon gevormde muziek korps, en 100 man der marine. Van verschillende militaire en andere ge bouwen woei de vlag halfstok. Van het lijken huis aan den Zeedijk stelde de stoet zioh in beweging,''bestaande uit een draagbaar met het lijk van den arbeider Roelse en een met de kisten bevattende overblijfselen van do officieren en minderen van de marine, daar- Bchter een tweetal baren met kransen. De kis ten waren alle gedekt met de Nederiandsahe vlag en met tal van bloemstukken. Te ongeveer halftwaalf werd het kerkhof aan den voet van den vuurtoren bereikt, waar het vuurpeloton, bestaande uit 50 man, het salvo gaf Nadat de kisten in de groeven waren -neer gelaten, liet de muziek zich hooren en het vuurpeloton herhaalde het salvo. De vertegenwoordiger van den minister van marine ham het eerst- het woord. Hij zeide, dat de Minister hem heeft opgedragen hem t© vertegenwoordigen bij deze plechtigheid, het grafwaarts dragen vau brave kameraden, wier levensdraad zoo plotseling afgesneden werd bij het vervullen van hun plicht. De vuurmakerij brengt vele gevaren ra©t zich en eischt daarom veel beleid. Toch moet de op gelegd© taak worden volbracht, al kost het offers dio gebracht worden voor liet vader land. De tegenwoordigheid van zoo velen toonde de groote deelnoming. Mogen de nage laten betrekkingen troost vinden bij den God der vaderen. Mogen wij, militairen, er een voorbeeld in zien oin onzen plicht te doen, zonder te wankelen, in den dienst van Ko ningin en Vaderland. Spr. eindigde met een: zij rusten in vrede. De tweede spreker, de vice-admiraal Hecking Ooienbrander, zeide dat het hem bij een zoo uitgebreide ramp als deze bijna aan voorden ontbrak om te troosten. Hij brengt hulde aan diegenen, die hun taak vol voerden, Spr. heeft luitenant Bruinsma, die aanwezigen ook zullen werken voor Nederland, en ook voor het Hemelsche Vaderland. De heer 1) o k k e r, de onmiddellijke chef van den opzichter Van Elsaecker, wilde uiting geven aan do groote smart, die zich van hein meester maakte bij het vernemen van de ramp. Juist op de plaats waar thans het onaeluk ge schiedde, behaalde de overledene drie jaar ge leden een eervolle vermelding; bij het redden van schipbreukelingen. Elsaecker had een hart van goud en spr. twijfelt niet of zijn nagedach- ten is zal door ieder, die hem kende, in eere worden gehouden. Een broeder van den opzichter dankte alle aanwezigen, afgeiaardigden van hot polderbe stuur ©n collega's van den opzichter mede namens diepbedroefde ouders. Luitenant V a n D a m m e, die thans de plaats van kapitein Ocklmisen vervult, gaf de verze kering dat de goede chef bij de geheele com pagnie in herinnering zal blijven als een voor- I beeld van humaniteit en plichtsbetrachting. I Hiermede was de plechtigheid, die oen die pen indruk maakte op de groote schare, die or bij tegenwoordig was, afgeloopen. De tallooze kransen werden op de graven neergelegd en op Westcapelle rust een zevental brave Neder- landers. Te Breda werd Donderdagmorgen het stoffe lijk overschot van J. F. Smits, milicien van een landweerbataljon, een dor slachtoffers van de ramp, tor aarde besteld. J-lot werd met den trein van 9.06 uit Middelburg aange bracht, en doorzie familie, den vertegenwoor diger van den opperbevelhebber, den majoor van den generaleen staf' J. O. O. Ton net en pastoor A. Smits opgewacht. Do militaire 'eer- i bewijzen werden aan het Btation en in den stoet verricht door een detachement huzaren- wielrijders onder commando van den tweede luitenant der huzaren baron Rcngers. In de St. Annakofk werd ecu zeor plechtige lijkdienst gehouden, waarbij de Gregoriaan- sclie Mis werd gezongen, üp het kerkhof Zui len wachtten deputaties van de korpsen te Breda met den garnizoenscommandant, den luitenant-kolonel der huzaren C. Samdt van Nooten, den stoet op. I Nadat do gebruikelijke ceremoniën waren verricht en het laatste salvo was gelost, werd door majoor Tonnct namens den opperbevel- hebben het volgende gezegd: De opperbevel- hgbben van land- en zeemacht heeft mij ver- zocht namens Zijne Excellentie hier tegenwoor- I dig te zijn aan deze groeve. Aan u, ouders en betrekkingen van den jong ontslapen sol daat, de betuiging van innige deelneming in den zwaren slag, u door het noodlot tooge- bracht. Met de betuiging van deelnemirfg van j den opperbevelhebber ontvangt u tevens die weest er van verzekerd vau hot geheele leger. Moge u de kracht gegeven worden I dezen zwaren slag in stille gelatenheid te dragen. Arme Smits! In naam van het leger, in naam van het -vaderland, rust in vrede I Daarop bracht de sergeant J. Loois van het 39sto landweerbabaljon namens officieren, on derofficieren en soldaten een laatsten groet aan den gestorven kameraad. Enkele lepels daags sterken zenuwen en Iichaarr1,j 20.000 Artsen erkennen dit schriftelijk. In Apotheken'en Drogi«terl]en verkrijgbaar. Brochot»»1 felj het Gen. Agentschap, Sarphatlslr. 34. Amsterdam, Onderwerp; Verloven. Yan den opperbevelhebber van Land- en Zeemacht, Z.Exc. generaal Snijders, ont vangen wij de volgende Order tor publi catie Daar het niet mogelijk is alle militairen in de gelegenheid te steClen de aanstaande feestdagen (Kerstmis, Oud- en Nieuwjaar) in hunne gezinnen te doen doorbrengen, wordt door mij tor tegemoetkoming hieraan het volgende bepaald Aan ieder militair, die in het tijdvak van 1 December tot en met 2 Januari a.8. op zijn beurt met verlof gaat volgens de rege len, door mij vastgesteld bij order van 24 September 1914, B.L. No. 4790, kan één maal in genoemd tijdvak twee etmalen lan ger verlof worden verleend, dan volgens ge noemde regelen heb govail zou zijn. Van deze gunstig© bepaling zijn uitge zonderd':' a. zij, aan wie in genoemd tijdvak inge volge bijzondere beschikking van den Mi nister van Oorlog of van mij een buitenge woon verlof (of verloven) van langeren duur (of gezamenlijken duur) dan vier dagen mocht zijn of worden verleend; b. zij, die wegens vervalsching van vrij- biljetten voor vervoer per spoor zijn ge straft geworden. Ik behoud mij voor, bovenstaande gun stige bepaling op elk oogenblik in te trek ken, waarop de tijdsomstandigheden en het belang van den dienst zulks mochten vor deren. Bovendien zijn de korpscrvmm an - danten en hoogere autoriteiten gemachtigd bij de uitvoering van bedoelde bepaling zoo- da/nige beperkingen toe te passen als door de eiscben van den dienst of de veiligheid bepaaldelijk gevorderd worden. Tot nadere toelichting op mijne order van 13 November j.l., No. 2640 R/9070, diène, dat het aldaar gestelde niet toepas selijk is op militairen, die eigenmachtig lan ger met verlof uitblijven dan bun is toege staan. Afgezien van de deswege op te leg gen straf verdienen zij niet opnieuw verlof te krijgen, voordat het te veel genomen© door voorbijgang van hun beurt is inge haald. De Generaal, O. J. SNIJDERS. Yan den Opperbevelhebber van Land en Zeemacht, Z. Exc. Generaal Snijders, ontvangen wij de volgende circulaire: „Bij mij komen tal van verzoeken in om ruiling van standplaats tuschen militairen onderling, sommige daarvan met instem mend advies der betrokken autoriteiten. „Ten bewijze welken omvang deze bewe ging reeds heeft verkregen, strekke, dat in elke Soldatencourant in die van 1.5 No vember 1.1. niet minder dan 27 oproe pingen voorkomen van militairen, die een rang- en wapengenoot zoeken om mede te ruilen, niet zelden onder aanbod van gel delijke vergoeding. „In verband hiermede breng ik onder de aandacht van autoriteiten, dat door de ruilingen en daaruit voortvloeiende over plaatsingen, het verband der afdeelingen, voortspruitende uit de localiseering der mi litie en ontwikkeld door de eerste opleiding en den voortgezetten dienst, wordt verbro ken de plaatselijke bekendheid der be trokken personen verloren gaat en noodè- looze administratieve beslommeringen wor den veroorzaakt. „Het ruilen tegen geldelijke vergoeding verschaft bovendien een voorrecht aan d© meer bemiddelden, die zich. op die wijze voor geld kunnen onttrekken aan nadeelen en bezwaren, welke ton slotte alleen de on- vermogemden zouden treffen. „Mitsdien wordt door mij bepaald, dat overplaatsing bij ruiling alleen bij hooge uitzondering zal geschieden, wanneer daarbij gewichtige belangen van niet-persoonlijken aard zijn gemoeid en die van den dienst daardoor in geen enkel opzicht geschaad worden," De Generaal, C. J. SNIJDERS,

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1914 | | pagina 2