No. Vi. Zondag 22 November 1914. Orgaan voor Leger en Vloot. Oorlogsnieuws. Onder redactie van D. MANASSEN. De 't Einde van Von Mersky. Oplaag 50,000 exemplaren. SOLDATENCOURANT AD EES VAN BED ACTIE EN ADMINISTBATIE- PALESTRINA8TRAAT 10, AMSTERDAM, TELEFOON Z. 4968. DIT BLAD ZAL DRIEMAAL PER WEEK: VERSCHIJNEN. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR NIET- MILITAIREN 2 CENT, ABONNEMENT 1.50 PER DRIE MAANDEN. VOOR ADVERTKNTIEN WENDE MEN ZICH TOT HET ALG. ADV.-BUREAU ROUMA CO„ 226 HEERENQBACHT A'DAM. De zeeslag aan de Chileensche kust in de Stillen Oceaan, waarbij door net goea gericht ▼nar der Duitsche oorlogsschepen „Scharnhorst", „Gneisenau" en „Dresden" de Engelsche oorlogsbodems „Good Hope" en „Glasgow" te gronde gingen. in „De dagen gaan voorbij en lijken op elkaar!" zijn de woorden van een dichter, die men in deze dagen zou kunnen toepas sen op den toestand op bet groote Europee - sche oorlogsveld. In Frankrijk e£ België geen verandering" in 'fc Oosten nog engeveer 't zelfde, in 't Zuiden geen wijziging van eenige befceekenis. Het eenige bijzondere der laatste dagen is misschien, dafc Diutsch- land de actie in de Oostzee heeft geopend *en de militaire inrichtingen der Russische havenstad Libau heeft beschoten. De Duit schers hebben tevens de haven versperd door er schepen te laten zinken daardoor verliest Rusland zijn eenige oorlogshaven in de Oostzee, die 's winters ijsvrij blijft. In de Zwarte Zee heeft ook een gevecht plaats gehad, tusschen een Russisch en een Turksch eskader. Of er aan den laatsten kant meer schepen aan deelnamen dan de vroegere Duitsche kruisers ,,Breslau" en „Qöben" is niet duidelijk. Omtrent den uit slag van 't gevecht valt nog niets te ver tellen, waarschijnlijk is het onbeslist geble ven. Gelooft men de Russen, dan zijn de Turksclie.schepen op d,e vlucht gegaan; vol gens de Turken echter is het juist andersom gebeurd. Volgens een Russisch bericht werd de' ,,Göben" doorboord en verdween daarna in- den mist, naar een telegram uit Kon- stantinopel Werd een Russisch slagschip ernstig beschadigd en vluchtte het Russische eskader' naar Sebastopol. Aan het westelijk front was het Donder dag bijzonder rustig, zoo meldt een Fransch ocmmiiniqué van dien avond; een En gelach bericht deelt mee, dat de Duitschers Rijsel weer ontruimd hebben en nu achter die stad liggen. Bij het dorp Tracy-le-Val, in het departement der Aisne, zou hevig ge vochten zijn, maar werden ten slotte de Duitschers met zware verliezen teruggewor pen. v In 't Oosten schijnt het den Russen in de laatste dagen weer minder fortuinlijk te gaan. Dat wordt ook erkend in de teie- grammcn uit Petiograd. Men geeft daar althans toe, dat men de Duitschers niet ver der heeft kunnen terugwerpen, niet geheel verjagen uit Polen. De slag, die daar reods een paar dagen aan den gang is, heeft, vol gens een Oosteurijksch bericht, een gunstig (Slot.) Na dien tijd heb ik hem niet meer levend gezien. Want een van de volgende afreke- ningsdagen .toen we 't gewone feestmaal hadden (en dat was goedwild was er daar in overvloed en die negerkokkies verstaan haar werk) en toen velen van ons, moet ik tot mijn spijt zeggen, te veel hadden gedron ken, begon ik me af te vragen, waar Von Mersky zat. Hij kwam bij die feestmalen soms heelemaal niet, soms alleen aan 't dessert maar nu had ik hem den heelen dag niet gezien. Niemand wist er iets van. Dus (hij was telephonisch verbonden) belde ik hem op. Eerst kwam er geen antwoordtoen hoorde ik de stem van zijn huishoudster x,Meneer Von Mersky is heden gestorven." 't Klonk heel laconiek en zakelijk. Ik liet den hoorn eerst van schrik vallen. Toen belde ik weer, vroeg verder, maar er kwam geen antwoord. 't Soesde me door mijn hoofd. Ik zelf drink nooit te veel, maar toch, ik was ook in feeststemming geweest achter me hoorde ik de collega's zingen of brullen: ,,For he is a jolly good fellow!" Ze waren elkaar aan 't toedrinken. Als je dan opeens zoo'n tijding krijgt, zooals ik, dan ben je een oogenblik heelemaal in de war. Toen begon ik te denken. We konden 't lijk van een collega toch niet zoo in de wil dernis laten liggen, of door een paar ne gers voer de jakhalzen laten werpen. Toen nam ik de kalmste collega's apart, c* we besloten, direct de rivier op te va terloop, 7000 Ruseen zijn gevangen geno men, 18 machinegeweren en verscheidene kanonnen buit gemaakt. Zoo gaat hij voort, de groote oorlog, met onverminderde woede, en toch zonder dat er 'een beslissing valt. In het westen blijken de tegenstanders steeds meer tegen elkaar op gewassen in het Oosten gaat de oorlogs kans op en neer, en is niet in te zien, wie winnen zal in bet Zuiden moge al heftig gestreden worden, eenige wijziging1 van be- teekenis kunnen de gevechten daar niet brengen^ evenmin de gebeurtenissen in an dere werelddeelen. De beslissing moet vallen in Midden-Europa. België Do strijd in België. Donderdag werden in Sluis, volgens den Telegraaf "-correspondent daar, weer zwakke kanonnades geboord. De sneeuw buien gingen toen in kouden regen over en 't werd op de wegen en akkers een slijkpoel, schrijft hij verder. Nu, in den namiddag, sneeuwt het echter weer aanhoudend en is 't vinnig koud. Ik denk aan de vrouwen, die ik zooeven op de naakte, slijkerige Vlaamsche wegen hout zag rapen, takken, van de boomen gewaaid in een stonn. Zulk weervorst en snelle dooi is noodlottig voor de wegen, daar in 't Zuiden van Vlaan deren, tusschen Rousselaere, Yperen, Dix- muiden. 't Zijn bijna alle zoogenaamde kalsijde wegen, geplaveid met groote keien, die nu spoedig losser liggen. In gewone tijden, bij vorst, gevolgd door dooi, werden dan vlaggen op de torens gehangen, als een sein, naar 't heette, dat de barreden geslo ten waren, dat er niet. met wagens boven een vastgesteld gewicht gereden mocht wor den. De binnenwegen zijn onberijdbaar. Er wordt dan ook fel geklaagd over 't ver voer van kanonnen en ainmunit-iewagens. 't Schijnt, dat men onder de Duitsche soldaten verbreidt, dat Calais genomen is. Een, die van Nieuwpoort kwam en dus van de strijdlinie, verzekerde 't mij gisteren nogmaals. De communique's melden aan vallen op het bruggehoofd van Nieuwpoort. Dit is 't eenige toegangspunt tot. de stad van deze zijde, 't Is daar ook, dat langs zes in waaiervorm gestelde sluizen de kana len in de havengeul uitmonden. Met stormaanvallen in gepantserde automobielen hebben de Duitschers getracht dit brugge hoofd te veroveren, maar tevergeefsde ren, er naar toe, en de anderen hun feest maar kalm te laten uitvieren. Zoo gingen we er stilletjes van door; niemand merkte het. 't Was geen plezierige tocht. De rivier zelf, heelemaal schuil gaand onder zware boomen was mooi genoeg. Maar de twee of drie onder ons, die volkomen helder waren, dachten aan 't beroerde van 't geval, en de drie of vier anderen waren... laat ik maar zeggen: katterig. Gingen wel uit plichtsgevoel mee. maar waren toch in on aangename stemming. ,,Hij is nog kapitein bij de Pruisische garde geweest," zei Rosen, die er ook bij was. De anderen, behalve, ik* betwijfelden het. De zegsman vervolgde: ,,Hij zei, dat zijn vader hem gedwon gen had in den militairen dienst te gaan dat hij later eerst begrepen had, dat hij er heelemaal niet voor deugde, en dat hij er toen maar was uitgegaan. Hij was in 't leven heelemaal verkeerd gerold, had een verkeerde vrouw getrouwd... Ik heb hem in Duitschland uit de verte nog wel ge kend." 't Was aoht uur varen, voor we 't huisje vonden, dat heelemaal onder de palmen verscholen was. Er stonden een aantal negers, doodstil. Zoo hadden we negers nooit ij een sterfgeval gezien. Von Mersky lag gekleed te bed, in 't zwart, 't Gezicht was heel kalm, zelfs met iets van een glimlach. Er gonsden intus- 6cken al 'n massa vliegen. Toen ik me over hem heenboog, zag ik tot mijn verbazing in 't knoopsgat de orde van den rooden adelaar. De huishoudster zat er ookze bad be leefd voor ona gebogen, sierlijk als een poppetje. Van aandoening was niet veel bij haar té merken. Op tafel zag ik oen bekertje staan, een reisbekertje van zilver, dat ik wel ee;is in Von Mersky'6 handen gezien had. Er wa artillerie der verbondenen houdt het vast. Zuidelijk maakt de inundatie elk krijgsplan onmogelijk. Veel treinen, die van 't front gewonden Oostwaarts voeren, zijn nu in 't grijs geschilderd. Te Brugge hebben de Duitschers alle duiven opgeëischt. Dat was een zware slag voor talrijke duivenmelkers, die hier, zooals trduwens gansch België door, talrijk zijn. Nu, sommige reis duiven hebben dan ook een waarde van 400 tot 500 franc. Van 'fc geslachte vee moe ten de Duitschers de vellen hebben. Dezen morgen las ik weer een bericht, dat de uit voer van vee, varkens en alle levensmidde len streng verboden is. Het stuk was in liet Vlaamsch gesteld en onderteekend door een Belgischen bul pontvanger, die echter aan de Duitsche overheid volgens een door hem geteekende verklaring gehoorzaamt, Door de vernieling der bruggen wordt hei. smokkelen moeilijk, maar de Leopoldsvaart is niet diep en men kent wel de juiste plaatsen om nu en dan eenige dieren naar Nederland te jagen. Een Duitscher verklaarde, dat er hier ook gewaakt wordt, om het Belgischen jon- gelineen te beletten over Vlissingen naar Frankrijk bij 't. leger te gaan. Te Brussel hangen proclamaties, den inwoners gelai- tend hun belasting te betalen en hen be- dreigend met straffen zoo ze in gebreke blijven. Men meldt in Fransche en Belgi sche bladen met eenige scherpte, dat te Antwerpen het Vlaamsch en Duitsch ais officiëele talen erkend zijn, met uitsluiting van 't Fransch. Dit moet geen verontwaar- j diging of verwondering wekken, want vóór j den oorlog was 't Vlaamsch te Antwerpen de eenige officieel© taal. Te Brussel zijn nu vGorloopig, naar 't heet, Duitsche brieven bestellers in dienst. Men kan met Brussel rechtstreeks corres pondeerenmaar een ambtelijk bericht zegt, dat men op de adressen duidelijk stadswijk, straat en huis nummer moet vermelden, want men bekent, zelf, dat de bestellingen nog gebrekkig zijn. j Aan een brief van een Belgisch soldaat ontleen ik het volgende: ..Bij dezen laat ik u weten, dat ik tot heden nog frisch eu gezond ben en mijn vaderland met de bond- genooten help verdedigen. Ik heb den dood al meermalen voor oogen gehad, maar ben Goddank er nog aan ontsnapt. Er worden hier bij Nieuwpoort zware slagen geleverd dag en nacht, en dat al 23 dagen lang, en wanneer zal 't einde zijn? Maar met. de hulp der wakkere Franschen en flinke E'> I gelschen hebben wij den Duitschers "goemf |- klappen gegeven. De slag, waar wij aan deelnemen, kan nog lang duren. Ik ben al krijgsgevangen geweest, maar heb nog kun- j nen wegloopen. Tegen den avond moesten we een bajonetaanval doen. Het werd zoo donker, dat Belgen en Duitschers door elkander liepen, en Belgen namen Belgen en Duitschers Duitschers gevangen. Ik was afgesneden, maar kon in êt duister nog ontsnappen. Dat was een vreeselijke strijd. Op Allerheiligen was ik te Coxsyde. We hebben er 's nachts in de kerk geslapen, 's Morgens hebben al de Katholieke solda ten de H. Communie ontvangen. Dat was treffend. En nu maar geen moed verloren, j Wij Belgen moesten dikwijls voor de over- macht wijken, zooals te Aerschot en te Mechelen, maar nu houden we stand en dat is zoo bemoedigend. Beschieting van de Icust. LONDEN. De Daily Mail'- ver neemt uit Duinkerken, dat een week geleden de Duitschers aan de kust opmerkten, dat het vuur der Engel sche oorlogsschepen de huizen aan den zee- boulevard te Middelkerke spaarde. Zij be sloten daarom in deze huizen hun kwartier op te slaan. Maar dit plan kwam aan de commandanten der Britsche schepen ter oore en nu werden deze huizen plotseling gebombardeerd. De Duitschers leden daar door zware verliezen. Na de beschieting werden uit de huizen de dooden wegge haald, wier aantal op ongeveer 1700 wordt geschat. Duitschland. De Duitsche mortieren aan het werk. Dr. Arthur Miinzer schetst in een be- richt aan het Berlijnsche „Klinische Wo- j chenbiatt", de werkzaamheid der Duitedie 142 cM. mortierbatterijen „Daar zijn nu op oen niet heel groote ruimte, eoliede vastgemetseld, twee 6tukken opgesteld. Niet ver daarvan af liggen de reuzenprojectielen, waarvan er juist een spelenderwijze opgebeschen wordt. We zijn toevallig in een vuurpauze aangekomen en wachten met spanning op de dingen, die komen zullen. Maar eerst hebben we gele genheid de plaatsing van het geschut te bewonderen. We hadden ons alles mogelijk nog machtiger en reusachtiger voorgesteld, dan het werkelijk was, door de vele ver halen, die we er over hadden gehoord. Nu we de monsters in werkelijkheid zagen, leek het ons allemaal heel erg natuurlijk. Alleen de opwaarts gerichte loop scheen op komend onheil te duiden, dreigde met dood en verderf. Een aantal koogere offi cieren liepen druk heen en weer; man schappen zijn bezig met het uitladen van ammunitie. Uit groote zorgzaamheid wor den wij ook van watten voorzien, waarmee het oor tegen een al te zwaren knal wordt beschut. Wij staan op een afstand van zoo wat 20 meter van het stuk, dat het eerst zal vuren. Dan opeens komt het. Een onderofficier commandeert: Klaar! Een man op het platform van het kanon heft de hand op de spanning is ten hoogste gestegen „Vuur!" Uit den lodp van den mortier springt een geweldige vuurzuil, een geweldige knal, een heftige schok voor hen, die in de buurt staan, en dan een sissen en suizen in de lucht, waar aan geen einde schijnt te komen de loop van het geschut buigt zich ter aarde, rook en walm stijgen eruit op. Eerst staat men verstomd, als voor iets onbegrijpelijks. Maar langzaam wijkt de spanning. En alles gaat weer zijn gewonen gang. Na twaalf minuten valt het schot uit het tweede stuk.' Steeds weer begint het afgrij selijke spel en automatisch wordt een nood lot afgewikkeld. Een ambulance-trein aangereden. De" Beiersche ambulance-trein W., oen geschenk van graaf Moy, is bij Rijssel in botsing gekomen met een anderen trein en zwaar beschadigd. De trein kwam Dinsdag j.l. te 2 uur 's nachts op het voorstation te Rijssel aan. Nadat hij daar ongeveer twintig minuten had stilgestaan, kreeg hij plotseling een he- vigen stoot. De trein vloog uit elkander, de locomotief met een. aantal wagens schoven een eind vooruit met zulk een ge weld, dat de zieken uit hunne bedden wer den geworpen. Een goederen trein van zes tig wagens was van achteren tegen den hos- pitaaltrein aangereden. Aan den uit 31 wagens bestaanden ambu lance-trein waren drie goederenwagens aan. gekoppeld. De twee eerste waren geladen met- geschenken voor de soldaten te velde, in den derden bevonden zich paarden, on der hoede van twee oppassers. De locomotief van den goederentrein wa6 met zulk een kracht tegen den laatsten wa gen ingedrongen, dat. deze boven op de locomotief terecht kwam. De voorlaatste goederenwagen van den ambulanee-trein stond rechtop, de inzittenden, negon zie kenverplegers. konden slechts met groote moeite naar buiten worden gehaald. Een hunner bleek een hersenschudding te heb ben gekregen. De laatste zes wagens van den ambulan ce-trein waarin zich gelukkig geen zieken bevonden, waren totaal in elkander ge schoven. Drie personen verloren het leven bij de ramp, de beide paardenoppaseers en een beambte van den goederentrein, terwijl bovendien veertien man van den goederen trein zwaar gewond werden. Achter het fronz. _De oorlogscorrespondent van de ..Münchn. Neueste Nachr." heeft een tocht langs oen gedeelto van het Duitsche front in Frankrijk gemaakt en vertelt daarvan het oen on andT in zijn i>!ad, vooral van hetgeen ach ter Jvet front gebeurt. Want hij herin nert zich nog steeds de uitspraak van een zijner vroegere superieuren do corres pondent is een oud-officier dat wie den geest van den troep, zijn waarde en zijn disci pline wil beoordeelen, hem niet moet zien in de voorste linie onder het oog der superieuren, maar achter het front, waar hij betrekkelijk vrij_is om te doen en te laten wat hij wil. Nadat de correspondent zich eehigen tijd te Reims Tiad opgehouden, trok hij verder. Op het veld helpen de Duitsche soldaten, die toe vallig geen dienst, 'hadden, de boeren bij het oogsten: zij ploegden de akkers en rooiden de aardappelen, die anders in den grond zouden rotten, terwijl het gebulder der kanonnen uit de naaste nabijheid weerklonk. In de dorpen, groote en kleine, kon men zich plotseling naar Duitschland overgebracht wa nen. Gezellig keuvelend in welke taal bleef den journalist een raadsel 6londeu daar boe ren en soldaten bijeen en al naar Beieren, Saksers, Wurtembergore of Pruisen in de plaatsjes lagen, waren aan de straten en plei nen namen uit hun eigen land gegeven. Zoo vond men or een Wettiner-plein, een Wittels- bacher-straat, een Hannover- en Heinestraat ©n overal een Keizer Wilhelm-straat. In de loopgraven, waar de troepen reeds eenige weken liggen, is op sommige plaatsen over én weer een bijna vriendschappelijk ver keer ontstaan, waarbij gezonde humor niet ontbreekt. Hier, waar de vijanden vlak tegen over elkander staan, wordt nu en dan het vuren onderbroken, bijv. wanneer het pas gewas- sehen ondergoed te drogen hangt. Zoolang de zon of de wind hun werk nog niet hebben verrioht, onthouden beide partijen zich van schieten. Onlangs vierde een der Duitsche compagnieën den verjaardag van den zeer beminden kapi tein. Dat was aan de Fransehen in de tegen overliggende loopgraaf medegedeeld en deze lieten do mannen met rust tot het feest voor bij was. Zulke kennisgevingen geschieden op de vol gende wijzeEou bajonet, waaraan ecu briefje is bevestigd, wordt omhoog gestoken. Spoedig daarop komt een man uit de loopgraaf, steekt den brief vast aan een boom eu snelt weder terug; uit de andere loopgraaf komt dan een vijand, die, het papier ophaalt. Op dezelfde wijze worden ook andere tnede- déeÜDgen gedaan. Toen Antwerpen gevallen was, werd uit de Dnitsehe loopgraaf een groot bord omhoog gestoken met het opschrift: „An- vers dans nos mains". Spotliedjes vliegen over en weer. Eenige dagen geleden werd in de nabijheid tn de 12e Duitsche infanterie-divisie liet vol gend met een steen bezwaard briefje gevon den, dat een Fransche patrouiho daarheen had ges! ingerd „Wij zenden u onze vriendelijke groeten. Komt tot ons, alleen en na elkander. Wij zul len u geen kwaad doen, onder voorwaarde, dat ge zonder geweor en met de handen orahoog nadert. Bij ona vindt gij goede kost on rust; de gevangenen worden uitstekend behandeld. Is 'J reeds medegedeeld, dat de verbonden Franschen, Russen, Kngelschon cn Belgen, do Japanners en de Indiër» 6t<dlig een volslagen overwinning zullen behalen? Komt ailoa tot ons, kameraden, dan is do oorlog uit." Aan de uitnoodiging is tot dusverre nog niet voldaan, do schrijvers zullen dat trouwens ook wel niet verwacht hebben. Engeland. De begrafenis van Lord Roberts. LONDEN. De begrafenis van Lord Ro berts had heden in St. Pals plaate, met gTOote plechtigheid. Het graf van den over leden veldmaarschalk is slechts enkoio voe ten van de graven van Wellington en Nel- Bon gelegen. Iu tegenwoordigheid van den Koning en een groot aantal militaire en maritieme waardigheidsbckleeders werd het lijk bijge zet; Lord Kitchener wa6 een der lippen- dragers. Een dichte menigte stond ge schaard langs den weg naar de kathedraal, in de bittere koude, met regen en sneeuw, te wachten. Frankrijk. Op het Westelijk oorlogsterrein. BERLIJN. Officieel. Het groote hoofd kwartier meldt: In West-Vlaanderen en Noord-Frankrijk is de toestand onveran derd. Een Duitsch vliegers-eskader dwong op een verkenningstocht twee vijandelijke vlie gers tot landen, en bracht een vijandelijken vlieger ten val. Van de Duit:-che vlieg tuigen wordt er een vermist. Een hevigo Fransche aanval in de streek van Servon, aan den westrand van het Argonnenwoudwerd onder zware verliezen voor de Franschen afgeslagen. Onze verliezen waren gering. Rusland. Op het Oostelijk oorlogst errein LONDEN. De „Times" verneemt uit Kopenhagen, dat de Russische verliezer» na de overwinning van von Hindenburg op tusecheu 40 en 50,000 worden gescliat. BERLIJN. De Petersburgsche berichten over het oprukken der Russische troepen tegen Gumbinnen en Angerburg, en over de bezetting van Langszorgen, bij Taurog- gen, zijn door de gebeurtenissen achterhaald. ren nog een paar druppeltjes vocht in. Ik rook er aan, vaag iet6 vermoedend. Heb was cyaankali. Dus zelfmoord. Ik vroeg, wat meneer 't laatst gedaan had Brieven geschreven. Die moest ze aan mij zenden, maar nu ik er was, kon ze mij wel alles wijzen. 'fcWas in een pakketje in de la van de schrijftafel. Een briefje had ze aan Kasai moeten brengen, 't hoofd van de negers. Of meneer nog iets gezegd had? vroeg ik verder. „O, niets bijzonders. Meneer had ge vraagd of zij al gold genoeg had overge spaard? Nu, dat had ze. Ze kon naar Japan teruggaan en daar trouwen of rustig alleen leven." Dat is zoo 't gewone doel van Japansche huishoudsters. Maar ze zijn altijd welgema nierd, ze zullen lief voor je zijn, lachen eu guitaar «pelen als je dat verlangt. Dezo stortte ook plichtmatig twee tranen, toen ze alles verbelde. Dat is goede toon". Me neer had haar ook behoorlijk betaald... I „Dus iets anders heeft meneer niet gezegd?" vroeg ik nog eens. Toen kwam er een angstige uitdrukking op 't. wassenbeelden-gezichtje van Amio. „Ik weet niet, of ik goed gehoord heb", zei ze. ,,'tWas zoo vreemd. Maar meneer was vreemd..." „Wat- dan?" ,,'fc Was vanmorgen aan 't onbijt", zei ze. „Ik zat bij meneer. Hij werd in eens wit-.., bij stond op en keek daarheen, waar 't portret van de dame staat"'... Ze wees naar de schrijftafel. Maar er stond ge»n portret. „Anders was 't toch daar..." Toen keken we naar den doode. Ik ging er heen, voelde iets hards als een cabinet- portret in zijn binnenzak zitten, aarzelde of ik 'ter uit zou- halen. Maar Rosen deed het. 'tWas een meisjesportret, dat ik nooit gezien had. Zeker had hij 't weg .gesloten, •toen ik bijhem logeerde. Op de rugzijde stond alleen: „Deine Gertrude". We deden 't portret weer in den jaszak en trokken de plooien van de jas recht. „Welnu, Amio?" vroeg ik, „wat toen?" Meneer zei alleen: „Dank, Ger trude. Ik kom."' Toen is hij opgestaan van de ontbijttafelbij zei niets meer en heeft ook niets meer gegeten. Hij ging dadelijk brieven schrijven. Toen vroeg hij mij, wat ik u gezegd heb, en zond mij met dat briefje naar Kasai. En toen ik terug kwam, lag hii zoo... Ik denk. dat meneer daar oen spook gezien heeft Wij employés keken elkaar aan. Nie mand zei iets. Tot Clauwaert, de Vlaming, zei: „We zullen voor een graf moeten gaan zorgen. Laten we den postclief eens roepen." Maar dat behoefde niet. Want Kasai, die zoowat de eerste zwarte opzichter onder Mersky was, kwam met een zestal negers aan. Ze hadden een kist van ruw hout getimmerd. „Wie heeft je dat gelast?" vroeg ik. „De hoer, die dood is," zei hij- En hij toonde 't briefje van Von Mersky zelf. ^lersky had hem zoowat loeren lezen en schrijven. Zonder orders af te wachten namen twee van de negers de beide geweren, die boven de deur hingen. „De heer, die dood is, heeft 't ge last," zei Kasai weer. En nu liet hij "t briefje lezen. „Aan Kasai. De Groote Geest heeft mij opgeroepen. Gij zult dadelijk een kist voor mij laten maken en een graf graven. Laten Ook Engeland verleent aan vele Belgische vluchtelingen, evenais wij, gastvrijheid. Hier ziet ge er een aantal bijeen met hun kinderen. Meisjes verkwikken de ongelukkigen met een kop chocolade. Akimbo en Masambo mijne geweren nemen en elk twintig saluutschoten over mijn graf lossen. Gij zult den degen met mij in de kist leggen". Nu zag ik den naast zijn bed een offi ciersdegen lag. Zoo had hij dus alles beschikt. Ons had hij niet lastig willen vallen. Maar als oud- militair wilde hij toch sterven. Ik zei den negers nog even te. wachten, en opende de lade in de schrijftafel. We von den een groot officieel papier zijn eervol ontslag als kapitein van de Pruisische gar de... dat was hij dus werkelijk geweest. Dat had hij opzettelijk niet. verbrand, denk ik, om ons nog eens te verbazen. Zoo was hij. Dan was er 'n sonate voor viool, door hem gecomponeerdmet- verzoek, die aan 'n bekend Duitsch musicus te zenden. Dat hebben we gedaan. Ze is ook uitgegeven en nog al bekend geworden, mee» ik wel. Dan 'n verzegelden brief aan Frau Von.Mersky- Westennarck, dat was dus z'n vrouw. Er was 'n briefje aan mij ook, me verzoekend, haar op te sporen. „Ze zal zeker met be langstelling hooren, dat ik dood ben", stond er bij. Dan was er een brief aan een „Fraulein Gertrude..." enfin, de naam doet er niet toe; in het briefje aan mij stond of ik haar den brief wou zenden, en zijn viool erbij. En dan 't gekste van aleen check voor 't vrij aardige sommetje, dat hij te goed had. Precies uitgerekend, want z'n zaken waren in de beste orde. Dat moest ik zen den aan de Nihilistische part... (ja, dat it twintig jaar geleden). Ik wist ook niet goed of ik dafc werkelijk doen moest... ik heb 't toch gedaan. Van zijn wettige vrouw kreeg ik nog 'n brief, 'n heel gewonen, netten brief. Haar man, schreef ze, scheen zich in zijn hoofd gezet te hebben^ dat 't beter was, als ze van elkaar gingen. Waarom, wist ze niet. Ze had allee gedaan, wat een goede en zorgzame huisvrouw behoorde te doen nergens in huis was 't zoo netje® als bij haar. Maar in scheiding had ze nooit willen toestemmen. Ze bedankte er voor als ge scheiden vrouw te leven. Hij scheen een meisje in zijn hoofd te hebben, maar ze wenschte daar niets van te weten. Toen hij haar verlaten had, had ze natuurlijk echt scheiding tegen hem laten uitspreken, en nu was ze getrouwd, met een majoor van de jagers. Het meisje, die Gertrude, was gestorven. Haar zuster schreef me, dat ze in haar laatste oogenblikken nog den naam Von Mersky genoemd had. Van de nihilistische partij kreeg ik een re^u met een volkomen onleesbare handtee- kening.... Savarin keek peinzend de blauwe rook wolkjes van zijn sigaar na- „Blijkbaar is hij van zijn vrouw weg gegaan, toen ze niet scheiden wilde... maar het meisje trouwen kon hij niet. Dat ze toch scheiding tegen hem zouden uitspre ken, daar zal hij niet aan gedacht hebben... en daarginds in Siam of op Sumatra of waar hij toen zat, heeft hij 't zeker niet ge hoord. „Maar weet je wat nu 't merkwaardige is?... Zie je, ik voor mij ben atheïst, zooais je weet. Maar een feit is... dat meisje is precies op denzelfden dag al9 hij gee tor ven We zwegen. Maar Savarin brak de stilte, zei kort „Kom, laten we betalen en opstappen. Zulke dingen brengen je op wonderlijk© ge dachten". J J B-

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1914 | | pagina 1