No. Vi.
Zondag 22 November 1914.
Orgaan voor Leger en Vloot.
Oorlogsnieuws.
Onder redactie van D. MANASSEN.
De
't Einde van Von Mersky.
Oplaag 50,000 exemplaren.
SOLDATENCOURANT
AD EES VAN BED ACTIE EN ADMINISTBATIE- PALESTRINA8TRAAT 10,
AMSTERDAM, TELEFOON Z. 4968. DIT BLAD ZAL DRIEMAAL PER WEEK:
VERSCHIJNEN. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR NIET-
MILITAIREN 2 CENT, ABONNEMENT 1.50 PER DRIE MAANDEN.
VOOR ADVERTKNTIEN WENDE MEN ZICH TOT HET ALG. ADV.-BUREAU
ROUMA CO„ 226 HEERENQBACHT A'DAM.
De zeeslag aan de Chileensche kust in de Stillen Oceaan, waarbij door net goea gericht
▼nar der Duitsche oorlogsschepen „Scharnhorst", „Gneisenau" en „Dresden" de Engelsche
oorlogsbodems „Good Hope" en „Glasgow" te gronde gingen.
in
„De dagen gaan voorbij en lijken op
elkaar!" zijn de woorden van een dichter,
die men in deze dagen zou kunnen toepas
sen op den toestand op bet groote Europee -
sche oorlogsveld. In Frankrijk e£ België
geen verandering" in 'fc Oosten nog engeveer
't zelfde, in 't Zuiden geen wijziging van
eenige befceekenis. Het eenige bijzondere
der laatste dagen is misschien, dafc Diutsch-
land de actie in de Oostzee heeft geopend
*en de militaire inrichtingen der Russische
havenstad Libau heeft beschoten. De Duit
schers hebben tevens de haven versperd door
er schepen te laten zinken daardoor verliest
Rusland zijn eenige oorlogshaven in de
Oostzee, die 's winters ijsvrij blijft.
In de Zwarte Zee heeft ook een gevecht
plaats gehad, tusschen een Russisch en een
Turksch eskader. Of er aan den laatsten
kant meer schepen aan deelnamen dan de
vroegere Duitsche kruisers ,,Breslau" en
„Qöben" is niet duidelijk. Omtrent den uit
slag van 't gevecht valt nog niets te ver
tellen, waarschijnlijk is het onbeslist geble
ven. Gelooft men de Russen, dan zijn de
Turksclie.schepen op d,e vlucht gegaan; vol
gens de Turken echter is het juist andersom
gebeurd. Volgens een Russisch bericht werd
de' ,,Göben" doorboord en verdween daarna
in- den mist, naar een telegram uit Kon-
stantinopel Werd een Russisch slagschip
ernstig beschadigd en vluchtte het Russische
eskader' naar Sebastopol.
Aan het westelijk front was het Donder
dag bijzonder rustig, zoo meldt een Fransch
ocmmiiniqué van dien avond; een En gelach
bericht deelt mee, dat de Duitschers Rijsel
weer ontruimd hebben en nu achter die
stad liggen. Bij het dorp Tracy-le-Val, in
het departement der Aisne, zou hevig ge
vochten zijn, maar werden ten slotte de
Duitschers met zware verliezen teruggewor
pen. v
In 't Oosten schijnt het den Russen in de
laatste dagen weer minder fortuinlijk te
gaan. Dat wordt ook erkend in de teie-
grammcn uit Petiograd. Men geeft daar
althans toe, dat men de Duitschers niet ver
der heeft kunnen terugwerpen, niet geheel
verjagen uit Polen. De slag, die daar reods
een paar dagen aan den gang is, heeft, vol
gens een Oosteurijksch bericht, een gunstig
(Slot.)
Na dien tijd heb ik hem niet meer levend
gezien. Want een van de volgende afreke-
ningsdagen .toen we 't gewone feestmaal
hadden (en dat was goedwild was er daar
in overvloed en die negerkokkies verstaan
haar werk) en toen velen van ons, moet ik
tot mijn spijt zeggen, te veel hadden gedron
ken, begon ik me af te vragen, waar Von
Mersky zat. Hij kwam bij die feestmalen
soms heelemaal niet, soms alleen aan 't
dessert maar nu had ik hem den heelen
dag niet gezien.
Niemand wist er iets van. Dus (hij was
telephonisch verbonden) belde ik hem op.
Eerst kwam er geen antwoordtoen
hoorde ik de stem van zijn huishoudster
x,Meneer Von Mersky is heden gestorven."
't Klonk heel laconiek en zakelijk. Ik
liet den hoorn eerst van schrik vallen.
Toen belde ik weer, vroeg verder, maar er
kwam geen antwoord.
't Soesde me door mijn hoofd. Ik zelf
drink nooit te veel, maar toch, ik was ook
in feeststemming geweest achter me
hoorde ik de collega's zingen of brullen:
,,For he is a jolly good fellow!"
Ze waren elkaar aan 't toedrinken. Als
je dan opeens zoo'n tijding krijgt, zooals
ik, dan ben je een oogenblik heelemaal in
de war.
Toen begon ik te denken. We konden 't
lijk van een collega toch niet zoo in de wil
dernis laten liggen, of door een paar ne
gers voer de jakhalzen laten werpen.
Toen nam ik de kalmste collega's apart,
c* we besloten, direct de rivier op te va
terloop, 7000 Ruseen zijn gevangen geno
men, 18 machinegeweren en verscheidene
kanonnen buit gemaakt.
Zoo gaat hij voort, de groote oorlog, met
onverminderde woede, en toch zonder dat er
'een beslissing valt. In het westen blijken de
tegenstanders steeds meer tegen elkaar op
gewassen in het Oosten gaat de oorlogs
kans op en neer, en is niet in te zien, wie
winnen zal in bet Zuiden moge al heftig
gestreden worden, eenige wijziging1 van be-
teekenis kunnen de gevechten daar niet
brengen^ evenmin de gebeurtenissen in an
dere werelddeelen. De beslissing moet vallen
in Midden-Europa.
België
Do strijd in België.
Donderdag werden in Sluis, volgens den
Telegraaf "-correspondent daar, weer
zwakke kanonnades geboord. De sneeuw
buien gingen toen in kouden regen over en
't werd op de wegen en akkers een slijkpoel,
schrijft hij verder. Nu, in den namiddag,
sneeuwt het echter weer aanhoudend en is
't vinnig koud. Ik denk aan de vrouwen,
die ik zooeven op de naakte, slijkerige
Vlaamsche wegen hout zag rapen, takken,
van de boomen gewaaid in een stonn. Zulk
weervorst en snelle dooi is noodlottig
voor de wegen, daar in 't Zuiden van Vlaan
deren, tusschen Rousselaere, Yperen, Dix-
muiden. 't Zijn bijna alle zoogenaamde
kalsijde wegen, geplaveid met groote keien,
die nu spoedig losser liggen. In gewone
tijden, bij vorst, gevolgd door dooi, werden
dan vlaggen op de torens gehangen, als een
sein, naar 't heette, dat de barreden geslo
ten waren, dat er niet. met wagens boven
een vastgesteld gewicht gereden mocht wor
den. De binnenwegen zijn onberijdbaar.
Er wordt dan ook fel geklaagd over 't ver
voer van kanonnen en ainmunit-iewagens.
't Schijnt, dat men onder de Duitsche
soldaten verbreidt, dat Calais genomen is.
Een, die van Nieuwpoort kwam en dus van
de strijdlinie, verzekerde 't mij gisteren
nogmaals. De communique's melden aan
vallen op het bruggehoofd van Nieuwpoort.
Dit is 't eenige toegangspunt tot. de stad
van deze zijde, 't Is daar ook, dat langs
zes in waaiervorm gestelde sluizen de kana
len in de havengeul uitmonden. Met
stormaanvallen in gepantserde automobielen
hebben de Duitschers getracht dit brugge
hoofd te veroveren, maar tevergeefsde
ren, er naar toe, en de anderen hun feest
maar kalm te laten uitvieren. Zoo gingen
we er stilletjes van door; niemand merkte
het. 't Was geen plezierige tocht. De rivier
zelf, heelemaal schuil gaand onder zware
boomen was mooi genoeg. Maar de twee of
drie onder ons, die volkomen helder waren,
dachten aan 't beroerde van 't geval, en
de drie of vier anderen waren... laat ik
maar zeggen: katterig. Gingen wel uit
plichtsgevoel mee. maar waren toch in on
aangename stemming.
,,Hij is nog kapitein bij de Pruisische
garde geweest," zei Rosen, die er ook bij
was. De anderen, behalve, ik* betwijfelden
het. De zegsman vervolgde:
,,Hij zei, dat zijn vader hem gedwon
gen had in den militairen dienst te gaan
dat hij later eerst begrepen had, dat hij er
heelemaal niet voor deugde, en dat hij er
toen maar was uitgegaan. Hij was in 't
leven heelemaal verkeerd gerold, had een
verkeerde vrouw getrouwd... Ik heb hem
in Duitschland uit de verte nog wel ge
kend."
't Was aoht uur varen, voor we 't huisje
vonden, dat heelemaal onder de palmen
verscholen was. Er stonden een aantal
negers, doodstil. Zoo hadden we negers
nooit ij een sterfgeval gezien.
Von Mersky lag gekleed te bed, in 't
zwart, 't Gezicht was heel kalm, zelfs met
iets van een glimlach. Er gonsden intus-
6cken al 'n massa vliegen. Toen ik me over
hem heenboog, zag ik tot mijn verbazing
in 't knoopsgat de orde van den rooden
adelaar.
De huishoudster zat er ookze bad be
leefd voor ona gebogen, sierlijk als een
poppetje. Van aandoening was niet veel bij
haar té merken.
Op tafel zag ik oen bekertje staan, een
reisbekertje van zilver, dat ik wel ee;is in
Von Mersky'6 handen gezien had. Er wa
artillerie der verbondenen houdt het vast.
Zuidelijk maakt de inundatie elk krijgsplan
onmogelijk. Veel treinen, die van 't front
gewonden Oostwaarts voeren, zijn nu in 't
grijs geschilderd. Te Brugge hebben de
Duitschers alle duiven opgeëischt. Dat was
een zware slag voor talrijke duivenmelkers,
die hier, zooals trduwens gansch België
door, talrijk zijn. Nu, sommige reis
duiven hebben dan ook een waarde van
400 tot 500 franc. Van 'fc geslachte vee moe
ten de Duitschers de vellen hebben. Dezen
morgen las ik weer een bericht, dat de uit
voer van vee, varkens en alle levensmidde
len streng verboden is. Het stuk was in liet
Vlaamsch gesteld en onderteekend door
een Belgischen bul pontvanger, die echter
aan de Duitsche overheid volgens een door
hem geteekende verklaring gehoorzaamt,
Door de vernieling der bruggen wordt hei.
smokkelen moeilijk, maar de Leopoldsvaart
is niet diep en men kent wel de juiste
plaatsen om nu en dan eenige dieren naar
Nederland te jagen.
Een Duitscher verklaarde, dat er hier
ook gewaakt wordt, om het Belgischen jon-
gelineen te beletten over Vlissingen naar
Frankrijk bij 't. leger te gaan. Te Brussel
hangen proclamaties, den inwoners gelai-
tend hun belasting te betalen en hen be-
dreigend met straffen zoo ze in gebreke
blijven. Men meldt in Fransche en Belgi
sche bladen met eenige scherpte, dat te
Antwerpen het Vlaamsch en Duitsch ais
officiëele talen erkend zijn, met uitsluiting
van 't Fransch. Dit moet geen verontwaar- j
diging of verwondering wekken, want vóór j
den oorlog was 't Vlaamsch te Antwerpen
de eenige officieel© taal. Te Brussel zijn nu
vGorloopig, naar 't heet, Duitsche brieven
bestellers in dienst. Men kan met Brussel
rechtstreeks corres pondeerenmaar een
ambtelijk bericht zegt, dat men op de
adressen duidelijk stadswijk, straat en huis
nummer moet vermelden, want men bekent,
zelf, dat de bestellingen nog gebrekkig zijn. j
Aan een brief van een Belgisch soldaat
ontleen ik het volgende: ..Bij dezen laat ik
u weten, dat ik tot heden nog frisch eu
gezond ben en mijn vaderland met de bond-
genooten help verdedigen. Ik heb den dood
al meermalen voor oogen gehad, maar ben
Goddank er nog aan ontsnapt. Er worden
hier bij Nieuwpoort zware slagen geleverd
dag en nacht, en dat al 23 dagen lang, en
wanneer zal 't einde zijn? Maar met. de
hulp der wakkere Franschen en flinke E'> I
gelschen hebben wij den Duitschers "goemf |-
klappen gegeven. De slag, waar wij aan
deelnemen, kan nog lang duren. Ik ben al
krijgsgevangen geweest, maar heb nog kun- j
nen wegloopen. Tegen den avond moesten
we een bajonetaanval doen. Het werd zoo
donker, dat Belgen en Duitschers door
elkander liepen, en Belgen namen Belgen
en Duitschers Duitschers gevangen. Ik was
afgesneden, maar kon in êt duister nog
ontsnappen. Dat was een vreeselijke strijd.
Op Allerheiligen was ik te Coxsyde. We
hebben er 's nachts in de kerk geslapen,
's Morgens hebben al de Katholieke solda
ten de H. Communie ontvangen. Dat was
treffend. En nu maar geen moed verloren, j
Wij Belgen moesten dikwijls voor de over-
macht wijken, zooals te Aerschot en te
Mechelen, maar nu houden we stand en dat
is zoo bemoedigend.
Beschieting van de Icust.
LONDEN. De Daily Mail'- ver
neemt uit Duinkerken, dat een week
geleden de Duitschers aan de kust
opmerkten, dat het vuur der Engel
sche oorlogsschepen de huizen aan den zee-
boulevard te Middelkerke spaarde. Zij be
sloten daarom in deze huizen hun kwartier
op te slaan. Maar dit plan kwam aan de
commandanten der Britsche schepen ter
oore en nu werden deze huizen plotseling
gebombardeerd. De Duitschers leden daar
door zware verliezen. Na de beschieting
werden uit de huizen de dooden wegge
haald, wier aantal op ongeveer 1700 wordt
geschat.
Duitschland.
De Duitsche mortieren aan het werk.
Dr. Arthur Miinzer schetst in een be-
richt aan het Berlijnsche „Klinische Wo-
j chenbiatt", de werkzaamheid der Duitedie
142 cM. mortierbatterijen
„Daar zijn nu op oen niet heel groote
ruimte, eoliede vastgemetseld, twee 6tukken
opgesteld. Niet ver daarvan af liggen de
reuzenprojectielen, waarvan er juist een
spelenderwijze opgebeschen wordt. We zijn
toevallig in een vuurpauze aangekomen en
wachten met spanning op de dingen, die
komen zullen. Maar eerst hebben we gele
genheid de plaatsing van het geschut te
bewonderen. We hadden ons alles mogelijk
nog machtiger en reusachtiger voorgesteld,
dan het werkelijk was, door de vele ver
halen, die we er over hadden gehoord. Nu
we de monsters in werkelijkheid zagen,
leek het ons allemaal heel erg natuurlijk.
Alleen de opwaarts gerichte loop scheen
op komend onheil te duiden, dreigde met
dood en verderf. Een aantal koogere offi
cieren liepen druk heen en weer; man
schappen zijn bezig met het uitladen van
ammunitie. Uit groote zorgzaamheid wor
den wij ook van watten voorzien, waarmee
het oor tegen een al te zwaren knal wordt
beschut. Wij staan op een afstand van zoo
wat 20 meter van het stuk, dat het eerst
zal vuren. Dan opeens komt het.
Een onderofficier commandeert: Klaar!
Een man op het platform van het kanon
heft de hand op de spanning is ten
hoogste gestegen „Vuur!" Uit den lodp
van den mortier springt een geweldige
vuurzuil, een geweldige knal, een heftige
schok voor hen, die in de buurt staan, en
dan een sissen en suizen in de lucht, waar
aan geen einde schijnt te komen de
loop van het geschut buigt zich ter aarde,
rook en walm stijgen eruit op. Eerst staat
men verstomd, als voor iets onbegrijpelijks.
Maar langzaam wijkt de spanning. En
alles gaat weer zijn gewonen gang.
Na twaalf minuten valt het schot uit het
tweede stuk.' Steeds weer begint het afgrij
selijke spel en automatisch wordt een nood
lot afgewikkeld.
Een ambulance-trein aangereden.
De" Beiersche ambulance-trein W., oen
geschenk van graaf Moy, is bij Rijssel in
botsing gekomen met een anderen trein en
zwaar beschadigd.
De trein kwam Dinsdag j.l. te 2 uur
's nachts op het voorstation te Rijssel aan.
Nadat hij daar ongeveer twintig minuten
had stilgestaan, kreeg hij plotseling een he-
vigen stoot. De trein vloog uit elkander,
de locomotief met een. aantal wagens
schoven een eind vooruit met zulk een ge
weld, dat de zieken uit hunne bedden wer
den geworpen. Een goederen trein van zes
tig wagens was van achteren tegen den hos-
pitaaltrein aangereden.
Aan den uit 31 wagens bestaanden ambu
lance-trein waren drie goederenwagens aan.
gekoppeld. De twee eerste waren geladen
met- geschenken voor de soldaten te velde,
in den derden bevonden zich paarden, on
der hoede van twee oppassers.
De locomotief van den goederentrein wa6
met zulk een kracht tegen den laatsten wa
gen ingedrongen, dat. deze boven op de
locomotief terecht kwam. De voorlaatste
goederenwagen van den ambulanee-trein
stond rechtop, de inzittenden, negon zie
kenverplegers. konden slechts met groote
moeite naar buiten worden gehaald. Een
hunner bleek een hersenschudding te heb
ben gekregen.
De laatste zes wagens van den ambulan
ce-trein waarin zich gelukkig geen zieken
bevonden, waren totaal in elkander ge
schoven.
Drie personen verloren het leven bij de
ramp, de beide paardenoppaseers en een
beambte van den goederentrein, terwijl
bovendien veertien man van den goederen
trein zwaar gewond werden.
Achter het fronz.
_De oorlogscorrespondent van de ..Münchn.
Neueste Nachr." heeft een tocht langs oen
gedeelto van het Duitsche front in Frankrijk
gemaakt en vertelt daarvan het oen on andT
in zijn i>!ad, vooral van hetgeen ach
ter Jvet front gebeurt. Want hij herin
nert zich nog steeds de uitspraak van
een zijner vroegere superieuren do corres
pondent is een oud-officier dat wie den
geest van den troep, zijn waarde en zijn disci
pline wil beoordeelen, hem niet moet zien in
de voorste linie onder het oog der superieuren,
maar achter het front, waar hij betrekkelijk
vrij_is om te doen en te laten wat hij wil.
Nadat de correspondent zich eehigen tijd
te Reims Tiad opgehouden, trok hij verder. Op
het veld helpen de Duitsche soldaten, die toe
vallig geen dienst, 'hadden, de boeren bij het
oogsten: zij ploegden de akkers en rooiden de
aardappelen, die anders in den grond zouden
rotten, terwijl het gebulder der kanonnen uit
de naaste nabijheid weerklonk.
In de dorpen, groote en kleine, kon men zich
plotseling naar Duitschland overgebracht wa
nen. Gezellig keuvelend in welke taal bleef
den journalist een raadsel 6londeu daar boe
ren en soldaten bijeen en al naar Beieren,
Saksers, Wurtembergore of Pruisen in de
plaatsjes lagen, waren aan de straten en plei
nen namen uit hun eigen land gegeven. Zoo
vond men or een Wettiner-plein, een Wittels-
bacher-straat, een Hannover- en Heinestraat
©n overal een Keizer Wilhelm-straat.
In de loopgraven, waar de troepen reeds
eenige weken liggen, is op sommige plaatsen
over én weer een bijna vriendschappelijk ver
keer ontstaan, waarbij gezonde humor niet
ontbreekt. Hier, waar de vijanden vlak tegen
over elkander staan, wordt nu en dan het vuren
onderbroken, bijv. wanneer het pas gewas-
sehen ondergoed te drogen hangt. Zoolang de
zon of de wind hun werk nog niet hebben
verrioht, onthouden beide partijen zich van
schieten.
Onlangs vierde een der Duitsche compagnieën
den verjaardag van den zeer beminden kapi
tein. Dat was aan de Fransehen in de tegen
overliggende loopgraaf medegedeeld en deze
lieten do mannen met rust tot het feest voor
bij was.
Zulke kennisgevingen geschieden op de vol
gende wijzeEou bajonet, waaraan ecu briefje
is bevestigd, wordt omhoog gestoken. Spoedig
daarop komt een man uit de loopgraaf, steekt
den brief vast aan een boom eu snelt weder
terug; uit de andere loopgraaf komt dan een
vijand, die, het papier ophaalt.
Op dezelfde wijze worden ook andere tnede-
déeÜDgen gedaan. Toen Antwerpen gevallen
was, werd uit de Dnitsehe loopgraaf een groot
bord omhoog gestoken met het opschrift: „An-
vers dans nos mains".
Spotliedjes vliegen over en weer.
Eenige dagen geleden werd in de nabijheid
tn de 12e Duitsche infanterie-divisie liet vol
gend met een steen bezwaard briefje gevon
den, dat een Fransche patrouiho daarheen had
ges! ingerd
„Wij zenden u onze vriendelijke groeten.
Komt tot ons, alleen en na elkander. Wij zul
len u geen kwaad doen, onder voorwaarde, dat
ge zonder geweor en met de handen orahoog
nadert. Bij ona vindt gij goede kost on rust;
de gevangenen worden uitstekend behandeld.
Is 'J reeds medegedeeld, dat de verbonden
Franschen, Russen, Kngelschon cn Belgen, do
Japanners en de Indiër» 6t<dlig een volslagen
overwinning zullen behalen? Komt ailoa tot
ons, kameraden, dan is do oorlog uit."
Aan de uitnoodiging is tot dusverre nog niet
voldaan, do schrijvers zullen dat trouwens
ook wel niet verwacht hebben.
Engeland.
De begrafenis van Lord Roberts.
LONDEN. De begrafenis van Lord Ro
berts had heden in St. Pals plaate, met
gTOote plechtigheid. Het graf van den over
leden veldmaarschalk is slechts enkoio voe
ten van de graven van Wellington en Nel-
Bon gelegen.
Iu tegenwoordigheid van den Koning en
een groot aantal militaire en maritieme
waardigheidsbckleeders werd het lijk bijge
zet; Lord Kitchener wa6 een der lippen-
dragers. Een dichte menigte stond ge
schaard langs den weg naar de kathedraal,
in de bittere koude, met regen en sneeuw,
te wachten.
Frankrijk.
Op het Westelijk oorlogsterrein.
BERLIJN. Officieel. Het groote hoofd
kwartier meldt: In West-Vlaanderen en
Noord-Frankrijk is de toestand onveran
derd.
Een Duitsch vliegers-eskader dwong op
een verkenningstocht twee vijandelijke vlie
gers tot landen, en bracht een vijandelijken
vlieger ten val. Van de Duit:-che vlieg
tuigen wordt er een vermist.
Een hevigo Fransche aanval in de streek
van Servon, aan den westrand van het
Argonnenwoudwerd onder zware verliezen
voor de Franschen afgeslagen.
Onze verliezen waren gering.
Rusland.
Op het Oostelijk oorlogst errein
LONDEN. De „Times" verneemt uit
Kopenhagen, dat de Russische verliezer»
na de overwinning van von Hindenburg op
tusecheu 40 en 50,000 worden gescliat.
BERLIJN. De Petersburgsche berichten
over het oprukken der Russische troepen
tegen Gumbinnen en Angerburg, en over
de bezetting van Langszorgen, bij Taurog-
gen, zijn door de gebeurtenissen achterhaald.
ren nog een paar druppeltjes vocht in. Ik
rook er aan, vaag iet6 vermoedend. Heb
was cyaankali.
Dus zelfmoord.
Ik vroeg, wat meneer 't laatst gedaan
had
Brieven geschreven. Die moest ze aan
mij zenden, maar nu ik er was, kon ze mij
wel alles wijzen. 'fcWas in een pakketje in
de la van de schrijftafel. Een briefje had
ze aan Kasai moeten brengen, 't hoofd van
de negers.
Of meneer nog iets gezegd had? vroeg ik
verder.
„O, niets bijzonders. Meneer had ge
vraagd of zij al gold genoeg had overge
spaard? Nu, dat had ze. Ze kon naar
Japan teruggaan en daar trouwen of rustig
alleen leven."
Dat is zoo 't gewone doel van Japansche
huishoudsters. Maar ze zijn altijd welgema
nierd, ze zullen lief voor je zijn, lachen eu
guitaar «pelen als je dat verlangt. Dezo
stortte ook plichtmatig twee tranen, toen
ze alles verbelde. Dat is goede toon". Me
neer had haar ook behoorlijk betaald... I
„Dus iets anders heeft meneer niet
gezegd?" vroeg ik nog eens.
Toen kwam er een angstige uitdrukking
op 't. wassenbeelden-gezichtje van Amio.
„Ik weet niet, of ik goed gehoord
heb", zei ze. ,,'tWas zoo vreemd. Maar
meneer was vreemd..."
„Wat- dan?"
,,'fc Was vanmorgen aan 't onbijt",
zei ze. „Ik zat bij meneer. Hij werd in
eens wit-.., bij stond op en keek daarheen,
waar 't portret van de dame staat"'...
Ze wees naar de schrijftafel. Maar er
stond ge»n portret.
„Anders was 't toch daar..."
Toen keken we naar den doode. Ik ging
er heen, voelde iets hards als een cabinet-
portret in zijn binnenzak zitten, aarzelde
of ik 'ter uit zou- halen. Maar Rosen deed
het. 'tWas een meisjesportret, dat ik nooit
gezien had. Zeker had hij 't weg .gesloten,
•toen ik bijhem logeerde. Op de rugzijde
stond alleen: „Deine Gertrude".
We deden 't portret weer in den jaszak en
trokken de plooien van de jas recht.
„Welnu, Amio?" vroeg ik, „wat
toen?"
Meneer zei alleen: „Dank, Ger
trude. Ik kom."' Toen is hij opgestaan
van de ontbijttafelbij zei niets meer en
heeft ook niets meer gegeten. Hij ging
dadelijk brieven schrijven. Toen vroeg hij
mij, wat ik u gezegd heb, en zond mij met
dat briefje naar Kasai. En toen ik terug
kwam, lag hii zoo... Ik denk. dat meneer
daar oen spook gezien heeft
Wij employés keken elkaar aan. Nie
mand zei iets. Tot Clauwaert, de Vlaming,
zei:
„We zullen voor een graf moeten
gaan zorgen. Laten we den postclief eens
roepen."
Maar dat behoefde niet.
Want Kasai, die zoowat de eerste zwarte
opzichter onder Mersky was, kwam met
een zestal negers aan. Ze hadden een kist
van ruw hout getimmerd.
„Wie heeft je dat gelast?" vroeg ik.
„De hoer, die dood is," zei hij- En hij
toonde 't briefje van Von Mersky zelf.
^lersky had hem zoowat loeren lezen en
schrijven.
Zonder orders af te wachten namen twee
van de negers de beide geweren, die boven
de deur hingen.
„De heer, die dood is, heeft 't ge
last," zei Kasai weer. En nu liet hij "t
briefje lezen.
„Aan Kasai. De Groote Geest heeft mij
opgeroepen. Gij zult dadelijk een kist voor
mij laten maken en een graf graven. Laten
Ook Engeland verleent aan vele Belgische vluchtelingen, evenais wij, gastvrijheid.
Hier ziet ge er een aantal bijeen met hun kinderen. Meisjes verkwikken
de ongelukkigen met een kop chocolade.
Akimbo en Masambo mijne geweren nemen
en elk twintig saluutschoten over mijn graf
lossen. Gij zult den degen met mij in de kist
leggen".
Nu zag ik den naast zijn bed een offi
ciersdegen lag.
Zoo had hij dus alles beschikt. Ons had
hij niet lastig willen vallen. Maar als oud-
militair wilde hij toch sterven.
Ik zei den negers nog even te. wachten, en
opende de lade in de schrijftafel. We von
den een groot officieel papier zijn eervol
ontslag als kapitein van de Pruisische gar
de... dat was hij dus werkelijk geweest.
Dat had hij opzettelijk niet. verbrand, denk
ik, om ons nog eens te verbazen. Zoo was
hij. Dan was er 'n sonate voor viool, door
hem gecomponeerdmet- verzoek, die aan
'n bekend Duitsch musicus te zenden. Dat
hebben we gedaan. Ze is ook uitgegeven en
nog al bekend geworden, mee» ik wel. Dan
'n verzegelden brief aan Frau Von.Mersky-
Westennarck, dat was dus z'n vrouw. Er
was 'n briefje aan mij ook, me verzoekend,
haar op te sporen. „Ze zal zeker met be
langstelling hooren, dat ik dood ben",
stond er bij.
Dan was er een brief aan een „Fraulein
Gertrude..." enfin, de naam doet er niet
toe; in het briefje aan mij stond of ik haar
den brief wou zenden, en zijn viool erbij.
En dan 't gekste van aleen check voor
't vrij aardige sommetje, dat hij te goed
had. Precies uitgerekend, want z'n zaken
waren in de beste orde. Dat moest ik zen
den aan de Nihilistische part... (ja, dat it
twintig jaar geleden). Ik wist ook niet goed
of ik dafc werkelijk doen moest... ik heb 't
toch gedaan.
Van zijn wettige vrouw kreeg ik nog 'n
brief, 'n heel gewonen, netten brief. Haar
man, schreef ze, scheen zich in zijn hoofd
gezet te hebben^ dat 't beter was, als ze
van elkaar gingen. Waarom, wist ze niet.
Ze had allee gedaan, wat een goede en
zorgzame huisvrouw behoorde te doen
nergens in huis was 't zoo netje® als bij
haar. Maar in scheiding had ze nooit willen
toestemmen. Ze bedankte er voor als ge
scheiden vrouw te leven. Hij scheen een
meisje in zijn hoofd te hebben, maar ze
wenschte daar niets van te weten. Toen hij
haar verlaten had, had ze natuurlijk echt
scheiding tegen hem laten uitspreken, en
nu was ze getrouwd, met een majoor van
de jagers.
Het meisje, die Gertrude, was gestorven.
Haar zuster schreef me, dat ze in haar
laatste oogenblikken nog den naam Von
Mersky genoemd had.
Van de nihilistische partij kreeg ik een
re^u met een volkomen onleesbare handtee-
kening....
Savarin keek peinzend de blauwe rook
wolkjes van zijn sigaar na-
„Blijkbaar is hij van zijn vrouw weg
gegaan, toen ze niet scheiden wilde... maar
het meisje trouwen kon hij niet. Dat ze
toch scheiding tegen hem zouden uitspre
ken, daar zal hij niet aan gedacht hebben...
en daarginds in Siam of op Sumatra of
waar hij toen zat, heeft hij 't zeker niet ge
hoord.
„Maar weet je wat nu 't merkwaardige
is?... Zie je, ik voor mij ben atheïst, zooais
je weet. Maar een feit is... dat meisje is
precies op denzelfden dag al9 hij gee tor
ven
We zwegen.
Maar Savarin brak de stilte, zei kort
„Kom, laten we betalen en opstappen.
Zulke dingen brengen je op wonderlijk© ge
dachten". J J B-