Et was hevig gevochten en tusschen de
loopgraven lagen vele, vooral Fransche,
dooden. De Daiiteohe bataljons-staf gaf
daarom den schrijver van den brief bevel
met den vijand te onderhandelen over het
bergen van de dooden. Tot bescherming
van den officier werd een Fransch geeste
lijke uit den omtrek als gijzelaar meege-
gegeven. ,,Ik nam", zoo vertelt de luitenant
„m onsieur le curé, een man met een
geweer en al mijn moed bijeen en ging
met de witte vlag uit de stelling. Aan den
anderen kant werd eveneens een witte vlag
gezwaaid en in de vijandelijke loopgraaf ver
toonden zich een reeks nieuwsgierige hoof
den. Beide witte vlaggen, de onze en die
van den vijand, werden voortdurend ge
zwaaid, maar aan den anderen kant kwam
niemand uit de loopgraaf. Ik ging vijftig
schreden vooruit, vervolgens honderd
schreden, brulde wat ik kon om een Fransch
officier, maar er kwam er geen. De pastoor,
een braaf man, schreeuwde mee, in de hoop,
dat zijn beter uitgesproken Fransch meer
indruk op zijn landgenooten zou maken.
Er kwam echter nog steeds niemand voor
den dag. Weer dertig schreden verder. Nu
werd ik woedend. Want ik vreesde een val
strik. Brullend vraag ik of er dan geen
officier i3, die zich vijftig schreden uit zijn
hol waagt. Eindelijk komt er iemand te
voorschijn. ,,Die man moet weg", zegt hij,
„die draagt een geweer. Gijzelf hebt ook een
wapen, wat wilt gij V'
Ons Oorlogsdagboek.
Binnenland.
OP ZEE.
In de „U 26".
IDE SOUjDATEKTOOURAKTT van Vrijdag- SO KTovember 19 14.
De „Illnstrirte Zeitung" heeft op deze wyze in beeld gebracht, hoe in het verre
Oosten de Duitsohe nederzetting Tsingtau ten slotte na heldhaftige verdediging
i is voor de Japanners. Na heftig bombardement der forten liepen
de Japanners storm, zonder daarbij verliezen te tellen.
Een ontmoeting
In een brief van een Duitsch officier, in
de „Baseier Nachrichten" gepubliceerd,
leest men van een eigenaardige ontmoeting
tusschen een Duitech en een Fransch offi
cier op het slagveld
Ik geef mijn soldaat mijn Mauser, zend
hem vijftig meteT achteruit, verbied den
pastoor ieder gesprek met zijn landgenooten
en kom dan lot op vijftien meter van de
Fransche loopgraaf. Nu verschijnt een
korpulente, maar kranig uitziende luite
nant. Wij begroeten elkander en ik
stel hem een wapenstilstand voor tot
het begraven van de dooden en wijs er hem
op, dat het bijna alleen Franschen zijn, en
dat het soldaten- en christenplicht is de
arme lieden te begraven. Een uur wordt
ervoor toegestaan, een grens bepaald voor
de manschappen van beide partijen en nu
beginnen de commando's de dooden op te
nemen en achteruit te dragen. Ons gesprek
is jbeleefd, maar tmrp^erveerd. Hij be
weert, dat wij de schuld zijn aan den oor
log, Guillaume, onze Keizer, of zijn zoons.
Hij vertelt mij van overwinningen der Bus
sen en krijgt van mij een Duitsche krant
9 Nov. Volgens Turlmche berichten lij
den de Russen aan de Kaukasi-
eche grens een nederlaag.
—In de Noordzee loopen het
Noorsche schip „Pluton", het
Zweedsche „Asle" en de Neder-
landecbe logger „Poolster'.' uit
Maassluis op drijvende mijnen en
vergaan.
10 Nov. De Duitache kruiser „Emden"
wordt na zijn driemaandsche
kaapvaart door den Au3tralischen
kruiser „Sydney" bij de Cocos-
(Keelingj-eilenden in den grond
geschoten300 man van de be
manning omgekomen kapitein
Von Müller en Prins Franz Jo-
eeph va.) HohenzoHern krijgsge
vangen gemaakt.
De Duitsche kruiser
„Königsberg" wordt door den
Engelschen kruiser „Chatham"
aan den ingang van de Fufyi-
rivier (Duitsch Oost-Afrika) door
het laten zinken van een kolen
boot opgesloten.
In Smyrna worden door de
Turken drie Engelsche en drie
Fransche stoomschepen in beslag,
en de equipages gevangen geno
men.
Bij Sungoldah worden door
de Russen drie Turksche trans
portschepen met oorlogsmate
riaal aan boord in den grond
geboord250 opvarenden, onder
wie Duitsche officieren, gered.
it Na een hevig gevecht tusschen
Nieuwpoort en de Leie nemen de
met berichten over de overwinningen van
Hindenburg en over de drie gezonken En
gelsche kruisers. Wij scheiden met een hand
druk en een kwartier nadat we weer in onze
loopgraven gekropen zijn, begint het
schieten opnieuw.
Frankrij k.
Op het Westelijk oorlogsterreln.
PARIJS. Het avond-communiqué van
Dinsdag luidt: Volgons de laatste berich
ten heeft de vijand ten westen en terp. zui
den van Yperen zijn aanvallen hemleuwdj
wat den toestand met heeft veranderd.
De indruk is bevredigend.
Gedurende twee dagen hebben wij min
of meer duidelijke vorderingen gemaakt
overal waar wij hebben aangevallen; te
Hetsas aan den Yser, tusschen Armentières
en Atreeht, in de voorstreken van Vailly,
in de Argonnen en op de hoögten van de
Maas.
Een Vrijwilliger van 50 jaar.
De „Illustration" vertelt, hoe een oud-
soldaat, die in Tonkin had gevochten, do ver
leiding niet kon weerstaan om het oude
métier wear op te vatten, toen het vaderland
riep.
Hoewel vijftig jaar oud en huisvader, sprak
het soldatenbloed te krachtig in hem. Zakon
en gezin liet hij op een goeden dag in den
steek en hij meldde zich op een recruteerings-
bureau. Hier wilde men hem eerst niet aan
nemen als te oud. Maar de wakkere oudgedien
de wist zoo goed te praten, dat men hem ein
delijk zijn zin gaf
Half September kwam hij aan het front. Hij
was natuurlijk als gewoon soldaat bij zijn re
giment ingedeeld maar acht dagen later
was hij al korporaal en na tien dogen sergeant.
Als er „vrijwilligers voor" werd geroepen,
trad „de oude" het eerst naar voren met een
kort „present". Begon oen Duitsch scherp
schutter al te gevaarlijk te worden dan be
lastte „de oude" zich ermee om hem onscha
delijk te maken. Deed het regiment een storm
aanval, don was „de oude" in de voorste rij.
Met zijn dapperen kolonel, wist hij hot heole
regiment to bezielen. De oude was allen een
voorbeeld de jongeren vroegen hem raad en
do vreesachtigen vergaten hun vrees, als de
oude erbij was.
Op een goeden dag wordt bij het vallen van
do duisternis een bajonetaanval gelast op een
sterke Duitsche stelling. Het zal er heet toe
gaan.
De grijze kolonel gaat naar voren en begeeft
zich tusschen do mannen aan de spits daar
bemerkt hij „de oude", het geweer in de hand,
scherp uitkijkende.
„Wat duivel, ben jij daar weer?"
„.Natuurlijk, kolonel."
„Op jouw leeftijd! je hoort hier niet."
ook niet, kolonel."
„Zwijg ik maak je adjudant."
Duitscher3 Dixmuiden4000
krijgsgevangenen en 21 machine
geweren
Przemysl in GaliciS weder
door de Russen ingesloten.
Afwisselende gevechten aan
de Armenische grens tusschen
Russen en Turkende eersten
handhaven zich bij Keuprikeuj.
Voor Kiau-tsjau zinkt een
Japansche kanonneerboot bij het
opvisschen van mijnen; de be
manning wordt grootendeels ge
red.
Aan de Poolsche westgrens
drijft de Russische cavalerie de
Duitsch er3 over de grens.
De Engelsche torpedoboot
„Niger" wordt bij Dover door
een Duitschen onderzeeër in den
grond geboordde officieren en
een deel der bemanning gered.
Fransche en Engelsche berich
ten melden, dat twee Duitsche
onderzeeërs ter hoogte van het
Kanaal in den grond werden ge
boord.
In een gevecht tusschen Louis
Botha en Christiaan de Wet bij
Winburg wordt de laatste ver
slagen; de rebellen generaal
Chris Muller gewond en govan-
gon genomen.
Na terugkeor te Londen van zijn
bezoek aan de Engelsche en Indi
sche troepen in Noord-Frankrijk
overlijdt Lord Roberts, de Engel
sche veldmaarschalk, op 82-
jarigen leeftijd.
Voor Tsingtau zijn voor de
overgave tot zinken gebracht de
Oostenrijksche kruiser „Kriserin
Velen eijn gebleven in den strijd, maar de
stelling werd genomen. „De oude" was helaas
geen getuige van de overwinning. Op 1200 M.
van do stolling, schoot hij een verdachte
schaduw neer: do artillerie, infanterie en mi
trailleurs antwoorden een granaatscherf
nam de lcepi van „den oude" weg en sohrample
langB zijn schedeL Het bloed vloeide hem in
de oogen.
Vooruit, jongens, zit er op. En als ik val,
denk er om, verlies de richting niet: ginds op
die groep boomen aan, links van de maan
sikkel."
Een kogel verbrijzelt hem de rechter-onder-
arm. Hij valt.
„Liggen laten, hoor. En denk er aan: links
tan de maansikkel."
De „oude" kan nu niets meer uitrichten; hij
sukkelt, zoo goed en zoo kwaad als hot gaat,
door de akkers terug, naar de ambulance.
Eenmaal in den trein, krijgt „de oude" zjjn
goed humeur terug. „Kom, kom, dat zal wel
losloopen, onkruid vergaat niet. Mot twintig
dagen is dat zaakje weer in orde. En trouwens,
als adjudant draag ik geen geweer. Ik hoop zo
nog eens om de ooren te hooren fluiten."
Aan ieder station kust „de oude" galant de
Roodo Kruiszusters, die versnaperingen uit-
deelen, de hand.
Maar plotseling versombert zijn gezicht
hij wrijft zich nadenkend over het voorhoofd:
„Duivelsoh, wat zal moeder de vrouw zeggen
als ik thuis koni P"
Engeland.
De werving in Schotland
LONDEN. D© „Times" bevat een
artikel, waarin hoog wordt opgege
ven van de schitterende wijze, waarop
Schotland gehoor heeft gegeven aan
den oproep tot dienstneming. In het
geheele land nemen jongelieden in grooten
getale dienst en het is gebleken, dat de
Schotten even gaarne zullen medewerken
tot het bijeenbrengen van het tweede mil-
lioen manschappen als zij gedaan hebben aan
het eerste.
Rusland.
Op het Oostelijk oorlogsterreln.
BERLIJN. Officieel meldt het groote
hoofdkwartier:
De etrijd in heb Oosten duurt voort.
Zondag wierpen onze in Oost-Pruisen strij
dende troepen den vijand terug in de streek
zuidelijk van Stallupönen.
De uit West-Pruisen operoerende troepen
hielden bij Soldau den opmarsch der Rus
sische strijdmacht tegen en wierpen de
oprukkende sterke Russische troepenmacht
op den rechteroever van den Weichsel in
de zegerijke gevechten bij Lipno tot Plock
terug. In die gevechten werden tot giste
ren .5000 man krijgsgevangenen gemaakt
en 10 machine-geweren buit gemaakt.
In de sedert eenige dagen, ter voortzet
ting van ons succes bij Wlodawetsj plaats
hebbende gevechten is de beslissing geval
len; verschillende tegen ons oprukkende
Russische legerkorpsen werden tot voorbij
Kutno teruggeslagen. Zij verloren 23,000
man aan gevangenen, 70 mitrailleurs en
een aantal kanonnen, dat nog niet vast
staat.
De insluiting van Krakau.
ROME. Volgens een telegram uit Petro-
grad aan de „Corriere d'Italia" hebben de
Russen Krakau op het noordfront geheel
omdat, hoewel de communicatie tusschen
de antennes en de seinkamer verbroken was,
een geheime draad daartusschen was aange
legd. De opnemer bevond zich onder het
kussen van den marconist. De gevangenen
werden naar Medan gezonden, waar zij zul
len terechtstaan wegens het schenden der
Nederlandsche neutraliteit.
De „Emden".
BERLIJN. Op een telegram van deel
neming van het gemeentebestuur van Einden
aan Keizer Wilhelm naar aanleiding van
den ondergang van de „Emden" heeft de
Keizer het volgende telegram gezonden uit
het groote hoofdkwartier
Hartelijk dank voor het telegram van
deelneming naar aanleiding van het droe
vige, maar heldhaftige, einde van mijn
kruiser „Einden". Het dappere schip, dat
nog in het laatste gevecht tegen een over-
machtigen vijand lauweren heeft behaald.
Een nieuwe sterkere „Emden" zal opstaan,
aan wier boeg het IJzeren Kruis zal wor
den aangebracht als herinnering aan den
roem van do oude „Emden".
Wilhelm R. I.
In de zitting van het gemeentebestuur
van Emden werd besloten tot het houden
van een collecte voor de nagelaten betrek
kingen van de manschappen van de „Em
den" De stad opende deze met 1000 Mk.
Voorts hoopt men aan den nieuwen
eereburger, den commandant van de „Em
den" von Müller, ©en model van het schip
aan te bieden en voor de bemanning in de
stad Emden uit de overblijfselen van het
wrak een gedenkteeken op te richten.
Duitsche hulpkruiser ontwapend.
DRONTHEIM. Gisteren is men begonnen
met de ontwapening van den Duitschen
hulpkruiser „Berlin" die eergisteren hier
is aangekomen.
Een Duitsche onderzeeër gezonken?
Volgens de „Petit Calaisien" kwam Vrij
dag een Fransche torpedoboot de haven
van Duinkerken binnen en rapporteerde,
dat zij in het Kanaal een Duitschen on
derzeeër had doen zinken. De Fransche
boot werd tegenover Westende aangevallen,
maar de onderzeeër slaagde er niet in, haar
te torpilleeren. Do commandant der Fran
sche boot bemerkte de periscoop van den
onderzeeër, liep tegen hem aan en bracht
hem tot zinken. De schok beschadigde de
torpedoboot licht.
Officieel is van dat geval nog niets ge
meld. Eveneens bleef nog de bevestiging
uit van hetgeen de bladen te Londen meld
den, dat pas twee Duitsche onderzeeërs in
de Noordzee gezonken, zijn.
De „Glasgow" meldt niet, dat de
„Otranto" deel heeft genomen aan het ge
vecht.
Een Engelsch schip vergaan.
KOPENHAGEN. De Berlingské Tidende
verneemt uit Drontheim, dat het Engelsche
stoomschip Weimar" van Archangelik naar
Leith, bij' Saereholmen aan den grond raak
te. Aan boord van dat schip bevonden zich
28 Engelsche marineofficieren en matrozen,
die met ijsbrekers van Canada kwamen. Zij
zijn te Dronthem geïnterneerd.
Zeeslag in de Oostzee verwacht.
Uit Berlijn wordt gemeld, dat volgens
Zweedsche berichten de Russische vloot
Helsingfors verlaten heeft en koers zette
naar het zuidwestenzij zou voornemens
zijn de Duitsche vloot op te zoeken en haar
slag te leveren.
Mijnen In de Middeilandsche Zee?
De Fransche legatie publiceert heb vol-
Duitschland gaat met het mijnenstrooien
voort. Zijn zeelieden strooien thans losse
mijnen in de Middeilandsche Zee, terwijl zij
zich bevinden op handelsschepen, die onder
neutrale vlag varen. De Fransche vloot zal
alle krachten inspannen om dezen nieuwen
aanslag tegen het volkenrecht te keer te
gaan, maar het is goed reeds nu deze daden
bekend te maken en de neutrale scheep
vaart op haar hoede te doen zijn tegen het
misbruik, dat van haar vlag kan worden
gemaakt. Frankrijk kan van zijn kant niet
anders doen dan de verantwoordelijkheid
voor de gevolgen van zulke daden afwijzen.
Inspectietocht van H. M. de Koningin.
De Koningin verliet Dinsdagochtend vroeg
per auto 'de residentie tot liet maken van een
militairen inspectietocht,, en is daarvan 's mid
dags laat teruggekomen.
Door ©en ontploffende mijn gedood.
De droeve ramp te Westkapelle heeft,
r>aar nader blijkt niet aan zeven, doch aan
negen personen het leven gekort.
Omtrent deze ramp kunnen wij, na te
Westkapelle een onderzoek te hebben inge
steld, nog het volgende mededeel©a
Maandagmiddag balfdrie was men op den
zeedijk bezig een aangespoelde mijn to ont
laden, htgeen door marinepersoneel ge
schiedde, terwijl daarbij ook tegenwoordig
was de Landweercommandant van West
kapelle, de kapitein Ockhuysen, de opzich
ter van den colder Walcheren do heer Van
Turkije.
2/e strijd tegen Turkije.
LONDEN. De Admiraliteit bericht,
dab de forten te Skeihseid tegen-
over Perim in het zuiden van de
Koode Zee door Indische troepen, onder
steund door den kruiser „Duke of Edin
burgh", bezet zijn. Een groote hoeveelheid
oorlogsmunitie en zes kanonnen werden buit
Een groot aantal vijandelijke manschap
pen werden gevangen genomen.
Zuid-Afrika.
Berichten over De Wet.
PRETORIA. Uit het district Thabanchu
wordt gemeld, dab generaal De Wet aan
invloed zou verliezen, dat hij ontmoedigd is
en dat hij licht gewond ia aan heb hoofd.
Verder heet hot dat vele leden van zijn
commando geen wapena bezitten en dat allen
gebrek hebben aan munitie. Dagelijks geven
zich kleine troepjes opstandelingen over.
De l,Preussen,> fe Sabang.
Een telegram uit Batavia maakt melding
van een voorval te Sabang met de Duitsche
stoomboot „Preussen", die sedert 3 Augus
tus in die haven ligt geïnterneerd. De com
mandant en de marconist van dit sohip der
Hamburg-Amerika-lijn werden gearresteerd,
Elisabeth", benevens vijf Duit
sche kanonneorbooten, één Duit
sche torpedojager en een mijnen-
legger.
Voortdurende opmarsch der Rus
sen aan het noord-oostelijk front
StallupönenPossessern gevecht
aan den linker-Weichsel-oever van
Plotsk tob de Wartavoortgezette
opmarsch naar Krakau.
De Oostenrijksche troepen ne
men stormenderhand Obrenovac
aan den weg van Leznica naar
Vajewo in Servië.
Aan het gevechtsfront in
Zuid-Westelijk België en Noord-
Frankrijk is de algemeen© toe
stand, in weerwil van voortdu
rende gevechten, stationair.
Twee uren vóór middernacht!
Rondom de geweldige graniet-blokken
van den pier loeit huilend de herfststorm.
De branding slaat schuimend tegen den
8teenen muur. Regelmatig bewegen de gol
ven den zwarten onderzeeër op-en-neer. In
de volslagen duisternis kan men slechts
weinig zien van wat aan boord van het vaar
tuig voorvalt. Dat er echter groote bedrij
vigheid aan het dek heerscht, bemerkt men
aan de donkere gedaanten, die snel langs
de brandende dek-lantaarns gaan. Uit de
machine-kamer klinkt een gedempt dreunen
en knetterenhet zwarte gevaarte trekt en
rukt aan zijn staaltrossen, als de schroeven,
bij wijze van proef, ©enige omwentelingen
maken.
Half elft
Hier en daar wil het ook nog wel eens gemoedelijk toegaan. Zoo geeft deze
plaat een aardige voorstelling, hoe Duitsche matrozen zioh onderhouden
met de bevolking van een Belgisch kustplaatsje.
De Zeeslag aan de Ghileensche kust,
LOND'EN. De Britsclie Admiraliteit
publiceert het rapport van den kruiser
„Glasgow" van het gevecht op de Giileen-
sche kust, waaruit blijkt, dat de vijand
werd gezien op een afstand van 12 mijlen.
De „G-Qod Hope" seinde aan de „Canopus"
dat zij met de „Monmouth", de „Glasgow"
en de „Otranto" tob deu aanval zou over
gaan. Vijf minuten na het ondergaan van
de zon, toen de omtrekken der Engelsche
schepen zich afteckenden in de schemering,
opende de vijand het vuur op 12,000 yards
afstand. Do toenemende duisternis en de
zware zee bemoeilijkten het vuren. Toen
de „Good Hope" en de „Monmoüth"
blijkbaar gezonken waren, stoomde de
„Glasgow" weg, teneinde vernieling te
ontgaan.
Een druk op den hefboom, daar boven
in den, met zeildoek bekloeden commando-
toren, waar de jonge commandant in een
glimmende olie-jas staat. De brossen worden
losgegooid, een schril bel-signaal naar de
machine-kamerknetterend springen de
sterke petroleum-motoren aan, het water
schuimt achter in golven op. Voor bij den
vlijm-scherpen boeg verschijnt een golfje,
het verdeelt zich, loopt in breede stroepen
langs de zijwanden en vooruit gaat de onder
zeeër, in westelijke richting den vijand
tegemoet I
Donker is de hemel, er is geen ster te
bekennen, zwarte wolken jagen door het
luchtruim. Op enkele meters rondom het
eenzame vaartuig een diepe duisternis,
welke de commandant met zijn geoefende
oogen tevergeefs tracht te doorboren. De
wind giert over het wateroppervlak, en
thans, nu de golven dwars op stuurboord
komen, vliegen er schuimende watermassa's
over het dek. De olie-jas van den officier
in den commandotoren druipt van bet
water. Schuimend en borrelend verdwijnen
de wit-gestreepte golven achter den zwarten
scheepsromp. Het regelmatige ratelen der
motoren en het klotsen van de golven op
de ijzeren platen van den gewelfden golf
breker zijn do eenige geluiden.
Do grijze morgenschemering komt.
Plotseling verschijnt aan bakboord in
de verte een schommelende schaduw, eenige
minuten later kruist de duikboot eon nau
welijks zichbare schuira-streep, die vluchtig
den weg aangeeft van een vijandelijke!,
torpedojager. De eerste voorposten-lijn van
den tegenstander is doorbroken.
Nu opgelet I
Het hart klopt sneller. Het signaal klinkt
De boot moet gereed gemaakt worden, om
te duiken. De oommandotoren wordt ge
Elsacker, do Westkapellenaar R. Roelse
en een milicien genaamd Smits. Terwijl
men mot de ontlading bezig was, sprong
het projectiel plotseling met oen ontzetben
den knal uit elkaar, waardoor dee© zioh in
de nabijheid bevindende personen letterlijk
in stukken werden gescheurd. De overblijf
selen var. de ongel ukkige slachtoffers lagen
op den dijk verspreid.
De knal was zóó hevig, dat in het dorp
verschillende ruiten waren gesprongen, op
den zoodijk uit de palenrij een groot stuk
word geslagen en de bazaltglooiing werd be-
De slachtoffers van deze ramp zijn, voor
zoover thans bokond, kapitein Ockhuysen,
de luitenants ter zee 2e klasse Bruinsma en
Munk. de beer Van Elsacker, de soldaat
Smits, de Wertkapelsche dijkwerker Roelse
en dne man van de marino. Verder wordt
deeltelijk afgebroken, de vlag opgeborgen,
en de mast afgenomen. De bovenste toren-
klep wordt gesloten, de periscope komt nu
te voorschijn. Het water stroomt ruiscliend
in de tanks: de boot duikt onder den zee
spiegel. De petroleu in moto ren zwijgeneen
electromotor stuwt nu de schroeven voort.
Terwijl een jonge luitenant-ter-zee in het
inwendige van den boren, aan de buis van de
periscope zit en naar den vijand uitkijkt,
staan de matrozen klaar voor het gevecht
bij de torpedo-buis op hun port. Rondom
de boeg-lanceerbuia zitten de matrozen
om den Zacht-glanzenden buis. Slechts twee
electrische lampjes verlichten do nauwe
ruimte. Overal hangt een vette petroleum
lucht, die het ademen bemoeilijkt. Spreken
is bijna onmogolijk; bij bet lawaai der
machines, het klotsen van ïiet water buiten,
is de menschel ij ke stem onverstaanbaar. Het
is ondragelijk warm in den kleinen scheeps
romp.
Van tijd tot tijd ziet de commandant van
de torpedo-lanceerinrichting op zijn horloge
en heb kompas, dat hij om zijn pols draagt.
Ingespannen kijken alle oogen naar het
signaal-toestel aan den muur. Do machine
ratelt, de golven bruisen. Benauwder,
steeds benauwder wordt de atmosfeer.
Ieder maakt de wiegende slingeringen van
de boot meeop en neer, op en neerop
en neer
Ja, wie boven den vijand ziet, wie boven
zich meester voelt op zee 1 Dat is wat anders.
Ook voor lien, die nog met een laatsten blik
naar de bjauwe lucht in de zee verdrinken
is het wat anders, dan om hier in het duis
ter, tusschen stalen wanden en rusteloos
draaiende en ctampende stalen assen, te
stem'enHier beneden ziet men niets, hoort,
mc-n niets van wat boven gebeurt. Wonneer
de boot mocht zinken, stikte ieder in de
een persoon uit Westkapelle vermist.
Van de lijkeu konden tot nu toe vijf her
kend wordende vier andere worden nog
vermist.
Medegedeeld werd, dat reeds meerdere
aangespoelde mijnen zijn gedemonteerd.
Een oorespondent seint nog het volgende.
Bij een Dinsdag herhaald bezoek aan West
kapelle bleek mij, dat de plaats des onheila
juist is bij het wrak van het op 1 October 1911
gestrande schip „City of Benares". Nog lagen
overal .tukken van kleeren, hout en steen,
terwijl men bezig was de laatste menscholijke
overblijfselen op to ruimen.
Heb gerucht van de vermissing van een tien
den joersoon. is gelukkig ongegrond. De auto
riteiten konden do nationaliteit van de mijn
nog niet vaststellen.
Maandag kwamen de familieloden van de
slachtoffers te Westkapelle aan.
Omtrent de loopbaan van de militairen die
het slachtoffer zijn geworden van de ontplof-
fing van oen mijn aan deu Westkapeleehon dijk,
wordt ho tvolgende vernomen
Kapitein W. O. Okhuijsen behoorde tot
het Nedorl. Indische leger. Hij were geboren
den 22 Mei 1S79 te Soorabaia en werd in 190*1
benoemd tot 2o luitenant, "in 1903 bevorderd
tot le luitenant en in 1912 tot kapitein. Als
eerste luitenant was hij ©enigen tyd gedeta
cheerd bij de opleïdmgs-brigade van den Topo-
grafischen Dienst te Salatiga. Daarna was hi:
luitenant-adjudant bij hrt 5e bataljon. Kapi
tein Okhuijsen was gerechtigd tot het dragen
van het Eereteeken voor Belangrijk© Krijgs
verrichtingen. inot de gespen van Djambi
1901/4 en Midden-Sumatra 1907. In 1902 werd
de toenmalige tweede-luitenant Okhuijsen in
Djambi licht gewond bij don aanval op de ver
sterkingen bij Tandjong-Gaja. Ten vorigen
jare kwam kapitein Okhuijsen met verlof naar
Nederland, waar hij met de mobilisatie werd
ingedeeld bij een der Landweer-bataljons.
De luitenant tor zee der 2e klasse C. J. J.
Bruinsma werd den 8 November 1886 te
Semarang geboron. Na do adelborst-klassen te
hebben doorloopen werd hij in 1908 benoem'1
tot luitenrnt ter zee 2e kl. Bij do mobilisati»
werd hij geplaatst aan boord van Hr. Ma.
„.Zeemeeuw", belast met mijnenvisschen.
De luitenant ter zee 2o klasso N. Munk
werd den len October 1889 te Gorincliem ge
boren. Na de klassen als adelborst te hebben
doorloopen werd hij' 1 September 1911 benoemd
tot luitenant ter zee 2e klasse. Als zoodanig
was hij laatstelijk sedert 26 Augustus j.l.
geplaatst aan boord van Hr. Ms. pantser
schip „De Ruyter".
Voorts kwamen van het marinepersoneel bij
de ramp om
de torpedomaker-majoor B. N ij s s e n, ge
boren in 1874 e.i sedert 1897 in raarinedienst;
de korporaal-torpedomaker L. N. van der
Knoop, geboren in 1,888, wieüs diensttyd
met 25 Augustus j.l. was verstreken, waarna
de mobilisatie hem echter aan den marine-
dienst bleef binden;
de matroos le klasse, met brevet als torpe
domaker, J. F r a n o i s, geboren in 1879.
Uit Den Haag meldt men nogi
De bij de ramp te Westkapelle omgekomen
zee-offioieren en subalternen waren allen ge
huwd. De luitenant ter zee Bruinsma was
commandant van den mijnenvisscher „Zee
meeuw", aan boord waarvan dienden korpo
raal Van der Knaap en matroos
Francois. Do luitenant ter zeer Munk
en de torpdomaker-majoor N ij s s e n dien
den aan boord van de „De Ruyter".
Er is niet de minste aanwijzing omtrent de
oorzaak van het ongeluk, daar nlle personen,
die er bij tegenwoordig waren gedood zijn. De
luitenant Bruinsma had in de jongste dagen
reeds tal van aangespoolde mijnen gedemon
teerd.
In het geheel waren ten Zuiden van Hoek
van Holland tot gisteravond 200 mijnen door
monteeren onschadelijk gemaakt. Behalve
de gedemonteerde mijnen zijn er nog door ver
schillende oorlogsschepen in den grond ge
boord, terwijl enkele door dynamiet zijn opge
blazen. Het opblazen van de aangespoelde
mijnen is niet altijd mogelijk, omdat sommige
zoo dicht bij kunstwerken of gebouwen zijn
aangespoeld, dat bij bet opblazen gevaar voor
die gebouwen of werken zou ontstaan.
De begrafenis van de slachtoffers van het
ongeluk te Westkapelle werd vastgesteld op
Donderdagmorgen 11 uur te Westcapelle.
H. M. de Koningin-Moeder heeft Hare
deelneming betuigd aan den opperbevelheb
ber van Land- en Zeemacht, naar aanlei
ding van het ontzettende ongeluk te West
kapelle.
H. M. heeft den Generaal tevens verzocht
aan de nagelaten betrekkingen der slacht
offers de deelneming van Hare Majesteit te
betuigen.
Onschadelijk maken van mijnen.
Wij» vernemen, dat Zaterdag en Zondag
door onze militairen een 40-tal mijnen
onschadelijk gemaakt zijn, die gedeeltelijk
op Walcheren, gedeeltelijk in Zeeuwsch
Vlaanderen waren aangespoeld en voor de
;¥est ronddreven op de Schelde. Bij het in
den grond schieten van enkele dezer laat
sten sprongen er een paar. Overigens was
er 'totdat het afschuwelijke ongeluk giste
ren plaats had, bij het onschadelijk maken
der mijnen niets gebeurd.
Volgens de Maasbode is het land van
duisternis onder water.
Plotseling springt ieder op, en denkt
niet meer aan de benauwde lucht. In ver
lichte letters staat óp het glas van het sig
naal-toestel het commando: „Geeft acht!"
Een zucht van verlichting bij allen. Ein
delijk dus. De hand aan den hefboom, de
tv e ede torpedo gereed gehouden, opdat deze
dadelijk achter de eerste in den buis ge
schoven kan worden zoo gaan enkele seoon
den voorbij. Men moet wel vlak bij den
vijand zijn.
„Los!" verschijnt in vlammenschrift het
commando. De hefboom wordt omgeworpen
een metaal-achtig geluid in deu buis, een
borrelen en suizen van het water, dat in
het leege afgesloten compartiment van den
buis binnenstroomt De torpedo is weg...
Treft zij.. De armen grijpen de tweede tor
pedo. Zij glijdt, in de donkere opening van
den buis en na oen paar seconden ziet alles
er weer uit, als te voren. Was het schot
raak In gedachte heeft ieder meege
teldhonderd meter... twee honderd me
ter... dx*ie honderd meter... vier honderd
meter... onder water dringt geen geluid
door. Achter hoort men slechte het van de
machines, die alles overstemmen. Buiten
klotsen de golven op tegen de ijzeren wan
den.
Tot nu toe zijn de bewegingen regelmatig
geweest. Thans wordt de scheepsromp heen
er weer geworpen. Met kracht worden de
manschappen tengevolge van een bruuske
wending tegen elkaar geworpen. Nog een
snelle wending. Dan wiegt de boot weer re
gelmatig op en neer. Zij vaart terug...
De aanval is gelukt!...
Zoo wordt in de „Zeit." een beschrij-
ving gegeven van oen aanval van den Duit
schen onderzeeër „U 26"»