Et was hevig gevochten en tusschen de loopgraven lagen vele, vooral Fransche, dooden. De Daiiteohe bataljons-staf gaf daarom den schrijver van den brief bevel met den vijand te onderhandelen over het bergen van de dooden. Tot bescherming van den officier werd een Fransch geeste lijke uit den omtrek als gijzelaar meege- gegeven. ,,Ik nam", zoo vertelt de luitenant „m onsieur le curé, een man met een geweer en al mijn moed bijeen en ging met de witte vlag uit de stelling. Aan den anderen kant werd eveneens een witte vlag gezwaaid en in de vijandelijke loopgraaf ver toonden zich een reeks nieuwsgierige hoof den. Beide witte vlaggen, de onze en die van den vijand, werden voortdurend ge zwaaid, maar aan den anderen kant kwam niemand uit de loopgraaf. Ik ging vijftig schreden vooruit, vervolgens honderd schreden, brulde wat ik kon om een Fransch officier, maar er kwam er geen. De pastoor, een braaf man, schreeuwde mee, in de hoop, dat zijn beter uitgesproken Fransch meer indruk op zijn landgenooten zou maken. Er kwam echter nog steeds niemand voor den dag. Weer dertig schreden verder. Nu werd ik woedend. Want ik vreesde een val strik. Brullend vraag ik of er dan geen officier i3, die zich vijftig schreden uit zijn hol waagt. Eindelijk komt er iemand te voorschijn. ,,Die man moet weg", zegt hij, „die draagt een geweer. Gijzelf hebt ook een wapen, wat wilt gij V' Ons Oorlogsdagboek. Binnenland. OP ZEE. In de „U 26". IDE SOUjDATEKTOOURAKTT van Vrijdag- SO KTovember 19 14. De „Illnstrirte Zeitung" heeft op deze wyze in beeld gebracht, hoe in het verre Oosten de Duitsohe nederzetting Tsingtau ten slotte na heldhaftige verdediging i is voor de Japanners. Na heftig bombardement der forten liepen de Japanners storm, zonder daarbij verliezen te tellen. Een ontmoeting In een brief van een Duitsch officier, in de „Baseier Nachrichten" gepubliceerd, leest men van een eigenaardige ontmoeting tusschen een Duitech en een Fransch offi cier op het slagveld Ik geef mijn soldaat mijn Mauser, zend hem vijftig meteT achteruit, verbied den pastoor ieder gesprek met zijn landgenooten en kom dan lot op vijftien meter van de Fransche loopgraaf. Nu verschijnt een korpulente, maar kranig uitziende luite nant. Wij begroeten elkander en ik stel hem een wapenstilstand voor tot het begraven van de dooden en wijs er hem op, dat het bijna alleen Franschen zijn, en dat het soldaten- en christenplicht is de arme lieden te begraven. Een uur wordt ervoor toegestaan, een grens bepaald voor de manschappen van beide partijen en nu beginnen de commando's de dooden op te nemen en achteruit te dragen. Ons gesprek is jbeleefd, maar tmrp^erveerd. Hij be weert, dat wij de schuld zijn aan den oor log, Guillaume, onze Keizer, of zijn zoons. Hij vertelt mij van overwinningen der Bus sen en krijgt van mij een Duitsche krant 9 Nov. Volgens Turlmche berichten lij den de Russen aan de Kaukasi- eche grens een nederlaag. —In de Noordzee loopen het Noorsche schip „Pluton", het Zweedsche „Asle" en de Neder- landecbe logger „Poolster'.' uit Maassluis op drijvende mijnen en vergaan. 10 Nov. De Duitache kruiser „Emden" wordt na zijn driemaandsche kaapvaart door den Au3tralischen kruiser „Sydney" bij de Cocos- (Keelingj-eilenden in den grond geschoten300 man van de be manning omgekomen kapitein Von Müller en Prins Franz Jo- eeph va.) HohenzoHern krijgsge vangen gemaakt. De Duitsche kruiser „Königsberg" wordt door den Engelschen kruiser „Chatham" aan den ingang van de Fufyi- rivier (Duitsch Oost-Afrika) door het laten zinken van een kolen boot opgesloten. In Smyrna worden door de Turken drie Engelsche en drie Fransche stoomschepen in beslag, en de equipages gevangen geno men. Bij Sungoldah worden door de Russen drie Turksche trans portschepen met oorlogsmate riaal aan boord in den grond geboord250 opvarenden, onder wie Duitsche officieren, gered. it Na een hevig gevecht tusschen Nieuwpoort en de Leie nemen de met berichten over de overwinningen van Hindenburg en over de drie gezonken En gelsche kruisers. Wij scheiden met een hand druk en een kwartier nadat we weer in onze loopgraven gekropen zijn, begint het schieten opnieuw. Frankrij k. Op het Westelijk oorlogsterreln. PARIJS. Het avond-communiqué van Dinsdag luidt: Volgons de laatste berich ten heeft de vijand ten westen en terp. zui den van Yperen zijn aanvallen hemleuwdj wat den toestand met heeft veranderd. De indruk is bevredigend. Gedurende twee dagen hebben wij min of meer duidelijke vorderingen gemaakt overal waar wij hebben aangevallen; te Hetsas aan den Yser, tusschen Armentières en Atreeht, in de voorstreken van Vailly, in de Argonnen en op de hoögten van de Maas. Een Vrijwilliger van 50 jaar. De „Illustration" vertelt, hoe een oud- soldaat, die in Tonkin had gevochten, do ver leiding niet kon weerstaan om het oude métier wear op te vatten, toen het vaderland riep. Hoewel vijftig jaar oud en huisvader, sprak het soldatenbloed te krachtig in hem. Zakon en gezin liet hij op een goeden dag in den steek en hij meldde zich op een recruteerings- bureau. Hier wilde men hem eerst niet aan nemen als te oud. Maar de wakkere oudgedien de wist zoo goed te praten, dat men hem ein delijk zijn zin gaf Half September kwam hij aan het front. Hij was natuurlijk als gewoon soldaat bij zijn re giment ingedeeld maar acht dagen later was hij al korporaal en na tien dogen sergeant. Als er „vrijwilligers voor" werd geroepen, trad „de oude" het eerst naar voren met een kort „present". Begon oen Duitsch scherp schutter al te gevaarlijk te worden dan be lastte „de oude" zich ermee om hem onscha delijk te maken. Deed het regiment een storm aanval, don was „de oude" in de voorste rij. Met zijn dapperen kolonel, wist hij hot heole regiment to bezielen. De oude was allen een voorbeeld de jongeren vroegen hem raad en do vreesachtigen vergaten hun vrees, als de oude erbij was. Op een goeden dag wordt bij het vallen van do duisternis een bajonetaanval gelast op een sterke Duitsche stelling. Het zal er heet toe gaan. De grijze kolonel gaat naar voren en begeeft zich tusschen do mannen aan de spits daar bemerkt hij „de oude", het geweer in de hand, scherp uitkijkende. „Wat duivel, ben jij daar weer?" „.Natuurlijk, kolonel." „Op jouw leeftijd! je hoort hier niet." ook niet, kolonel." „Zwijg ik maak je adjudant." Duitscher3 Dixmuiden4000 krijgsgevangenen en 21 machine geweren Przemysl in GaliciS weder door de Russen ingesloten. Afwisselende gevechten aan de Armenische grens tusschen Russen en Turkende eersten handhaven zich bij Keuprikeuj. Voor Kiau-tsjau zinkt een Japansche kanonneerboot bij het opvisschen van mijnen; de be manning wordt grootendeels ge red. Aan de Poolsche westgrens drijft de Russische cavalerie de Duitsch er3 over de grens. De Engelsche torpedoboot „Niger" wordt bij Dover door een Duitschen onderzeeër in den grond geboordde officieren en een deel der bemanning gered. Fransche en Engelsche berich ten melden, dat twee Duitsche onderzeeërs ter hoogte van het Kanaal in den grond werden ge boord. In een gevecht tusschen Louis Botha en Christiaan de Wet bij Winburg wordt de laatste ver slagen; de rebellen generaal Chris Muller gewond en govan- gon genomen. Na terugkeor te Londen van zijn bezoek aan de Engelsche en Indi sche troepen in Noord-Frankrijk overlijdt Lord Roberts, de Engel sche veldmaarschalk, op 82- jarigen leeftijd. Voor Tsingtau zijn voor de overgave tot zinken gebracht de Oostenrijksche kruiser „Kriserin Velen eijn gebleven in den strijd, maar de stelling werd genomen. „De oude" was helaas geen getuige van de overwinning. Op 1200 M. van do stolling, schoot hij een verdachte schaduw neer: do artillerie, infanterie en mi trailleurs antwoorden een granaatscherf nam de lcepi van „den oude" weg en sohrample langB zijn schedeL Het bloed vloeide hem in de oogen. Vooruit, jongens, zit er op. En als ik val, denk er om, verlies de richting niet: ginds op die groep boomen aan, links van de maan sikkel." Een kogel verbrijzelt hem de rechter-onder- arm. Hij valt. „Liggen laten, hoor. En denk er aan: links tan de maansikkel." De „oude" kan nu niets meer uitrichten; hij sukkelt, zoo goed en zoo kwaad als hot gaat, door de akkers terug, naar de ambulance. Eenmaal in den trein, krijgt „de oude" zjjn goed humeur terug. „Kom, kom, dat zal wel losloopen, onkruid vergaat niet. Mot twintig dagen is dat zaakje weer in orde. En trouwens, als adjudant draag ik geen geweer. Ik hoop zo nog eens om de ooren te hooren fluiten." Aan ieder station kust „de oude" galant de Roodo Kruiszusters, die versnaperingen uit- deelen, de hand. Maar plotseling versombert zijn gezicht hij wrijft zich nadenkend over het voorhoofd: „Duivelsoh, wat zal moeder de vrouw zeggen als ik thuis koni P" Engeland. De werving in Schotland LONDEN. D© „Times" bevat een artikel, waarin hoog wordt opgege ven van de schitterende wijze, waarop Schotland gehoor heeft gegeven aan den oproep tot dienstneming. In het geheele land nemen jongelieden in grooten getale dienst en het is gebleken, dat de Schotten even gaarne zullen medewerken tot het bijeenbrengen van het tweede mil- lioen manschappen als zij gedaan hebben aan het eerste. Rusland. Op het Oostelijk oorlogsterreln. BERLIJN. Officieel meldt het groote hoofdkwartier: De etrijd in heb Oosten duurt voort. Zondag wierpen onze in Oost-Pruisen strij dende troepen den vijand terug in de streek zuidelijk van Stallupönen. De uit West-Pruisen operoerende troepen hielden bij Soldau den opmarsch der Rus sische strijdmacht tegen en wierpen de oprukkende sterke Russische troepenmacht op den rechteroever van den Weichsel in de zegerijke gevechten bij Lipno tot Plock terug. In die gevechten werden tot giste ren .5000 man krijgsgevangenen gemaakt en 10 machine-geweren buit gemaakt. In de sedert eenige dagen, ter voortzet ting van ons succes bij Wlodawetsj plaats hebbende gevechten is de beslissing geval len; verschillende tegen ons oprukkende Russische legerkorpsen werden tot voorbij Kutno teruggeslagen. Zij verloren 23,000 man aan gevangenen, 70 mitrailleurs en een aantal kanonnen, dat nog niet vast staat. De insluiting van Krakau. ROME. Volgens een telegram uit Petro- grad aan de „Corriere d'Italia" hebben de Russen Krakau op het noordfront geheel omdat, hoewel de communicatie tusschen de antennes en de seinkamer verbroken was, een geheime draad daartusschen was aange legd. De opnemer bevond zich onder het kussen van den marconist. De gevangenen werden naar Medan gezonden, waar zij zul len terechtstaan wegens het schenden der Nederlandsche neutraliteit. De „Emden". BERLIJN. Op een telegram van deel neming van het gemeentebestuur van Einden aan Keizer Wilhelm naar aanleiding van den ondergang van de „Emden" heeft de Keizer het volgende telegram gezonden uit het groote hoofdkwartier Hartelijk dank voor het telegram van deelneming naar aanleiding van het droe vige, maar heldhaftige, einde van mijn kruiser „Einden". Het dappere schip, dat nog in het laatste gevecht tegen een over- machtigen vijand lauweren heeft behaald. Een nieuwe sterkere „Emden" zal opstaan, aan wier boeg het IJzeren Kruis zal wor den aangebracht als herinnering aan den roem van do oude „Emden". Wilhelm R. I. In de zitting van het gemeentebestuur van Emden werd besloten tot het houden van een collecte voor de nagelaten betrek kingen van de manschappen van de „Em den" De stad opende deze met 1000 Mk. Voorts hoopt men aan den nieuwen eereburger, den commandant van de „Em den" von Müller, ©en model van het schip aan te bieden en voor de bemanning in de stad Emden uit de overblijfselen van het wrak een gedenkteeken op te richten. Duitsche hulpkruiser ontwapend. DRONTHEIM. Gisteren is men begonnen met de ontwapening van den Duitschen hulpkruiser „Berlin" die eergisteren hier is aangekomen. Een Duitsche onderzeeër gezonken? Volgens de „Petit Calaisien" kwam Vrij dag een Fransche torpedoboot de haven van Duinkerken binnen en rapporteerde, dat zij in het Kanaal een Duitschen on derzeeër had doen zinken. De Fransche boot werd tegenover Westende aangevallen, maar de onderzeeër slaagde er niet in, haar te torpilleeren. Do commandant der Fran sche boot bemerkte de periscoop van den onderzeeër, liep tegen hem aan en bracht hem tot zinken. De schok beschadigde de torpedoboot licht. Officieel is van dat geval nog niets ge meld. Eveneens bleef nog de bevestiging uit van hetgeen de bladen te Londen meld den, dat pas twee Duitsche onderzeeërs in de Noordzee gezonken, zijn. De „Glasgow" meldt niet, dat de „Otranto" deel heeft genomen aan het ge vecht. Een Engelsch schip vergaan. KOPENHAGEN. De Berlingské Tidende verneemt uit Drontheim, dat het Engelsche stoomschip Weimar" van Archangelik naar Leith, bij' Saereholmen aan den grond raak te. Aan boord van dat schip bevonden zich 28 Engelsche marineofficieren en matrozen, die met ijsbrekers van Canada kwamen. Zij zijn te Dronthem geïnterneerd. Zeeslag in de Oostzee verwacht. Uit Berlijn wordt gemeld, dat volgens Zweedsche berichten de Russische vloot Helsingfors verlaten heeft en koers zette naar het zuidwestenzij zou voornemens zijn de Duitsche vloot op te zoeken en haar slag te leveren. Mijnen In de Middeilandsche Zee? De Fransche legatie publiceert heb vol- Duitschland gaat met het mijnenstrooien voort. Zijn zeelieden strooien thans losse mijnen in de Middeilandsche Zee, terwijl zij zich bevinden op handelsschepen, die onder neutrale vlag varen. De Fransche vloot zal alle krachten inspannen om dezen nieuwen aanslag tegen het volkenrecht te keer te gaan, maar het is goed reeds nu deze daden bekend te maken en de neutrale scheep vaart op haar hoede te doen zijn tegen het misbruik, dat van haar vlag kan worden gemaakt. Frankrijk kan van zijn kant niet anders doen dan de verantwoordelijkheid voor de gevolgen van zulke daden afwijzen. Inspectietocht van H. M. de Koningin. De Koningin verliet Dinsdagochtend vroeg per auto 'de residentie tot liet maken van een militairen inspectietocht,, en is daarvan 's mid dags laat teruggekomen. Door ©en ontploffende mijn gedood. De droeve ramp te Westkapelle heeft, r>aar nader blijkt niet aan zeven, doch aan negen personen het leven gekort. Omtrent deze ramp kunnen wij, na te Westkapelle een onderzoek te hebben inge steld, nog het volgende mededeel©a Maandagmiddag balfdrie was men op den zeedijk bezig een aangespoelde mijn to ont laden, htgeen door marinepersoneel ge schiedde, terwijl daarbij ook tegenwoordig was de Landweercommandant van West kapelle, de kapitein Ockhuysen, de opzich ter van den colder Walcheren do heer Van Turkije. 2/e strijd tegen Turkije. LONDEN. De Admiraliteit bericht, dab de forten te Skeihseid tegen- over Perim in het zuiden van de Koode Zee door Indische troepen, onder steund door den kruiser „Duke of Edin burgh", bezet zijn. Een groote hoeveelheid oorlogsmunitie en zes kanonnen werden buit Een groot aantal vijandelijke manschap pen werden gevangen genomen. Zuid-Afrika. Berichten over De Wet. PRETORIA. Uit het district Thabanchu wordt gemeld, dab generaal De Wet aan invloed zou verliezen, dat hij ontmoedigd is en dat hij licht gewond ia aan heb hoofd. Verder heet hot dat vele leden van zijn commando geen wapena bezitten en dat allen gebrek hebben aan munitie. Dagelijks geven zich kleine troepjes opstandelingen over. De l,Preussen,> fe Sabang. Een telegram uit Batavia maakt melding van een voorval te Sabang met de Duitsche stoomboot „Preussen", die sedert 3 Augus tus in die haven ligt geïnterneerd. De com mandant en de marconist van dit sohip der Hamburg-Amerika-lijn werden gearresteerd, Elisabeth", benevens vijf Duit sche kanonneorbooten, één Duit sche torpedojager en een mijnen- legger. Voortdurende opmarsch der Rus sen aan het noord-oostelijk front StallupönenPossessern gevecht aan den linker-Weichsel-oever van Plotsk tob de Wartavoortgezette opmarsch naar Krakau. De Oostenrijksche troepen ne men stormenderhand Obrenovac aan den weg van Leznica naar Vajewo in Servië. Aan het gevechtsfront in Zuid-Westelijk België en Noord- Frankrijk is de algemeen© toe stand, in weerwil van voortdu rende gevechten, stationair. Twee uren vóór middernacht! Rondom de geweldige graniet-blokken van den pier loeit huilend de herfststorm. De branding slaat schuimend tegen den 8teenen muur. Regelmatig bewegen de gol ven den zwarten onderzeeër op-en-neer. In de volslagen duisternis kan men slechts weinig zien van wat aan boord van het vaar tuig voorvalt. Dat er echter groote bedrij vigheid aan het dek heerscht, bemerkt men aan de donkere gedaanten, die snel langs de brandende dek-lantaarns gaan. Uit de machine-kamer klinkt een gedempt dreunen en knetterenhet zwarte gevaarte trekt en rukt aan zijn staaltrossen, als de schroeven, bij wijze van proef, ©enige omwentelingen maken. Half elft Hier en daar wil het ook nog wel eens gemoedelijk toegaan. Zoo geeft deze plaat een aardige voorstelling, hoe Duitsche matrozen zioh onderhouden met de bevolking van een Belgisch kustplaatsje. De Zeeslag aan de Ghileensche kust, LOND'EN. De Britsclie Admiraliteit publiceert het rapport van den kruiser „Glasgow" van het gevecht op de Giileen- sche kust, waaruit blijkt, dat de vijand werd gezien op een afstand van 12 mijlen. De „G-Qod Hope" seinde aan de „Canopus" dat zij met de „Monmouth", de „Glasgow" en de „Otranto" tob deu aanval zou over gaan. Vijf minuten na het ondergaan van de zon, toen de omtrekken der Engelsche schepen zich afteckenden in de schemering, opende de vijand het vuur op 12,000 yards afstand. Do toenemende duisternis en de zware zee bemoeilijkten het vuren. Toen de „Good Hope" en de „Monmoüth" blijkbaar gezonken waren, stoomde de „Glasgow" weg, teneinde vernieling te ontgaan. Een druk op den hefboom, daar boven in den, met zeildoek bekloeden commando- toren, waar de jonge commandant in een glimmende olie-jas staat. De brossen worden losgegooid, een schril bel-signaal naar de machine-kamerknetterend springen de sterke petroleum-motoren aan, het water schuimt achter in golven op. Voor bij den vlijm-scherpen boeg verschijnt een golfje, het verdeelt zich, loopt in breede stroepen langs de zijwanden en vooruit gaat de onder zeeër, in westelijke richting den vijand tegemoet I Donker is de hemel, er is geen ster te bekennen, zwarte wolken jagen door het luchtruim. Op enkele meters rondom het eenzame vaartuig een diepe duisternis, welke de commandant met zijn geoefende oogen tevergeefs tracht te doorboren. De wind giert over het wateroppervlak, en thans, nu de golven dwars op stuurboord komen, vliegen er schuimende watermassa's over het dek. De olie-jas van den officier in den commandotoren druipt van bet water. Schuimend en borrelend verdwijnen de wit-gestreepte golven achter den zwarten scheepsromp. Het regelmatige ratelen der motoren en het klotsen van de golven op de ijzeren platen van den gewelfden golf breker zijn do eenige geluiden. Do grijze morgenschemering komt. Plotseling verschijnt aan bakboord in de verte een schommelende schaduw, eenige minuten later kruist de duikboot eon nau welijks zichbare schuira-streep, die vluchtig den weg aangeeft van een vijandelijke!, torpedojager. De eerste voorposten-lijn van den tegenstander is doorbroken. Nu opgelet I Het hart klopt sneller. Het signaal klinkt De boot moet gereed gemaakt worden, om te duiken. De oommandotoren wordt ge Elsacker, do Westkapellenaar R. Roelse en een milicien genaamd Smits. Terwijl men mot de ontlading bezig was, sprong het projectiel plotseling met oen ontzetben den knal uit elkaar, waardoor dee© zioh in de nabijheid bevindende personen letterlijk in stukken werden gescheurd. De overblijf selen var. de ongel ukkige slachtoffers lagen op den dijk verspreid. De knal was zóó hevig, dat in het dorp verschillende ruiten waren gesprongen, op den zoodijk uit de palenrij een groot stuk word geslagen en de bazaltglooiing werd be- De slachtoffers van deze ramp zijn, voor zoover thans bokond, kapitein Ockhuysen, de luitenants ter zee 2e klasse Bruinsma en Munk. de beer Van Elsacker, de soldaat Smits, de Wertkapelsche dijkwerker Roelse en dne man van de marino. Verder wordt deeltelijk afgebroken, de vlag opgeborgen, en de mast afgenomen. De bovenste toren- klep wordt gesloten, de periscope komt nu te voorschijn. Het water stroomt ruiscliend in de tanks: de boot duikt onder den zee spiegel. De petroleu in moto ren zwijgeneen electromotor stuwt nu de schroeven voort. Terwijl een jonge luitenant-ter-zee in het inwendige van den boren, aan de buis van de periscope zit en naar den vijand uitkijkt, staan de matrozen klaar voor het gevecht bij de torpedo-buis op hun port. Rondom de boeg-lanceerbuia zitten de matrozen om den Zacht-glanzenden buis. Slechts twee electrische lampjes verlichten do nauwe ruimte. Overal hangt een vette petroleum lucht, die het ademen bemoeilijkt. Spreken is bijna onmogolijk; bij bet lawaai der machines, het klotsen van ïiet water buiten, is de menschel ij ke stem onverstaanbaar. Het is ondragelijk warm in den kleinen scheeps romp. Van tijd tot tijd ziet de commandant van de torpedo-lanceerinrichting op zijn horloge en heb kompas, dat hij om zijn pols draagt. Ingespannen kijken alle oogen naar het signaal-toestel aan den muur. Do machine ratelt, de golven bruisen. Benauwder, steeds benauwder wordt de atmosfeer. Ieder maakt de wiegende slingeringen van de boot meeop en neer, op en neerop en neer Ja, wie boven den vijand ziet, wie boven zich meester voelt op zee 1 Dat is wat anders. Ook voor lien, die nog met een laatsten blik naar de bjauwe lucht in de zee verdrinken is het wat anders, dan om hier in het duis ter, tusschen stalen wanden en rusteloos draaiende en ctampende stalen assen, te stem'enHier beneden ziet men niets, hoort, mc-n niets van wat boven gebeurt. Wonneer de boot mocht zinken, stikte ieder in de een persoon uit Westkapelle vermist. Van de lijkeu konden tot nu toe vijf her kend wordende vier andere worden nog vermist. Medegedeeld werd, dat reeds meerdere aangespoelde mijnen zijn gedemonteerd. Een oorespondent seint nog het volgende. Bij een Dinsdag herhaald bezoek aan West kapelle bleek mij, dat de plaats des onheila juist is bij het wrak van het op 1 October 1911 gestrande schip „City of Benares". Nog lagen overal .tukken van kleeren, hout en steen, terwijl men bezig was de laatste menscholijke overblijfselen op to ruimen. Heb gerucht van de vermissing van een tien den joersoon. is gelukkig ongegrond. De auto riteiten konden do nationaliteit van de mijn nog niet vaststellen. Maandag kwamen de familieloden van de slachtoffers te Westkapelle aan. Omtrent de loopbaan van de militairen die het slachtoffer zijn geworden van de ontplof- fing van oen mijn aan deu Westkapeleehon dijk, wordt ho tvolgende vernomen Kapitein W. O. Okhuijsen behoorde tot het Nedorl. Indische leger. Hij were geboren den 22 Mei 1S79 te Soorabaia en werd in 190*1 benoemd tot 2o luitenant, "in 1903 bevorderd tot le luitenant en in 1912 tot kapitein. Als eerste luitenant was hij ©enigen tyd gedeta cheerd bij de opleïdmgs-brigade van den Topo- grafischen Dienst te Salatiga. Daarna was hi: luitenant-adjudant bij hrt 5e bataljon. Kapi tein Okhuijsen was gerechtigd tot het dragen van het Eereteeken voor Belangrijk© Krijgs verrichtingen. inot de gespen van Djambi 1901/4 en Midden-Sumatra 1907. In 1902 werd de toenmalige tweede-luitenant Okhuijsen in Djambi licht gewond bij don aanval op de ver sterkingen bij Tandjong-Gaja. Ten vorigen jare kwam kapitein Okhuijsen met verlof naar Nederland, waar hij met de mobilisatie werd ingedeeld bij een der Landweer-bataljons. De luitenant tor zee der 2e klasse C. J. J. Bruinsma werd den 8 November 1886 te Semarang geboron. Na do adelborst-klassen te hebben doorloopen werd hij in 1908 benoem'1 tot luitenrnt ter zee 2e kl. Bij do mobilisati» werd hij geplaatst aan boord van Hr. Ma. „.Zeemeeuw", belast met mijnenvisschen. De luitenant ter zee 2o klasso N. Munk werd den len October 1889 te Gorincliem ge boren. Na de klassen als adelborst te hebben doorloopen werd hij' 1 September 1911 benoemd tot luitenant ter zee 2e klasse. Als zoodanig was hij laatstelijk sedert 26 Augustus j.l. geplaatst aan boord van Hr. Ms. pantser schip „De Ruyter". Voorts kwamen van het marinepersoneel bij de ramp om de torpedomaker-majoor B. N ij s s e n, ge boren in 1874 e.i sedert 1897 in raarinedienst; de korporaal-torpedomaker L. N. van der Knoop, geboren in 1,888, wieüs diensttyd met 25 Augustus j.l. was verstreken, waarna de mobilisatie hem echter aan den marine- dienst bleef binden; de matroos le klasse, met brevet als torpe domaker, J. F r a n o i s, geboren in 1879. Uit Den Haag meldt men nogi De bij de ramp te Westkapelle omgekomen zee-offioieren en subalternen waren allen ge huwd. De luitenant ter zee Bruinsma was commandant van den mijnenvisscher „Zee meeuw", aan boord waarvan dienden korpo raal Van der Knaap en matroos Francois. Do luitenant ter zeer Munk en de torpdomaker-majoor N ij s s e n dien den aan boord van de „De Ruyter". Er is niet de minste aanwijzing omtrent de oorzaak van het ongeluk, daar nlle personen, die er bij tegenwoordig waren gedood zijn. De luitenant Bruinsma had in de jongste dagen reeds tal van aangespoolde mijnen gedemon teerd. In het geheel waren ten Zuiden van Hoek van Holland tot gisteravond 200 mijnen door monteeren onschadelijk gemaakt. Behalve de gedemonteerde mijnen zijn er nog door ver schillende oorlogsschepen in den grond ge boord, terwijl enkele door dynamiet zijn opge blazen. Het opblazen van de aangespoelde mijnen is niet altijd mogelijk, omdat sommige zoo dicht bij kunstwerken of gebouwen zijn aangespoeld, dat bij bet opblazen gevaar voor die gebouwen of werken zou ontstaan. De begrafenis van de slachtoffers van het ongeluk te Westkapelle werd vastgesteld op Donderdagmorgen 11 uur te Westcapelle. H. M. de Koningin-Moeder heeft Hare deelneming betuigd aan den opperbevelheb ber van Land- en Zeemacht, naar aanlei ding van het ontzettende ongeluk te West kapelle. H. M. heeft den Generaal tevens verzocht aan de nagelaten betrekkingen der slacht offers de deelneming van Hare Majesteit te betuigen. Onschadelijk maken van mijnen. Wij» vernemen, dat Zaterdag en Zondag door onze militairen een 40-tal mijnen onschadelijk gemaakt zijn, die gedeeltelijk op Walcheren, gedeeltelijk in Zeeuwsch Vlaanderen waren aangespoeld en voor de ;¥est ronddreven op de Schelde. Bij het in den grond schieten van enkele dezer laat sten sprongen er een paar. Overigens was er 'totdat het afschuwelijke ongeluk giste ren plaats had, bij het onschadelijk maken der mijnen niets gebeurd. Volgens de Maasbode is het land van duisternis onder water. Plotseling springt ieder op, en denkt niet meer aan de benauwde lucht. In ver lichte letters staat óp het glas van het sig naal-toestel het commando: „Geeft acht!" Een zucht van verlichting bij allen. Ein delijk dus. De hand aan den hefboom, de tv e ede torpedo gereed gehouden, opdat deze dadelijk achter de eerste in den buis ge schoven kan worden zoo gaan enkele seoon den voorbij. Men moet wel vlak bij den vijand zijn. „Los!" verschijnt in vlammenschrift het commando. De hefboom wordt omgeworpen een metaal-achtig geluid in deu buis, een borrelen en suizen van het water, dat in het leege afgesloten compartiment van den buis binnenstroomt De torpedo is weg... Treft zij.. De armen grijpen de tweede tor pedo. Zij glijdt, in de donkere opening van den buis en na oen paar seconden ziet alles er weer uit, als te voren. Was het schot raak In gedachte heeft ieder meege teldhonderd meter... twee honderd me ter... dx*ie honderd meter... vier honderd meter... onder water dringt geen geluid door. Achter hoort men slechte het van de machines, die alles overstemmen. Buiten klotsen de golven op tegen de ijzeren wan den. Tot nu toe zijn de bewegingen regelmatig geweest. Thans wordt de scheepsromp heen er weer geworpen. Met kracht worden de manschappen tengevolge van een bruuske wending tegen elkaar geworpen. Nog een snelle wending. Dan wiegt de boot weer re gelmatig op en neer. Zij vaart terug... De aanval is gelukt!... Zoo wordt in de „Zeit." een beschrij- ving gegeven van oen aanval van den Duit schen onderzeeër „U 26"»

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1914 | | pagina 2