No. 33.
Zondag 1 November 1914.
Orgaan voor Legor en Vloot.
Oorlogsnieuws.
Oplaag 50,000 exemplaren.
Brieve!) veer miliiairen te
De toestand in den reuzenstrijd.
DE SOLDATENCOURANT
ADRES VAN REDACTIE EN ADMINISTRATIE: PALESTRIN ASTRA AT 10,
AMSTERDAM, TELEFOON Z. 4968. DIT BLAD ZAL DRIEMAAL PER WEEK
VERSCHIJNEN. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR NIET-
MILITAIREN 2 CENT, ABONNEMENT ƒ1.50 PER DRIE MAANDEN.
VOOR ADVERTENTIEN WENDE MEN ZICH TOT HET ALG. ADY.-BCBEAU
ROEM A CO., 5}20 HEERENGRACHT A'DAM
Op een boerenerf, welverschanst, zitten Britsche soldaten, door gaten in de
muur te vuren.
Geen kiekjes meer s. v. p.!
Aangezien wij bijna alle kiekjes, die ons uit
den troep worden toegezonden, als ongeschikt
moeten retourneeren, en onze correspondentie
daardoor nóg meer wordt uitgebreid, zien wij
ons verplicht, het verzoek te doen, om ons
voortaan geen kiekjes meer toe te zenden. De
moeilijkheid zit hierin, dat bij rotatie-druk, die
noodig is om in eenige uren de zoo groote
oplage van de Soldatencourant te kunnen af
draaien, aileen maar groote en witte beelden,
die zich voor cliché's van grof raster leenen,
tot hun recht komen. In illustraties, die met
Illustratie-papier en platte pers werken, komen
foto's met kleine koppen en kleine beelden,
die bovendien rechtstreeks van het cliché ge
nomen kunnen worden, beter tot hun recht.
iVIen ziet dus, dat uitsluitend technische be
zwaren ons beletten om van de kiekjes gebruik
te maken.
In den loop van de maand Augustus j.I. is
herhaaldelijk in de dagbladen melding ge
maakt van de wijze waarop voor militairen
te velde bestemde poststukken moesten worden
geadresseerd.
Hoewel door velen daarvan goede nota is
genomen, ondervindt de dienst bij de Veldpost
nog steeds groote moeilijkheden doordatde
alstoon gegeven bepalingen niet door een ieder
juist worden nageleefd. Talrijk tooli zijn de bij
de expeditie- en veldpostkautoren binnenko
mende brieven enz. voorzien van een onjuist
adres, ten gevolge waarvan deze niet of eerst
laat hunne bestemming bereiken.
Hieronder zij nog eens vermeld hoe een mi
litair adres moet luiden:
De „truc" van Diogenes.
Satirisch verhaal.
II. (Slot.)
Met stijgende verwondering had Kimli
kos, die met zijn gastheer was blijven staan,
dit tooneel mede aanschouwd, en des te
meer was hij verbluft, daar de naam Dio
genes hem bekend in 't cor klonk. Lagoos,
die dit den jongen Thebaan waarschijnlijk
aanzag, merkte nu lachend op: „Het is zoo,
de man, dié je de brandende lamp onder
den neus hield en voor wien ze allen vluch
ten, is de beroemde, alom geprezen philo-
soof het is Diogenes van Sinope, bijge
naamd: ,,de hond."
„Eigenaardig," mompelde Kimlikos .ik
heb toch nooit gehoord, dat die knappe
kop doof waanzin was aangetast, en nu
moot ik een van de uitnemendsto geesten
van Griekenland in dezen toestand zien!"
„Het mocht wat," verzekerde Lagoos,
„Diogenes is volstrekt niet krankzinnig, al
gelieft Plato je weet wel, de leerling
ean Soorates hem ook: den razenden
Socrates te noemen.
„Maar een verstandig mensch loopt toch
niet op klaarlichten dag met eon brandende
lamp?" meende de Thebaan.
Lagoos lachte. ,,Ik geloof," zeide hij,
„dat jij me over dingen tracht uit te hoo-
ren, die wij Atheners juist niet willen we
ten. Namelijk, waarom Diogenes over dag
een lamp met zich draagt en den lui daar
mee hoi gezicht doet beschijnen. Is bet niet
zoo?"
„Inderdaad."
dg.t gou groote geest niet iets
Aan
den Heer Officier van Gezondheid le ld.
J. ANDRIESEN.
Veldleger, Hoofdkwartier.
1 -
Aan
den Korporaal K. PIETÉRSE,
4de Escadron, 2e Regiment Huzaren,
Veldleger, Cavaleriebrigade.
den Sergeant F. KOPS
Telegraafafdeeling.
Aan
den milicien P. BRUINSE,
le Compagnie, le Bataljon,
Regiment Grenadiers.
Veldleger, Ie Divisie.
den Matroos le klasse
P. GERRITSEN.
Stamboeknummer
i. b. H. Ms
Stelling van Den Helder.
Bij eene overigens juiste wijze van adres-
seeren is de meest voorkomonde afwijking van
den geldenden regel de vermelding op bet
adres van de plaats van bestemming. De af
zender meent ten onrechte daardoor een
vlugge bestelling in de band te werken; dik
werf wordt daarmede slechts bet tegendeel
onbegrijpelijke kan doen zonder daarvoor
een diepzinnige reden te hebben?"
„Ja zelcor."
„Nu dan, vriend*, zie eens: wij Atheners,
die Diogenes door en door kennen, weten
dat natuurlijk ook, maar toch hoeden we
ons, hem naar de oorzaak van zijn vreemd
soortig gedrag te vragen. De bede stad
heeft ditmaal gezworen, niet op den truc
met de lamp in te gaan."
„De truc!" herhaalde Kimlikos wezen
locs, „wat ia dat?"
Jelui bent nog wat achterlijk in Thebe,"
verklaarde Lagoos lachend, „een truc is een
zorgvuldig voorbereide grap, ccn loopje, een
kneep, als jo wilt, bij Diogenes zelfs oen
uiting van zijn wijsheid, die hij, zooals 't
nu eenmaal in zijn aard ligt, zoo effectvol
mogelijk aan den man wil brengen."
„Nu begrijp.ik het: het antwoord, dat
hij klaar heeft, in geval iemand hem naar
het doel van do lamp vraagt, dat is zeker
zoo'n bijzonder uiting van zijn wijsheid."
j, Verstan dig gesproken, o Kimlikos."
„Maar zou dan 't antwoordman Diogenes,
die nu toch eenmaal een bol is, niet een
vraag waard zijn?"
„Het is mogelijk, dat er oen diepzinnig
antwoord uitkomt, dat eeuwen voortleeft,
waarom niet? Maar zeg nu eens zelf, jonge
vriend, als jij zag, dat iemand zulke boven-
Tuenschelijke pogingen doet, als nu Dioge
nes, om je een vraag af t-o dwingen, zou je
je dan niet. een beetje schamen de vraag te
stellen? Zou je niet denken: die man heeft
nu den mensch en iets mee te dee Ion, dat
hun tot nut, tot leerling, tot verheugenis
kan strekken waarom zegt hij het dan niet,
waarom wacht hij op het oogenblik om zich
eu zijn geest daarmee in een bijzonder sckit-
bereikt. Wanneer toch zooals uiteraard ver- j zelf opgegeven en het is de vraag, of de
scheidene malen is voorgekomen een onder- j Dtiitechers niet uit Polen worden terug-
deel onverwachts van standplaats verandert, 1 geworpen
aal zoodanig postotuk den geadresseerde jjuitediland dezen tegenslag te wij-
veela slechts bereiken langs de plaats op het 1 T- c -a j a u r z
adres vermeld. In het meest gunstige geval C'fr troepenmachten
ordt dus slechts vertraging in de bezorging v3n het Oosten naar het W esten heeft ge
zonden? Want in liet Westen openbaart
it-schland groote kracht. Het weerstaat
déar voortdurend, sedert weken, den enor
me n tegenstand van drie mogendheden
zijn troepen .staan tegenover bet Fransche
leger, dat zich niet behoeft te splitsen, te
genover de Engelsche troepen en tegenover
d-j Belgen. Duitschland heeft zich op het.
verkregen,
Weer anderen laten hunne brieven bestellen
door den gewonen dienst der posterijenzij
toch verkiezen een iets vluggere bestelling
boven de volmaakt zekere van den Veldpost.
Dit wordt bereikt door met weglating op
bet adres van hunnen militairen rang die
stukken te laten verzenden naar het kwartier
waarin zij tijdelijk verblijven.
Wat het gevolg is van een zoodanige wijzei Westelijk front in de laatste dagen'weer
van handelen, walmeer belanghebbende blijkt 1 T(.r5terlrt, on het ecbijnt nog eiken dag ver-
ontgon. De trijd L «r
door bet ontbreken van de voor de Veldpost y'<*r ,heviS> vooral in den Zuidwesthoek van
benoodigde aanwijzingen kan ook deze hoar België, aan de Yser, in de buurt van
hulp niet. verleen en. Voorzien met den stem- Njeuwpoort. Verwoed wordt er gevochten
pel „Onvoldoend adres. Retour afzender". door de Buil sobers, die langs de zeekust
gaat het stuk terug. doordringen tot Duinkerken, Calais;
"path* i W -erackot van 't Mgi-
r c,>ha 1 cctciv rrniwlnon nnAr hmnaphftn or
van stukken, voorzien van een onvoldoend of
verkeerd adres, de kans op eene richtis?e bezor
ging zooal niet uitgesloten, dan toch in elk
geval gering is.
Men gedrage zich dus stipt naar de gege
ven voorschriften, waardoor een zekere bestel
ling is gewaarborgd.
Ten gerieve van het publiek zijn door de
firma W. van Gorcum te Assen zeer doel
matige bedrukte enveloppen en briefkaarten
tegen een geringen prijs in den handel ge
bracht, bestemd voor briefwisseling met mili
tairen te velde.
De oorlogskans dobbert heen en weer.
Niet alleen wat de kleine successen betreft,
ook wat. de grooto overwinningen aangaat,
is nu de eene dan de andere der geduchte
tegenpartijen in de voorhand. Daaruit
blijkt telkens opnieuw, dat, op het oogenblik
althans en lot nog toe, de .vijandelijke,groe
pen tegen elkaar zijn opgewassen.Op het
Oostelijk oorlogsterrein is eens weer de bo
vengenoemde stelling bewezen. Daar is 't
van. den beginne aan baast wisseling van
oorlogskansen geweest. In den aanvang
drongen de Russen zelfs tamelijk ver jn
en bedreigden TiTsit. Toen k>^am dé Prui"-
sche géneraal von Hindenburg en versloeg
de Russen op een ongemakkelijke wijze, nam
tienduizenden gevangen en drong door in
Polen.
Sedert was het krijgsgeluk den Rus
sen in die streek heel weinig gunstig.
Rukten zij in Galicië overwinnend
op, in Polen moesten ze terugtrek
ken. De Duitschers bedreigden ten
slotte Warschau, ,ze naderden die stad zelfs
tot op een 20 a 25 K.M. en de inneming
er van scheen een quaestie van maar enkele
dagen. Duit6cke vliegers verschenen her-
haaldlijk boven de Poolsche hoofdstad,
wierpen er bommen en doodden een aantal
menschen. Nu opeens, is de toestand daar
volkomen veranderd. In ons vorig nummer
maakte een Duitsch bericht reeds melding
van een terugtrekken der Duitsohe troepen
bij Warschau. Het schijnt meer dan een
terugtocht, het schijnt een nederlaag ge
weest te zijn.
Er is in Polen verv'oed gevochten, ook
over een lange lijn, van meer dan 100
K.M.. De Russen hebben in het gebied
toevoer van troepen gekregen. Daarna vie
len zij de Duitschers zoo krachtig aan, dat
deze terugwijken moesten, terwijl zij reeds
Warschau beschoten. De Russen opereer
den zoo snel, dat hun cavalerie in den rug
r/.-he. leger, geholpen door Franechen
Engelsehen en de Britsche oorlogsschepen,
hun eiken duim.gronds betwist. Er is op
vreesdijke wijze gestreden van weerskan
ten werden bovenmenschelijke pogingen ge
daan en ontzaglijke verliezen geleden.
Al die pogingen hebben tot nog toe geen
beslissing gebracht. Van beide kanten heb
ben de vijanden zich blijkbaar in hun posi
ties gehandhaafd. Volgens de laatste be
richten uit Fransche en Engelsche bron, is
list thans rustiger geworden aan de Yser.
'e Duitschers schijnen hun aanvallen ge
laakt te hebben. Elders op het westelijk
oorlogsterrein zouden de bondgenooten voor
uitgeschoven zijn. Dit zou een mislukken
der Duitsche actie kunnen beteekenen.
Voorloopig valt daar echter nog niets van te
Oost-Pruisen door, sloten Koningsbergen in "kepoemd. De
-- ,-uicie" te Parijs spreekt het uit. Van
Turkije is ook in den oorlog gewikkeld,
zooails men weet, het staat op de hand der
Duitschers en vecht dus tegen Rusland. En
het verkleinde en verzwakte Turkije valt
den. grooteij nabuur aan. Een Turksche
kruiser,- de „Hamidjé", bekend uit den
Balkan-oorlog, heeft Theodosia, in de
•jvrim, beschoten en de overgave der stad ge-
éischt. Maar :t was een slag in 't water, de
jkruiser moest onverrichter zake weer jveg-
iStoomen.
Het woord „vrede", dat nooit dierbaar-
der geweest is dan in dezen tijd, wordt weer
benoemd. De correspondent der „Daily
wego de Duitsche regeering zouden eenige
invloedrijke Franschen gepolst zijn of vre
desvoorstellen gehoor zouden vinden bij de
Fransche regeering. Duitschland zou dan
Mctz en misschien een gedeelte tan den
Elzas willen afstaan. Maar men is in Frank
rijk blijkbaar nog niet gezind op die voor
waarden vrede te maken.
België.
Van een Belgischen held.
In de ,.N. Ct." lezen we het volgende:
Een Oberleutnant (le luitenant), een
flinke vent, vertelde het was bij Waeh'.em,
daar trokken wij voorwaarts en hadden
tegenover ons een troepje van ongeceer 50
Belgen. Wij waren met heql veel sterker
toen, daar, waar we positie hadden geno
men. Na over en weer vuurgevecht slinkt
akengs de vijandelijke macht en wij krijgen
versterking. Na geruimen tijd vechtens
zien wij bij het met behoedzaamheid voor
waarts gaan niéts meer van den vijand dan
eenige manschappen. Ze houden dapper
stand en berokkenen ons afbreuk, zich voor
hun personen trachtend te dekken achter
struikgewas als anderszins. Onder die enkele
mannen bevindt zich een jong onderofficier
■an circa 20 jaar, een jong, vlug kereltje.
der Duitechers kwam en hun infanterie op i Hij voert zijn troepje aan met groote onver-
het punt stond den- Duitschen linker- en schrokkenheid en doodsverachting. Ten
rechtervleugel te omtrekken. Tengevolge
daarvan, meldt de Engelsche „Morning
Post", ontaardde die terugtocht in een
vlucht. Het beleg van Warschau is nu van
terend licht te plaatsen?"
„Er is iets waars in wat jo zegt. Nu
begrijp ïlc ook, waarom de Atheners lachen,
toen ik mijn avontuur in do volksvergade
ring vertelde."
„Ze hebben je bepaald voor een hand
langer van Diogenes gehouden, die zich he
iast had op een bijzondere wijze nog oens
de aandacht, cp de zaak te vestigen. Waqt
reeds maanden lang loopt de razende So-
krates met zijn lamp rond, zonder den
nieuwsgierige te vinden, die hem de vurig
verlangde vraag stolt. Wat hij ook verzint,
hij kan zijn wijsheid niet kwijt worden,
en dat doet hem tot geweldmidcl$len over
gaan. Je hebt zelf ondervonden, wat hij
doet, om zijn eprenk te pas te brengen.
Maar het geeft hem niets. De Atheners
vliegen er bij hem niet meer in. Daarom
wendt hij zich nu bij voorkeur te'. vreem
den zijn optreden is echter te onbemin
nelijk, dan dat men zich met hem zou in
laten. Ook is hij door het mislukken van
die geschiedenis met de lamp bijzonder
verbitterd. Onlangs werd hij vreeselijk
boos, tien iemand hem vroeg, of hij die lamp
misschien hij zich had, om de waren van
de lampenmaker aan te prijzen?"
„Ik hoor je aldoor spreken van trucs",
merkte Kimlikos na een poos op. „Heeft
Diogenes dergelijke trucs dan al vroeger
aangewend
„Al vroeger? Ik geloof, dat hij zonder
dat hulpmiddel in 't geheel niet meer wijs
zon kunnen zijn. Hij heeft bepaald toe
schouwers noodig bij zijn wijsheid. Herin
ner je je zijn beroemde uitspraak: „Het
is goddelijk, niets te behoeven!" Een an
der zou dat op eenvoudige wijze geleeraard
worden, en zijn medemenschen hebben mee
gedeeld, Niet aldus PiogenesJ Hij giug
slotte zien wij slecbts hem alleen meer. De
anderen, zijn kameraden, zijn gevallen. Met
leeuwenmoed tracht hij zich bij ons door te
slaan; telkens zie ik weer even den jongen
schijnbaar dood-onschuldig bij een bron
zitten, waar, naar hij wei wist, menschen
zouden komen om water te putten. En zoo
zat hij daar dan op publiek te loeren. Toen
dat in voldoende mate aanwezig was, nam
hij zijn bekor, zóó dat ieder 't goed zag,
en wierp dieu van zicli, waarschijnlijk,
om er toch maar goed de aandacht, op te
vestigen, en een der aanwezigen in 't ge
laat; toen boog hij zich naar 't water en
bracht het in de holle hand aan den mond.
Ik ben gaarne bereid te bezweren, dat hij
volstrekt geen dorst had. Natuurlijk vroe
gen de menschen, wat hem tot die malle
daad dreef, waarop l ij, met groote ge
noegdoening en tot. schande der vragers,
zijn beroemd geworden antwoord gaf. En
wat al voorbereiding beeft bij zich getroost
om zijn lampen-aardigheid aan den man te
biengenNooit in zijn leven heeft hij qog
een lamp gebruikt, en uitsluitend om z'u
mop te plaatsen, schaft hij zich dit requi-
siet aan. Dat alleen al moest zijn buren
verstomd doen staan. De oude wijven in
Athene bespraken het als sensationeel
nieuwtje En toen kon - worden aangeno
men, dat de openbare meening aan het
tot stand komen waarvan, zooals bekend,
is, de oude wijven niet vreemd zijn toen,
zeg ik, de openbare meening zich had ge
vormd, stak hij do reeds veel besproken
lamp aan en begon er mee op klaarlichten
dag door de drukste straten te wandelen."
Kimlikos lachte hartelijk.
„Bij Zeus!" riep hij, „jelui groot-stede
lingen zijt uitgeslapen, dat moet ik zeg
gen- Maar het komt me toch voor. dat ook
bij ons in Thebe allerlei geestige koppen
gedijen, die al "hun invallen precies als
de groote Diogenes eerst op een bijzon
dere wijze in scène zetten, eer zit ze aan
De belangstelling is, behalve bij België,
op dit oogénblik weer bij den strijd op het
oostelijke oorlogsveld. Daar heeft in de
laatste dagen een hardnekkige en bloedige
strijd plaats gehad, die blijkbaar geëindigd
is met een nederlaag der Duitschers. Deze
zelf hebben erkend, dat zij terugtrekken
moesten. Zooals men weet, stonden zij reeds
dicht bij de oude hoofdstad van Polen,
Warschau, en deze scheen gevaar te loopen
van ingenomen te worden. Maar de Russen
hebben blijkbaar grooten toevoer van ver-
sche troepen gekregen en na een vijfdaag-
schen slag moesten de Duitephers terugwij
ken, wilden ze zich niet aan de omtrekking
blootstellen. Zij aanvaardden dus den terug
tocht naar Sochatechew, Lowitech, Skerne-
wicz, enz.
Een kaartje van 't oostelijk oorlogsterrein
is op het oogenblik wel weer actueel. Wij
bieden er hierbij onzen lezers een aan vaox
het operatie-veld in Russisch Polen. ZJij
vinden er Warschau, de andere genoemde
plaatsen en nog vele meer op, waar gevoch
ten is of nog gevochten kan worden.
onderofficier, nu van achter een schuur,
dan van achter een hooimijt te voorschijn
tredende en zich als zoodanig, zij liet slechts
voor een oogenblik, blootgevende. Een
mijner manschappen vraagt mij IIerr
Leutnant, darf ich schiessen (ik had n.l.
de strenge order gegeven om te trachten
den jongen man te sparen) darf ich schies
sen?" „Nein, wir schiessen den Hcfd nicht."
(„Luitenant, mag ik schieten?" „Neen,
wij schieten niet op den held Ik neem
zelf een geweer en schiet toen hij rich weer
vertoont, den jongen man, op een {®ar
meter afstand langs zijn ooren, ik durf te
zeggen altijd zeker van mijn schot te zijn
en vreesde dus ook niet, zulks te doen zon
den man brengen, waarvoor zij dan toch
bestemd zijn."
„Met dit verschil, dat hun invallen waar
schijnlijk niet zoo goed zijn als die van
Diogenes," onderbrak Lagoos hem. „En
geloof me," ging hij voort, „den kleinen
geesten neemt men zoo iets ook niet zoo
kwalijk, de ware grootheid echter houdt
zich ver van dingen, die das komediante
zijn. In al het doen van Diogenes schuilt
meer hoogmoed en laag-bij-de-grondsche
ijdelheid, meer verwaandheid en aanmati
ging, dan de menschen verdragen kunnen,
ten minste zij, die stichting zoeken. Hii
loopt rond met een gezicht, of hij zeggen
wil„Vraag mij maar, ik kan u inlichten
omtrent al het bijzondere, dat ge aan mij
ziet, want ik heb mij bijzonder toegetakeld,
om jelui met mijn kennis te verbazen, om
je te toonen, dat ik wijs ben en dat jelui
dom zijt, jelui, die onvoorbereid komt tot
mij, den voorbereide." Hoe anders weet
Socrates zijn gedachten mee te deelenHij
is het, die vraagt en zooveel wijsheid uit
den mond zijner leerlingen te voorschijn
roept, dat deze misschien gelooven, met
Socrates sprekend, even wijs te zijn als hij."
„En dus zal men, volgens jou, nooit ver
nemen, wat Diogenes met zijn brandende
lamp eigenlijk gewild heeft?
„In Athene niet," antwoordde de gast
heer, „de lui vermaken zich te zeer ermee,
dat Diogenes zijn moeizaam voorbereide
grap niet kwijt kan worden. Het moge
wreed zijn, maar het slachtoffer van dezen
boycot beeft zoo'n lesje wel verdiend!"
Inderdaad is het, naar de overlevering
wil, Diogenes niet gelukt, den bewoners de
vraag te ontlokken, wat hij met de lamp
bedoelde, hoezeer hij ook nog eenige maan
den naar een nieuwsgierige zocht» Toen hij
der den onderofficier kwaad te berokkenen.
Dit schot heeft ten gevolge, dat wij hem
een korten tijd niet weer zien verschijnen.
Met omzichtigheid gaat het voorwaart?. Na
eenigen tijd: daar komt wederom mijn jonge
onderofficier. Ik ruk het geweer uit. de han
den van een Janmaat, die hem wil neerleg
gen, en zeg „Nein der Held wird nicht ge-
schossen" („neen, de held wordt niet neer
geschoten.") Eenigen tijd daarna rakerr
wij min of meer verspreid. „Ten slotet
wordt de arme kereld gedood. „Hier," zoo
zeide de Oberluitnant, „is, wat ik in zijn
zakboekje heb gevonden." Hij reikt mij
toen een papiertje (een rapportje) c-ver, dat
nu in mijn bezit is en dat ik aan dé fami-
het ten slotte niet meer kon uithouden en
zijn wijsheid met alle geweld een uitweg
zocht, maar hij geen kans had ze zonder
den truc met de lamp te pas te brengen,
besloot hij naar den vreemde te trekken.
Hij wendde zich, gelijk men uit de geschie
denis weet, naar Aegina Onderweg overvie
len zeeroovers het schip. Niemand blijer
dan Diogenes. Hier trof hij menschen, die
hij grondig „lijmen" kon, dêaar zij van zijn
listen nog rriet hadden gehoord. Zijn
scherpzinnigheid bedroog hem niet. Toen
hij het- opperhoofd der roevers naderde met
de brandende lamp in de hand, en hem het
aangezicht verlichtte, vroeg de bandiet, wat
hij zocht, en diep-ademend, met grootsch
gebaar antwoordde Diogenes: „Ik zoek een
mensch
Hierop braken de piraten in een groot ge
lach uit, en de ruwe mannen besloten den
gevangene, die hen bij hun zwaar handwerk
dus wist op te vroolijken, zoo lang mogelijk
bij zich te houden. Op den duur echter ging
het niet, ook al wijl de scheepsbenoodigdhe-
den niet t-oereikend waren, om de voorwer
pen te verschaffen, die Diogenes voor iede-
renjrieuwen inval behoefde. Hij had de mal
ste dingen noodig, en dat verdroot de roo-
vers. Daarom verkochten rij hem op een dag
terwijl hij sliep, als slaaf naar Corinthe,
waar hij later Alexander den Groote met
zijn tonne- en zonne-truc „Ga uit mijn
zon," zei hij, zooals men weet, tot den ko
ning, die den voor zijn vat liggenden philo-
soof een aalmoes aanbood met glans erin
liet vliegen!
Een gewiksten Athener had dat natuur
lijk niet kunnen overkomen.