No. 33. Zondag 1 November 1914. Orgaan voor Legor en Vloot. Oorlogsnieuws. Oplaag 50,000 exemplaren. Brieve!) veer miliiairen te De toestand in den reuzenstrijd. DE SOLDATENCOURANT ADRES VAN REDACTIE EN ADMINISTRATIE: PALESTRIN ASTRA AT 10, AMSTERDAM, TELEFOON Z. 4968. DIT BLAD ZAL DRIEMAAL PER WEEK VERSCHIJNEN. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR NIET- MILITAIREN 2 CENT, ABONNEMENT ƒ1.50 PER DRIE MAANDEN. VOOR ADVERTENTIEN WENDE MEN ZICH TOT HET ALG. ADY.-BCBEAU ROEM A CO., 5}20 HEERENGRACHT A'DAM Op een boerenerf, welverschanst, zitten Britsche soldaten, door gaten in de muur te vuren. Geen kiekjes meer s. v. p.! Aangezien wij bijna alle kiekjes, die ons uit den troep worden toegezonden, als ongeschikt moeten retourneeren, en onze correspondentie daardoor nóg meer wordt uitgebreid, zien wij ons verplicht, het verzoek te doen, om ons voortaan geen kiekjes meer toe te zenden. De moeilijkheid zit hierin, dat bij rotatie-druk, die noodig is om in eenige uren de zoo groote oplage van de Soldatencourant te kunnen af draaien, aileen maar groote en witte beelden, die zich voor cliché's van grof raster leenen, tot hun recht komen. In illustraties, die met Illustratie-papier en platte pers werken, komen foto's met kleine koppen en kleine beelden, die bovendien rechtstreeks van het cliché ge nomen kunnen worden, beter tot hun recht. iVIen ziet dus, dat uitsluitend technische be zwaren ons beletten om van de kiekjes gebruik te maken. In den loop van de maand Augustus j.I. is herhaaldelijk in de dagbladen melding ge maakt van de wijze waarop voor militairen te velde bestemde poststukken moesten worden geadresseerd. Hoewel door velen daarvan goede nota is genomen, ondervindt de dienst bij de Veldpost nog steeds groote moeilijkheden doordatde alstoon gegeven bepalingen niet door een ieder juist worden nageleefd. Talrijk tooli zijn de bij de expeditie- en veldpostkautoren binnenko mende brieven enz. voorzien van een onjuist adres, ten gevolge waarvan deze niet of eerst laat hunne bestemming bereiken. Hieronder zij nog eens vermeld hoe een mi litair adres moet luiden: De „truc" van Diogenes. Satirisch verhaal. II. (Slot.) Met stijgende verwondering had Kimli kos, die met zijn gastheer was blijven staan, dit tooneel mede aanschouwd, en des te meer was hij verbluft, daar de naam Dio genes hem bekend in 't cor klonk. Lagoos, die dit den jongen Thebaan waarschijnlijk aanzag, merkte nu lachend op: „Het is zoo, de man, dié je de brandende lamp onder den neus hield en voor wien ze allen vluch ten, is de beroemde, alom geprezen philo- soof het is Diogenes van Sinope, bijge naamd: ,,de hond." „Eigenaardig," mompelde Kimlikos .ik heb toch nooit gehoord, dat die knappe kop doof waanzin was aangetast, en nu moot ik een van de uitnemendsto geesten van Griekenland in dezen toestand zien!" „Het mocht wat," verzekerde Lagoos, „Diogenes is volstrekt niet krankzinnig, al gelieft Plato je weet wel, de leerling ean Soorates hem ook: den razenden Socrates te noemen. „Maar een verstandig mensch loopt toch niet op klaarlichten dag met eon brandende lamp?" meende de Thebaan. Lagoos lachte. ,,Ik geloof," zeide hij, „dat jij me over dingen tracht uit te hoo- ren, die wij Atheners juist niet willen we ten. Namelijk, waarom Diogenes over dag een lamp met zich draagt en den lui daar mee hoi gezicht doet beschijnen. Is bet niet zoo?" „Inderdaad." dg.t gou groote geest niet iets Aan den Heer Officier van Gezondheid le ld. J. ANDRIESEN. Veldleger, Hoofdkwartier. 1 - Aan den Korporaal K. PIETÉRSE, 4de Escadron, 2e Regiment Huzaren, Veldleger, Cavaleriebrigade. den Sergeant F. KOPS Telegraafafdeeling. Aan den milicien P. BRUINSE, le Compagnie, le Bataljon, Regiment Grenadiers. Veldleger, Ie Divisie. den Matroos le klasse P. GERRITSEN. Stamboeknummer i. b. H. Ms Stelling van Den Helder. Bij eene overigens juiste wijze van adres- seeren is de meest voorkomonde afwijking van den geldenden regel de vermelding op bet adres van de plaats van bestemming. De af zender meent ten onrechte daardoor een vlugge bestelling in de band te werken; dik werf wordt daarmede slechts bet tegendeel onbegrijpelijke kan doen zonder daarvoor een diepzinnige reden te hebben?" „Ja zelcor." „Nu dan, vriend*, zie eens: wij Atheners, die Diogenes door en door kennen, weten dat natuurlijk ook, maar toch hoeden we ons, hem naar de oorzaak van zijn vreemd soortig gedrag te vragen. De bede stad heeft ditmaal gezworen, niet op den truc met de lamp in te gaan." „De truc!" herhaalde Kimlikos wezen locs, „wat ia dat?" Jelui bent nog wat achterlijk in Thebe," verklaarde Lagoos lachend, „een truc is een zorgvuldig voorbereide grap, ccn loopje, een kneep, als jo wilt, bij Diogenes zelfs oen uiting van zijn wijsheid, die hij, zooals 't nu eenmaal in zijn aard ligt, zoo effectvol mogelijk aan den man wil brengen." „Nu begrijp.ik het: het antwoord, dat hij klaar heeft, in geval iemand hem naar het doel van do lamp vraagt, dat is zeker zoo'n bijzonder uiting van zijn wijsheid." j, Verstan dig gesproken, o Kimlikos." „Maar zou dan 't antwoordman Diogenes, die nu toch eenmaal een bol is, niet een vraag waard zijn?" „Het is mogelijk, dat er oen diepzinnig antwoord uitkomt, dat eeuwen voortleeft, waarom niet? Maar zeg nu eens zelf, jonge vriend, als jij zag, dat iemand zulke boven- Tuenschelijke pogingen doet, als nu Dioge nes, om je een vraag af t-o dwingen, zou je je dan niet. een beetje schamen de vraag te stellen? Zou je niet denken: die man heeft nu den mensch en iets mee te dee Ion, dat hun tot nut, tot leerling, tot verheugenis kan strekken waarom zegt hij het dan niet, waarom wacht hij op het oogenblik om zich eu zijn geest daarmee in een bijzonder sckit- bereikt. Wanneer toch zooals uiteraard ver- j zelf opgegeven en het is de vraag, of de scheidene malen is voorgekomen een onder- j Dtiitechers niet uit Polen worden terug- deel onverwachts van standplaats verandert, 1 geworpen aal zoodanig postotuk den geadresseerde jjuitediland dezen tegenslag te wij- veela slechts bereiken langs de plaats op het 1 T- c -a j a u r z adres vermeld. In het meest gunstige geval C'fr troepenmachten ordt dus slechts vertraging in de bezorging v3n het Oosten naar het W esten heeft ge zonden? Want in liet Westen openbaart it-schland groote kracht. Het weerstaat déar voortdurend, sedert weken, den enor me n tegenstand van drie mogendheden zijn troepen .staan tegenover bet Fransche leger, dat zich niet behoeft te splitsen, te genover de Engelsche troepen en tegenover d-j Belgen. Duitschland heeft zich op het. verkregen, Weer anderen laten hunne brieven bestellen door den gewonen dienst der posterijenzij toch verkiezen een iets vluggere bestelling boven de volmaakt zekere van den Veldpost. Dit wordt bereikt door met weglating op bet adres van hunnen militairen rang die stukken te laten verzenden naar het kwartier waarin zij tijdelijk verblijven. Wat het gevolg is van een zoodanige wijzei Westelijk front in de laatste dagen'weer van handelen, walmeer belanghebbende blijkt 1 T(.r5terlrt, on het ecbijnt nog eiken dag ver- ontgon. De trijd L «r door bet ontbreken van de voor de Veldpost y'<*r ,heviS> vooral in den Zuidwesthoek van benoodigde aanwijzingen kan ook deze hoar België, aan de Yser, in de buurt van hulp niet. verleen en. Voorzien met den stem- Njeuwpoort. Verwoed wordt er gevochten pel „Onvoldoend adres. Retour afzender". door de Buil sobers, die langs de zeekust gaat het stuk terug. doordringen tot Duinkerken, Calais; "path* i W -erackot van 't Mgi- r c,>ha 1 cctciv rrniwlnon nnAr hmnaphftn or van stukken, voorzien van een onvoldoend of verkeerd adres, de kans op eene richtis?e bezor ging zooal niet uitgesloten, dan toch in elk geval gering is. Men gedrage zich dus stipt naar de gege ven voorschriften, waardoor een zekere bestel ling is gewaarborgd. Ten gerieve van het publiek zijn door de firma W. van Gorcum te Assen zeer doel matige bedrukte enveloppen en briefkaarten tegen een geringen prijs in den handel ge bracht, bestemd voor briefwisseling met mili tairen te velde. De oorlogskans dobbert heen en weer. Niet alleen wat de kleine successen betreft, ook wat. de grooto overwinningen aangaat, is nu de eene dan de andere der geduchte tegenpartijen in de voorhand. Daaruit blijkt telkens opnieuw, dat, op het oogenblik althans en lot nog toe, de .vijandelijke,groe pen tegen elkaar zijn opgewassen.Op het Oostelijk oorlogsterrein is eens weer de bo vengenoemde stelling bewezen. Daar is 't van. den beginne aan baast wisseling van oorlogskansen geweest. In den aanvang drongen de Russen zelfs tamelijk ver jn en bedreigden TiTsit. Toen k>^am dé Prui"- sche géneraal von Hindenburg en versloeg de Russen op een ongemakkelijke wijze, nam tienduizenden gevangen en drong door in Polen. Sedert was het krijgsgeluk den Rus sen in die streek heel weinig gunstig. Rukten zij in Galicië overwinnend op, in Polen moesten ze terugtrek ken. De Duitschers bedreigden ten slotte Warschau, ,ze naderden die stad zelfs tot op een 20 a 25 K.M. en de inneming er van scheen een quaestie van maar enkele dagen. Duit6cke vliegers verschenen her- haaldlijk boven de Poolsche hoofdstad, wierpen er bommen en doodden een aantal menschen. Nu opeens, is de toestand daar volkomen veranderd. In ons vorig nummer maakte een Duitsch bericht reeds melding van een terugtrekken der Duitsohe troepen bij Warschau. Het schijnt meer dan een terugtocht, het schijnt een nederlaag ge weest te zijn. Er is in Polen verv'oed gevochten, ook over een lange lijn, van meer dan 100 K.M.. De Russen hebben in het gebied toevoer van troepen gekregen. Daarna vie len zij de Duitschers zoo krachtig aan, dat deze terugwijken moesten, terwijl zij reeds Warschau beschoten. De Russen opereer den zoo snel, dat hun cavalerie in den rug r/.-he. leger, geholpen door Franechen Engelsehen en de Britsche oorlogsschepen, hun eiken duim.gronds betwist. Er is op vreesdijke wijze gestreden van weerskan ten werden bovenmenschelijke pogingen ge daan en ontzaglijke verliezen geleden. Al die pogingen hebben tot nog toe geen beslissing gebracht. Van beide kanten heb ben de vijanden zich blijkbaar in hun posi ties gehandhaafd. Volgens de laatste be richten uit Fransche en Engelsche bron, is list thans rustiger geworden aan de Yser. 'e Duitschers schijnen hun aanvallen ge laakt te hebben. Elders op het westelijk oorlogsterrein zouden de bondgenooten voor uitgeschoven zijn. Dit zou een mislukken der Duitsche actie kunnen beteekenen. Voorloopig valt daar echter nog niets van te Oost-Pruisen door, sloten Koningsbergen in "kepoemd. De -- ,-uicie" te Parijs spreekt het uit. Van Turkije is ook in den oorlog gewikkeld, zooails men weet, het staat op de hand der Duitschers en vecht dus tegen Rusland. En het verkleinde en verzwakte Turkije valt den. grooteij nabuur aan. Een Turksche kruiser,- de „Hamidjé", bekend uit den Balkan-oorlog, heeft Theodosia, in de •jvrim, beschoten en de overgave der stad ge- éischt. Maar :t was een slag in 't water, de jkruiser moest onverrichter zake weer jveg- iStoomen. Het woord „vrede", dat nooit dierbaar- der geweest is dan in dezen tijd, wordt weer benoemd. De correspondent der „Daily wego de Duitsche regeering zouden eenige invloedrijke Franschen gepolst zijn of vre desvoorstellen gehoor zouden vinden bij de Fransche regeering. Duitschland zou dan Mctz en misschien een gedeelte tan den Elzas willen afstaan. Maar men is in Frank rijk blijkbaar nog niet gezind op die voor waarden vrede te maken. België. Van een Belgischen held. In de ,.N. Ct." lezen we het volgende: Een Oberleutnant (le luitenant), een flinke vent, vertelde het was bij Waeh'.em, daar trokken wij voorwaarts en hadden tegenover ons een troepje van ongeceer 50 Belgen. Wij waren met heql veel sterker toen, daar, waar we positie hadden geno men. Na over en weer vuurgevecht slinkt akengs de vijandelijke macht en wij krijgen versterking. Na geruimen tijd vechtens zien wij bij het met behoedzaamheid voor waarts gaan niéts meer van den vijand dan eenige manschappen. Ze houden dapper stand en berokkenen ons afbreuk, zich voor hun personen trachtend te dekken achter struikgewas als anderszins. Onder die enkele mannen bevindt zich een jong onderofficier ■an circa 20 jaar, een jong, vlug kereltje. der Duitechers kwam en hun infanterie op i Hij voert zijn troepje aan met groote onver- het punt stond den- Duitschen linker- en schrokkenheid en doodsverachting. Ten rechtervleugel te omtrekken. Tengevolge daarvan, meldt de Engelsche „Morning Post", ontaardde die terugtocht in een vlucht. Het beleg van Warschau is nu van terend licht te plaatsen?" „Er is iets waars in wat jo zegt. Nu begrijp ïlc ook, waarom de Atheners lachen, toen ik mijn avontuur in do volksvergade ring vertelde." „Ze hebben je bepaald voor een hand langer van Diogenes gehouden, die zich he iast had op een bijzondere wijze nog oens de aandacht, cp de zaak te vestigen. Waqt reeds maanden lang loopt de razende So- krates met zijn lamp rond, zonder den nieuwsgierige te vinden, die hem de vurig verlangde vraag stolt. Wat hij ook verzint, hij kan zijn wijsheid niet kwijt worden, en dat doet hem tot geweldmidcl$len over gaan. Je hebt zelf ondervonden, wat hij doet, om zijn eprenk te pas te brengen. Maar het geeft hem niets. De Atheners vliegen er bij hem niet meer in. Daarom wendt hij zich nu bij voorkeur te'. vreem den zijn optreden is echter te onbemin nelijk, dan dat men zich met hem zou in laten. Ook is hij door het mislukken van die geschiedenis met de lamp bijzonder verbitterd. Onlangs werd hij vreeselijk boos, tien iemand hem vroeg, of hij die lamp misschien hij zich had, om de waren van de lampenmaker aan te prijzen?" „Ik hoor je aldoor spreken van trucs", merkte Kimlikos na een poos op. „Heeft Diogenes dergelijke trucs dan al vroeger aangewend „Al vroeger? Ik geloof, dat hij zonder dat hulpmiddel in 't geheel niet meer wijs zon kunnen zijn. Hij heeft bepaald toe schouwers noodig bij zijn wijsheid. Herin ner je je zijn beroemde uitspraak: „Het is goddelijk, niets te behoeven!" Een an der zou dat op eenvoudige wijze geleeraard worden, en zijn medemenschen hebben mee gedeeld, Niet aldus PiogenesJ Hij giug slotte zien wij slecbts hem alleen meer. De anderen, zijn kameraden, zijn gevallen. Met leeuwenmoed tracht hij zich bij ons door te slaan; telkens zie ik weer even den jongen schijnbaar dood-onschuldig bij een bron zitten, waar, naar hij wei wist, menschen zouden komen om water te putten. En zoo zat hij daar dan op publiek te loeren. Toen dat in voldoende mate aanwezig was, nam hij zijn bekor, zóó dat ieder 't goed zag, en wierp dieu van zicli, waarschijnlijk, om er toch maar goed de aandacht, op te vestigen, en een der aanwezigen in 't ge laat; toen boog hij zich naar 't water en bracht het in de holle hand aan den mond. Ik ben gaarne bereid te bezweren, dat hij volstrekt geen dorst had. Natuurlijk vroe gen de menschen, wat hem tot die malle daad dreef, waarop l ij, met groote ge noegdoening en tot. schande der vragers, zijn beroemd geworden antwoord gaf. En wat al voorbereiding beeft bij zich getroost om zijn lampen-aardigheid aan den man te biengenNooit in zijn leven heeft hij qog een lamp gebruikt, en uitsluitend om z'u mop te plaatsen, schaft hij zich dit requi- siet aan. Dat alleen al moest zijn buren verstomd doen staan. De oude wijven in Athene bespraken het als sensationeel nieuwtje En toen kon - worden aangeno men, dat de openbare meening aan het tot stand komen waarvan, zooals bekend, is, de oude wijven niet vreemd zijn toen, zeg ik, de openbare meening zich had ge vormd, stak hij do reeds veel besproken lamp aan en begon er mee op klaarlichten dag door de drukste straten te wandelen." Kimlikos lachte hartelijk. „Bij Zeus!" riep hij, „jelui groot-stede lingen zijt uitgeslapen, dat moet ik zeg gen- Maar het komt me toch voor. dat ook bij ons in Thebe allerlei geestige koppen gedijen, die al "hun invallen precies als de groote Diogenes eerst op een bijzon dere wijze in scène zetten, eer zit ze aan De belangstelling is, behalve bij België, op dit oogénblik weer bij den strijd op het oostelijke oorlogsveld. Daar heeft in de laatste dagen een hardnekkige en bloedige strijd plaats gehad, die blijkbaar geëindigd is met een nederlaag der Duitschers. Deze zelf hebben erkend, dat zij terugtrekken moesten. Zooals men weet, stonden zij reeds dicht bij de oude hoofdstad van Polen, Warschau, en deze scheen gevaar te loopen van ingenomen te worden. Maar de Russen hebben blijkbaar grooten toevoer van ver- sche troepen gekregen en na een vijfdaag- schen slag moesten de Duitephers terugwij ken, wilden ze zich niet aan de omtrekking blootstellen. Zij aanvaardden dus den terug tocht naar Sochatechew, Lowitech, Skerne- wicz, enz. Een kaartje van 't oostelijk oorlogsterrein is op het oogenblik wel weer actueel. Wij bieden er hierbij onzen lezers een aan vaox het operatie-veld in Russisch Polen. ZJij vinden er Warschau, de andere genoemde plaatsen en nog vele meer op, waar gevoch ten is of nog gevochten kan worden. onderofficier, nu van achter een schuur, dan van achter een hooimijt te voorschijn tredende en zich als zoodanig, zij liet slechts voor een oogenblik, blootgevende. Een mijner manschappen vraagt mij IIerr Leutnant, darf ich schiessen (ik had n.l. de strenge order gegeven om te trachten den jongen man te sparen) darf ich schies sen?" „Nein, wir schiessen den Hcfd nicht." („Luitenant, mag ik schieten?" „Neen, wij schieten niet op den held Ik neem zelf een geweer en schiet toen hij rich weer vertoont, den jongen man, op een {®ar meter afstand langs zijn ooren, ik durf te zeggen altijd zeker van mijn schot te zijn en vreesde dus ook niet, zulks te doen zon den man brengen, waarvoor zij dan toch bestemd zijn." „Met dit verschil, dat hun invallen waar schijnlijk niet zoo goed zijn als die van Diogenes," onderbrak Lagoos hem. „En geloof me," ging hij voort, „den kleinen geesten neemt men zoo iets ook niet zoo kwalijk, de ware grootheid echter houdt zich ver van dingen, die das komediante zijn. In al het doen van Diogenes schuilt meer hoogmoed en laag-bij-de-grondsche ijdelheid, meer verwaandheid en aanmati ging, dan de menschen verdragen kunnen, ten minste zij, die stichting zoeken. Hii loopt rond met een gezicht, of hij zeggen wil„Vraag mij maar, ik kan u inlichten omtrent al het bijzondere, dat ge aan mij ziet, want ik heb mij bijzonder toegetakeld, om jelui met mijn kennis te verbazen, om je te toonen, dat ik wijs ben en dat jelui dom zijt, jelui, die onvoorbereid komt tot mij, den voorbereide." Hoe anders weet Socrates zijn gedachten mee te deelenHij is het, die vraagt en zooveel wijsheid uit den mond zijner leerlingen te voorschijn roept, dat deze misschien gelooven, met Socrates sprekend, even wijs te zijn als hij." „En dus zal men, volgens jou, nooit ver nemen, wat Diogenes met zijn brandende lamp eigenlijk gewild heeft? „In Athene niet," antwoordde de gast heer, „de lui vermaken zich te zeer ermee, dat Diogenes zijn moeizaam voorbereide grap niet kwijt kan worden. Het moge wreed zijn, maar het slachtoffer van dezen boycot beeft zoo'n lesje wel verdiend!" Inderdaad is het, naar de overlevering wil, Diogenes niet gelukt, den bewoners de vraag te ontlokken, wat hij met de lamp bedoelde, hoezeer hij ook nog eenige maan den naar een nieuwsgierige zocht» Toen hij der den onderofficier kwaad te berokkenen. Dit schot heeft ten gevolge, dat wij hem een korten tijd niet weer zien verschijnen. Met omzichtigheid gaat het voorwaart?. Na eenigen tijd: daar komt wederom mijn jonge onderofficier. Ik ruk het geweer uit. de han den van een Janmaat, die hem wil neerleg gen, en zeg „Nein der Held wird nicht ge- schossen" („neen, de held wordt niet neer geschoten.") Eenigen tijd daarna rakerr wij min of meer verspreid. „Ten slotet wordt de arme kereld gedood. „Hier," zoo zeide de Oberluitnant, „is, wat ik in zijn zakboekje heb gevonden." Hij reikt mij toen een papiertje (een rapportje) c-ver, dat nu in mijn bezit is en dat ik aan dé fami- het ten slotte niet meer kon uithouden en zijn wijsheid met alle geweld een uitweg zocht, maar hij geen kans had ze zonder den truc met de lamp te pas te brengen, besloot hij naar den vreemde te trekken. Hij wendde zich, gelijk men uit de geschie denis weet, naar Aegina Onderweg overvie len zeeroovers het schip. Niemand blijer dan Diogenes. Hier trof hij menschen, die hij grondig „lijmen" kon, dêaar zij van zijn listen nog rriet hadden gehoord. Zijn scherpzinnigheid bedroog hem niet. Toen hij het- opperhoofd der roevers naderde met de brandende lamp in de hand, en hem het aangezicht verlichtte, vroeg de bandiet, wat hij zocht, en diep-ademend, met grootsch gebaar antwoordde Diogenes: „Ik zoek een mensch Hierop braken de piraten in een groot ge lach uit, en de ruwe mannen besloten den gevangene, die hen bij hun zwaar handwerk dus wist op te vroolijken, zoo lang mogelijk bij zich te houden. Op den duur echter ging het niet, ook al wijl de scheepsbenoodigdhe- den niet t-oereikend waren, om de voorwer pen te verschaffen, die Diogenes voor iede- renjrieuwen inval behoefde. Hij had de mal ste dingen noodig, en dat verdroot de roo- vers. Daarom verkochten rij hem op een dag terwijl hij sliep, als slaaf naar Corinthe, waar hij later Alexander den Groote met zijn tonne- en zonne-truc „Ga uit mijn zon," zei hij, zooals men weet, tot den ko ning, die den voor zijn vat liggenden philo- soof een aalmoes aanbood met glans erin liet vliegen! Een gewiksten Athener had dat natuur lijk niet kunnen overkomen.

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1914 | | pagina 1