No. 29. Vrijdag 23 October 1914. Orgaan voor Leger en Vloot. Oorlogsnieuws. Onder redactie van D. MANASSEN. Oplaag SO,OOO exemplaren. SOLDATENCOURANT ADRES VAN EEDACTIE EN ADMINISTRATIE: PALESTRINASTRAAT 10, AM8TFRDAM, TELEFOON Z. «68. DIT BLAD ZAL DRIEMAAL PER WEEK yerscswnen. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR NIET. MILITAIREN 2 CENT, ABONNEMENT 1.60 PER DRIE MAANDEN. VOOR AD VERTE NTTEN WENDE ATEN ZICH TOT HET ALG. ADV.-BURKAÜ ROUMA CO„ 220 HEERENGRACHT A'DAM. Deze plaat geeft eeu belangwekkend beeld van het vluchtende Antwerpen tijdens het bombardement door de Duitsche legermacht. Niet alleen per spoor maar ook op het water ontvluchtten duizenden de stad. Van alle vaartuigen maakte men daartoe gebruik en de breëde Scheldestroom was vol groots en kleine vaartuigen met menschen, die veiliger oörd opzochten. (Uit „The Graphic"). Een mooie Parade. Van ds. F. W. Drijver ontvangen wij een artikel, door hem in „De Gooilander" geschre ven en waarvoor ook ons plaats wordt verzocht. Wij ontleenen aan zijn schrijven liet volgende: Ik stond, juist heden voor acht dagen, op het Damrak te Amsterdam. De opeengepakte menigte word. door dienaren van den heiligen Hermandad, te voet en te paard, op eerbiedi- g0n wel mocht hier sprake van stillen en diepen eerbied zijn! afstand gehouden van don stoet, d'io, komende van het Centraal station zich begaf naar het nieuwe beursge bouw. Het was een lange optocht van voetgan gers, waartusschen nu en dan een zieken-auto of een vrachtwagen. Do Belgische vluchtelingen, zoo juist van de grenzen in do hoofdstad gekomen, werden voor- loopig ondergebracht in de Effectenbeurs. Wonderlijk spel van het lot, waar anders schatten van goud en zilver vertegenwoordigd zijn, daan nam thans do armoede haar intrek de- Effectenbeurs tijdelijk herschapen in een armenhuis. In een onzer -bladen heeft iemand^ terecht don gang dier ongelukkigen een „Via Dolo rosa" genoemd. Waarom" wilden velen zien, met eigen oog aanschouwen al deze ellend? Een enkele kwam misschien uit nieuwsgierig heid', maar velen, wikik gelooven, stonden daar met mij, door meegevoel gedreven, als het ware om te 'laten zien, dat wij niet. onverschil lig ons afwenden, maar veeleer den ongeluk kigen een hart onder den riem wilden steken, als zeiden wij tot hen: ..wij zien uw leod en wij zullen het helpen verzachten, gij.kunt op ons rekenen!" Een weemoed wekkende stoet, een .armen- parade!" En toch, hij al dien weemoed, nog zooveel verheffends t welk een vriendelijke zorg, welk een groote hulpvaardigheid, hoe be ijverden zich allen om hier hun plicht te doen, de liefdezuster in den zieken-auto, de padvin der, die den grijsaard het zware pa.k van den schouder nam om, als eon Simon van Gyrene, zelf den last te dragen. Ja, en wat mij vooral trof, wat vooral indruk op mij maakte? In den stoet bevonden zich ook vele jonge De Spook-Bruidegom. Naar het Engelsch van WASHINGTON IRVING. IV. (Slot.) Men kan zich de verslagenheid voorstel len, die op het kasteel heerschbe. De Baron trok zich in zijn kamer terug. De gaston, die gekomen waren om met hem feest te vieren, dachten er niet over, hom in zijn wanhoop alleen te laten. Zij zwierven door de zalen, verzamelden zich in de hal, terwijl zij hun hoofden schudden en de schouders ophaal den over heb verdriet van een zoo voortref felijk manzij zaten langer dan ooit aan tafel en aten en dronken nog meer dan an ders,'om den moed er in te houden. Maar de moest beklagenswaardige van allen was ze ker wel de bruid, die haar bnddegom had verloren. Een echtgenoot te verliezen, voor dat! ziji hem nog had omarmd... en zulk een echtgenoot! Als zelfs zijn schim reeds zoo innemend en edel was, hoe moest hij bij zijn Jeven dan wel niet zijn geweest? Het kas teel 'woerklonk van haar jammerklachten. Op den avond van den tweeden dag van fcaar weduwschap had zij zich in haar kamer moeders met haar zuigelingen wie weet hoe veel dagen en nachten zij er mee op den arm rondgezworven hadden van dorp tot dorp zoo lang tot zij zich met haar schat veilig wisten op Neerland's beschermenden grond. Maar nu mochten zij haar kleinen niet langer dragen, nu waren er vriendelijke handen, die bereid vaardig haar werk overnamen. En zoo zag ik in den stoet telkens aan de zijde van een jonge vrouw een Hollandschen soldaat zachtjes voort- loopen, op de uitgestrekte armen een klein mensohelijk wezentje dragend. Zij hielden allen, alsof het afgesproken was, met een uit drukking van groote bezorgdheid in 't oog, onafgebroken den blik gericht op den teeren schat, die aan hun zorg was toevertrouwd. Wat waren die soldaten nu prachtkerels! Ik had wel door de menigte willen heendringen om ieder hunner een stevigen handdruk te geven, maar zij- hadden dien toch niet kunnen aannemen, want hun hand had beter werk te doen. Wat legden die mannen een Moed aan den dag, daar langs het Damrak gaande, geen zweem van valsche schaamte, waar zij, soldaat zijnde, feitelijk kindermeisjes-werk deden. Wat legden zij een Beleid aan den dag, misschien droegen zij die kleinen ietwat onhandig, maar wat deden zij het met groote bezorgdheid. Wat legden zij een Tron w aan den dag, trouw aan de hoogste roeping der menschelijkheid 1 O, ik wenschte dat er meer dan één kunstenaar mocht geweest zijn onder het publiek, ik wed, hij had vlug een schets gemaakt voor een Schil derij, hetwelk in tweeërlei zin zou zijn gewor den een „paradestuk"! Ik heb, eerlijk gezegd, nooit verlangd sol daat te worden, maar daar, op het Damrak, bekroop mij een oogenblik don wenach,,'k wou dat ik nu maar soldaat was, een soldaat met zoo'n vlucb. teling-kind je op den arm!" Ik moet ronduit zeggen: ik zag nooit van mijn leven zoo'n droeven stoet, maar ik zag ook nooit te voren zoo'n mooie Parade! Een eeresaluut aan die brave Hollandscho soldaten, dio dankbare hulde verdienden voor hun Moed, Beleid en Trouw! Ds. F. W. DRIJVER. teruggetrokken, door een van, haar tantes vergezeld, die er op stond bij haar te sla pen. De tante, die een der beste spookge schiedenis-vertelsters was in geheel Duitsch- land, had juist een van haar langste verha len verteld, maar was halverwege ingesla pen. Do kamer wa3 erg afgelegen en gaf uitzicht op een kleinen tuin. Peinzend lag heb nichtje te staren naar de stralen van de opkomende maan, die haar valen schijn lieten vallen op de* bladeren van een espe boom tegen de omheining. Do klok van het kasteel had juist het middernachtelijk uur aangekondigd, toen de zachto klanken *vau een muziekinstrument uit den tuin in haar ooren klonken. Haastig stond zij op en be gaf zich naar het venster. Een groote ge stalte stond tusschen de schaduwen der hoo rnen. Toen zij het hoofd ophief, viel het maanlicht juist op het gelaat. Hemel en aardeDaar stond de spook-bruidegom Een luido gil klonk in haar oor en haar tante, die door de muziek wakker was ge worden en haar zachtjes naar het venster gevolgd was, viel in haar armen. Toon zij weer opkeek, was de sohim verdwenen. Van de twee vrouwen had nu - de tante het 't meest noodig. tot kalmte gebracht te worden, want zij was buiten zichzelf van angst. Wat de jonkvrouw betreft, er was zelfs in de schim van haar bruidegom iets, dat haar aantrok. Nog had hij zijn man lijke schoonheid niet verloren, en al was het ook andera geloop©» dan zij zich had voor De toestand in den reuzenstrijd. Nog altijd duurt de slag in het noordoosten van. Frankrijk voort, en 't is eiken dag het zelfde nieuws: er wordt van weerskanten gevochten, zonder dat er groote voordeelen worden behaald. Voor zoover het blijkt ten minste, want we moeten niet vergeten, dat we altijd maar een gedeeltelijke waarheid vernemen van wat zich daar afspeelt in de lange vuurlinie van Belfort tot Nieuwpoort, In de laatste dagen schijnt er weer heviger gevochten. Niet alleen tusschen Duitschers aan den eenen, Franschen en Britten aan den anderen kant, maar ook tusschen Duit schers en Belgen. Het Belgische leger, of althans het overschot er van, is blijkbaar niet vernietigd noch ingesloten. 'Het weert zich, bijgestaan door Fransche en Engelsche hulptroepen, dapper. Volgens een Fransch telegram heeft het zich staande gehouden angs de Yser en heeft het ook in de buurt van Yperen hardnekkige gevechten gele verd. Geheel België hebben de Duitschers dus mg niet in bun bezit, al scheelt het niet veel. Nieuwpoort schijnen zij ook nog niet vermeesterd te hebben en van een nieuwen beroemden slag bij die plaats als in 1600 zal wel geen sprake zijn. D'aarentegen zou den de Duitschers thans wel Ostende in hun bezit hebben, ofschoon de Londenscbe ..Morning Post" wist te 'berichten, dat de hondgenooten daar weer meester zijn. Hardnekkig is in de laatste dagen ook de itrijd langs de linie in het noordoosten van Frankrijk. Van beide kanten hebben daar versterkingen plaats terwijl de gewonden van het front worden weggevoerd, komen van achter nieuwe troepen. Hoe groot de iegers zijn, die daar nu al weken tegenover elkander jstaan, is niet te zeggen, maar het is zeker, dat do woreld nooit zulk© reusach tige troepenmassa's bijeen heeft gezien. Vol gens de Italiaansche „Stampa" hangt het lot van Frankrijk, België, Engeland en Duitschland af van den slag, die thans wordt uitgevochten en die de grootste is, die ooit geleverd werd. Daarom wordt ook van beide kanten door de tegenstanders alle kracht ingespannen. Doch andere correspon denten in Noord-Frankrijk gelooven weei'f dat de slag nog niet de eind-beslissing in den oorlog zal geven; hij zal allocn uitmaken, wie meesters Van de zeekust zullen zijn tot Ostende. En daarna zal men verder zien. Van het oostelijk oorlogsterrein, uit Galicië en Russisch Polen, komen geen be richten, die zeer belangrijk nieuws melden. Eigenaardig blijft daar steeds de toestand dat nlde Russen in hun eigen land vechten tegen de Duitschers, en in het land der Oos tenrijkers tegen dezen. En op beide oorlogs- tooneelen in 't Oosten blijft de toestand vrij wel dezelfde, volgens de laatste beriohten de Duitschers doen hun best zich den toe gang tot Warschau te verschaffen, de Rus sen spannen nog steeds hun krachten fn om Przemysl in hun bezit te krijgen. Het wordt er in de jongste dagen niet waarschijnlijker op, dat dit laatste hun zal gelukken. Intus- schen zijn er Duitschers, die reeds droomen van een tocht naar Moskon, als Napoleon deed in 1812, andere van een verovering van Engeland door Zeppelins, die London zullen verwoesten. Dat lijken echter, op het oogen blik, nog toekomstdroomen. Maar niemand kan zeggen, voor welke verrassingen deze oorlog ons nog zal plaatsen. België. Een dapper troepje. Men schrijft uit Chaam i Hoevele heldendaden uit dezen strijd, hoevele namen van helden ook zullen onbe kend blijven, nu alleen de massa vermag een daad van beteekenis te verrichten Wellicht de laatste afdeeling Belgen welke tijdens het beleg van Antwerpen zich nog in het Noord-Oosten van België be vond, was het 100-tal Belgische wielrijders, dat op 15 October moest geïnterneerd wor den nabij Chaamdijk (ten Oosten van Strij- gesteld, zelfs in het aanschouwen van zijn schim lag iets troostends voor haar. De tan te verklaarde nooit meer in die ka mer te willen slapen; maar voor het eerst van haar leven sprak het nichtje tegen en verklaarde even beslist, dat zij het in geen andere kamer van het kasteel wilde: het gevolg was, dat zij er alleen moest slapen, maar zij liet haar tante beloven niet-s over de spookverschijning te ver tellen, uit vrees dat haar het eenigo, droef geestige genoegen, dat haar op aarde geble ven was, zou worden ontzegd; het genoegen de kamer te bewonen, waarover de schim van haar bruidegom des nachts de wacht hield. Het is onzeker hoe lang de goede oude dame deze belofte zou hebben gehouden want zij mocht niets liever dan wondeihaar- lijke verhalen vertellen en er ligt iets triom fantelijks in, de eerste te zijn, die een schrik barende geschiedenis aan het licht brengt; het wordt echter, in den omtrek nog als een gedenkwaardig en tastbaar bewijs van vrouwelijke stilzwijgendheid aangehaald, dat zij het een week lang voor zichzelf hield, toen zij plotseling van verdere verplichting tob geheimhouding werd ontheven, doordat op een goeden morgen aan de ontb ttafel de tijding gebracht werd, dat de jonkvrouw nergens te vinden was. Haar kamer was leeg, het bed ónbeslapen, het venster stond open het vogeltje was gevlogen. De verbazing en deelneming, waarmee de tijding werd ontvangen, kunnen slechts zij beek). Het enkele dagblad, dat er nog ge wag van maakte, volstond met het sobere bericht, dat er nog een 100-tal Belgische militairen aan de Brabantsche grens ge ïnterneerd werd en de weinige Belgische bladen, die nog mogen verschijnen, zullen het feit wel niet kennen. Heb was een af deeling wielrijders, te Antwerpen geïmpro viseerd met het doel om den vijand op zijn verbindingslijn met Aken zooveel mogelijk afbreuk te doen; een automobiel en een cyclonette waren er aan toegevoegd, tot het vervoer tevens van springmiddelen en munitie. Te oordeelen naar den indruk dien de afdeeling maakte en naar de mede- deeling van den commandant, den kapitein der grenadiers Delfosse. en den luitenant der veldartillerie Flébus, was het een uitgelezen 6charo, samengesteld uit grenadiers, chas seurs en pioniers-pontoniers. Verschillende Duitsche treinen hadden ze doen springen, bruggen en spoorlijnen opgeblazen, steeds door snel verplaatsen en handig manoeu vreeren zorgende den overmachtigen vijand in een bijna geheel bezet gebied uit de han den te blijven. Ten slotte, zee dagen na den val van Antwerpen, dien ze maar kort vóór de interneering vernamen, toen 'de mogelijkheid uitgesloten scheen zich nog bij de terugtrekkende Belgische troepen te voegen, hadden de Duitschers hun plaats vernomen van... Belgische burgers en... een Hollandsche courant. Zoo dachten ten minste de twee geïnterneerde Belgische officieren. Want ze hadden een „Maas bode" waarin stond, dat er nog een Bel gische afdeeling nabij 4e Hollandsche grens bij Zundert zich bevond en zij hadden ge hoord dat Belgische burgers, vreezend, dat hun dorp zou worden verwoest, zich, in tegenwoordigheid van ccn D. patrouille, hadden laten ontvallen, dat er zich nog Bel gische soldaten bevonden in de buurt van Meir en Meerle. Hoe het zij, zij vermoed den dat Duitsche patrouilles op deze mededeelingen waren afgegaan. Den 14en trokken de Belgische wielrij ders terug naar Meerle. De inwoners van deze plaats vonden deze landgenooten tamelijk gevaarlijke gasten en toen een Duitsck detachement van een 300 man hen achtervolgde en de commandant dreigde Meerle te zullen verbranden, indien de wiel rijders langer weerstand boden, volgde op 15 October de interneering op verzoek va a den burgemeester van Meerle. Nood© gaven do ïuarmou gehoor aan liet bevel van hun nen commandant, die begreep, dat langere tegenstand zou leiden tot nutteloos verspil len van menschenlevens. Toen ze zich op Nederlandschen bodem bevonden, sprongen er nog twee met fiets on al over de Strij- beeksche beek wederom op Belgisch grond gebied, voordat hun dit kon worden belet. Aanvankelijk scheen aan dez© internee ring een gevecht te zullen voorafgaan. De kapitein en eenige manschappen bleven u.l. het laatst te Meerle, terwijl de anderen inmiddels een tirailleurlinie vormden op een 100 pas van de grens, evenwijdig aan deze, om hen op te wachten en in 't uiterste geval met vuur te ondersteunen. Toen de kapitein aankwam, volgde spoe dig de interneering en de inlevering der wapen3 bij de Hollandsche grenswacht. Nauwelijks was dit gebeurd of Duitsche patrouilles verschenen ter plaatse, vroegen inlichtingen aan den Hollandschen com mandant, constateerden de interneering, waarna een tirailleur linie langs de Hol landsche grens werd uitgestuurd om zoo mogelijk de laatste Belgische soldaten van deze streek gevangen te nemen. Inmiddels had op Nederlandsch terrein de overdracht plaats van den Belgischen troep aan den Nederlandschen comman- dan. De kapitein Delfosse hield een waar- deerende, roerende toespraak tot zijn man schappen, waarin hij o.m. zeide, dat hij meende, naar zijn vermogen voor zijn man schappen gezorgd te hebben. De mannen waren hevig onder den indruk, snikten en onderbraken de toespraak met uitroepen als „mon brave capitaine", „mon brave commandant. Een eind van de grens af werd den Bel gen warm eten verstrekt en langzamer hand werd hun verbitterde stemming wat milder. Er werd gevraagd of ze niet ge zich voorstellen, die getuigen zijn geweest van de opwinding, die de tegenslagen van een groot man onder zijn vrienden veroor zaken. Zelfs de arme bloedverwanten hiel den een oogenblik met eten op; maar- de tante, die eerst geen woord had kunnen uit brengen, wrong haar handen en riep uit: „Het spook 1 Het spook i Zij is ontvoerd door het spook!" In korte woorden verhaalde zij de vreese- lijke geschiedenis van den tuin en gaf als haar vaste overtuiging te kennen, dat het spook zijn bruid had ontvoerd. De arme Baron bevond zich wel in een beklagenswaardigen toesband Wat een hart verscheurend dilemma voor een liefhebbend vader, oen lid der voorname familie van Katzenellebbogenzijn eenige dochter was of meegevoerd naar het graf, of hij zou den een of anderen boschgeeet tot schoonzoon krijgen en, wie weet, een troep kabouters tot kleinkinderen. Hij was ten einde raad en het heele kasteel was in opschudding. Toen kregen de mannen bevel hun paarden te zadelen en het Odenwald tot in zijn diep ste schuilhoeken na te speuren. De Baron had juist zijn jachtlaarzen aangetrokken, zijn zwaard omgegespt en zou juist opstijgen om een twijfelachtig onderzoek te beginnen, toen hij door een nieuwe verschijning hier van werd teruggehouden. Een dame naderde het kasteel, gezeten op een pony en verge zeld door een ridder te paard. Zij kwam op de poort aanrijden, sprong van haar paard, en de Baron to voet yallende, wond waren geweest, maar een antwoord de in zijn gemoedelijk Vlaamsch: „Als je niet bang zij, dan wordt je ook niet ge raakt, maar die altijd omlag kroept, die krijgt eune bal". Do meeste mannon ea officieren spraken overigens Fransch. Het was een droeve tocht, de marsch naar Breda. De goede verstandhouding, die er spoedig bleek te ontstaan tusschen de Belgen en de mannen van liet geleide, zal liet leed van dien marsch veel ver zacht hebben, zoodat ze niet een gevoel zullen gekregen hebben, alsof ze door een overwinnaar werden ongebracht. De kapitein Delfosse was zoo welwillend enkele indrukken, van den strijd mee te deelen. Persoonlijk had hij weinig of geen moeite gehad om aan de moreele uitwer king van de vijandelijke projectielen in heb eerste vuurgevecht te gewennen. Een tegen partij in grijze kleeding achtte hij zeer in liet voordeel. Over zijn manschappen was hij buitengewoon tevreden. Hij geloofde, dat noch hij, noch de meesten zijner mannen in een Duitsche krijgsgevangenschap zou den hebben berust. Het is te hopen, dat eens een wel versne den pen uitvoerig de daden zal vermelden ven den kleinen troep die zoo'n eervolle, gevaarlijke taak kreeg te vervullen en zich, zonder eenige verbinding met Antwerpen öf het veldleger in een klein deel van hun land, gedurende twee weken zoo flink wist te handhaven. Duitschland. Prins Wolrad van Waldeck-Pyrmont f. H. M. de Koningin-Moeder Emma ont ving Dinsdagavond het telegrafisch bericht, dat op het westelijk oorlogsveld bij een pa trouille-rit is gesneuveld Prins Wolrad Frie- drich van Waldeck en Pyrmont, kalf-broe- der van Hare Majesteit, luitenant bij de Pruisische garde-dragonders. Prins Wolrad was de eenige zoon uit het tweede huwelijk van wijlen den regeerenden vorst van Wal deck en Pyrmont met de prinses van Slees- wijk-Holstein-Sonderburg Glücksburg. De Vorstin-Weduwe, moeder van den gesneuvel den prins, verblijft nog te Arolsen en ver liest in den overledene haar eenig kind. Groote Verzoendag te velde. Uit Berlijn wordt ons gemeld: Uit een legerorder, welke volgens bevel des Keizers streng is uitgevoerd, blijkt, hoe keizer Wilhelm op den Grooten Verzoendag (30 September) den voornaamsten Joodschen feestdag, rekening gehouden heeft met de godsdienstige behoeften der te velde staan de Israëliebische soldaten. Deze legerorder schroef voor, dat alle Joodsche soldaten, die zich niet in de vuurlinie bevonden en daar om onmogelijk konden opkomen, onder ge leide van een Joodschen reserve-officier en een plaatsvervangend officier, bij enkele brigades op 'n bepaald punt, in den ochtend van den Grooten Verzoendag moesten aan wezig zijn om een achter het front liggende stad te bezoeken. Daar er in Noord- Frankrijk nergens synagogen te vinden zijn, werd de godsdienstoefening voor Joodsche soldaten der verschillende le gerkorpsen gehouden in de Roomsche kerkenDe dienst begon 's morgens te half acht en duurde tot de avond viel. De veldrabbijnen preekten 's morgens en 'b avonds en de soldaten, die een goede stem hadden, deden dienst als voorzangers. De meeste bezoekers der kerken vastten en bleven tot bet einde der godsdienstoefe ning, daarna kregen ze uit hun eigen, daar voor gereedgemaakte, veldkeukens een krachtig maal, en keerden 's nachts naar hun regimenten terug. Uit tal van veldpost-brieven, die Joodsche soldaten naar hun families in Duitschland schreven, blijkt dat zij nog nimmer zulk een indrukwekkende godsdienstoefening hadden bijgewoond als op dien dag. De Joodsche soldaten op het Oostelijk oorlogsterrein kregen den 30en September den geheel en dag verlof en konden den feestdag met hun geloofsgenooten in de grensplaatsen van Oost-Pruisen vieren. omarmde zij zijn knieën. Het was zijn ver loren gewaande dochtej en haar metgezel was de spook-bruidegomDe Baron was ontzet en verbaasd. Hij keek naar zijn doch ter, toen naar heb spook, en wist niet of hij waakte of droomde. Deze laatste zag er nu heel anders en beter uit, sinds zijn be zoek aan de geestenwereld. Hij was prachtig gekleed, kloek van gestalte en fraai gebouwd. Hij was met meer bleek en droefgeestig. Zijn fijnbesneden. gelaat was met den blos der jeugd overtogen en vreugde lichtte in zijn groote, donkere oogen. Het geheim was spoedig opgelost. De ridder (want hij was, zooals gij reeds moet geweten hebben, werkelijk geen spook) maakte zich bekend als Jonker Herman von Starkenfaust. Hij vertelde zijn avontuur met den jongen Graaf. Hij verhaalde, hoe hij zich naar het kasteel gespoed had, om de droeve tijding over te brengen, maar dat de welbespraaktheid van den Baron het hem onmogelijk hed gemaakt zijn verhaal ten einde te brengen. Hoe hij op het zien van de bruid geheel in verrukking was geraakt en hoe hij, om een paar uren nevens baar te kunnen doorbrengen, stilzwijgend de ver gissing had laten voortduren. Hoe erg hij in verlegenheid was geweest, niet wetend hoe zich te kunnen terugtrekken, totdat de spookgeschiedenissen van den Baron hem een gedachte aan de band hadden gedaan. Hoe bij, uit vrees voor de familie-veete, zijn bezoeken in bet geheim had herhaald... in den tuin voor bet venster yan de jonkvrouw Frankrij k. Op hot Westelijk oorlogsterrein. PARIJS. Niettegenstaande de felle aan vallen op bet Belgische leger beeft dit zich staande gehouden langs de Yser. Ook in de buurt van Yperen worden ge vechten geleverd. Op onzeu linkervleugcWhoud.en do Duit schers nog 6tceds den toegang tot Rijssel in de richting Armcntières, Fournes cu La Basse© bezet. A.an d6 Maas heeft de vijand vergeofsclie pogingen gedaan om afdeeiingen van onze troepen, die voorttrokken langs den rechter oever op 't schiereiland Camp des Jtomains, terug te slaan. Alles bijeengenomen hebben wij den I9cn op verschillende punten kleine voordooien behaald. BERLIJN. Officieel wordt door hot groote hoofdkwartier gemeld van he denmorgen De Duitsche troepen, die van Ostende langs do kust voortrukten, stietten aan de Yser, bij Nieuwpoort, op een vijandelijke afdeeling, met welke zij sedert eergisteren in gevecht zijn. Maandag werden do aanvallen d<?f geal lieerden westelijk van Rijssel met zware ver liezen voor de aanvallers afgeslagen. Op het Oostelijk govechtsveld is niets bij zonders voorgevallen. Nieuwe Engelsche troepen naar het front. Men meldt ons uit Berlijn Volgens een bericht uit Stockholm vormen, sedert een week buitengewoon 'groote transportvloteri een bijna onafgebroken brug tusschen Ramsgate, Dover en Folkestone aan de En gelsche kust en Duinkerken, Calais en Bou logne aan de Fransche en berekent men, dat binnen enkole dagen Briischo troepen ter sterkte van meer dan 200,000 man op Franschen bodem zullen staan. De Enge! sche pers verklaart, dat deze oorlog voor Engeland een strijd op leven en dood is. die ten doei heeft do ver wezenlijking der Duitsche plannen te verhinderen, die zich verbergen achter de wanhopige pogingen om vasten voet te krij gen aan het Kanaal. De commandant van Dover heeft de bui- tenlandsche vluchtelingen, gelast binnen esn week de stad te verlaten. Uit de „Illustrate Zeauij^ Generaal Von Moltke, Chef van den Generalen Staf van het Duitsche leger. had gespookt... was gekomen... had gezien... en overwonnen... en in één woord de uit verkorene zijns harten bad gehuwd. Onder elke andere omstandigheid zou de Baron onverbiddelijk zijn geweest, want hij duldde geen tegenspraak tegen het vaderlijk gezag en was hardnekkig in alle familicvcc- tenmaar hij had zijn dochter lief boven alles; hij had haar als verloren beweendhij verheugde er zich over haar levend en wel terug te zien; en ofschoon haar echtgenoot uit een vijandig huis stamde, toch was hij, den hemel zij dank, geen spook. De zaak was clan ook spoedig geregeld. De Baron schonk het jonge paar op staanden voet vergiffenis. Het feest op bet kasteel werd hervat. De arme bloedverwanten over stelpten het nieuwe lid van de familie met een beminnenswaardige vriendelijkheid hij was zoo dapper, zoo edelmoedig en zoo rijk. De tantes, dat is waar, sloegen een eenigszins gek figuur, dat haar systeem van strikte afzondering en onvoorwaardelijke gehoorzaamheid zoo slecht was uitgekomen, maar schreven alles toe aan haar zorgeloos heid, dat zij de vensters niet van traliewerk hadden voorzien. Een van baar was nog in bet bijzonder teleurgesteld, -omdat haar wonderbaarlijk verhaal nu in de war was geloopen en omdat het eenige spook, dat zij ooit had gezien, was gebleken een na maaksel te zijn; maar het speet het nichtje heelemaal niet, dat hij van vleescb en bloed was. En zoo is dit verbaal ten einde.

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1914 | | pagina 1