No. 27.
Zondag 18 October 1914.
Oorlogsnieuws.
Orgaan voor Leger en Vloot.
Kwatta's
Manoeuvre Chocolaadi
Onder redactie van D. MANASSEN.
Mededeeling.
Oplaag 50,000 exemplaren.
ADRES VAN REDACTIE EN ADMINISTRATIE: PALESTRINASTRAAT 10,
AMSTERDAM, TELEFOON Z. 4968. DIT BLAD ZAL DRIEMAAL PER WEEK
VERSCHIJNEN. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR NIET-
MILITAIREN 2 CENT, ABONNEMENT 1.50 'PER DRIE MAANDEN.
VOOR ADVERTENTIEN WENDE MEN ZICH TOT HET ALG. ADV.-BUREAU
ROUMA CO., 220 HEERENGBACHT A'DAM.
Generaal-majoor DOORMAN,
Hoofd-Intendant van Let Leger.
Vrijdom van briefport aan militairen.
Onze vorige mededeeling inzake de portvrije
verzending van stukken door militairen, be
rustte op een misverstand en was onjuist.
Militairen, die ons en anderen portvrij hun
stukken willen toezenden, moeten niets
doen blijken van het korps of het onderdeel,
waartoe zij behooren, aangezien dit tot onge-
wenschte bekendmaking van de plaatsen waar
korpsen enz. gelegerd zijn aanleiding kan ge
ven en dus in 's lands belang achterwege
moet blijven. Zij moeten op de adreszijde
alleen het woord „militair" plaatsen met hun
bandteekenlng eronder.
Ten overvloede laten wij hier het omtrent
vrijdom van briefport bepaalde uit hot Recuell
Militair volgen;
Artikel I.
Tot nadere beschikking wordt vrijstelling
van port verleend voor de verzending door en
aan militairen van:
a. brieven (met inbegrip van briefkaarten)
tot een gewicht van 20 gram
b. drukwerken en nieuwsbladen tot een ge
wicht van 100 gram.
Artikel 2.
De Ingevolge het vorig artikel vrij van port
ta verzenden stukken moeten, voor zooveel zij
afkomstig zijn van militairen, aan de adres-
zljdo dragon het opschrift „militair", gewaar
merkt door de handteekenlng van den af
zender.
Vergoeding van schade.
Door de-u commandant der Stelling van
Amsterdam is eene commissie benoemd, die
belast zal worden met Let opnemen van den
toestand en geregeld de eventueel nader
aangebrachte schade blijft nagaan, ten
einde te zijner tijd aan de band van nauw
keurige gegevens in staat te zijn van advies
fce kunnen dienen omtrent de bedragen, die
als schadevergoeding dienen te worden toe-
geleend op grond van artikel 5 van do wet
van 15 April 1896 (Staatsblad No. 71), van
artikel 17 van de wet van 23 Mei 1899
(Staatsblad No. 128) en van ai-tikel 74 van
de wet van 28 Augustus 1S51 (Staatsblad
No. 125).
Als leden der commissie zullen optreden
K. de Boer C z n,, burgemeester van
Assen del ft. lid van de Eerste Kamer der
Staten-Geueraal, tevens voorzitter H. J.
C a 1 k o a n, burgemeester van Edam, te
vens plaatsvervangend voorzitterC.
K n i g g e, lid der Provinciale Staten te
Wilnis; Luitenant-lcolonel F. E,. van
R o ij e n, van de genie; Kapitein W.
P e 11 e r, van den generalen stafals
Slaatavervangende leden zullen optreden
C. Reinders Folmer te Amster-
De Spook-Bruidegom.
Naar het Engelsch
van s
WASHINGTON IRVING.
II.
Terwijl bet oude kasteel van Landskort
in dezen staat van opwinding verkeerde,
■peelde zich in een ander deel van Let
Odenwald een zeer belangwekkend too-
®eel af.
De jonge graaf von Altenburg vervolgde
rustig en kalm zijn reis op een sukkeldrafje,
nis iemand die op weg is om te gaan trou
wen, terwijl zijn vrienden hem hebben ont-
alagen van de moeite en de onzekerheid
van hofmakerij, en die aan het eind van
zijn reis met evenveel zekerheid een bruid
verwacht als een goed middagmaal; Te
Wurtzburg bad hij een jeugdigen wapen
broeder ontmoet, waarmee hij aan de gren
zen had gediend, Herman von Starken-
faust, een onverschrokken strijder, met een
nobel hart, van Duitschen adel, die nu uit
bet leger terugkeerde. Züja vitdera kasteel
dam; G. Krusemante Halfweg; M.
Fernhout, burgemeester van Mij
drecht; kapitein J. E. Roorda van de
geniekapitein H. Harmsen van de
artillerie.
Voor onze jongens aan de grens.
Voor onze jongens aan de grens
Weerklink' der barden lied!
't Behoud van 't land was aller wensch
En zij versaagden, niet;
Hun liefde voor de Landsvorstin,
Hun trouw aan 't vaderland
Deed hen verlaten 't huisgezin,
Verlaten 't dierste pand.
Als de oorlogskreet ten strijde riep,
Europe als één vulkaan,
En Neêrlands Leeuw in vrede sliep
Op de oude lauwerblaan,
Ontwaakte plots die Leeuw, zoo fier,
Springt op en toont zijn kracht,
Zijn manen schuddend, met een zwier,
Houdt hij getrouw de wacht.
Daarom den jongens aan de grens
Weerklink' der barden zang 1
Hun moed, bun trouwe nooit verflens'
Zij leven, leven lang!
En leve lang de Koningin,
Wenscht Oost- en Westerstrand
En Noord en Zuiden één van zin,
Tot heil van 't Vaderland!
JEAN J. GABRI LS.
Roermond, 24 Sept. 1914.
reuzenstrijd.
Er is de laatste paar dagen weinig ver
andering gekomen in den algemeeneu toe
stand van den oorlog. De vijanden blijken
totnogtoe bijzonder goed tegen elkaar op
gewassen. Na de greote gebeurtenis, die wel
do inneming van Antwerpen is, zijn de
Duitsehers ieitelijk de meesters in België.
Met Antwerpen is het laatste, naar men
meende, zoo stevige toevluchtsoord geval
len. Er zal nog wel govochten worden in het
land, maar het staat te vreezen, dat deze
corlog ontaardt jn zijn afschuwelijksten
vorm, de guerilla. Verweer van be-teekenis
kan het Belgische leger niet meer leveren.
Het. is reeds voor een groot deel verdwenen
van den Belgischen grond. Een dertigdui
zend man zijn er geïnterneerd in Neder
land. Een veertigduizend zijn uitgeweken
naar Frankrijk. Ongeveer evenveel zouden
er nog bij Doornik met een zestig a zeven
tigduizend Franschen en Engelschen zijn.
Bevindt zich daar ook Koning Albert, of
i3 hij naar Frankrijk vertrokken? Er is
kans op, dat het leger bij Doornik door de
Duitsehers Avordt omsingeld, tenzij het zich
bijtijds verstrooit.
Geheel gereed met België zijn de Duit
sehers dus nog wel niet, maar zij kunnen nu
toch meer dan totnogtoe hun aandacht
Avijden aan den strijd in Noord-Frankrijk.
Vandaar blijven de berichten zeer schaarsch.
Het is en blijft er eenbevéstigingsoórlog,
waarin blijkbaar de vijanden, over 't ge
heel genomen, geen stap vooruitkomen,
maar ook geen schrede wijken. Van beide
kanten versterkt men zich steeds krachti
ger en breidt men de liniën steeds verder
uit. Het wordt een geleding van troepen
machten, die A'erbazing wekt- en die zich
uitstrekt over tal van honderden kilometers.
Het gevolg is, dat een overwining, die de
beslissing brengt, met eiken dag moeilijker
wordt. Indien het werkelijk gelukt aan
een der beide zijden een groote zegepraal
te bevechten, is daarmee misschien nog niets
geAvonnèn, kan elders de tegenstander een
overwinning behalen. De artillerie heeft in
zoo'n strijd het grootste woord; overigens
hebben er alleen schermutselingen plaats
en voorposten-gevechten, waarin wel met
groote hardnekkigheid wordt gestreden,
rr.aar die geen effect van belang hebben
Van het oostelijk oorlogsterrein komt wat
meer nieuws, maar ook niet veel. In de
laatste dagen komen de berichten vooral
uit Berlijn of Weenen. Dit heeft wel een
was niet ver van den ouden burcht van
Landshort verwijderd, ofschoon een erfe
lijke veete tusschen die twee families be
stond, zoodat zij geheel van elkaar waren
vervreemd.
Na een allerhartelijkste begroeting ver
telden do jonge vrienden elkaar al hun
avonturen en lotgevallen en de graaf gaf
het heele verhaal van zijn A'oorgénomen
huwelijk met een jonkvrouw, die hij nog
nooit had gezien, maar Avièr bekoorlijkhe
den hem in geestdriftige woorden waren
afgeschilderd.
Daar de vrienden in dezelfde richting
moesten reizen, kAvamen zij overeen hun
tocht gemeenschappelijk voort te zetten, en
om dit op hun gemak te kunnen doen, ver
trokken zij vroeg uit Wurtzburg, terwijl de
graaf aan zijn gevolg last- gaf hem later te
volgen en in te halen.
Zij kortten onderwijl den tijd door weer
oude herinneringen uit hun soldatenleven
op te halen maar de graaf hoorde zoo nu
en dan maar half AA'at. zijn vriend zeide,'
als hij in gedachten verwijlde bij zijn bruid
en bij bet geluk, dat hem te wachten stond.
Zij waren nu genaderd tot de bergruggen
van het Odenwald en trokken door een een
zamen en met dicht struikgewas bezetten
pas. Nu is het overbekend» dat de bosschen
beteekenis: het wil zeggen, dat de Duit
sehers en Oostenrijkers aan de winnende
hand zijn. In Polen strijden nu ook de bei
de bondgenooten zij aan zijze staan, vol
gens een Duitech bericht, A'oor Warschau,
dringen du6 verder door in het Russisch ge
bied. Uit Petrograd wordt gemeld, dat
men zich in Warschau, waar alles zijn ge-
regelden gang gaat, niet bezorgd hoeft te
maken. Maai- ondertusschen schijnt het wel
zeker, dat de Russen ook weer uit Lvck
zijn verdwenen en dat het grondgebied van
Oost-Pruisen door ben is ontruimd. En
wat Galicië betreft, daar gaan zij eerder
achter- dan vooruit; van een inneming van
Przemysl schijnt voorloopig nog geen spra
ke. Zoo blijkt meer en meer, dat de reu
zenstrijd over 't geheel nog in geenerlei
opzioht een beslissing brengt, dat de vijan
den blijkbaar volkomen tegen elkaar zijn
opgewassen. Er is nu nog evenmin als voor
tien weken peil op te trekken, welke partij
in 't eind zal zegevieren. Intusschen wordt
van verschillende kanten beweerd, dat in
het Oosten een groote beslissende slag is te
verwachten; de vijanden staan er tegenover
elkaar met een front van 200 K.M.
België.
Belgische Vluchtelingen.
Er is nog niet veel sprake van, dat de Bel
gische vluchtelingen naar hun land teruggaan.
Er hebben ook nog, zooals wij elders melden,
beraadslagingen plaats tusscücn de Node**
landsche regeering en de Belgische autoritei
ten in België. In plaats ran te verminderen,
vermeerderen in sommige plaatsen de vluchte
lingen nog. Zoo te vfissingen. Een paar
duizend zijn vandaar getransporteerd naar el
ders, maar er zijn ook weer zoovele nieuwen
aangekomen, dat het moeilijk is ze onderdak
te brengen. Ze komen nu niet zoozeer meer
van Antwerpen, maar ook 'van de kustplaat
sen. De meeste scholen in Vlissingen zijn ge
sloten, kerken zijn in gebruik genomen om den
a-luchtelingen onderdaK te bezorgen, alle pak
huizen zitten vol. Een bewaarschool is ie
richt voor tijdelijk ziekenhuis.
Zoo erg is het wel niet in vele andere plaat
sen, maar dit kan toch cok niet duren. De
Nederlanders doen wat zij kunnen, doch de
eenige oplossing is, dat de Belgen weer naar
hun land terugkcerena Vooral omdat de
Duitsehe militaire autoriteiten zeer ordelijk
optreden in Antwerpen en'daar vrede en rust-
voor de terugkeerenden Avaarborgen. Er zal
geen sprake zyn van. inkwartiering van Duit
sehe militairen bij burgers, ómdat de stad 'zélf
zorgt voor hun kwartieren, en evenéëns voor
alle verstrekkingen aan het leger. Doch ko
men de vluchtelingen in vloeden terug,- dan
zullen zij goed doen voedsel mee te brengen
voor de eerste drie dagen, omdat het bedrijfs
leven zich bij den terugkeer uiteraard in dier
voege moet herstellen, dat althans de bezor
ging der levensmiddelen, die er in overvloed
zijn, geregeld kan worden. Maar de Belgen
kunnen zich niet trouwer aan hun land tóo-
nen, dan door op hun plaatsen terug te ko
men. Vooral i3 er behoefte aan bakkers,
slagers, letterzetters, glazenmakers, eniz."
De regeeriug in België zal dus, in overleg
met de Nederlandsche militaire overheid, het
torugvervoer van de op anderhalf millioen
menschen geschatte vluchtelingen, met hun
huisraad en Avat al niet meer, zorg dragen.
Duitsehe officieren zijn hiervoor reeds in Ne
derland, en generaal Terwisga is er voor in
Antwerpen geweest.
Intusschen zijn er nog heel wat moeilijkhe
den uit den weg te ruimende Duitsehe auto
riteiten wrlangen nutuurlijk zekere controle
zij- willen óen geleidelijken terugkeer en wen-
schen, dat het vervoer van hun troepen niet
"belemmerd wordt door het in massa toestroo-
men der uitgewekenen.
Er zal dus nog heel wat te beredderen val
len voor het bestuur te Antwerpen en voor
onze regeeving ook, voordat de groote terug
tocht der Belgen uit ons land kan beginnen.
Inmiddels werden drie mannen van vertrou
wen uit Antwerpen aangewezen, om hun land-
genooten tot het weder thuiskomen te bewe
gen. Heb waren de heeren Le Clercq, stads
advocaat; Soeten, lid van den provincialen
raad en mr. Jaminc, oud-stokhouder der balie.
Zij hebben als werkkringen gekozen Roosen
daal,' Bergen-op-Zoom en Zeeuwsch-Vlaando-
ren. Zij" zullen ook meedeelén, dat hun stad ge- 1
heel gaaf is gebleven, op enkele branden hier
en daar na.
Een van de vele, Antwerpen trouAv gebleven
politieagenten, die voor de burgermeesterska
mer op post stond in de Salie des pas perdus,
vertelde, dat de Duitsehe militairen al vast
bezig waren vluchtelingen terug te halen uit
het Land van Waes, op groote vlotten over
de Schelde. Want de schipbrug had het Bel
gische leger op zijn vlucht achter zich tot zin
ken gebracht. Hij kon het trouwens in geba-
ren taal goed vinden met de als uit brons ge
goten wachtposten voor de zalen, waar de
Duitsehe Kommandantur nu zetelde. En ove
rigens was er den banen nacht, toen OA-eral
de granaten floten, en de felle donder niet
van de lucht Avas, daar gelukkig niets voorge
vallen. Duitsehe patrouilles hadden zelf Bel
gische dieven opgebracht, die aan het plunde
ren waren geslagen. 'Overigens, te Antwerpen
zelf Ayas niet zooA-eel gestolenwel in de bui
ten gemeenten. Maar daar waren het de vluch
telingen geweest die hier en daar den boel
hadden opengebroken, om voedsel, om dekens
en bedden, en zoo nog wel het een en ander
meer Avat van hun gading Avas.
De Ned. Cenfcr. Regeeringscommissie tot
behartiging van de belangen der vluchtelin
gen deelt mede, dat zij er reeds in geslaagd
is verschillende Belgische families tot elkaar
te brengen. De vluchtelingen Avorden allen
op kaartsysteem ingeschreven, bij welken
omvangrijken arbeid heb secretariaat be-
langloos wordt geholpen door een staf van
60 personen, onder Avie vele dames, en bo
vendien vele'heeren van het Haagsche Auij-
wi!ligorsGOrp6.
Nog lang niet alle aanvragen zijn beant-
Avoorddeze beloopen ongeveer 500 per dag,
dóch zóódra alle gemeenten de politielijsten
zullen hebben ingezonden, hoopt bet secre-
üo-ii'&órii de -vragen to kunnen beantwoorden.
Den aanvragers Avordt dus vriendelijk ver
zocht nog eenig geduld te willen oefenen.
Het secretariaat is gevestigd Lange Voor
hout 45, Den Haag.
De intocht der Duitsehers in
Antwerpen.
De New-York World" bevat een
beschrijving van den intocht der Duit-
schers in Antwerpen. De correspondent zag
dien van het balkon van het Amerikaansche
consulaat, Avaarvan bij bezit nam na de
vlucht van den consul. Hij Avas de eenige
toeschouwer in de geheele stad. De eerste
troepen, 'die binnenrukten, waren wielrij
ders, gevolgd door een brigade infanterie
en verschillende veldbatterijendeze trok-'|
ken in sterken draf door de stad naar de
kaden en schoten daar met granaatkartetsen
op de Belgische achterhoede, die aan de
Het (rachtvoedsel van het Nederlandsche Leger.
HEERLIJK VAN SMAAK. VERWEKT QEEN DORST.
Antwerpen behoort als havenstad tot de
trits van het Westelijk vastelandHam
burg, Rotterdam, Antwerpen. Zijn haven
kenmerkt zich vooral door de machtige dok
ken. Enkele daarvan zijn niet jong meer,
twee werden aangelegd door Napoleon I,
een der grootste, het „Kattendijkdok" in
't midden der vorige eeuw. Dit is 500 M.
lang en 140 M. breed. Al de dokken zijn
omringd door reusachtige pakhuizen. In
gewone tijden, heerscht er een bewegelijk,
druk en kleurig leven in de Antwerpsche
haven. Het plaatje hierboven geeft ons een
kijkje op de haven in zijn drukke dagen.
van Duit3chland evenzeer door roovers on
veilig worden gemaakt als de kasteelen door
spoken, en in dezen tijd juist wareu de eer
sten bijzonder talrijk, daar heele benden
afgedankte soldaten zich in die streken op
hielden. Zoo wekt het dan ook allerminst
bevreemding, dat de ruiters in het diepst-
van het woud door een troep a'an deze ban
dieten Averden overvallen. Zij verweerden
zich dapper, maar zouden toch het onder
spit hebben gedolven, als het gevolg van
den graaf hen niet juist bijtijds was komen'
ontzetten. Toen de rooA'ers lien zagen aan
komen, kozen zij het hazenpad, helaas, niet
zonder nog den Graaf een doodelijke wonde
te hebben toegebracht. Langzaam en voor-;
zichtig voerde men hem naar Wurtzburg
terug en ontbood haastig uit een naburig
klooster een monnik, die vermaard was om'
zijn vaardigheid zoowel lichaam als ziel
te kunnen rédden; maar de helft van zijn
vaardigheid was overbodig; de ongelukkige
Graaf had nog slechts enkele oogenblikken
te leven.
In zijn stervensure smeekte hij nog zijn
vriend dringend om onmiddellijk naar het
kastel Landshort te vertrekken en de
noodlottige oorzaak van ziju niet. verschij
nen mede te deelen. Al had hij als ver
loofde niet al te veel ijver betoond, hij was
Een der oudste en mooiste steden van
Europa is Antwerpen, met veel schilderach
tigs en grootsch in zijn gebouwen, zijn plei
nen, zijn havenkwartier. Gelukkig is het
niet zoo geteisterd als men eerst dacht, het
is bijna geheel ongedeerd gebleven. Zoo de
Groot© Markt, de Grand' Place, het
centrum van bet drukke Antwerpsche A'er-
keersleven. Hot kiekje, dat we hierboven
geven, kan ons eenig denkbeeld bijbrengen
van het antiek-mooie van dit plein, dat ge
spaard is gebleven voor het Duitsehe vuur.
eei? zeer nauwgezet man en stond er op, j
dat dit bericht spoedig en hoffelijk zou
worden overgebracht. „Voor dat dit gedaan
is," zei hij, „zal ik niet rustig in mijn graf
liggen Op een eigenaardig plechtige wijze
herhaalde hij deze laatste woorden. Een
zoo dringende bede, op zulk een oogenblik
gesproken, liet geen aarzeling toe. Starken-
faust trachtte hem te bedarenhij beloofde
plechtig zijn wensch te zullen vervullen en
bezegelde zijn belofte met een handdruk.
De stervende drukte zijn hand met dank
bare erkentelijkheid, maar begon toen spoe
dig te ijlenover zijn bruid.-., zijn af
spraak...* zijn gegeven woord; hij beval zijn
paard voor te brengen om naar het kasteel
van Landshort te kunnen rijden; en, mee-
nende in den zadel te springen, gaf hij den
geest.
Met een traan en een zucht over het on
tijdig uiteinde van zijn vriend ging Star-
kenfaust heen,, om zich van zijn treurige
zending te kAvijten. Hij ging met een be
zwaard hart, want als een ongenoode gast
zou hij zich te midden van hem vijandige
menschen moeten vertoonen, om met een
noodlottige tijding de feestvreugde in rouw
te doen verkeeren.
Voordat hij vertrok, regelde hij met de
broeders van het klooster de .begrafenis
overzijde van de Schelde vluchtte.
Een compagnie infanterie ging over een
pontonbrug, die in het midden '■-as opge
blazen door de Belgen. Twee soldaten spron
gen in het water, zwommen over het open
vak, èn klommen aan de andere zijde weer
op de brug en rukten voort om den anderen
oever te verkennen. In twee uur hadden de
Duitsehers de brug hersteld. Toen trokken
de troepen daarover in een onafgebroken
stroom.
Het gros van bet leger kwam eerst Za
terdagavond 60,000 man werden geïnspec
teerd door generaal Von Schuetz en admi
raal Von Sckroeder, die met een schitte
renden staf te paard voor het koninklijk
paleis stonden.
Vijf uren lang trokken de troepen door
de. stratende verlaten huizen weerklonken
onder de krachtige voetstappen van hun
paradepas. Compagnie na compagnie, regi
ment na regiment, brigade na brigade ruk
te binnen het oog begon te steken bij bet
zien van die lange rijen in bet grij6 onder
het glinsterend staal der bajonetten. De
troepen zongen ,,Die Wacht am RLein" en
,,Ein'fester Burg ist uuser Gott". Ieder re
giment Averd voorafgegaan door een muziek
korps, en door het vaandel. De troepen be
stonden uit degenen, die in de laatste twee
weken voortdurend in gevecht waren ge
weest, en die zes-en-dertig uur lang dood
en'verderf hadden gezaaid in de stad. De
paarden Avaren goed bereden en goed opge
tuigd, het geschut goed gepoetst; achter de
artillerie kAvam de cavalerie, kurassiers met
helmen en kurassen van gebruind staal,
huzaren met getreste en met bont gevoerde
attilla-'s, en daarna de ulanen, met hunne
lansen en fladderende vlaggetjes. Toen
kAvamen de zeetroepen van de marine-divi
sie, een afdeeling donkerblauwe Beiersche
infanterie, Jichtbrauwe Saksische troepen en
Oostenrijkere in zilvergrijs. Een afdeeling
gendarmerie, zilver en1 groen, sloot den
6toet.
Alles wijst er op, dat de Duitsehe troe
pen bevelen kregen de stad en de bevolking
met groote omzichtigheid te behandelen.
De Duitsehe Rijkskanselier te Brussel.
De Duitsehe Rijkskanselier v. Bethmann
Holhveg ia met den chef van het civiele ka
binet van den Keizer von Valentini, den
gezant von Treutler en den legatieraad von
Mutius Woensdag te Brussel aangekomen.
Duitschland.
Het leven in de loopgraven.
Het leven in de loopgraven, dat de legers
nu al wekenlang achter elkaar moeten vol
houden, is in elk opzicht noodlottig.
Een redacteur van „Het LeA'en", die
in Metz den Kreisarzt, prof. dr. Besserer
uit Müneter, sprak, door de militaire over
heid naar Metz gezonden, om den strijd aan
te binden tegen de dreigende besmettelijke
ziekten, deelt daarover mede:
Prof. Besserer hing een treurig beeld op
van den gezondheidstoestand onder de Duit
sehe troepen aan het front.
Buitengewoon groot was het aantal solda
ten dat aan buikloop leed en ook zeer areel
gevallen van longontsteking en enkele van
typhus waren reeds voorgekomen.
„Maar is dat ook anders mogelijk'/, riep
de professor uit, „nu zeer veel soldaten
vijf dagen en nachten achtereenhebben
moeten doorbrengen in de, door de hevige
regens half met Avater gevulde loopgraven,
omdat ze er eenvoudig niet uit kónden ko
men, daar zoodra er maar een hoofd boven
de loopgraven-uitkwam, daar ook een Fran-
scke kogel in zat. Vijf dagen lang, gedu
rende Avelke daar ook de aanvoer van pro
viand onmogelijk was, moest worden ge
teerd op bet brood dat in den ransel was
en dat ten slotte zelfs beschimmeld Averd
gegeten; vijf dagen lang, gedurende welke
de uitwerpselen van al die menschen zich in
plechtigheid van zijn vriend, die in de
kathedraal van Wurtzburg naast eenige van
zijn voornaamste bloedverwanten zou begra
ven worden, en aan het treurende gevolg
van den Graaf liet hij de zorg over voor
diens stoffelijk OA'erschot.
Het .is nu droog .tijd terug tq keer en tot
de familie van. Katzenellenbogen, die vol
verlangen haar gast, en nog meer haar
feestmaal, verwachtte, en tot den kleinen
waardigen Baron.
De avond was reeds gevallen, maar geen
bruidegom was-in aantocht. Het feestmaal,
dat van uur tot uur was uitgesteld, "kon nu
onmogelijk langer verschoven worden. De
vleezen waren meer dan gaar en de kok
was wanhopig, en de heele familie zag er
uit als een garnizoen, dat door hongersnood
wordt gekweld. De Baron zag zich zeer
tegen zijn zin genoodzaakt het feest te doen
beginnen, ter wij Ede gast nog niet versche
nen was. Allen zetten zich aan tafel en
juist zou men beginnen, toen het geschal
van een horen voor de poort de komst .yan
een Areemdeling aankondigde. Een tweede
stoot in den horen vervulde de oude zalen
van het kosteel met zijn echo's en werd be
antwoord' door den wachter van den muur.
De Baron haastte zich om zijn toekomst-i-
gen schoonzoon welkom te heeten.
de smalle loopgraven ophoopten en een ver
pestende lucht A'erspreidden vijf dagen
lang, zonder dat doode of gewonde makkc-rs
konden worden weggehaald!
„Moeten onder zulkc orostandigheden niet
zeer velen van hen,'die niet door een vijan
delijken kogel werden getroffen, ten offer
A'allen aan ziekten, die een niet minder doo
delijke uitwerking hebben dan kogels en
granaten
„Gélukkig breidt de ziekte zich op het
oogenblik niet meer uit, zijn wij er in ge
slaagd baar te beteugelen het weer is nu
goed, werkt mee, maar als de strijd hier
om Verdun nog lang duurt en we krijgen
Aveer eenige dagen regen, waarbij dan nog
komen de steeds kouder wordende nachten/
dan..."
De professor' sprak niet' uit wat dan,
maar zijn bedenkelijk' hoofdschudden zei
genoeg.
De neutralen
De „Norddeutsche Allgemeine Zeituug"
bespreekt den zwaren druk van den oorlog
op de neutrale mogendheden en zegt dan
„De militaire zorg voor de bescherming
hunner neutraliteit berooft hen in hun eco
nomisch leven van vele arbeidskrachten en
hun handel, door voortdurend verkeer met
het buitenland, wordt niet alieen belemmerd
door den oorlogstoestand, maar ook nog
door de onbillijkheden, die bun bij de hand
having van hunne neutraliteit worden aan
gedaan.
„Bij de kosten en verliezen die de oorlog
den neutralen oplegt komen nu nog de uit
gaven en bemoeiingen, die de regoeringen
en particulieren met lofwaardige hulpvaar
digheid en in grooten omvang vrijwillig
brengen in dienst der menschel ijkheid. Hier
bij moet men in de eerste plaats denken aan
Amerika, maar ook aan de grootmoedige
houding A'an Nederland, ZAvitserland en de
Skandinavische rijken, die zich dadelijk het
lot der stroomen hulpbehoeA-ende vluchte
lingen van alle naties aantrokken, die door
den oorlogsstorm over hunne neutrale gren
zen werden gevoerd.
„Juist nu AA'eer heeft Nederland, door de
belegering en den val van Antwerpen, door
de zorg voor de groote menigte der daar
heen gevluchte burgerlijke bevolking en door
de geïnterneerde bezettingstroepen een zwa
ren last aan verantwoordelijkheid en moei
te, aan milddadigheid en zorg op zich geno
men. Het is recht en billijk, dat wij in onzen
eigen barden strijd niet verzuimen blikken
vol bewondering te richten op de neutralen,
die hoe gering aan bevolking, zoo groot in
offervaardigheid en aan menschelijke edel
moedigheid zijn, Avelke in deze dagen, nu
de volken in hart en nieren worden be
proefd, zoo weldadig aandoen."
Engeland.
Een erkenning van de Times"
In een „Times"-artikel over den val van
Antwerpen 6taat:
„Wij hebben dikwijls de wijze van oor-
logvocren der Duitsehers veroordeeld, maar
de eerlijkheid gebiedt te erkennen, dat zij
Antwerpen blijkbaar met de grootste ver
schooning hebben behandeld."
Frankrijk.
Op het Westelijk oorlogsterrein.
PARIJS. De Duitsehe troepen, die
van Antwerpen zijn gekomen, zijn opgerukt
naar het westen en hebben de streek van
Brugge en Thiels bereikt op 14 dezer
's avonds.
Op onzen linkervleugel heeft de vijand
den linkeroe\Ter van de Lys ontruimd. Wij
hebben aanmerkelijk terrein gewonnen in
De ophaalbrug werd neergelaten en een
Aneemdeling reed de poort binnen. Hij was
een groote edele figuur, zooals hij daar zat
op zijn koolzwart strijdros. Zij gelaat Avas
bleek, maar hij had schitterende oogen, ter
wijl zijn heele voorkomen iets plechtigs en
droefgeestigs had. De Baron werd eerst
onaangenaam getroffen, dat de bruidegom
alleen en zonder gevolg was gekomen. Een
oogenblik gevoelde hij zich in zijn waardig
heid te kort gedaan en hij beschouwde het
zoo half en half als een gebrek aan eerbied
voor de plechtige gelegenheid en tegenover
de voornaamheid van de familie, waarmee
de jonge man zich zou verbinden. Maar hij
bedwong zich, omdat het de jeugdige voort
varendheid van den bruidegom kon zijn go-
weest, die hem er toe had aangedreven zijn
dienaren A'ooruit te rijden.
„Het spijt mij," zei de vreemdeling, „dat
ik zoo ontijdig in uw midden..."
Hier viel de Baren hem iu de rede n;et
woorden van welkom en begroeting; want,
om de waarheid te zeggen, bij liet zich niet
weinig voorstaan op zijn hoffelijkheid en
welsprekendheid. Een paar malen trachtte
de vreemdeling den woordenvloed té onder
breken, maar tevergeefs, en zoo boog hij
het hoofd en li-rt den Baron doorspreken.
CWordt vervolgdJ.