No. 27. Zondag 18 October 1914. Oorlogsnieuws. Orgaan voor Leger en Vloot. Kwatta's Manoeuvre Chocolaadi Onder redactie van D. MANASSEN. Mededeeling. Oplaag 50,000 exemplaren. ADRES VAN REDACTIE EN ADMINISTRATIE: PALESTRINASTRAAT 10, AMSTERDAM, TELEFOON Z. 4968. DIT BLAD ZAL DRIEMAAL PER WEEK VERSCHIJNEN. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR NIET- MILITAIREN 2 CENT, ABONNEMENT 1.50 'PER DRIE MAANDEN. VOOR ADVERTENTIEN WENDE MEN ZICH TOT HET ALG. ADV.-BUREAU ROUMA CO., 220 HEERENGBACHT A'DAM. Generaal-majoor DOORMAN, Hoofd-Intendant van Let Leger. Vrijdom van briefport aan militairen. Onze vorige mededeeling inzake de portvrije verzending van stukken door militairen, be rustte op een misverstand en was onjuist. Militairen, die ons en anderen portvrij hun stukken willen toezenden, moeten niets doen blijken van het korps of het onderdeel, waartoe zij behooren, aangezien dit tot onge- wenschte bekendmaking van de plaatsen waar korpsen enz. gelegerd zijn aanleiding kan ge ven en dus in 's lands belang achterwege moet blijven. Zij moeten op de adreszijde alleen het woord „militair" plaatsen met hun bandteekenlng eronder. Ten overvloede laten wij hier het omtrent vrijdom van briefport bepaalde uit hot Recuell Militair volgen; Artikel I. Tot nadere beschikking wordt vrijstelling van port verleend voor de verzending door en aan militairen van: a. brieven (met inbegrip van briefkaarten) tot een gewicht van 20 gram b. drukwerken en nieuwsbladen tot een ge wicht van 100 gram. Artikel 2. De Ingevolge het vorig artikel vrij van port ta verzenden stukken moeten, voor zooveel zij afkomstig zijn van militairen, aan de adres- zljdo dragon het opschrift „militair", gewaar merkt door de handteekenlng van den af zender. Vergoeding van schade. Door de-u commandant der Stelling van Amsterdam is eene commissie benoemd, die belast zal worden met Let opnemen van den toestand en geregeld de eventueel nader aangebrachte schade blijft nagaan, ten einde te zijner tijd aan de band van nauw keurige gegevens in staat te zijn van advies fce kunnen dienen omtrent de bedragen, die als schadevergoeding dienen te worden toe- geleend op grond van artikel 5 van do wet van 15 April 1896 (Staatsblad No. 71), van artikel 17 van de wet van 23 Mei 1899 (Staatsblad No. 128) en van ai-tikel 74 van de wet van 28 Augustus 1S51 (Staatsblad No. 125). Als leden der commissie zullen optreden K. de Boer C z n,, burgemeester van Assen del ft. lid van de Eerste Kamer der Staten-Geueraal, tevens voorzitter H. J. C a 1 k o a n, burgemeester van Edam, te vens plaatsvervangend voorzitterC. K n i g g e, lid der Provinciale Staten te Wilnis; Luitenant-lcolonel F. E,. van R o ij e n, van de genie; Kapitein W. P e 11 e r, van den generalen stafals Slaatavervangende leden zullen optreden C. Reinders Folmer te Amster- De Spook-Bruidegom. Naar het Engelsch van s WASHINGTON IRVING. II. Terwijl bet oude kasteel van Landskort in dezen staat van opwinding verkeerde, ■peelde zich in een ander deel van Let Odenwald een zeer belangwekkend too- ®eel af. De jonge graaf von Altenburg vervolgde rustig en kalm zijn reis op een sukkeldrafje, nis iemand die op weg is om te gaan trou wen, terwijl zijn vrienden hem hebben ont- alagen van de moeite en de onzekerheid van hofmakerij, en die aan het eind van zijn reis met evenveel zekerheid een bruid verwacht als een goed middagmaal; Te Wurtzburg bad hij een jeugdigen wapen broeder ontmoet, waarmee hij aan de gren zen had gediend, Herman von Starken- faust, een onverschrokken strijder, met een nobel hart, van Duitschen adel, die nu uit bet leger terugkeerde. Züja vitdera kasteel dam; G. Krusemante Halfweg; M. Fernhout, burgemeester van Mij drecht; kapitein J. E. Roorda van de geniekapitein H. Harmsen van de artillerie. Voor onze jongens aan de grens. Voor onze jongens aan de grens Weerklink' der barden lied! 't Behoud van 't land was aller wensch En zij versaagden, niet; Hun liefde voor de Landsvorstin, Hun trouw aan 't vaderland Deed hen verlaten 't huisgezin, Verlaten 't dierste pand. Als de oorlogskreet ten strijde riep, Europe als één vulkaan, En Neêrlands Leeuw in vrede sliep Op de oude lauwerblaan, Ontwaakte plots die Leeuw, zoo fier, Springt op en toont zijn kracht, Zijn manen schuddend, met een zwier, Houdt hij getrouw de wacht. Daarom den jongens aan de grens Weerklink' der barden zang 1 Hun moed, bun trouwe nooit verflens' Zij leven, leven lang! En leve lang de Koningin, Wenscht Oost- en Westerstrand En Noord en Zuiden één van zin, Tot heil van 't Vaderland! JEAN J. GABRI LS. Roermond, 24 Sept. 1914. reuzenstrijd. Er is de laatste paar dagen weinig ver andering gekomen in den algemeeneu toe stand van den oorlog. De vijanden blijken totnogtoe bijzonder goed tegen elkaar op gewassen. Na de greote gebeurtenis, die wel do inneming van Antwerpen is, zijn de Duitsehers ieitelijk de meesters in België. Met Antwerpen is het laatste, naar men meende, zoo stevige toevluchtsoord geval len. Er zal nog wel govochten worden in het land, maar het staat te vreezen, dat deze corlog ontaardt jn zijn afschuwelijksten vorm, de guerilla. Verweer van be-teekenis kan het Belgische leger niet meer leveren. Het. is reeds voor een groot deel verdwenen van den Belgischen grond. Een dertigdui zend man zijn er geïnterneerd in Neder land. Een veertigduizend zijn uitgeweken naar Frankrijk. Ongeveer evenveel zouden er nog bij Doornik met een zestig a zeven tigduizend Franschen en Engelschen zijn. Bevindt zich daar ook Koning Albert, of i3 hij naar Frankrijk vertrokken? Er is kans op, dat het leger bij Doornik door de Duitsehers Avordt omsingeld, tenzij het zich bijtijds verstrooit. Geheel gereed met België zijn de Duit sehers dus nog wel niet, maar zij kunnen nu toch meer dan totnogtoe hun aandacht Avijden aan den strijd in Noord-Frankrijk. Vandaar blijven de berichten zeer schaarsch. Het is en blijft er eenbevéstigingsoórlog, waarin blijkbaar de vijanden, over 't ge heel genomen, geen stap vooruitkomen, maar ook geen schrede wijken. Van beide kanten versterkt men zich steeds krachti ger en breidt men de liniën steeds verder uit. Het wordt een geleding van troepen machten, die A'erbazing wekt- en die zich uitstrekt over tal van honderden kilometers. Het gevolg is, dat een overwining, die de beslissing brengt, met eiken dag moeilijker wordt. Indien het werkelijk gelukt aan een der beide zijden een groote zegepraal te bevechten, is daarmee misschien nog niets geAvonnèn, kan elders de tegenstander een overwinning behalen. De artillerie heeft in zoo'n strijd het grootste woord; overigens hebben er alleen schermutselingen plaats en voorposten-gevechten, waarin wel met groote hardnekkigheid wordt gestreden, rr.aar die geen effect van belang hebben Van het oostelijk oorlogsterrein komt wat meer nieuws, maar ook niet veel. In de laatste dagen komen de berichten vooral uit Berlijn of Weenen. Dit heeft wel een was niet ver van den ouden burcht van Landshort verwijderd, ofschoon een erfe lijke veete tusschen die twee families be stond, zoodat zij geheel van elkaar waren vervreemd. Na een allerhartelijkste begroeting ver telden do jonge vrienden elkaar al hun avonturen en lotgevallen en de graaf gaf het heele verhaal van zijn A'oorgénomen huwelijk met een jonkvrouw, die hij nog nooit had gezien, maar Avièr bekoorlijkhe den hem in geestdriftige woorden waren afgeschilderd. Daar de vrienden in dezelfde richting moesten reizen, kAvamen zij overeen hun tocht gemeenschappelijk voort te zetten, en om dit op hun gemak te kunnen doen, ver trokken zij vroeg uit Wurtzburg, terwijl de graaf aan zijn gevolg last- gaf hem later te volgen en in te halen. Zij kortten onderwijl den tijd door weer oude herinneringen uit hun soldatenleven op te halen maar de graaf hoorde zoo nu en dan maar half AA'at. zijn vriend zeide,' als hij in gedachten verwijlde bij zijn bruid en bij bet geluk, dat hem te wachten stond. Zij waren nu genaderd tot de bergruggen van het Odenwald en trokken door een een zamen en met dicht struikgewas bezetten pas. Nu is het overbekend» dat de bosschen beteekenis: het wil zeggen, dat de Duit sehers en Oostenrijkers aan de winnende hand zijn. In Polen strijden nu ook de bei de bondgenooten zij aan zijze staan, vol gens een Duitech bericht, A'oor Warschau, dringen du6 verder door in het Russisch ge bied. Uit Petrograd wordt gemeld, dat men zich in Warschau, waar alles zijn ge- regelden gang gaat, niet bezorgd hoeft te maken. Maai- ondertusschen schijnt het wel zeker, dat de Russen ook weer uit Lvck zijn verdwenen en dat het grondgebied van Oost-Pruisen door ben is ontruimd. En wat Galicië betreft, daar gaan zij eerder achter- dan vooruit; van een inneming van Przemysl schijnt voorloopig nog geen spra ke. Zoo blijkt meer en meer, dat de reu zenstrijd over 't geheel nog in geenerlei opzioht een beslissing brengt, dat de vijan den blijkbaar volkomen tegen elkaar zijn opgewassen. Er is nu nog evenmin als voor tien weken peil op te trekken, welke partij in 't eind zal zegevieren. Intusschen wordt van verschillende kanten beweerd, dat in het Oosten een groote beslissende slag is te verwachten; de vijanden staan er tegenover elkaar met een front van 200 K.M. België. Belgische Vluchtelingen. Er is nog niet veel sprake van, dat de Bel gische vluchtelingen naar hun land teruggaan. Er hebben ook nog, zooals wij elders melden, beraadslagingen plaats tusscücn de Node** landsche regeering en de Belgische autoritei ten in België. In plaats ran te verminderen, vermeerderen in sommige plaatsen de vluchte lingen nog. Zoo te vfissingen. Een paar duizend zijn vandaar getransporteerd naar el ders, maar er zijn ook weer zoovele nieuwen aangekomen, dat het moeilijk is ze onderdak te brengen. Ze komen nu niet zoozeer meer van Antwerpen, maar ook 'van de kustplaat sen. De meeste scholen in Vlissingen zijn ge sloten, kerken zijn in gebruik genomen om den a-luchtelingen onderdaK te bezorgen, alle pak huizen zitten vol. Een bewaarschool is ie richt voor tijdelijk ziekenhuis. Zoo erg is het wel niet in vele andere plaat sen, maar dit kan toch cok niet duren. De Nederlanders doen wat zij kunnen, doch de eenige oplossing is, dat de Belgen weer naar hun land terugkcerena Vooral omdat de Duitsehe militaire autoriteiten zeer ordelijk optreden in Antwerpen en'daar vrede en rust- voor de terugkeerenden Avaarborgen. Er zal geen sprake zyn van. inkwartiering van Duit sehe militairen bij burgers, ómdat de stad 'zélf zorgt voor hun kwartieren, en evenéëns voor alle verstrekkingen aan het leger. Doch ko men de vluchtelingen in vloeden terug,- dan zullen zij goed doen voedsel mee te brengen voor de eerste drie dagen, omdat het bedrijfs leven zich bij den terugkeer uiteraard in dier voege moet herstellen, dat althans de bezor ging der levensmiddelen, die er in overvloed zijn, geregeld kan worden. Maar de Belgen kunnen zich niet trouwer aan hun land tóo- nen, dan door op hun plaatsen terug te ko men. Vooral i3 er behoefte aan bakkers, slagers, letterzetters, glazenmakers, eniz." De regeeriug in België zal dus, in overleg met de Nederlandsche militaire overheid, het torugvervoer van de op anderhalf millioen menschen geschatte vluchtelingen, met hun huisraad en Avat al niet meer, zorg dragen. Duitsehe officieren zijn hiervoor reeds in Ne derland, en generaal Terwisga is er voor in Antwerpen geweest. Intusschen zijn er nog heel wat moeilijkhe den uit den weg te ruimende Duitsehe auto riteiten wrlangen nutuurlijk zekere controle zij- willen óen geleidelijken terugkeer en wen- schen, dat het vervoer van hun troepen niet "belemmerd wordt door het in massa toestroo- men der uitgewekenen. Er zal dus nog heel wat te beredderen val len voor het bestuur te Antwerpen en voor onze regeeving ook, voordat de groote terug tocht der Belgen uit ons land kan beginnen. Inmiddels werden drie mannen van vertrou wen uit Antwerpen aangewezen, om hun land- genooten tot het weder thuiskomen te bewe gen. Heb waren de heeren Le Clercq, stads advocaat; Soeten, lid van den provincialen raad en mr. Jaminc, oud-stokhouder der balie. Zij hebben als werkkringen gekozen Roosen daal,' Bergen-op-Zoom en Zeeuwsch-Vlaando- ren. Zij" zullen ook meedeelén, dat hun stad ge- 1 heel gaaf is gebleven, op enkele branden hier en daar na. Een van de vele, Antwerpen trouAv gebleven politieagenten, die voor de burgermeesterska mer op post stond in de Salie des pas perdus, vertelde, dat de Duitsehe militairen al vast bezig waren vluchtelingen terug te halen uit het Land van Waes, op groote vlotten over de Schelde. Want de schipbrug had het Bel gische leger op zijn vlucht achter zich tot zin ken gebracht. Hij kon het trouwens in geba- ren taal goed vinden met de als uit brons ge goten wachtposten voor de zalen, waar de Duitsehe Kommandantur nu zetelde. En ove rigens was er den banen nacht, toen OA-eral de granaten floten, en de felle donder niet van de lucht Avas, daar gelukkig niets voorge vallen. Duitsehe patrouilles hadden zelf Bel gische dieven opgebracht, die aan het plunde ren waren geslagen. 'Overigens, te Antwerpen zelf Ayas niet zooA-eel gestolenwel in de bui ten gemeenten. Maar daar waren het de vluch telingen geweest die hier en daar den boel hadden opengebroken, om voedsel, om dekens en bedden, en zoo nog wel het een en ander meer Avat van hun gading Avas. De Ned. Cenfcr. Regeeringscommissie tot behartiging van de belangen der vluchtelin gen deelt mede, dat zij er reeds in geslaagd is verschillende Belgische families tot elkaar te brengen. De vluchtelingen Avorden allen op kaartsysteem ingeschreven, bij welken omvangrijken arbeid heb secretariaat be- langloos wordt geholpen door een staf van 60 personen, onder Avie vele dames, en bo vendien vele'heeren van het Haagsche Auij- wi!ligorsGOrp6. Nog lang niet alle aanvragen zijn beant- Avoorddeze beloopen ongeveer 500 per dag, dóch zóódra alle gemeenten de politielijsten zullen hebben ingezonden, hoopt bet secre- üo-ii'&órii de -vragen to kunnen beantwoorden. Den aanvragers Avordt dus vriendelijk ver zocht nog eenig geduld te willen oefenen. Het secretariaat is gevestigd Lange Voor hout 45, Den Haag. De intocht der Duitsehers in Antwerpen. De New-York World" bevat een beschrijving van den intocht der Duit- schers in Antwerpen. De correspondent zag dien van het balkon van het Amerikaansche consulaat, Avaarvan bij bezit nam na de vlucht van den consul. Hij Avas de eenige toeschouwer in de geheele stad. De eerste troepen, 'die binnenrukten, waren wielrij ders, gevolgd door een brigade infanterie en verschillende veldbatterijendeze trok-'| ken in sterken draf door de stad naar de kaden en schoten daar met granaatkartetsen op de Belgische achterhoede, die aan de Het (rachtvoedsel van het Nederlandsche Leger. HEERLIJK VAN SMAAK. VERWEKT QEEN DORST. Antwerpen behoort als havenstad tot de trits van het Westelijk vastelandHam burg, Rotterdam, Antwerpen. Zijn haven kenmerkt zich vooral door de machtige dok ken. Enkele daarvan zijn niet jong meer, twee werden aangelegd door Napoleon I, een der grootste, het „Kattendijkdok" in 't midden der vorige eeuw. Dit is 500 M. lang en 140 M. breed. Al de dokken zijn omringd door reusachtige pakhuizen. In gewone tijden, heerscht er een bewegelijk, druk en kleurig leven in de Antwerpsche haven. Het plaatje hierboven geeft ons een kijkje op de haven in zijn drukke dagen. van Duit3chland evenzeer door roovers on veilig worden gemaakt als de kasteelen door spoken, en in dezen tijd juist wareu de eer sten bijzonder talrijk, daar heele benden afgedankte soldaten zich in die streken op hielden. Zoo wekt het dan ook allerminst bevreemding, dat de ruiters in het diepst- van het woud door een troep a'an deze ban dieten Averden overvallen. Zij verweerden zich dapper, maar zouden toch het onder spit hebben gedolven, als het gevolg van den graaf hen niet juist bijtijds was komen' ontzetten. Toen de rooA'ers lien zagen aan komen, kozen zij het hazenpad, helaas, niet zonder nog den Graaf een doodelijke wonde te hebben toegebracht. Langzaam en voor-; zichtig voerde men hem naar Wurtzburg terug en ontbood haastig uit een naburig klooster een monnik, die vermaard was om' zijn vaardigheid zoowel lichaam als ziel te kunnen rédden; maar de helft van zijn vaardigheid was overbodig; de ongelukkige Graaf had nog slechts enkele oogenblikken te leven. In zijn stervensure smeekte hij nog zijn vriend dringend om onmiddellijk naar het kastel Landshort te vertrekken en de noodlottige oorzaak van ziju niet. verschij nen mede te deelen. Al had hij als ver loofde niet al te veel ijver betoond, hij was Een der oudste en mooiste steden van Europa is Antwerpen, met veel schilderach tigs en grootsch in zijn gebouwen, zijn plei nen, zijn havenkwartier. Gelukkig is het niet zoo geteisterd als men eerst dacht, het is bijna geheel ongedeerd gebleven. Zoo de Groot© Markt, de Grand' Place, het centrum van bet drukke Antwerpsche A'er- keersleven. Hot kiekje, dat we hierboven geven, kan ons eenig denkbeeld bijbrengen van het antiek-mooie van dit plein, dat ge spaard is gebleven voor het Duitsehe vuur. eei? zeer nauwgezet man en stond er op, j dat dit bericht spoedig en hoffelijk zou worden overgebracht. „Voor dat dit gedaan is," zei hij, „zal ik niet rustig in mijn graf liggen Op een eigenaardig plechtige wijze herhaalde hij deze laatste woorden. Een zoo dringende bede, op zulk een oogenblik gesproken, liet geen aarzeling toe. Starken- faust trachtte hem te bedarenhij beloofde plechtig zijn wensch te zullen vervullen en bezegelde zijn belofte met een handdruk. De stervende drukte zijn hand met dank bare erkentelijkheid, maar begon toen spoe dig te ijlenover zijn bruid.-., zijn af spraak...* zijn gegeven woord; hij beval zijn paard voor te brengen om naar het kasteel van Landshort te kunnen rijden; en, mee- nende in den zadel te springen, gaf hij den geest. Met een traan en een zucht over het on tijdig uiteinde van zijn vriend ging Star- kenfaust heen,, om zich van zijn treurige zending te kAvijten. Hij ging met een be zwaard hart, want als een ongenoode gast zou hij zich te midden van hem vijandige menschen moeten vertoonen, om met een noodlottige tijding de feestvreugde in rouw te doen verkeeren. Voordat hij vertrok, regelde hij met de broeders van het klooster de .begrafenis overzijde van de Schelde vluchtte. Een compagnie infanterie ging over een pontonbrug, die in het midden '■-as opge blazen door de Belgen. Twee soldaten spron gen in het water, zwommen over het open vak, èn klommen aan de andere zijde weer op de brug en rukten voort om den anderen oever te verkennen. In twee uur hadden de Duitsehers de brug hersteld. Toen trokken de troepen daarover in een onafgebroken stroom. Het gros van bet leger kwam eerst Za terdagavond 60,000 man werden geïnspec teerd door generaal Von Schuetz en admi raal Von Sckroeder, die met een schitte renden staf te paard voor het koninklijk paleis stonden. Vijf uren lang trokken de troepen door de. stratende verlaten huizen weerklonken onder de krachtige voetstappen van hun paradepas. Compagnie na compagnie, regi ment na regiment, brigade na brigade ruk te binnen het oog begon te steken bij bet zien van die lange rijen in bet grij6 onder het glinsterend staal der bajonetten. De troepen zongen ,,Die Wacht am RLein" en ,,Ein'fester Burg ist uuser Gott". Ieder re giment Averd voorafgegaan door een muziek korps, en door het vaandel. De troepen be stonden uit degenen, die in de laatste twee weken voortdurend in gevecht waren ge weest, en die zes-en-dertig uur lang dood en'verderf hadden gezaaid in de stad. De paarden Avaren goed bereden en goed opge tuigd, het geschut goed gepoetst; achter de artillerie kAvam de cavalerie, kurassiers met helmen en kurassen van gebruind staal, huzaren met getreste en met bont gevoerde attilla-'s, en daarna de ulanen, met hunne lansen en fladderende vlaggetjes. Toen kAvamen de zeetroepen van de marine-divi sie, een afdeeling donkerblauwe Beiersche infanterie, Jichtbrauwe Saksische troepen en Oostenrijkere in zilvergrijs. Een afdeeling gendarmerie, zilver en1 groen, sloot den 6toet. Alles wijst er op, dat de Duitsehe troe pen bevelen kregen de stad en de bevolking met groote omzichtigheid te behandelen. De Duitsehe Rijkskanselier te Brussel. De Duitsehe Rijkskanselier v. Bethmann Holhveg ia met den chef van het civiele ka binet van den Keizer von Valentini, den gezant von Treutler en den legatieraad von Mutius Woensdag te Brussel aangekomen. Duitschland. Het leven in de loopgraven. Het leven in de loopgraven, dat de legers nu al wekenlang achter elkaar moeten vol houden, is in elk opzicht noodlottig. Een redacteur van „Het LeA'en", die in Metz den Kreisarzt, prof. dr. Besserer uit Müneter, sprak, door de militaire over heid naar Metz gezonden, om den strijd aan te binden tegen de dreigende besmettelijke ziekten, deelt daarover mede: Prof. Besserer hing een treurig beeld op van den gezondheidstoestand onder de Duit sehe troepen aan het front. Buitengewoon groot was het aantal solda ten dat aan buikloop leed en ook zeer areel gevallen van longontsteking en enkele van typhus waren reeds voorgekomen. „Maar is dat ook anders mogelijk'/, riep de professor uit, „nu zeer veel soldaten vijf dagen en nachten achtereenhebben moeten doorbrengen in de, door de hevige regens half met Avater gevulde loopgraven, omdat ze er eenvoudig niet uit kónden ko men, daar zoodra er maar een hoofd boven de loopgraven-uitkwam, daar ook een Fran- scke kogel in zat. Vijf dagen lang, gedu rende Avelke daar ook de aanvoer van pro viand onmogelijk was, moest worden ge teerd op bet brood dat in den ransel was en dat ten slotte zelfs beschimmeld Averd gegeten; vijf dagen lang, gedurende welke de uitwerpselen van al die menschen zich in plechtigheid van zijn vriend, die in de kathedraal van Wurtzburg naast eenige van zijn voornaamste bloedverwanten zou begra ven worden, en aan het treurende gevolg van den Graaf liet hij de zorg over voor diens stoffelijk OA'erschot. Het .is nu droog .tijd terug tq keer en tot de familie van. Katzenellenbogen, die vol verlangen haar gast, en nog meer haar feestmaal, verwachtte, en tot den kleinen waardigen Baron. De avond was reeds gevallen, maar geen bruidegom was-in aantocht. Het feestmaal, dat van uur tot uur was uitgesteld, "kon nu onmogelijk langer verschoven worden. De vleezen waren meer dan gaar en de kok was wanhopig, en de heele familie zag er uit als een garnizoen, dat door hongersnood wordt gekweld. De Baron zag zich zeer tegen zijn zin genoodzaakt het feest te doen beginnen, ter wij Ede gast nog niet versche nen was. Allen zetten zich aan tafel en juist zou men beginnen, toen het geschal van een horen voor de poort de komst .yan een Areemdeling aankondigde. Een tweede stoot in den horen vervulde de oude zalen van het kosteel met zijn echo's en werd be antwoord' door den wachter van den muur. De Baron haastte zich om zijn toekomst-i- gen schoonzoon welkom te heeten. de smalle loopgraven ophoopten en een ver pestende lucht A'erspreidden vijf dagen lang, zonder dat doode of gewonde makkc-rs konden worden weggehaald! „Moeten onder zulkc orostandigheden niet zeer velen van hen,'die niet door een vijan delijken kogel werden getroffen, ten offer A'allen aan ziekten, die een niet minder doo delijke uitwerking hebben dan kogels en granaten „Gélukkig breidt de ziekte zich op het oogenblik niet meer uit, zijn wij er in ge slaagd baar te beteugelen het weer is nu goed, werkt mee, maar als de strijd hier om Verdun nog lang duurt en we krijgen Aveer eenige dagen regen, waarbij dan nog komen de steeds kouder wordende nachten/ dan..." De professor' sprak niet' uit wat dan, maar zijn bedenkelijk' hoofdschudden zei genoeg. De neutralen De „Norddeutsche Allgemeine Zeituug" bespreekt den zwaren druk van den oorlog op de neutrale mogendheden en zegt dan „De militaire zorg voor de bescherming hunner neutraliteit berooft hen in hun eco nomisch leven van vele arbeidskrachten en hun handel, door voortdurend verkeer met het buitenland, wordt niet alieen belemmerd door den oorlogstoestand, maar ook nog door de onbillijkheden, die bun bij de hand having van hunne neutraliteit worden aan gedaan. „Bij de kosten en verliezen die de oorlog den neutralen oplegt komen nu nog de uit gaven en bemoeiingen, die de regoeringen en particulieren met lofwaardige hulpvaar digheid en in grooten omvang vrijwillig brengen in dienst der menschel ijkheid. Hier bij moet men in de eerste plaats denken aan Amerika, maar ook aan de grootmoedige houding A'an Nederland, ZAvitserland en de Skandinavische rijken, die zich dadelijk het lot der stroomen hulpbehoeA-ende vluchte lingen van alle naties aantrokken, die door den oorlogsstorm over hunne neutrale gren zen werden gevoerd. „Juist nu AA'eer heeft Nederland, door de belegering en den val van Antwerpen, door de zorg voor de groote menigte der daar heen gevluchte burgerlijke bevolking en door de geïnterneerde bezettingstroepen een zwa ren last aan verantwoordelijkheid en moei te, aan milddadigheid en zorg op zich geno men. Het is recht en billijk, dat wij in onzen eigen barden strijd niet verzuimen blikken vol bewondering te richten op de neutralen, die hoe gering aan bevolking, zoo groot in offervaardigheid en aan menschelijke edel moedigheid zijn, Avelke in deze dagen, nu de volken in hart en nieren worden be proefd, zoo weldadig aandoen." Engeland. Een erkenning van de Times" In een „Times"-artikel over den val van Antwerpen 6taat: „Wij hebben dikwijls de wijze van oor- logvocren der Duitsehers veroordeeld, maar de eerlijkheid gebiedt te erkennen, dat zij Antwerpen blijkbaar met de grootste ver schooning hebben behandeld." Frankrijk. Op het Westelijk oorlogsterrein. PARIJS. De Duitsehe troepen, die van Antwerpen zijn gekomen, zijn opgerukt naar het westen en hebben de streek van Brugge en Thiels bereikt op 14 dezer 's avonds. Op onzen linkervleugel heeft de vijand den linkeroe\Ter van de Lys ontruimd. Wij hebben aanmerkelijk terrein gewonnen in De ophaalbrug werd neergelaten en een Aneemdeling reed de poort binnen. Hij was een groote edele figuur, zooals hij daar zat op zijn koolzwart strijdros. Zij gelaat Avas bleek, maar hij had schitterende oogen, ter wijl zijn heele voorkomen iets plechtigs en droefgeestigs had. De Baron werd eerst onaangenaam getroffen, dat de bruidegom alleen en zonder gevolg was gekomen. Een oogenblik gevoelde hij zich in zijn waardig heid te kort gedaan en hij beschouwde het zoo half en half als een gebrek aan eerbied voor de plechtige gelegenheid en tegenover de voornaamheid van de familie, waarmee de jonge man zich zou verbinden. Maar hij bedwong zich, omdat het de jeugdige voort varendheid van den bruidegom kon zijn go- weest, die hem er toe had aangedreven zijn dienaren A'ooruit te rijden. „Het spijt mij," zei de vreemdeling, „dat ik zoo ontijdig in uw midden..." Hier viel de Baren hem iu de rede n;et woorden van welkom en begroeting; want, om de waarheid te zeggen, bij liet zich niet weinig voorstaan op zijn hoffelijkheid en welsprekendheid. Een paar malen trachtte de vreemdeling den woordenvloed té onder breken, maar tevergeefs, en zoo boog hij het hoofd en li-rt den Baron doorspreken. CWordt vervolgdJ.

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1914 | | pagina 1