OB SOIjDATEIVCOTJRA INTT
van
Zondag X X October
X 0 1
Enkele lepels daags
sterken zenuwen en lichaam.
20.000 Artsen
erkennen dit schriftelijk,
tn Apotheken en Drogisterijen verkrijgbaar. Brochure*
bij hel Gen. Agentschap. Sarphallstr. 34. Amsterdam.
Uit Hcöel.
Luitenant jhr, von Schmidt auf Altenstadt
schrijft ons uit ïïedel:
Gisteravond gaf de alhier gevestigde mu
ziek- en tooneelvereeniging „St. Wiüebrord"
op verzoek der te Hedel gedetacheerde officie
ren, oene in alle deelen welgeslaagde uitvoe
ring voor het personeel der detachementen
Spoor- en Schipbrug. Behalve door eenige nota
belen, werd de feestelijkheid bijgewoond door
de heeren detachomentscommandanten, de lui
tenants Sckiirmnnu, Siebelinck en jhr. vod
Schmidt auf Altenstadt en natuurlijk door
nagenoeg alle onderofficieren, korporaals en
manschappen, voorzoover deze niet door dienst
verhinderd waren.
In zijne openingsrede heette lt. Schürmann
de aanwezigen hartelijk welkom. Spr. wees op
de ongeëvenaarde Europeescko beroering,
waaraan Holland tot nog tc als door een won
der niet heeft behoeven deel te nemen, 'tij
roemde onze kundige en voor hare taak door o,
door berekende regeering en ons gelijkwaardig
Legerbestuur. Met. een driewerf hoera voor H
M. de Koningin besloot spr. zijne rede. Toer.
werd het Wilhelmus door de muziek ingezet en
door do aanwezigen staande aangehoord
Daarna werd het woord gevoerd door den
weleerwaardon heer pastoor van Liempt, aan
wien alsmede aan clen directeur en net ge
heel© muziekgezelschap langs dezon weg een
welgemeende dankbetuiging voor betoonde
bereidwilligheid en medewerking dient te wor
den gebracht.
Het oorverdoovendo applaus na ieder num
mer van het rijkelijk afwisselend programma
vertolkte de waardeering der manschappon
voor dergelijke festiviteiten in voldoende mate.
Fanfarekorpsen van stad A, dorp B, gehucht
C. en Wijk X, neemt een voorbeeld aan uwe
Hedelscho nnizickbroederen. Gij zult de on zoo
gemakkelijke wijze bowozen geestelijke en g«->es-
tige weldaden niet berouwen.
Promotie.
Terugkomende op bet stukje in de Soldaten-
oourant No. 20 van il. Brons, zouden wij,
milicien-korporaal, bom er gaarne eens op wil
len wijzen, dat hij zich toch wol een beetje
vergist heeft, daar wij van de lichting 1914
zijn, en een volle opleiding genoten hebben,
maar door de mobilisatie geen examen hebben
kunnen doen, en tot nu toe niet aangesteld
zijn als milicien sergeant. Ik geef voorgaanden
schrijver toe dat landweermannen den rang
van onderoff. gekregen hebben, maar do korpo
raals van 1914 niet.
Gaarne zouden wij hierin ook tegemoet geko
men willen worden, nu er zooveel kader tekort
is in de tegenwoordige omstandigheden.
Met dank teeken ik
H. J. J.,
Mil. Korp. 5de Beg. Inf.,
2o Bat., 4e Comp.
(De zaak van beide kanten bekeken zijnde,
wordt hiermee de discussie goslotend. Red.)
Een tractatle.
Men schryft ons uit Zoutkamp
Yiach als volks voedsel begint 6teeds meer
waardeering te vinden cn dit noemen we een
gelukkig versohynael. Ook by ons detachement
ia ris oh een zeer geliefde schotel. Gebr. Poetma
alhier hebben reeds 2 keeren de soldaten ge-
tracteord, den eersten keer op ongeveer 00
pond, waarbij een snoek van 9 pond en den
tweeden keer ongeveer 70 pond, wnarby een
snoek van 16 pond. Deze visch werd kosteloos
verstrekt, waarvoor gobr. Postma een woord
van dank toekomt, 't I3 voor het detachement
aardig, dat visaohorslui ook het hunne er toe
bijbrengen, om het leven der dienstdoende man
nen te veraangenamen, maar ook moet het den
luitenant Kok plezierig aandoen, dat do bevol
king doet, wat zij kan.
Uit Alphen a/d. Rijn.
Men verzoekt ons plaatsing van 't volgende
„Vanwege het „Nederlandsch Jongelingir-
verbond", Verbondsring „Rijnstreek", wordt
a.s. Maandag 12 dezer, des avonds om 7 uur
eene algemeene vergadering gehouden in de
consistoriekamer van liet Evangelisatiegebouw
te Oudshoorn.
De Bqbelbcspreking over 1 Cor. 2 zal inge
leid worden door den heer P. van den Berg
Evangelist te Oudshoorn, waarna verschil
lende voordrachten en opstellen behandeld zul
len worden.
Alle belangstellenden zijn hartelijk wel
kom.
v. L.
Uit Etten.
De heer v. d. Horst, schoolhoofd, Schrijft
ons uit Etten
Gisteravond werden we naar buiten gelokt
door do opgewekte tonen van een muziek
korps, dat door onze straten trok. Al spoedig
hoorden we dat eenige manschappen do instru
menten van een hier gevestigde vereeniging
in bruikleen hadden gevraagd en nu een mu
zikale wandeling door do gemeente maakten.
Bij verschillende militaire autoriteiten werd
een serenade gebracht, ook bij den oudsten
sergeant-majoor, den heer H. van den Dolder.
die door al zijn superieuren en zijn minderen
ton zeerste gerespecteerd wordt. De gevierde
stak een keurige geïmproviseerde speech af,
waarbij hij deed uitkomen, dat hij ten zeerste
getroffen was door do eer hem aangedaan. Hy
zcide allen en vooral ook de manschappen van
do andere compagnieën dank voor het bewijs
van hoogaohting voor zijn persoon, dat hij in
deze serenade zag.
't Spreekt van zelf. dat eon groot© menigte
burgers deze serenade bijwoonde en zoodoende
kon constateeren welk een goedo geest er
heerschte onder do hier ingekwartierde man
schappen en hun meerderen. Onnoodig ook te
zeggen, dat zij aan hot door de militairen ge
blazen „Lang zal hij leven!" herhaaldelijk toe
voegden: Lang leve de sergeant-majoor Van
den Dolder, hiep, hiep, hiep, hoeral
Neutraal, ook in uw liederen.
Geniesoldaat De Kat schrijft ons:
„Voor do volgende zaak vergnnne u mij be
loofd uwe aandacht te vragen.
Op Vrijdagavond 2 October j.l. omstreeks 9
uur werd door een van naar mar-
clieerendèn troep van 250 man (althans door
heb meorendoel daarvan) in de nabijheid van
laatstbedoelde plaats „Die Wacht am K/hein"
uit volle borst van begin tot heb eind gezongen.
De goede uitspraak der Duitsche woorden
deed een afkomst der soldaten uit Zuid-Lim
burg vermoeden.
Bijna woordelijk vernam ik dit relaas tijdens
een 3-daagsch bezoek aan Limburg uit den mond
van een toehoorder. Deze, een zeer ontwikkeld
man, stond voor de juistheid in en verklaarde
zich boreid dit door getuigen, te staven.
Gezien de geprikkelde stemming onzer na
buren en de aanwezigheid van vele uitgeweke
nen, komt deze geschiedenis mij onaangenaam
voor, te meer als men ziet hoeveel moeite er
wordt gedaan om do zuidelijke buren van odz©
volstrekte neutraliteit te overtuigen."
Veel eigen liederen leeren zingen, zoodat wij
geen vreemde behoeven te leeren, zal het beste
zijn. Wij zonden daarom reeds aan alle onder
deden gratis een liederenbundel toe. En ook
anderen doen zeer veel. Red.
oenig ander gebiod door militairen onderwijs O, ware in mijn tijd, door ieder zoo gezongen,
gowen6oht wordt in vakken hier niot genoemd, Ik was al aan den kruk der loeningbank ont-
kan men zich ook daarvoor aanmelden en zoo I sprongen,
mogelyk zal dan met hun verlangen rekeniDg Maar 'k treur© doeweegs niet en zie nog slechts
worden gehouden. I vooruit
Een woord van dank voor de ontwerpers on j En prijs de wapening, die voortbracht dit
uitvoerders van dit alles is hier zeer zeker op geluid.
j Heil nieuwe moederstam van staat'go muzon-
I zonen t
U,t Klaaswaal. 1 O, dring er moe op aan, dat ook Jong-Hol-
De hoornblazer Bergman schrijft ons uit j
zijn plaats.
Klaaswaal
Zaterdag was het de dag, dat do heer en
mevr. ds. Kuipêri, Ned. Ilerv. predikant al-
nicr, hun koperen bruiloft vierden. Nauwe
lijks was dit onder ons militniren bekend ge
worden of onze Thijs (de komiekeling der
oornp.) had het initiatief opgevat om, na eerst
ovorl-jg gepleegd to hebben met den comman
dant, met oen lijst te circulecren onder de
militairen, om aan het bruidspaar een cadeau
aan te bieden, want ieder militair wist maar
al te goed, vooral de wacht, wat de heer en
mevr. Kinpêri gedurende de mobilisatie voor
ons gedaan hebben. Hoewel soldaten niet veel
kun
nen missen was er toch spoedig een aar
Uit Riet.
Korp. Verkruyssen schrijft ons uit Riel:
Nederland, ons vaderland, heeft gemobili
seerd 1
Trouw aan hunnen plicht staan 's lands zo
nen aan de grenzen en in de forten, om een
mogelijken vijand te keeren.
Maar nu wij hier zijn ingekwartierd in stre
ken, die wij niet kennen, in plaatsen, waar
yiets ter verpoozing is, nu zou weldra de
voling ons aangrijpen. Dit wordt algemeen
gevoeld; ik zeg algemeen; dus ook door onzo
superieuren. Ook zij sparen geen moeite, om
het ons zoo aangenaam mogelijk te maken.
Riel is een zeer klein, eenvoudig dorpje, waar
niets is, dan eenigo herbergen. Daar hooren
wij niot! Neen, kooger zij ons ideaal 1
Allereerst is hier door hot comité voor Noord-
Brabant een Militair Tehuis geopend, wat ech
ter zeer klein is. Algemeen werd gevoelder
is nog meer noodig, vooral met het oog op de
middagon. Vandaar hot samenstellen van
eenige commissies, die trachten zullen, de ver
veling tegen te gaan.
Vooral door toedoen van onzen kantonne-
inonts-commandant, majoor Fabins, en den
plaatselijken adjudant, luit. Tuyt, zijn hier
zoogenaamde bataljons- on compagniescommis-
Bies opgericht, waarin elke rang vertegen
woordigd is. De bedoeling der commissies is,
niet alleen de verveling button de deur to hou
den (verveling is des duivels oorkussen), maar
tegelijker tijd het moreel der troepen te ver
heffen. Ic do laatste gecombineerde vorgado-
ring is druk gesproken. Zoo is o. m. besloten:
open Lichtspelen te houden, waaronderhard-
loopen, behendigheidsspelen, voetballon, korf
bal, springen on wat dios meer zq, gevolgd door
onderlinge wedstrijden. Verder zijn een zang
club opgericht, een muziekvereeniging en eon
landbouwcursus. Wat de muziekveroeniging
betreft, deze telt reeds 21 leden en zeer spoe
dig hoopt zij met haar oefeningen te beginnen.
We krijgen dns een kleinen staf, gedirigeerd
door den sergeant-majoor Van Coovorden. Ver
der wordt gezorgd voor dam- en schaakspelen.
Zoo ziet go, dat al het mogelijke wordt ge
daan, om het ons zoo aangenaam mogelijk te
maken Dat alles f*oed te regelen, kost heel
wat moeite. Geluideig hebben wo flinke mede
werking van onze officieren. Hulde aan majoor
Fabius en luit. Tuyt! Tk hoop en vertrouw,
dat zij overvloedig den dank van allen mogen
oogsten I
Mil. korp. J. VERKRUYSSEN.
Riel.
die bedrag bijeen, en het cadeau was spoedig
gekocht. Het zou dos avonds worden overge
reikt.
Om 8 uur was dan ook de consistoriekamer,
die tevens vrijwillig is afgestaan voor militan
tehuis, gevuld met militairen en vrienden,
Na do familie binnengeleid te hebben, nam
de commandant het woord en begon er op te
wijzen, dat deze dag niet onopgemerkt mocht
voorbij gaan en wenscht© den predikant namenb
alle militairen goluk. Hot kon echter niet al-
een bij een gelukwensch blijven, aldus spr., en
hy reikte namens alle aanwezigen het door
Thijs Kooien en Maurus gekochte cadeau, be
staande uit een mooie regulateurklok, over
Luide hoera's van „Leve het Bruidspaar!"
„Lang leve de commandant!" weerklonken,
Z. Eerw. dankte allen hartelijk voor de
mooie klokzij zou zeker bij hem in de kamer
een plaats vinden. Hij hoopte dat, daar de
mbbilisatie nog wel niet voor eerst zou zqD
afgcloopen, wij nog vele gezellige uren in dit
tehuis mochten doorbrengen. Na nog een poosje
onder een kopje thee en een sigaartje bijeen
te zijn geblefhn. gingen allen naar hun kwar
tier met de gedachte: Lang leven zij. van wien
wij gedurende de mobilisatie zooveel goeds
ondervinden.
Zanglust.
(Van Willem Lockhorst.)
Mag ik vragen om een plaatsje
In uw veel gelezen krant,
Want ik wilde ook eens rijmen,
Valt 't wat traag, 't is toch plaisant.
Heil, heil, heil de moblisatie!
Wat eeu bronwel van gevoel
Is geopend bij haar gratie!
Niemand biij\e thans nog koel.
't Schijnt, 't brood als lichaamsvoodsel
Is gelijklijk gcestosspijs,
't Werkt op de soldatenhersens
Als het zangzaad op de sijs.
In de meest verscheiden tonen,
Op den meest verscheiden aard
Zingen de oude geuzenzonen
Onvermoeid en onvervaard.
Feiten, waar het nuchter mensc.hdom
Geen twee woorden aan verspilt,
Worden met poëten-rijkdom
Hior ontleed en daar gevild.
'k Hoor er een melodisch klagen,
't Liefde-lijden van zijn hart,
't Moeilijk leed is nauw te dragen
landsch schoonen
Bewapend worden en mee schaften van ons
brood.
Dan wordt door 't volgend ras jong-Hollandsch
roem weer groot I
Want duurt de waap'ning slechts een tiental
jaren,
Dan zal het komend ras al dichtend door de
waereld varen!
WILLEM LOCKHORST.
Fort Rijnauwen, 7/10 14.
Herinnering aan m'n eerste verlof na
de mobilisatie.
(Van den mil. S. uit kamp Ockenburg)
Do scheidingsdag was drci?f geweest,
De weken gingen traag voorby
Ik wist, mijn bef was steeds bevreesd
Wa6 ziek en leed uit angst voor mij,
'k Vergeet niet licht dien avondstond,
Toen wij weer gingnn zij aan zij
Toen ik weer kussen mocht haar n end,
Mijn Lizel 'k was toen veer zoo blyI
'k Vergeet niet licht dien avondstond
Toen wy weer gingen zij aan zij
De maan haar zilvren stralen zond,
Zoo rustig over vc-ld en wei.
Wij zwegen toen en gingen voort,
Genoten 't heerlijk samenzijn;
Ons dénken werd door niets gestoord,
Ons voélen wa© zoo edcl-rein
Ik werd me toen zoo vol bewust
Dat 'k haar nooit misson kon, mijn schat;
Ik voelde me toen zoo goruet
Omdat ik hare liefde had.
En toen het unr van scheiden kwam,
En bittre smart haar schreien deed;
Toen ik haar in mijn armen nam
En zelf verkroppen moest myn leed_
Toen heb ik zacht gekust haar mond
En uit haar oog den edlen traan.
'k Vergeet nu nooit dien avondstond,
Het treurend bleeke licht der maan.
Kamp Ockenburg. S
De Crenawacht.
(Van milicien Ballendux.)
Het is ongeveer 6 weken,
Naar huis wordt weinig gekeken,
Want met verlof gaan wij zelden
Daarvoor hebben wij geen gelden.
En als wij dan eens mogen gaan,
Moeten wij na 1, 2 of 3 x 24 uur klaar staan
Wij staan hier met een star oog,
Kijken vooruit, achteruit, en ook omhoog,
Omhoog, want mocht er een vlieger komen,
Dan, ja dan schieten wij zonder schromen.
Door menigeen wordt om passen gevraagd,
Of het hen al, of niet behaagt,
Zij moeten ze bloot keeren
Anders mogen zij niet passeeren.
En komt er eens een zonder pas
Dan stoppen wij hem niet in de kast
Maar sturen hem terug
En keeren hem eenvoudig den rug.
iier ziet m>:n een vliegmachine, waarin do m-uerciziger, die achter den o.«iuuru®r
zit, twee bommen buiten boord" gereed houdt om ze te doen vallen. Door in
soort schroefblad knjgt de bom in zijn val een snelle draaiende beweging
Wij turen dan maar steeds in zoo
Of er niets op komt dagen,
Dat door ons, neutraal Nederland,
Een doortocht soms wil wagen.
Al is onze oorlogsbodem klein,
AI zijn wij niet verheven,
Geloof, we mogen er wel zijn,
Misschien, dat we het beleven.
Wij liggen steeds altijd nog klaar
Met onze stilgehoucren krachten.
Maar vluchten, dat is immer waar,
Dat doen we voor geen overmachten.
Wij zijn vol Hollandsch bloed en moed,
Wij zullen in ons harte dragen,
Dat Nederland heeft goeden moed
En nimmer zullen wij 't verdragen,
Dat onrecht in ons land gebeurt,
Hoe het ook wezen moge,
Wij zijn neutraal, en roepen voort:
Neerland en Oranje boven 1
Mil. P. BEZUTJEN.
A. b. Hr. Ms, „Balder".
Zonneglans.
Van den m:l. O. F. Schroder).
Heldor stijgt de zon dar kimme,
Carnlzoen Deventer.
Een der onderofficieren schryft ons uit De
venter
Dinsdagavond bood het „Comité voor ont
wikkeling en ontspanning der militairen" den
hier in garnizoen 1 ggenden land verdedigers met
hunne echtgenooten en aanstaande ega's een
musaok- en voordrachten avond aan, welke goe-J
bezocht was.
Roods drie zangavonden werden door de af
deel mg Deventer van het Algemeen >eder-
landsoh Verbond gogeven.
In bet Millitair Tehuis, de R- K. Militaire
Vereeniging, en nog meer dergelijke inrichtin
gen te voel om te noemen worden aange
name avonden aan onze mannen bezorgd.
In onze stad heeft zich ook nog een com
missie gevormd, die zich ten dool stalt, bet
verblijf onder de wapenen van do nil'Uir-jn
alhier in garnizoen, niet alleen te veraangena
men, doch tevens ook voor hen zoo nuttig
mogelijk te maken.
El' is rekening gehouden met vers k''lende
groepen mensohen, die in het leger tienen en
de bedoeling is daarom, bolialve am bi i'itson-
derwija ook voordrachten en cursussen te pe-
ran op verschillende gebied.
Er zullen cursusen gegoven worden intim
meren, smeden, hand teek ene n_ bouwknndig-
teeekenen, handelsonderwijs, boekhouden, ge
woon lager onderwys, gezondheidsleer voor
den mensoh, gezondheids- en vorplegingsleer
voor het vee, land- en tuinibouwonderwijs.
Voordrachten over: natuurkunde, onze kolo
niön in Indië (met lichtbeelden) staatku's
hondkunde en eta-ateinriohting
Voor ben, die daarvoor in aanmerking ko
men, zullen verschillende natuurkundigo en
scheikundige laboratoria ter beschikking
ateld worden voor practisch werken.
Ook dit alles is nog niet genoeg: indien op
Verder reikt haar stralengloed,
t Brengt den zwakken sterkt' in 't harte,
't Schenkt gewonden levensmoed.
Beeld van vreugde, fceeld van hope:
Morgen van vernieuwden moed,
Die net lijden doet vergeten,
En de 6marten tempren doet.
'k Zie de blaadren zachtkens wuiven,
In den frisschen morgenstond,
Door der boomen trotsche kruinen,
Ruste heerscht er v*>r in 't rond.
Beeld van vreugde, beeld van hope,
Ooh, wordt spoedig werkliikbeid 1
Breng den zegen van den vrede
Aan Europa's christenheid 1
Amsterdam. C. F. SCHRdDER
Vour oog loefde aan do soMaotarfa.
Dankbaar zien w'oog leeve mèdjes
Die oob die wichtig zwaore taak
Door oog kuiscbe, rein oprechtheid
Dragen deed met groét gemaak
Beste vaders, besto mooders,
Dozen dank oprecht gemeind
Veur t fiino lekkre eten
Zoo «malceliik altied bereid.
Nimmer zullen wij vergeten
Die Jeofde oos hy aangodaon,
Dm rreugdvol dagen zullen zeker
Gegrift m ooze herten staon.
Lev© Arcen r
en zien burger*
,-ug verheugd on blie
Ein „hooh" aan Arcen* knappe mëdjes
Van de dankbre soldaoterie.
HEN RL TILMANNS,
Landweermam.
Arcen, 4 Oct. 1014, ten huize Rayer.
DUET.
(Gezongen door E. T., tenor en E. Cr., bari
ton, bij het afseheidaan de Arcensehe meitjet.)
Wijze„Zonnetje gaat van ons tcheiden".
Megjes, wij gaon van oog scheiden
Met wee mood en dreufheid in 't hert,
Oozen toestond is neet te beneiden
Gluif ooe, wij barsten van amort.
Dot 't oos hard velt,
Is hiel zeker waar
Aan vertrekken neet dachten,
Is duudlik en klaar
Leevkes, echei oet met krieten,
Leevkes schei oet met krieten,
Snoebelkes halt oog now stil,
Oos abfahrt zal oog zier spieten
Och joa, 't geit tegen de wiL
Ziet neet mier dreuvig
Maak 't oob neet te zwaor
Truukkoomen doon wij nog binnen
Vaarwel leef megjes adé (bis).
't j»ot
EogeJuche krijgsgevangen worden onder bewaking van Duitsche infanterie
Duitsohland te werk gesteld.
Ui de ,Wai Now*r.
J£en troepje Ru««isolie Ifozakken, die zich in htm kwartier met mnziek en rung goed
^lusoeitfQ. De mopie paarden maken deel uit v&n het gezelschap,
Heftig d' onbedwongen smart.
Alle wereldwicht'ge feiten,
't Lezen in verboden tijd,
Plicht van dankbaarheid zich kwijten,
't Wordt kolommen uitgebreid.
In den trant van d' ouden Homeer
Zingt men het soldatenbrood,
Dat 's den ouden toch te veel eer,
Nimmer was zijn stof zóó groot 1
D' onvolprezen woorden-kuDSte
Van den Mantuaanschen Zwaan
Heeft bij 't danken voor een gunste
Moerdre malen dienst gedaan!
Maar ook meer moderne voozen
Vullen 't oor met zoet geluid
'k Hoor Van Edcns, Willem Kloozen,
Ja zelfs Gorters Meigefluit.
Liefdoklagen, hartesmart,
Decadenten van H. Swarth.
'k Geef u graag in overweging,
Redacteuren dezer krant,
Om te stichten in Beweging
Nieuwe Gids Groot Neerlands trant
'n Vakblad voor den bent der jong'ren
Van mobiel-litrairen kant,
Leverend aan ben, die hongren,
Poëzie uit d' corsfee hand,
Aan civielen prijs den regel,
Mogelijk ook wel per el,
Laat de prijslijst slechts verschijnen,
Koopers komen aanstonds wel.
Vorder is er nog te geren
Van 'fc mobiele muzentijdperk
Mogen we d'uitgaaf toch beleven
Een tiendeelig standaardwerk
Willem Kloos is niet van noode
Voor do schriften of de keur;
D'Tnspiraties hier geboden
Zijn van d'onvervalscbten geur.
Neem Blechts de verschenen kranten,
Knip de verskolommen uit,
Geef zo aan do drukkersklanten
En ons verzenboek komt uit.
Heerlijk zal ik dan dodijnon
Op het hobbelpaardjesrijm,
Wellicht zelfs etherisch kwijnen,
Overstelpt van kunstnaarszwym,
Als onlangs na 't stil genieten
Van een pralend woordfestoen
Ik, hij 't klaatrend rijmenvlieten
Zag een heerlijk vizioen:
'k Zag d'ouden Vondel zelf, het mannenlichaam
rechten,
En heffen 't grijze hoofd, terwijl hij peinzend
sprak
Wat lioore ik alom! Wat velerlei poëten 1
Is Hollandsch nuchter ras herschapen in een
koor
Van hooge muzenzonen, die 't aardsche slijk
vergeten
En beffen hunno stem! Wat wonder valt hier
voor?
Tk hoore Muidens Drost en feilen Conatantijn
En Broderolr= luim cn staat'ge van der Goee,
Jan Starters liefdelof en Anna Bijns refrein.
Wij schilderen achtereen 2 uur,
Het zij mooi weer of heel gnur.
Om regen of wind geven wij niet,
Want dan kent men de Nederlandsche soldater
niet.
Wij zitten hier ver van huis,
Maar dat is niet zoo erg.
In België is het heelemaal niet pluis,
Daar wordt veel meer gevergd.
Van tot
Zetten wij de grenzen af
En er is geen, die hem passeert
Want dan wordt het hem afgeleerd.
Maar hopen wij, zal het niet lang duren
En trekken wij naar de kazernemuren
En loopen daar, in de maat gebleven,
Een, twee; een twee; totdat het commands
inrukken wordt gegeven I
G. BALLENDUX.
Te Wapen!
(Van milicien Van Dinter.)
Hoe heeft die kreet geklonken
Van Noord tot Zuid, van Oost- tot Weeterfrou;
Donderend door Nederlandsch landouw,
Verspreidend schrik en angst. Welk een dro
6tond
Maar schrik en angst, zij moesten wijken
Voor geestdrift overweldigend groot.
Want d'onafhankelijkheid der vaadren
Werd bedreigd, verworven door hun
dood.
En Neerlands dappren op dien kreet
Omgorden 't zwaard, gereed ten strijd
Met God voor Koningin en Vaderland.
Opl opl Voor Nederlands onafkankelijkhe'
Hoor. Heer! Aanhoor onze beden
Bescherm ons dierbaar Vaderland.
Laat ons in vrede blijven leven
Houd ver van ons den oorlogsbrand.
G. v. D.
2© Dopot-Cie.
Tijdens de Mobilisatie.
Van mil. Bezuijen a. b. van Hr. Ms. „Bal
der"
Steeds leest men in 't Soldatenblad
Veel rijmen en gedichten,
Maar het is zelden van onzen kant:
Ik zal me nu eens richten.
Om ook eens in het blad te staan,
Al mag het niet veel wezen
Met een klein overzicht zal 'k gaan
In ons matrozenleven.
't Is altijd van een landweerman
Of van de Infanteristen,
Maar van Janmaat daar hoor 'k niets van
't Is net, of die niet wisten.
Nog altijd liggen wij hier klaar
Bij dagen en bij lange nachten;
Er gaat nooit een minuut voorbij,
Of wij doen steeds de wachten.
Aafscheldsgroet aan de burgerle van Arcen bij
't vertrek van de soldaoterie op Maondaag
5 Ootober 1914.
(Van den landweerman Tilmanns.
Geachte burgerie van Arcen
Ziet ein ougenblikske stil,
Luustert efkes hiel aandachtig,
Nao hetgeen ik zeggen wil.
De commandant het mig opgedragen
Oet oos aller aller naam
Oog van herte te bedanken
Veur 't gooj oos aangedaan.
Toen wij veur ein wék of negen
Oos intree deden hij bij oog,
Waren we van de zuk van 't loupen
Drij oor marebeeren zèt genog.
Mo zoog hiel raar de minsen kieken
Want 't waas pas ein oor of vief
Mennig mèdje, men mg vrtnke
Kreeg van ,,'t soldapt de schrik op 't lief
Jao, leef minsen, 't is tied van oorlog
Gevaarlik veur oos dierbaar land
De grens meus gauw bezatten weren
Jao, enne soldaot is bij do hand.
Vrèmp waas 't in die ierste dagen
Det begreep toch eroêt en klein
Doch det braaf venToosch soldeutje,
Won gauw 't hert van ecderein.
Zes man gingen der naa hom toe
Direct op wacht aan Lothumsch ver,
Braens had daadlik zienen slinger,
De vrouw gaaf koffie, hè gaaf beer,
Rosten woorten wit gezatten,
Nummer twïe was Brookhuis ver,
Dan bij Rayer voetveer Linksfort
Op piket en zoê al meer.
:.oter kwaam der nog Klein Vink bij
Zelfs patrouilles euverdaag,
rié, det letste is eiD baantje
Ecderein dè deej det graag,
t Toeval woel det aan die posten
Stond ein herberg flink en not,
Dao in woênden leev snuutjes;
Joonges, joognes dot 'gooi pret.
Aan de Linksfort waas c-in Trina
Ein Lieske en ein blonde An,
Bij Rayer vaas ein aardig Netje
l.een, aan :t vèr, volstrekt neet bang.
ondaags gingen we kinnes maken
O06 vrouw en meid kwaam op bezeuk
•lig dunk gij mak oog hij erg lekker
Nog geen vluu now det is kras.
't Is hij anders ein aardig boeltje
Veur waar det kump toch neet te pa
Gelukkig held den braven hospes
Now gedaan nao oozen wins.
We slaopen now op fijne zekskes
In 'n werme kamer as :n prins,
thik bet eten leet te winsen
Gelukkig maar, de ierste daag;
Later gin» 't beel wat beter
Fijn gi-zurgd woord rear de maag
Do inkwartiering waas geregeld
Opgesohup woort neet gering.
Nao verloup van eun.ge weken
Waas ter mennige pas te ing.
Dè goojen braven burgervader
Hal oos gèr bij ein gehad
Dine zaal, en eine kostbaas
Now. dan hadden we wat gemak.
Langzaam woorten wij hiel eigen
Met de mèdjes blond en zwart,
Lol hadden zij met de soldaoten
Det blinkend grei stool mennig hart
's Aoves zoog me mennig deerke
Bij ein landweermenke staon
Daadlek fisten wij de pédjes,
De maliebaan woort druk beaaon.
Wondren deej det blauwe pekske
Dito, dito die golde knuip
Of me vrijde of getrouwd waas,
Eedcr soldaot koos zig e,n bruid.
Alles ging toch hiel, hiel netjes,
Gescharreld woort nao hortelust
Al gauw had mennicr landweermenke
Ein Ar eens kind lekker gekust.
Dank oog. dank oog leeve Bertha
Leef Marieke, best© Mie.
Lekkere Anna, Nelly, Netje
De mobilisatie.
(Van hospitaal-soldaat J. Vis.)
31 Juli was een beroerde dag,
en hadden wij niet durven denkon,
dat wij landweermannen roor het groot gezag
ons lei-en moesten schenken.
Den volgenden dag om zes uur,
begon reeds de kneipkuur,
want van alle kanten stroomden soldaten
en begon een ieder te praten
Vlaardingen ia je mobiliaatiestad.
Gelukkig beh olden wij dien dag den vrede
en bleven do bajonetten in de scheed®.
De nieuwe dag, Zondag, brak aan
de luitenant commandeerde vlug in het geli4
gaan staan
en het commando was nu ras;
Met vieren rechts uit de flank, in den pas.
Twee booten lagen er gereed
en eer ietier het goed weet,
staan wij binnen Bridles wallen.
Wij lagen wederom 2 uur op den grond
en toen kwam het nit den luitenant zijn mond
Wij gaan naar Reokanjea strand,
om te vechten voor het dierbaar vaderland.
Onderweg kwam een donderbui opzetten,
de compie dreef de regen langs de petten.
Mijn maat en ik als ordonnance,
wy ontsprongen toen den dans,
want wij liepen in d© eerste do beste woning
en werden onthaald als een koning.
Jullie stumpers, zei de vrouw,
hier hebt je Van Nelle's thee voor d© kon.
De bui was over en we waren weder klaar,
en namen afscheid van het paar.
Wij dachten: misschien is de oompi© reeds In
't gevecht,
daar wij te veel pjn aan gehecht;
maar neen, alles was reed© daar
en allen gingen uit elkaar,
daar 3, daar 15, een ander vier.
Wij klopten aan met vier en dertig soldatc..
bij ééne weduwvrouw, dat liep in da gaten.
Gelukkig was ze boven de jaren
en dacht niemand er over te paren.
's Avonds gingen wij ip rust,
en na eerst de dochter te hebben gekust
was spoedig iedereen in slaap
behalve ik en nog een ander.
Er kwam er een te laat thuis, zoo'n aap,
wij grepen fluks ©en épuit,
want dachten John Buil maakt ons buit.
Schiet niet, riep hij, ik ben een makker,
Kan ik het helpen je te maken wakker.
Ik had geoefend om moed te krijgen,
je zoudt zien, ik breng alleen den vijand
zwijgen.
's Morgens zes uur
keken allen even zuur,
de muggen in den hooiberg,
die maakten het werkelijk te erg,
maar -k als hospitaalsoldaat
wist daarvoor sjioedig raad.
'k vroeg bij Dina om pillen,
i, zei ze, en begon t« gillen,
ant bij vergissing nam zo die van A geit
>o'n ondeugende oolyke meid.
Ik zeimeid. wat ga je nu uithalen,
de dappere drie en dertigers betalen
toch hun leven straks reeds duar,
je zoudt ze vergeven in het vroege morgenunv
Zij sprakik ben daar sterk voor.
zooveel te gauwer ben je uit je lijden, hoc-
want jullie Bcbeppen behagen
om mij geducht te plagen.
D:t was echter spoedig aan de hand,
want ieder werd gewapend tot den t3na.
12C scherpe piepers kreeg iedere held,
en daar was Dina niet op gesteld.
Want je moet weten, die goeie meid
baar vryer was ook in den strijd.
In het dorp vc-el zenuwachtige menschen,
rle dominee sprak goede wenschen.
De klokken luidden diep in den nacht
en iedereen van ons dacht:
Ons laatste uurtje ia geslagen
en laten wij Dina niet meer plagen.
D© burgemeester klem op een 6toel,
de sergeant-majoor riephoudt je
de burgemeester heeft het woord
en mag niet worden gestoord.
50 Dappere mannen. Lefst heel sterken,
moet ik voor Hellevoet hebben om t« w«rk«*.
Twee traden moedig naar voren;