No. 23.
Vrijdag 9 October 1914.
Orgaan voor Leger en Vloot.
K watta's
Manoeuvre Chocolaad
Oorlogsnieuws.
Onder redactie van D. MANASSEN.
Vluchtelingen.
Oplaag 50,000 exemplaren^
DE SOLDATENCOURANT
ADBES VAN REDACTIE EN ADMINISTRATIE: PALESTRINASTRAAT 10,
AMSTERDAM, TELEFOON Z. 4968. DIT BLAD ZAL DRIEMAAL PER WEEK
VERSCHIJNEN. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR NIET-
M1LITAIREN 2 CENT, ABONNEMENT 1.50 PER DRIE MAANDEN.
VOOR ADVERTENTIEN WENDE MEN ZICH TOT HET ALG. ADV.-BUSEAU
ROUMA CO., 226 HEERENGBACHT A'DAM.
Generaal-majoor A. HOOGEBOOM,
Inspecteur van liet Militair Onderwijs, Chef
van de afdeeling Beheer der Landmacht
aan het Algemeen Hoofdkwartier
van den Opperbevelhebber te
'g-Gravenhage.
Verantwoording
van ingekomen bijdragen voor „De Soldaten-
courant" in de volgorde van toezending der
galden: E. B., Rotterdam, 2.50; L. J. v .d.
M., Terneuzen, 20; S. S., Kon. Pharm, Fa
briek, Meppel, f 5; J. de K., Etten, 1} H.
F. W-, Heemstede, f5; J. H. W. de B.,
Bloemendiaal, f 2; Zuster M. v. d. H.," Bever
wijk, 0.50; Dr. D. B., Dea Haag, 5; H.
E. d. B., idem, 2.50; R. J.t Nijmegen, 5;
M. B., idem, 5; Douaire E. B. en D. W. B.,
Di3ü Haag, ƒ5; G. A. B., idem, 5; jhr. Ct.
v. G., Arnhem ƒ2; C. F. P. v. d. A., idem, 2;
D. H., idem, 1K. d. J. Mz., Nijmegen,
10; mevr. vred. P. A. B.V., Arnhem,
10; mevr. wed, H. M. B., Nijmegen, 1;
N. J. J. v. R. v. A., Den Haag, 3;
A. 0., Nijmegen, 2.50; Wed. J. S. v. A.,
idem o; mej. E. C., Den Haag, 5; N. N.,
Arnhem, 1; M. y. d. L., Middelburg, 2.50;
S. Tli. P., Scheveningeiu 25; C. B., Rotter
dam, ƒ2; H. A. H., Velp, 1.25;
J. K., Noordwijk 1; W. H, v. B., Arnhem,
2.50; E. B., Velp, 2.50; G. G., Rotter
dam, 2.50; M. en J., Nijmegen, ƒ1; S. M.
S. S., idem, 2.50; mevr. C. d. B.T.,
idem, 2.50; mr. J. S., idem, ƒ2; wed. ds.
,W. v. L. B.M., idem, ƒ3; H. G., idem,
f 3; mevr. A. J. G. v. C.A. v. G., Arnhem,
2.50; C. L. B-, idem, 2.50; A. E. J. B.,
Nijmegen, ƒ3; A. G. L., Den Haag, 10; J.
v. d. V., Nieuwe-Sehans,, 2.50; mr. R. A. F.,
Leeuwarden, 2.50; jhr. G. L. H. Q. v.'U.,
Den Haag, 2.50; jhr. J. A. R., idem, 2.50;
mevr. wed. RG., idem, 2.50; B., idem,
2.50; Gobrs. A. en P. S., Meppel, 3; N.
B., Purmerend, 5; mej. A. G. D., Den Haag,
1; mevr. H. D. C., A'dam, 10; A. B., Den
Haag, 1; Gebrs. v. C., idem, 10; J. F. M.
Jr., Arnhem, 1D. M. E. de R., idem, ƒ1;
G. A. E., idem, 10; Electroteohnische In
dustrie, Slikkereer, 25; wed. P. F. O. Y.,
Den Haag, 2.50; D. D., Rotterdam, 5;
mr. L. E. v. P. R-, Nunspoet, 10; L. A. P.,
Nijmegen, ƒ1; N. V. P. en Co.'s Graanh.,
Rotterdam, f 10; A. J. B., Den Haag, 5
D. C., Den Haag, 2.50; D-, idem, 2.50;
J. P,. B., Velp, 10 O. B., Roermond, 10;
W. G. v. H. Gzn., Nijmegen, ƒ1; Th. B. M.,
Weurt, 10; G., H. Cie., Rotterdam, f 5;
M. F., idem, 5; dr. H. H. T. B., Nie-uwolda,
1A. d. B. N., Amsterdam, 10H. M. v. B.,
Haarlem, ƒ2.50; N. v. d. R., Scheveningen,
2.50; J. J. B., Arnhem, 1S. v. d, G.,
Velp, 1; wed. v. R. C., Den Haag, 2.50;
B. E. H. B., Arnhem, 2.50; jhr. mr. R. S.
t. E., Colmschate, 10; mr. N. M. L., Ooster
beek, 5H. B., Den Haag, 1A. D., idem
2.o0; mr. F. J. J. C., idem, 10; mevr. v.
R., idem, ƒ2; H. d. M. v. 0., idem, 10;
W. R., idem f 25; mr. C. Th. v. D., idem,
10; J. A. v. D., idem, 10; A. v. d. G.,
Rotterdam, 10-, P. G., Arnhem, 1; dr. C. O.
v. d. H., idem, 2.50; G. GJi. W. S. v. S., Den
Haag, ƒ3; N. N., Rotterdam, ƒ5; D. d. G.,
idem, 1.50; mr. H. J. R., Den Haag, 1; J.
H., Rotterdam, ƒ3; J. J. d. K., Luik, 2.50;
J. I. S., Den Haag, 1E. A. M. L. v. d.
M„ Qostkapelle, ƒ1; D. 8., Den Haag, 1;
Door P. E. W. K.
in „De Telegraaf".
Sedert tal van jaren hadden we rustig en
Vergeten gewoond in ouzo negorij, 't Was
er een wonder vereenzaamde landstreek,
Waar stoom en waterleiding, gas en electri-
fcitedt, margarine en echtscheiding, huwe
lijken zonder noodzaak en vervalscht rogge
meel nog tot de onbekende zaken behoor
den, Bovendien stond, ons huis een half
uur "buiten de kom van het dorp, zoodat
[we ook volkomen verstoken bleven van het
gewoDe Zondagsvertier en van de opge
schroefde vreugde van een lotingsdag of
©en .met luid belgerinkel aangekondigde
yerkooping van beste Geldersche scheute-
Jingvarkens.
En zoo zon 'b dan ook niets bijzonders
jójn geweest, als de geheele Europeesche
oorlog aan óns voorbij' was gegaan, zonder
hij ons veel emoties had bezorgd, indien
9E Bik iota gebeurd, was, dat
K. M. K., idem, 2,50; P. H. J. G. v. M.,
Beek, ƒ10mevr. v. C., Den Haag, 2.50W.
v. D., idem, 1; Exp. Mij. „Jacatra", Rot
terdam, 5; mr. H. R. v. M., Den Haag, 1;
A. D. D., idem, f 5; H. M. I., Rotterdam, 1;
Bn. S. v. G., Den Haag, 5; mr. C. de K.,
Velp, f 5; mevr. wed. G. M. O., Nijmegen,
2.50; Soc. Céramique, Maastricht, 20;
mr. W. V. S., Rotterdam, 2.50; J. L. R.,
Borsselen, 2; A. E., Den Haag, f 10; Th. H.
J., Arnhem, 1; Ned. Mij. v. Kogellagers, S.
K. F., Amsterdam, 5N. N., Rotterdam, f 3;
mevr. d. 1. F., Den Plaag, 1.50; J. A. H.,
Rotterdam, 2.50; mr. J. A. Ij., Den Haag,
f 2.50; S. v. A., Rotterdam, 2.50; C. S.,
Utrecht, 2.50; J. O. v. S., Den Haag, 1;
Dames H., Rotterdam, 5; dr. D. J. H.,
Utrecht, 1A. H. v. B. t. T., Den Haag,
0.50; E. P., Rotterdam, 1; Rott. Soda
en Chem. Fabr., Rotterdam, 10; E. K., Boi-
culo, ƒ3; v. R. en Co., Boxtel, 2.50;
F. P., Rotterdam, 5; A. J. S., Hil-
ligersberg, 2.50; H., Rotterdam, f 5; A.
Z., id., 5; P. H. N., Nijmegen, 2.Ó0; mej.
J. S., Den Haag, 1L. F., Arnhem, 2.50;
mr. H. R. A. B., id., 5; J. M. W. v. E.,
Den Haag, 10; A. A. C. v. R., Den Haag,
f 2; mevr. Ch. E., id., 5; oud-magistraat,
id., 2; F. B., id. ƒ5; S. en T., IJsselmonde,
5wed. F. H. D., Utrecht, 1F. G. B.; Ap-
pingedam, 1S. F., Utrecht, 2.50; dr. P.
T. v. d- H., id., 5; Officieren 4e comp. He bat.
L.W.inf., 3; mej. H. B., Hilversum, 10; J.
Tli. G., Den Haag. 25; E. M. v. P., Rotter
dam, 5; M. D. A. F. W., Den Haag, ƒ10;
M. M. C., idem, 1; N. T., idem, 10; mr.
W. A. v. B., Nijmegen, 10 G. J. L., Bui
tenpost, 2.50; mevr. K., De Bildt, 2.50;
G. P., Appingedam, 1; dames H., Arnhem,
ƒ3; M. E., idem, 3; mevr. G. H., Den
Haag, 2; P. v. T. Zn., Beek, en Donk,
5; jhr. mr. G. A. N., Arnhem, 5; W.
H., Utrecht, ƒ1; A. v. R., Rotterdam, 10;
mr. H. L. D., Den Haag, 10; D. B. Zn.,
Rotterdam, 25; E. H. R., idem, 5; Th.
R., Den Haag, 5; W. G., idem. 5; Ph.
W. v. d. S., idem, 5; mevr. F., idem,
2.50; G., idem, 5; prof. C. A. P.,
Utrecht, 10; J. v. d. V., idem, ƒ5; G. v.
S., idem, 5; dr. W. T., Den Haag, 2.50;
J. v. B., Oosterbeek, 1; H. R., Nijmegen,
1; jhr. mr. H. A. v. K., Den Haag, 10:
G. v. d. P., Rotterdam, 25; G. J. S-, Den
Haag, 1; mr. D. v. d. G., idem, 1; kol.
D., idem, 2; M. H., idem, 2.50; J. J.
v. G., idem, 5; G. B., Lochem, 1; W. D.,
Maassluis, 1wed. L. H. Jr.M., Den
Haag, ƒ3; jhr. M. d. J., id., 2.50; R.L., id.,
f 2.5Ó; H. M. Mz.. Ziirich hij Harlingen 1;
Oh. V., Den Haag, 2; H., Voorburg, 5;
E. S., Den Haag, 2.50; jhr. H. J. G., idem,
2.50; A. H., 'idem, f 1; mr. L. M. v- G.,
Utrecht, 10; v. d. K., idem, 5; mr. A. F.
baron v. L., idem, 'f 20;" (J. S., idem, 2.50;
jhr. L. J. v. T., Arnhem, 3; jhr. mr. B.
v. H., Velsen, 10; mr. H. B. t. S., Alkmaar,
2.50; fa. D. A. W., idem, 5; J. W. C.
t. B., Eibergen, f 2.50; M. X.. Den Haag, f 5
H. en P., idem, 10: W. F. L., Warmond,
ƒ4; L. C. B. d. G., Den Plaag, 2.50; Th.
J. v. S., idem, ƒ5; G. A. V., idem, 2.50;
R. v. I., idem, ƒ5; J. D., Zwartsluis, 2.50;
J. t. B. Bzn., Almelo, 5; H. L. W., Arn
hem, 2.50; Jac. D. D. Zn., Scheveningen,
10; D. B., Den Haag, 40; wed. A. H.
D. v. H. en A. H. D. v. H. Jr., idem, 3.50;
G. J. W. K. B., idem, ƒ2.50; H. B. v. d.K.,
idem, 2; mevr. v. H.K., idem, 2.50;
dr. N te H., 10; W. B. v. G., Den Haag.
10-'.T. W. G. C., idem. 2.50; dr. J. W'.
C. K., idem, 1; J. J. P. C., Hees, 3. Totaal
1094.25.
Deze verantwoording loopt tot 6 October.
Gezondheidsleer.
Door J. P. Bijl, officier v. gezondheid,
XI.
Om te weten hoe men een besmetting met
typhus kan voorkomen zal het dus noodig zijn
om na te gaan langs welken omweg zoo'n bacil
uit de ontlasting of urine van iemand, die
typhus heeft of gehad heeft in den
mond van een gezond mensch kan komen.
Zooals van zelf spreekt denkt men dan
in do eerste plaats aan eet- en drinkwaren.
Vooral water 6peelt hierbij een groote rol.
Water kan dan ook zooals wij vroeger reeds
gezien hebben zeer gemakkelijk besmet wor
den. Wanneer bijv. een privaat loost op een
sloot, wanneer een schip ligt in een kanaal,
wanneer vuile fcleeren in een vaart gewas-
schen worden of wanneer iemand zijn behoefte
op eon weiland gedaan heeft en een regenbui
spoelt de ontlasting naar een igreppel dan kan
iedereen begrijpen, dat zoo'n kanaal of sloot
besmet zal worden. Verder zal, zooals wij ge
zien hebben, het water uit niet goed afgesloten
putten, uit putten, die dicht bij beerputten
gelegen zijn enz. gemakkelijk besmet kunnen
worden.
Dergelijk besmet water nu, kan op allerlei
manieren typhus bij den mensch veroorzaken.
Ten eerst kan zulk water, wanneer 'het onge
kookt gedronken wordt, den mensch besmet
ten. Wij hebben hierop gewezen, toen het
drinkwater" besproken werd.
Ten tweede kan zulk water in den mond
komen wanneer men zijn gezicht daarin
onze geheele huiselijke rust dreigde te ver
storen en zelfs een oogenblik het oorlogsge
weld tot binnen onze muien bracht.
Geheel buiten onzen wil om, we had
den er niet het flauwste besef van vorm
de onze woning, onze tuin, kortom onze
omgeving van een 50 meter in het vierkant,
een strategisch punt. En niet maar zoo'n
eenvoudig, gemakkelijk verdedigbaar punt,
zelfs niet een verouderde editie van een on
zichtbare stelling, maar een inderdaad on
neembaar tweede Gibraltar, een arendsnest
op de onbeklimbare hoogten vau een in
werking zijnde Vesuvius.
Ons huis stond namelijk in een terrein-
Inzinking, volgens den veldwachter een
soort rivierbedding uit den Romeinschen
tijd. Tot dusver hadden we dat steeds als
een ramp beschouwd, omdat bij ieder af
scheid van winter of zomer het regenwater
de liefelijke gewoont had, zich te komen
verzamelen in onzen moestuin en kelder.
Uit een strategisch oogpunt zou ons blijken
dat we ten eeuwigen dage reden tot dank
baarheid moesten hebben, ten opzichte van
deze terreinplooi.
Jtfaa* dó zijde yan b«- dorp strekt© zich
waseht. In groote rivieren is dit gevaar onder
gewone omstandigheden natuurlijk zeer gering,
maar wanneer men bedenkt, dat tijdens het
beleg van Sédan uit de Maas 10001200
paardenlijken gehaald zijn, zal men begrijpen
dat in oorlogstijd een ernstige verontreiniging
ook van groote rivieren mogelijk is. Veel en
veel grooter is dit gevaar ook in vredestijd,
bij de vele slocrten, zooals die in Holland aan
wezig zijn. Het water hierin is steeds aan zoo
veel besmetting bloot gesteld, dat men. nooit
zijn gezicht daarin moet wasschen.
Ten derde kan water, dat typhuskiemen be
vat, den mensch besmetten, doordat allerlei
vaatwerk, eetgerij e. d. erin gewassohen
wordt. Zooals wij gezegd hebben is een uiterst
klein weönig smetstof dikwijls voldoende om
de ziekte te weeg te brengen en de hoeveel
heid water, die na het- reinigen van de vaten
daarin achterblijft, is daartoe zeker vol
doende.
Op deze manier ontstaan dan ook veel van
do zoogenaamde melkepidemiën, d.w.z. tvnhus-
epidemiën, die door melk veroorzaakt worden.
Typhus Is een ziekte, die nooit bij kooien voor
komt, zoodat in de melk ook geen typbusbacil-
len kunnen voorkomen. Wordt ze evenwel opge
vangen in vaten of emmers, die in de sloot om
gespoeld zijn, dan kan daardoor de emmer met
typhus-bacillen besmet zijn geworden, zoodat de
melk, die er later in komt, eveneens besmet
wordt. Men begrijpt dus, dat het noodig is om
melk steeds te koken.
Ten vierde kan verontreinigd water allerlei
voedingsmiddelen besmetten. Men ziet dik
wijls, da.t groenteboeren wortelen en sla was-
sohen in de een of andere stinksloot, waarop
een eindje verder misschien privaten loozen.
Onnoodig te zeggen, dat dergelijke eetwaren,
wanneer ze ongekookt gebruikt worden, typhus
kunnen verbreiden.
Hoe groot dit gevaar is moge blijken uiteen
typlius-epidemie in een garnizoen in het Bui
tenland, waar in 1898 na het gebruik van sla
251 gevallen van typhus voorkwamen.
Uit dit allee blijkt dus overtuigend, dat het
water in ieder opzicht een zeer belangrijke rol
kan spelen bij de verbreiding van typhus.
Vooral in het Hollandsche polderland is het
gevaar voor een besmetting door water zeer
groot. Meer nog dan ergens anders neme men
zich daar dus in acht.
Behalve door water kan ook door voedsel
typhus worden overgebracht
Dit voedsel kan op verschillende maaiemn
besmet zijn. Het kan b.v. zijn, dat een kok,
die de ziekte onder de leden heeft en weinig
gevoel voor zindelijkheid heeft, door middel
van zijn niet voldoende gewasschen handen het
eten besmet. Als voorbeeld hiervan noem ik
een buiteniandsch garnizoen waar in 1905 15
gevallen van typhus voorkwamen, die veroor
zaakt waren door een kok, die typhus had,
maar zich nog.niet ziek gemeld had.
Ook kan het voedsel besmet worden door
vliegen. Deze insecten, die soms in groote
hoeveelheden liet eene oogenblik op allerlei
vuil en het andere oogenblik op eetwaren zit
ten, zullen natuurlijk in staat zijn typhus-
bacillen over te brengen.
Niet onmogelijk is het verder, dat de ziekte
kiemen met stof worden verder gewaaid. Voor
al tijdens den Transvaaloorlog werd hieraan
een groote waarde gehecht.
Ten slotte schuilt een groot gevaar in on
gekookte vleeschwaren als worst, rookvleesch,
ham. Is men bij een boer ingekwartierd en is de
ham van een eigen geslacht vanken afkomstig,
dan zal het gevaar niet zoo groot zijn, maar
veelal zijn deze lekkernijen afkomstig van een
zoogenaamd in nood geslacht of koud geslacht
dier, d.w.z. een dier, dat zwaar ziek was en
toen geslacht is of misschien zelfs aan de ziekte
gestorven is. Door het gebruik van dergelijk
vleesch kan bij den monsdh een typhusachtige
ziekte ontstaan en verschillende epidemiën
daarvan zijn dan ook beschreven.
Behalve de genoemde manieren waarop be
smetting kan optreden moeten wij nog wijzen
op de directe besmetting, d.w.z. de besmetting
die ontstaat doordat de smetstof rechtstreeks
van den een op den ander wordt overgebracht.
Wanneer b.v. iemand, d:o een tvphuspa-
tiënt verpleegt onvoorzichtig is, kan hij smet
stof aan zijn vingers krijgen; even later komt
■hij met de vingers aan zijn mond of aan zijn
eten en besmet zich zoodoende.
Ook to velde komt een dergelijke manier
van besmetten veel voor. vooral gedurende den
oorlog. Wanneer b.v. iemand de ziekte onder
do leden heeft en een beetje vuil is uitgeval
len kan hij zeer gemakkelijk met zijn vingers,
door vuil ondergoed en op verschillende andere
manieren allerlei voorwerpen van een ander,
de handdoek, het stroo, het eten besmetten en
zoodoende typhus verder verbreiden.
Wordt vervólgd).
Lied voor onze oorlogs-luchtschippers.
(WijzeYlaggelïed).
Te land en te water is Neerland vermaard
Door Moed, door Beleid en door Trouw;
Nu nemen zijn helden nog ruimere vaart;
Wie twijfelt, koom' hier en aanschouw'L
Lang bleef de verkenner gebonden aan d' aard';
Het hoogste wat toen het vernuft had gebaard,
Dat was een ballon aan een kort eindje touw,
Dat was eeu ballon aan een touwl
een breede strook dennenbosch uit. Het
dorp lag Oostelijk -van ons, zoodat we ach
ter onze dennen deugdelijk beschut lagen
voor Oostenwinden. Een harde weg was er
niet. Slechts een kronkelende boschweg niet
diepgesneden wielesporen een weg, ten
eenenmale ongeschikt voor artillerieverkoer.
Achter ons huis lag het open veld. Tuin
grond éérst en vervolgens in een onafzien
bare eindeloosheid de vale grauwte van een
drassig veenland. De uiterste grens van
onzen tuin hadden we, ter vrijwaring van
onze groenten en vruchten, voor de felle
Westersch© stormvlagen, beplant met dicht
aaneensluitende rijen jeneverbessen en
Russische aardappelen.
Gewend als we waren aan onze vereen
zaming, hadden we eigenlijk nooit aan
dacht geschonken aan het strategische, dat
in onze positie gelegen kon zijn. Wèl was
't eens tot ons doorgedrongen, dab er uit
een sanitair oogpunt iets voor to zeggen
scheen, om te wonen op de grens van
dichte dennen en eindeloosheid. Maar dat
was nog vóór den tijd, dat men de leer
ging verkondigen, dat oorlog noodig was
in het belang der hygiëne, zoodab we toen
oog geen verband konden leggen tufischen
Nu stijgt er ons scheepje tot buiten 't gezicht,
Stoutmoedig en schrander gestuurd;
Densteven, waarheen wij maar willen, gericht;
En steeds naar den vijand getuurd I
Geen heuvlen zoo hoog en geen bosschen zoo
dicht,
Wij vinden en wijzen de plek, waar hij ligt:
Dan kan er met wisheid gemikt en gevuurd.
Met wisheid gemikt en gevuurd!
Wij zoeken het liefste den weg naar den vree,
Maar 't krijgspad, indien het zoo moet
Voor Nederlands vlag vaart het zwaard uit de
solieê,
Door 't Leger standvastig behoed
En heft baar de Vloot uit de schuimende zee,
Wij voeren naar !t blauw van den hemel haar
meê,
Al kleurt zich haar rood met ons kostbaarste
bloed
AI kleurt zich haar rood met ons bloed!
WILLEM ZUIDEMA.
Het krachtvoedsel van het Nederlandsche Leger.
HEERLIJK VAM SMAAK. VERWEKT GEEN DORST.
De toestand in den reuzenstrijd, j
Heb belangrijkste, en belangwekkendste
misschien ook, in den oorlog is op het
oogenblik de actie der Duit-sobers tegen
Antwerpen. Zij willen blijkbaar die sterk be
vestigde en krachtig verdedigde stad heb
ben. Waarom, schijnt nu wel duidelijk: zij
kunnen niet dulden, dat een vrij krachtig
Belgisch leger hun in den rug 6taat, terwijl
zij in Frankrijk niet zóó aan de winnende
hand zijn, dat een weerstand achter hen
hun onverschillig kan laten.
Of het hun gelukken zal, Antwerpen to
bemachtigen, is een vraag, die nog niet be
antwoord kan worden. De Duitschers val
len heftig aan, de Belgen verdedigen zich
krachtig. Enkele der forten van de buiten
ste rij hebben het niet zoolang uitgehouden,
als men gedacht had. De Duitschers hebben
ér eenige bezet, zij zijn ook te Lier, kun
nen daar huA kanonnen opstellen. De bin»
nensto fortenrij kunnen ze zoodoende be
schieten-, tot zwijgen brengen, veroveren en
zpo al dichter bij de stad zelf komen. Een
bombardement van Antwerpen behoort dan
ook volstrekt niet meer tot de onmogelijk
heden, integendeel het is zelfs waar
schijnlijk geworden.
L Een officieel telegram uit de stad noemt
;")"i3eh"tbestanci er érnstig T Generia'al Dé Guise,
commandant der stelling, raadt den inwo
ners uit de dorpen in den omtrek aan om
te vluchten en wijst hun den wegeen
bombardement, althans van de omgeving
van Antwerpen, is onvermijdelijk. Hij voegt
er bij, dat de weerstand tot het uiterste zal
worden geboden.
Na eenige dagen van angst en spanning
lijkt men thans rustiger in Antwerpen.
Daar draagt veel toe bij, dat de Engelsche
regeering hulptroepen beeft gezonden naar
de bedreigde vesting. Infanterie, mariniers,
vele stukken grof geschut zijn uit Engeland
gekomen en Engelsche krijgslieden trekken
door Antwerpen's straten en worden er met-
groote geestdrift begroet. Zij zullen de Bel
gen lielpen in de verdediging der stad,
maar als de Duitschers bun zware kanonnen,
dichterbij brengen, wat zullen ook zij- dan
doen tegen een bombardement?
Van de andere terreinen, waarop gevoch
ten wordt, komt maar weinig nieuws. De
Duitsche legerautoriteiten zwijgen geheel en
alde Franscbe zijn zeer kort in hun mede-
deelingen omtrent den toestand in Noord-
Frankrijk. „Onveranderd", heet het nog
steeds, wat echter geenszins wil zeggen, dat
er niet gevochten wordt. Van weerskanten
schijnt de strijd er aanvallend en verdedi
gend tegelijk gevoerd te worden. Geen
strijd langs het geheele lange legerfront,
maar hier en daar een krachtig offensief,
dat echter op den geheelen toestand geen
uitwerking heeft. De legers-linie verlengt
zich steeds meer, zij moet nu al 500
lang zijnDe mogelijkheid, dat er over de
geheele lijn een overwinning wordt be
haald, wordt daardoor steeds kleiner,
tenzij een der legers zoo volko
men wordt uitgeput, dat het den strijd
niet langer kan volhouden. Daar lijkt het
nog bij geen der beide tegenstanders op en
zoo kan de strijd aan de Aisne nog eenigen
tijd voortduren. Het doel der legers schijnt
dan ook niet te zijn over de geheele linie
te zegevieren, maar elkaar te omtrekken of
door bet front van den ander been te breken.
Over den strijd op bet Oostelijk oorlogs
terrein zijn de berichten een weinig breed
voeriger. Maar daarom niet duidelijker
De Russen beweren, dat zij de Duitschers
hebben teruggeworpen aan de grens van
Oost-Pruisende Duitsche berichten mel
den, dat de aanval der Russen is afgesla
gen, dat de opmarsch dezer laatsten tot
staan is gebracht. Intusschen krijgen de
Duitschers daar blijkbaar groote versterkin
gen en schijnen zij bereid tot een krachtigen
aanval.
In Galicië heffen de Russen nu geen
triomfkreten meer aan; integendeel, de
Oostenrijkers hebben weer goeden moed.
Zij hebben versterking gekregen van Duit
sche troepen en Duitsche kanonnen, en ruk
ken er op volgens een wel-overlegd plan.
Zelfs hebben zij op de Russen kleine zege
pralen behaald. Deze laatsten schijnen zich
nu echter naar het noorden, d.i. naar den
kant van Pruisen, te wenden
België.
De actie tegen Antwerpen.
ANTWERPEN. De toestand te Ant
werpen is ernstig. Luitenant-generaal De
Guise, bevelhebber der versterkte stelling,
heeft Dinsdagavond aan de burgemeesters
der gemeenten binnen de versterkst© 6tel-
ling denvolgenden brief gezonden: ,,Ik
1 heb de eer ter kennis der bevolking te
brengen, dat bet bombardement der Ant-
werpsche agglomeratie en omstreken onver
mijdelijk is.
De bedreiging met of de uitvoering van
j bet bombardement zal echter geen invloed
hebben op den duur van den weerstand,
die tot het uiterste zal worden doorgedre
ven.
Personen, die zich aan de uitwerking van
bedoelde beschieting willenonttrekken,
'zijn verzocht zich in den kortst mogelijken
tijd te verwijderen in jioordelijke .of noord
oostelijke. ifchting."
Van Duitsche zijde wordt de volgende
episode bericht van het beschieten der Ant-
v/erpsche forten door de Duitschers. Het
fort Waelhem hield zich tot Zaterdag
staande. In den nacht van Woensdag
op Donderdag der vorige week ge
bruikte de bezetting de volgende krijgs
list: zij liet - drie vaten kruit in de
lucht vliegen en 6tak eenige vaten
petroleum in brand. De Duitschers meen
den toen dat het fort verloren was en na
derden. Daarop bracht het mitrailleurs-
vuur der Belgen hun groote verliezen toe,
maar de list hielp ten slotte niets.
Zaterdagnacht om half een werd het
fort door de Duitschers veroverd. Spoe
dig daarop vielen ook de andere forten
in handen der Duitschers. Zondagmorgen
zweeg het Duitsche geschutvuur èn daarin
meenden de Belgen een goed teek en te zien.
De reden was echter, dat de Duitschers
bezig waren hun zware geschut in de ver
overde forten op te bouwen.
Te Brussel.
LONDEN. Kettle, de correspondent van
de „Daily News", seint zeer onrustbarend
nieuws uit Brussel. Volgens zijn mededee-
lingen zijn verschillende buizen in de voor
steden en bet hotel L'Espérance aan de
Gare du Midi in vlammen opgegaan. Naar
het heet, treden de Duitsche soldaten hoe
langer hoe uitdagender op en is er groote
aanleiding tot ongerustheid.
Een Belgische held.
De correspondent van de Times te Oostende
zegt, dat door gansch het land de lof weer
klinkt van een jongen tweede-luitenant, Ray
mond Hiernaux van het 4e regiment artillerie,
die sneuvelde bij 'het verrichten van een dap
pere daad.
De Duitschers die reeds sedert eenige dagen
een groote macht bij Termonde hadden samen
getrokken, deden een poging om de herstelde
brug over de Schelde, tussclien Termonde en
Grembergen te bestormen. Luitenant Hiernaux
verbood zijn zorgvuldig verborgen batterij vuur
te geven voor de vijand vlak bij de brug was;
toen veegde hij hem weg met een hagelbui
kogels.
deze twee grootsche zaken.
Op een goeden dag namelijk een paar
jaar geleden was er een zenuwziek fami
lielid komen afzakken. In gewone omstan
digheden liet je familie je daar in-je uit
hoek links liggen. Maar als de aardappels
of winterperen in de stad schaars en duur
werden, of als eeu van de neefjes of nicht
jes last had van een vastzittend kou'tje
dan hadden ze zich ineens je adres herin
nerd. En met veel vijven en zessen en dank-
baarheid?complimenten-bij-voorbaat, kreeg
je dan de vriendelijke invitatie, om eens een
proefje, liefst wat ruim genomen, want
de kinderen hadden goeden eetlust van
die heerlijke winteraardappelen, die je zoo
goedkoop zelf verbouwde, te sturen. Of je
werd tot in het diepst, van je ziel geroerd
door het schriftelijke ziekterelaas van een
of andere onbekende oud-tante, die ten
slotte haar laatste heil zag in een krachtige
kippensoep of een malschen eendenbout,
„enne... off© we... we hadden er zooveel,
en met één eitje méér onder een kloek,
konden we toch alweer een kipje mé|r ter
wereld brengen"... „offe we er dan maar
een wilden sturen, een kippetje of een eend
je...", maar „we zouden 't wel begrijpen,
nietwaar, ze woonde in de stad, dus liefst...
panklaar, vooral... pan-klaar."
Het zenuwzieke familielid had zich des
tijds ongevraagd aangemeld. We zouden het
hem wel willen vergeven... z'n zenuwen...
enfin... als hij maar een paar dagen mocht
blijven om wat uit te rusten en op verbaal
te komen door goede boschlust en fris'schen
veldwind ...een bescheiden hoekje in den
tuin, een klein plaattje aan de punt van de
tafel...
Vier weken hebben we hem bij ons ge
had. Den eersten dag na z'n komst ge
bruikte hij vijf eieren en drie liter melk.
Gelukkig wisten we met behulp van hang
sloten dit rantsoen terug to brengen op 1
liter melk en twee gekookte eieren... op
de ongekookte in de kippennesten was geen
oontróle te houden.
In ons zelf-getimmerde prieel nam hij de
twee gemakkelijkste tuinstoelen in beslag en
telkens als ik meende, dat we nu wel genoeg
rijpe perziken aan onzen leiboom hadden,om
er een Week's glas mee te kunnen vullen,
dan lagen er nog alleen de pitten onder den
boom.
De Duitschers plaatsten nu machinegeweren
in huizen in de nabijheid en zonden weer een
afdeeling ïnfanterie op de brug af, ditmaal
met matrassen voor het lijf gebonden. Ook dezo
werden weggemaaid, terwijl bovendien do ma
trassen vlam vatten.
En ook de derde poging mislukte geheel.
Doch later schoot de Duitsche artillerie zich in
en de dappere luitenant Hiernaux werd ge
dood, doch bij had nog gezien dat zijn mannen
de brug in de lucht lieten tliegen.
Het bezit dezer brug zou een groot strate
gisch belang zijn geweest, bij het beleg van
Antwerpen.
Duitschland.
De groothertog van Oldenburg.
Hoe de groothertog ran Oldenburg het
IJzeren Kruis kreeg, wordt in de Hamn.
Courier blijkens een RL.-telegram, door een
gewonde volgenderwijze verteld dat was een
heet gevecht daar bij V. Wij Oldenburgers
lagen daar urenlang onder hevig vuur der
vijandelijke artillerie en de vijand had een
groote overmacht ter beschikking. Steeds dich
ter rukten ons de Fransehen op het lijf en de
hagel van projectielen, die ons om de ooren
vlogen, dunde onze gelederen geweldig.
Plotseling, ik weet zelf niet meer of do
vijand attaqueerde of dat de machinegeweren
in werking kwamen, daar begonnen eenige
groepen van de onzen to wijken en sleepten
de andere met zich roede, toen kwam op een
maal onze groothertog in een auto aangesnord,
stapte uit, ontrukte een gewonde zijn geweer
en stortte zich onder do kreet: „Donnerwetter,
kerels, willen jullie wel eens vooruit", in den
heftigsten kogelregen. In galop volgden we
natuurlijk onzen aanvoerder en kwamen ge
lukkig in een kuil terecht, die .ons een prach
tige dekking bood. Van hieruit werd toen <;e
vijandelijke attaque met glans afgeslagen. Do
groothertog bleef gedurende het geheele ge
vecht in de lioie en vuurde zelf flink mee.
Frankrijk.
Op het Westelijk oorlogsterrein.
PARIJS. Op den linkervleugel breidt bet
Fransche front zich voortdurend uit.
In de omstreken van Rijssel zijn aanzien
lijke Duitsche cavalerie-troepen -ezien, die
uittrekken voor de vijandelijke elementen,
oprukkende door de streek benoorden de lijn
Tourcoing-Armentières.
Tusschen Seine en Oise wisselen voor-
en achteruitgang elkander af.
Bij Lassigny is een hevige aanval der
Duitschers ntisïukt.
Op den rechteroever van de Aisne ten
noorden van Soissons, is de Fransch-Engcl-
sche strijdmacht eeu weinig geavanceerd.
In de streek van Berry-au-Bac hebben wij
eenig terrein gewonnen.
Rondom Arras en op den rechteroever
van de Somrae verbetert de toestand'merk
baar.
Van de rest van het front valt niets te
melden.
De Belgische troepen, die Antwerpen ver
dedigen, hebben de lijn van de Rupel en
de Netbe krachtig bezet. De aanvallen der
Duitschers op die lijn zijn mislukt.
BERLIJN. Tengevolge van de aanhou
dende pogingen der Franeohen om onzen
rechtervleugel te omvatten is het slagfront
uitgerekt tot ten noorden van Atreöbt en
ton westen van Rijssel. Ten westen van Lens
stiet onze voorhoede op vijandelijke cava
lerie.
In onze tegenaanvallen op de lijn Atrecht
AlbertRoye i3 nog geen beslissing ge
vallen.
Op het front tusschen de Oise en de Maas
bij Verdun en in Elzas Lotharingen is de
toestand onveranderd gebleven.
Ook omtrent Antwerpen valt heden niets
bijzonders te vermelden.
Rusland.
Op het Oostelijk oorlogsterrein.
PETROGRAD. De naastbijgelegen spoor
wegstations in Oost-Pruisen staan vol trei
nen. De vijand die terugtrekt in de richting
van Oost-Pruisen, heeft versterkingen ge
kregen uit Koningsbergen.
De versterkte stellingen aan de grens
Vier weken lang bleef m'n familiegenoofc
z'n zenuwziekte uitvieren. En meermalen
was ik op bet punt, hem te vragen, of hij
plan had ergens tegen entree een winter
slaap of een hongerkuur te gaan demon-
streeren. En ik geloof zeker, dat we hem
met Kerstmis de beste stukken vaa kleine
Arie's Kerstkoniju en van den gemesten
gent hadden kunnen zien verorberen, als
ik niet omstreeks half September op een
ochtend de beang: tigende tijding in den
huiseiijken kring had gebracht, dat er twee
gevallen van typhus in het dorp waren. In
den middag van dien dag reisde onze zenuw
zieke gast af...
Sedert heb ik in brieven aan familie
leden in de stad gezinspeeld op het heer-
schen van vlekziekte in de streek en over
het gesukkel met slecht drinkwater.
En stellig zouden we nooit meer op deze
wijze zijn gestoord in onze landelijke rust,
als de nauwelijks ingesluimerde oorlogsgod
niet plots was wakkergeschrikt en z'n laaien
de pekfakkels als 'n razende om zLh heen
had geslingerd.
(Slót. volgt.)