No. 23. Vrijdag 9 October 1914. Orgaan voor Leger en Vloot. K watta's Manoeuvre Chocolaad Oorlogsnieuws. Onder redactie van D. MANASSEN. Vluchtelingen. Oplaag 50,000 exemplaren^ DE SOLDATENCOURANT ADBES VAN REDACTIE EN ADMINISTRATIE: PALESTRINASTRAAT 10, AMSTERDAM, TELEFOON Z. 4968. DIT BLAD ZAL DRIEMAAL PER WEEK VERSCHIJNEN. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR NIET- M1LITAIREN 2 CENT, ABONNEMENT 1.50 PER DRIE MAANDEN. VOOR ADVERTENTIEN WENDE MEN ZICH TOT HET ALG. ADV.-BUSEAU ROUMA CO., 226 HEERENGBACHT A'DAM. Generaal-majoor A. HOOGEBOOM, Inspecteur van liet Militair Onderwijs, Chef van de afdeeling Beheer der Landmacht aan het Algemeen Hoofdkwartier van den Opperbevelhebber te 'g-Gravenhage. Verantwoording van ingekomen bijdragen voor „De Soldaten- courant" in de volgorde van toezending der galden: E. B., Rotterdam, 2.50; L. J. v .d. M., Terneuzen, 20; S. S., Kon. Pharm, Fa briek, Meppel, f 5; J. de K., Etten, 1} H. F. W-, Heemstede, f5; J. H. W. de B., Bloemendiaal, f 2; Zuster M. v. d. H.," Bever wijk, 0.50; Dr. D. B., Dea Haag, 5; H. E. d. B., idem, 2.50; R. J.t Nijmegen, 5; M. B., idem, 5; Douaire E. B. en D. W. B., Di3ü Haag, ƒ5; G. A. B., idem, 5; jhr. Ct. v. G., Arnhem ƒ2; C. F. P. v. d. A., idem, 2; D. H., idem, 1K. d. J. Mz., Nijmegen, 10; mevr. vred. P. A. B.V., Arnhem, 10; mevr. wed, H. M. B., Nijmegen, 1; N. J. J. v. R. v. A., Den Haag, 3; A. 0., Nijmegen, 2.50; Wed. J. S. v. A., idem o; mej. E. C., Den Haag, 5; N. N., Arnhem, 1; M. y. d. L., Middelburg, 2.50; S. Tli. P., Scheveningeiu 25; C. B., Rotter dam, ƒ2; H. A. H., Velp, 1.25; J. K., Noordwijk 1; W. H, v. B., Arnhem, 2.50; E. B., Velp, 2.50; G. G., Rotter dam, 2.50; M. en J., Nijmegen, ƒ1; S. M. S. S., idem, 2.50; mevr. C. d. B.T., idem, 2.50; mr. J. S., idem, ƒ2; wed. ds. ,W. v. L. B.M., idem, ƒ3; H. G., idem, f 3; mevr. A. J. G. v. C.A. v. G., Arnhem, 2.50; C. L. B-, idem, 2.50; A. E. J. B., Nijmegen, ƒ3; A. G. L., Den Haag, 10; J. v. d. V., Nieuwe-Sehans,, 2.50; mr. R. A. F., Leeuwarden, 2.50; jhr. G. L. H. Q. v.'U., Den Haag, 2.50; jhr. J. A. R., idem, 2.50; mevr. wed. RG., idem, 2.50; B., idem, 2.50; Gobrs. A. en P. S., Meppel, 3; N. B., Purmerend, 5; mej. A. G. D., Den Haag, 1; mevr. H. D. C., A'dam, 10; A. B., Den Haag, 1; Gebrs. v. C., idem, 10; J. F. M. Jr., Arnhem, 1D. M. E. de R., idem, ƒ1; G. A. E., idem, 10; Electroteohnische In dustrie, Slikkereer, 25; wed. P. F. O. Y., Den Haag, 2.50; D. D., Rotterdam, 5; mr. L. E. v. P. R-, Nunspoet, 10; L. A. P., Nijmegen, ƒ1; N. V. P. en Co.'s Graanh., Rotterdam, f 10; A. J. B., Den Haag, 5 D. C., Den Haag, 2.50; D-, idem, 2.50; J. P,. B., Velp, 10 O. B., Roermond, 10; W. G. v. H. Gzn., Nijmegen, ƒ1; Th. B. M., Weurt, 10; G., H. Cie., Rotterdam, f 5; M. F., idem, 5; dr. H. H. T. B., Nie-uwolda, 1A. d. B. N., Amsterdam, 10H. M. v. B., Haarlem, ƒ2.50; N. v. d. R., Scheveningen, 2.50; J. J. B., Arnhem, 1S. v. d, G., Velp, 1; wed. v. R. C., Den Haag, 2.50; B. E. H. B., Arnhem, 2.50; jhr. mr. R. S. t. E., Colmschate, 10; mr. N. M. L., Ooster beek, 5H. B., Den Haag, 1A. D., idem 2.o0; mr. F. J. J. C., idem, 10; mevr. v. R., idem, ƒ2; H. d. M. v. 0., idem, 10; W. R., idem f 25; mr. C. Th. v. D., idem, 10; J. A. v. D., idem, 10; A. v. d. G., Rotterdam, 10-, P. G., Arnhem, 1; dr. C. O. v. d. H., idem, 2.50; G. GJi. W. S. v. S., Den Haag, ƒ3; N. N., Rotterdam, ƒ5; D. d. G., idem, 1.50; mr. H. J. R., Den Haag, 1; J. H., Rotterdam, ƒ3; J. J. d. K., Luik, 2.50; J. I. S., Den Haag, 1E. A. M. L. v. d. M„ Qostkapelle, ƒ1; D. 8., Den Haag, 1; Door P. E. W. K. in „De Telegraaf". Sedert tal van jaren hadden we rustig en Vergeten gewoond in ouzo negorij, 't Was er een wonder vereenzaamde landstreek, Waar stoom en waterleiding, gas en electri- fcitedt, margarine en echtscheiding, huwe lijken zonder noodzaak en vervalscht rogge meel nog tot de onbekende zaken behoor den, Bovendien stond, ons huis een half uur "buiten de kom van het dorp, zoodat [we ook volkomen verstoken bleven van het gewoDe Zondagsvertier en van de opge schroefde vreugde van een lotingsdag of ©en .met luid belgerinkel aangekondigde yerkooping van beste Geldersche scheute- Jingvarkens. En zoo zon 'b dan ook niets bijzonders jójn geweest, als de geheele Europeesche oorlog aan óns voorbij' was gegaan, zonder hij ons veel emoties had bezorgd, indien 9E Bik iota gebeurd, was, dat K. M. K., idem, 2,50; P. H. J. G. v. M., Beek, ƒ10mevr. v. C., Den Haag, 2.50W. v. D., idem, 1; Exp. Mij. „Jacatra", Rot terdam, 5; mr. H. R. v. M., Den Haag, 1; A. D. D., idem, f 5; H. M. I., Rotterdam, 1; Bn. S. v. G., Den Haag, 5; mr. C. de K., Velp, f 5; mevr. wed. G. M. O., Nijmegen, 2.50; Soc. Céramique, Maastricht, 20; mr. W. V. S., Rotterdam, 2.50; J. L. R., Borsselen, 2; A. E., Den Haag, f 10; Th. H. J., Arnhem, 1; Ned. Mij. v. Kogellagers, S. K. F., Amsterdam, 5N. N., Rotterdam, f 3; mevr. d. 1. F., Den Plaag, 1.50; J. A. H., Rotterdam, 2.50; mr. J. A. Ij., Den Haag, f 2.50; S. v. A., Rotterdam, 2.50; C. S., Utrecht, 2.50; J. O. v. S., Den Haag, 1; Dames H., Rotterdam, 5; dr. D. J. H., Utrecht, 1A. H. v. B. t. T., Den Haag, 0.50; E. P., Rotterdam, 1; Rott. Soda en Chem. Fabr., Rotterdam, 10; E. K., Boi- culo, ƒ3; v. R. en Co., Boxtel, 2.50; F. P., Rotterdam, 5; A. J. S., Hil- ligersberg, 2.50; H., Rotterdam, f 5; A. Z., id., 5; P. H. N., Nijmegen, 2.Ó0; mej. J. S., Den Haag, 1L. F., Arnhem, 2.50; mr. H. R. A. B., id., 5; J. M. W. v. E., Den Haag, 10; A. A. C. v. R., Den Haag, f 2; mevr. Ch. E., id., 5; oud-magistraat, id., 2; F. B., id. ƒ5; S. en T., IJsselmonde, 5wed. F. H. D., Utrecht, 1F. G. B.; Ap- pingedam, 1S. F., Utrecht, 2.50; dr. P. T. v. d- H., id., 5; Officieren 4e comp. He bat. L.W.inf., 3; mej. H. B., Hilversum, 10; J. Tli. G., Den Haag. 25; E. M. v. P., Rotter dam, 5; M. D. A. F. W., Den Haag, ƒ10; M. M. C., idem, 1; N. T., idem, 10; mr. W. A. v. B., Nijmegen, 10 G. J. L., Bui tenpost, 2.50; mevr. K., De Bildt, 2.50; G. P., Appingedam, 1; dames H., Arnhem, ƒ3; M. E., idem, 3; mevr. G. H., Den Haag, 2; P. v. T. Zn., Beek, en Donk, 5; jhr. mr. G. A. N., Arnhem, 5; W. H., Utrecht, ƒ1; A. v. R., Rotterdam, 10; mr. H. L. D., Den Haag, 10; D. B. Zn., Rotterdam, 25; E. H. R., idem, 5; Th. R., Den Haag, 5; W. G., idem. 5; Ph. W. v. d. S., idem, 5; mevr. F., idem, 2.50; G., idem, 5; prof. C. A. P., Utrecht, 10; J. v. d. V., idem, ƒ5; G. v. S., idem, 5; dr. W. T., Den Haag, 2.50; J. v. B., Oosterbeek, 1; H. R., Nijmegen, 1; jhr. mr. H. A. v. K., Den Haag, 10: G. v. d. P., Rotterdam, 25; G. J. S-, Den Haag, 1; mr. D. v. d. G., idem, 1; kol. D., idem, 2; M. H., idem, 2.50; J. J. v. G., idem, 5; G. B., Lochem, 1; W. D., Maassluis, 1wed. L. H. Jr.M., Den Haag, ƒ3; jhr. M. d. J., id., 2.50; R.L., id., f 2.5Ó; H. M. Mz.. Ziirich hij Harlingen 1; Oh. V., Den Haag, 2; H., Voorburg, 5; E. S., Den Haag, 2.50; jhr. H. J. G., idem, 2.50; A. H., 'idem, f 1; mr. L. M. v- G., Utrecht, 10; v. d. K., idem, 5; mr. A. F. baron v. L., idem, 'f 20;" (J. S., idem, 2.50; jhr. L. J. v. T., Arnhem, 3; jhr. mr. B. v. H., Velsen, 10; mr. H. B. t. S., Alkmaar, 2.50; fa. D. A. W., idem, 5; J. W. C. t. B., Eibergen, f 2.50; M. X.. Den Haag, f 5 H. en P., idem, 10: W. F. L., Warmond, ƒ4; L. C. B. d. G., Den Plaag, 2.50; Th. J. v. S., idem, ƒ5; G. A. V., idem, 2.50; R. v. I., idem, ƒ5; J. D., Zwartsluis, 2.50; J. t. B. Bzn., Almelo, 5; H. L. W., Arn hem, 2.50; Jac. D. D. Zn., Scheveningen, 10; D. B., Den Haag, 40; wed. A. H. D. v. H. en A. H. D. v. H. Jr., idem, 3.50; G. J. W. K. B., idem, ƒ2.50; H. B. v. d.K., idem, 2; mevr. v. H.K., idem, 2.50; dr. N te H., 10; W. B. v. G., Den Haag. 10-'.T. W. G. C., idem. 2.50; dr. J. W'. C. K., idem, 1; J. J. P. C., Hees, 3. Totaal 1094.25. Deze verantwoording loopt tot 6 October. Gezondheidsleer. Door J. P. Bijl, officier v. gezondheid, XI. Om te weten hoe men een besmetting met typhus kan voorkomen zal het dus noodig zijn om na te gaan langs welken omweg zoo'n bacil uit de ontlasting of urine van iemand, die typhus heeft of gehad heeft in den mond van een gezond mensch kan komen. Zooals van zelf spreekt denkt men dan in do eerste plaats aan eet- en drinkwaren. Vooral water 6peelt hierbij een groote rol. Water kan dan ook zooals wij vroeger reeds gezien hebben zeer gemakkelijk besmet wor den. Wanneer bijv. een privaat loost op een sloot, wanneer een schip ligt in een kanaal, wanneer vuile fcleeren in een vaart gewas- schen worden of wanneer iemand zijn behoefte op eon weiland gedaan heeft en een regenbui spoelt de ontlasting naar een igreppel dan kan iedereen begrijpen, dat zoo'n kanaal of sloot besmet zal worden. Verder zal, zooals wij ge zien hebben, het water uit niet goed afgesloten putten, uit putten, die dicht bij beerputten gelegen zijn enz. gemakkelijk besmet kunnen worden. Dergelijk besmet water nu, kan op allerlei manieren typhus bij den mensch veroorzaken. Ten eerst kan zulk water, wanneer 'het onge kookt gedronken wordt, den mensch besmet ten. Wij hebben hierop gewezen, toen het drinkwater" besproken werd. Ten tweede kan zulk water in den mond komen wanneer men zijn gezicht daarin onze geheele huiselijke rust dreigde te ver storen en zelfs een oogenblik het oorlogsge weld tot binnen onze muien bracht. Geheel buiten onzen wil om, we had den er niet het flauwste besef van vorm de onze woning, onze tuin, kortom onze omgeving van een 50 meter in het vierkant, een strategisch punt. En niet maar zoo'n eenvoudig, gemakkelijk verdedigbaar punt, zelfs niet een verouderde editie van een on zichtbare stelling, maar een inderdaad on neembaar tweede Gibraltar, een arendsnest op de onbeklimbare hoogten vau een in werking zijnde Vesuvius. Ons huis stond namelijk in een terrein- Inzinking, volgens den veldwachter een soort rivierbedding uit den Romeinschen tijd. Tot dusver hadden we dat steeds als een ramp beschouwd, omdat bij ieder af scheid van winter of zomer het regenwater de liefelijke gewoont had, zich te komen verzamelen in onzen moestuin en kelder. Uit een strategisch oogpunt zou ons blijken dat we ten eeuwigen dage reden tot dank baarheid moesten hebben, ten opzichte van deze terreinplooi. Jtfaa* dó zijde yan b«- dorp strekt© zich waseht. In groote rivieren is dit gevaar onder gewone omstandigheden natuurlijk zeer gering, maar wanneer men bedenkt, dat tijdens het beleg van Sédan uit de Maas 10001200 paardenlijken gehaald zijn, zal men begrijpen dat in oorlogstijd een ernstige verontreiniging ook van groote rivieren mogelijk is. Veel en veel grooter is dit gevaar ook in vredestijd, bij de vele slocrten, zooals die in Holland aan wezig zijn. Het water hierin is steeds aan zoo veel besmetting bloot gesteld, dat men. nooit zijn gezicht daarin moet wasschen. Ten derde kan water, dat typhuskiemen be vat, den mensch besmetten, doordat allerlei vaatwerk, eetgerij e. d. erin gewassohen wordt. Zooals wij gezegd hebben is een uiterst klein weönig smetstof dikwijls voldoende om de ziekte te weeg te brengen en de hoeveel heid water, die na het- reinigen van de vaten daarin achterblijft, is daartoe zeker vol doende. Op deze manier ontstaan dan ook veel van do zoogenaamde melkepidemiën, d.w.z. tvnhus- epidemiën, die door melk veroorzaakt worden. Typhus Is een ziekte, die nooit bij kooien voor komt, zoodat in de melk ook geen typbusbacil- len kunnen voorkomen. Wordt ze evenwel opge vangen in vaten of emmers, die in de sloot om gespoeld zijn, dan kan daardoor de emmer met typhus-bacillen besmet zijn geworden, zoodat de melk, die er later in komt, eveneens besmet wordt. Men begrijpt dus, dat het noodig is om melk steeds te koken. Ten vierde kan verontreinigd water allerlei voedingsmiddelen besmetten. Men ziet dik wijls, da.t groenteboeren wortelen en sla was- sohen in de een of andere stinksloot, waarop een eindje verder misschien privaten loozen. Onnoodig te zeggen, dat dergelijke eetwaren, wanneer ze ongekookt gebruikt worden, typhus kunnen verbreiden. Hoe groot dit gevaar is moge blijken uiteen typlius-epidemie in een garnizoen in het Bui tenland, waar in 1898 na het gebruik van sla 251 gevallen van typhus voorkwamen. Uit dit allee blijkt dus overtuigend, dat het water in ieder opzicht een zeer belangrijke rol kan spelen bij de verbreiding van typhus. Vooral in het Hollandsche polderland is het gevaar voor een besmetting door water zeer groot. Meer nog dan ergens anders neme men zich daar dus in acht. Behalve door water kan ook door voedsel typhus worden overgebracht Dit voedsel kan op verschillende maaiemn besmet zijn. Het kan b.v. zijn, dat een kok, die de ziekte onder de leden heeft en weinig gevoel voor zindelijkheid heeft, door middel van zijn niet voldoende gewasschen handen het eten besmet. Als voorbeeld hiervan noem ik een buiteniandsch garnizoen waar in 1905 15 gevallen van typhus voorkwamen, die veroor zaakt waren door een kok, die typhus had, maar zich nog.niet ziek gemeld had. Ook kan het voedsel besmet worden door vliegen. Deze insecten, die soms in groote hoeveelheden liet eene oogenblik op allerlei vuil en het andere oogenblik op eetwaren zit ten, zullen natuurlijk in staat zijn typhus- bacillen over te brengen. Niet onmogelijk is het verder, dat de ziekte kiemen met stof worden verder gewaaid. Voor al tijdens den Transvaaloorlog werd hieraan een groote waarde gehecht. Ten slotte schuilt een groot gevaar in on gekookte vleeschwaren als worst, rookvleesch, ham. Is men bij een boer ingekwartierd en is de ham van een eigen geslacht vanken afkomstig, dan zal het gevaar niet zoo groot zijn, maar veelal zijn deze lekkernijen afkomstig van een zoogenaamd in nood geslacht of koud geslacht dier, d.w.z. een dier, dat zwaar ziek was en toen geslacht is of misschien zelfs aan de ziekte gestorven is. Door het gebruik van dergelijk vleesch kan bij den monsdh een typhusachtige ziekte ontstaan en verschillende epidemiën daarvan zijn dan ook beschreven. Behalve de genoemde manieren waarop be smetting kan optreden moeten wij nog wijzen op de directe besmetting, d.w.z. de besmetting die ontstaat doordat de smetstof rechtstreeks van den een op den ander wordt overgebracht. Wanneer b.v. iemand, d:o een tvphuspa- tiënt verpleegt onvoorzichtig is, kan hij smet stof aan zijn vingers krijgen; even later komt ■hij met de vingers aan zijn mond of aan zijn eten en besmet zich zoodoende. Ook to velde komt een dergelijke manier van besmetten veel voor. vooral gedurende den oorlog. Wanneer b.v. iemand de ziekte onder do leden heeft en een beetje vuil is uitgeval len kan hij zeer gemakkelijk met zijn vingers, door vuil ondergoed en op verschillende andere manieren allerlei voorwerpen van een ander, de handdoek, het stroo, het eten besmetten en zoodoende typhus verder verbreiden. Wordt vervólgd). Lied voor onze oorlogs-luchtschippers. (WijzeYlaggelïed). Te land en te water is Neerland vermaard Door Moed, door Beleid en door Trouw; Nu nemen zijn helden nog ruimere vaart; Wie twijfelt, koom' hier en aanschouw'L Lang bleef de verkenner gebonden aan d' aard'; Het hoogste wat toen het vernuft had gebaard, Dat was een ballon aan een kort eindje touw, Dat was eeu ballon aan een touwl een breede strook dennenbosch uit. Het dorp lag Oostelijk -van ons, zoodat we ach ter onze dennen deugdelijk beschut lagen voor Oostenwinden. Een harde weg was er niet. Slechts een kronkelende boschweg niet diepgesneden wielesporen een weg, ten eenenmale ongeschikt voor artillerieverkoer. Achter ons huis lag het open veld. Tuin grond éérst en vervolgens in een onafzien bare eindeloosheid de vale grauwte van een drassig veenland. De uiterste grens van onzen tuin hadden we, ter vrijwaring van onze groenten en vruchten, voor de felle Westersch© stormvlagen, beplant met dicht aaneensluitende rijen jeneverbessen en Russische aardappelen. Gewend als we waren aan onze vereen zaming, hadden we eigenlijk nooit aan dacht geschonken aan het strategische, dat in onze positie gelegen kon zijn. Wèl was 't eens tot ons doorgedrongen, dab er uit een sanitair oogpunt iets voor to zeggen scheen, om te wonen op de grens van dichte dennen en eindeloosheid. Maar dat was nog vóór den tijd, dat men de leer ging verkondigen, dat oorlog noodig was in het belang der hygiëne, zoodab we toen oog geen verband konden leggen tufischen Nu stijgt er ons scheepje tot buiten 't gezicht, Stoutmoedig en schrander gestuurd; Densteven, waarheen wij maar willen, gericht; En steeds naar den vijand getuurd I Geen heuvlen zoo hoog en geen bosschen zoo dicht, Wij vinden en wijzen de plek, waar hij ligt: Dan kan er met wisheid gemikt en gevuurd. Met wisheid gemikt en gevuurd! Wij zoeken het liefste den weg naar den vree, Maar 't krijgspad, indien het zoo moet Voor Nederlands vlag vaart het zwaard uit de solieê, Door 't Leger standvastig behoed En heft baar de Vloot uit de schuimende zee, Wij voeren naar !t blauw van den hemel haar meê, Al kleurt zich haar rood met ons kostbaarste bloed AI kleurt zich haar rood met ons bloed! WILLEM ZUIDEMA. Het krachtvoedsel van het Nederlandsche Leger. HEERLIJK VAM SMAAK. VERWEKT GEEN DORST. De toestand in den reuzenstrijd, j Heb belangrijkste, en belangwekkendste misschien ook, in den oorlog is op het oogenblik de actie der Duit-sobers tegen Antwerpen. Zij willen blijkbaar die sterk be vestigde en krachtig verdedigde stad heb ben. Waarom, schijnt nu wel duidelijk: zij kunnen niet dulden, dat een vrij krachtig Belgisch leger hun in den rug 6taat, terwijl zij in Frankrijk niet zóó aan de winnende hand zijn, dat een weerstand achter hen hun onverschillig kan laten. Of het hun gelukken zal, Antwerpen to bemachtigen, is een vraag, die nog niet be antwoord kan worden. De Duitschers val len heftig aan, de Belgen verdedigen zich krachtig. Enkele der forten van de buiten ste rij hebben het niet zoolang uitgehouden, als men gedacht had. De Duitschers hebben ér eenige bezet, zij zijn ook te Lier, kun nen daar huA kanonnen opstellen. De bin» nensto fortenrij kunnen ze zoodoende be schieten-, tot zwijgen brengen, veroveren en zpo al dichter bij de stad zelf komen. Een bombardement van Antwerpen behoort dan ook volstrekt niet meer tot de onmogelijk heden, integendeel het is zelfs waar schijnlijk geworden. L Een officieel telegram uit de stad noemt ;")"i3eh"tbestanci er érnstig T Generia'al Dé Guise, commandant der stelling, raadt den inwo ners uit de dorpen in den omtrek aan om te vluchten en wijst hun den wegeen bombardement, althans van de omgeving van Antwerpen, is onvermijdelijk. Hij voegt er bij, dat de weerstand tot het uiterste zal worden geboden. Na eenige dagen van angst en spanning lijkt men thans rustiger in Antwerpen. Daar draagt veel toe bij, dat de Engelsche regeering hulptroepen beeft gezonden naar de bedreigde vesting. Infanterie, mariniers, vele stukken grof geschut zijn uit Engeland gekomen en Engelsche krijgslieden trekken door Antwerpen's straten en worden er met- groote geestdrift begroet. Zij zullen de Bel gen lielpen in de verdediging der stad, maar als de Duitschers bun zware kanonnen, dichterbij brengen, wat zullen ook zij- dan doen tegen een bombardement? Van de andere terreinen, waarop gevoch ten wordt, komt maar weinig nieuws. De Duitsche legerautoriteiten zwijgen geheel en alde Franscbe zijn zeer kort in hun mede- deelingen omtrent den toestand in Noord- Frankrijk. „Onveranderd", heet het nog steeds, wat echter geenszins wil zeggen, dat er niet gevochten wordt. Van weerskanten schijnt de strijd er aanvallend en verdedi gend tegelijk gevoerd te worden. Geen strijd langs het geheele lange legerfront, maar hier en daar een krachtig offensief, dat echter op den geheelen toestand geen uitwerking heeft. De legers-linie verlengt zich steeds meer, zij moet nu al 500 lang zijnDe mogelijkheid, dat er over de geheele lijn een overwinning wordt be haald, wordt daardoor steeds kleiner, tenzij een der legers zoo volko men wordt uitgeput, dat het den strijd niet langer kan volhouden. Daar lijkt het nog bij geen der beide tegenstanders op en zoo kan de strijd aan de Aisne nog eenigen tijd voortduren. Het doel der legers schijnt dan ook niet te zijn over de geheele linie te zegevieren, maar elkaar te omtrekken of door bet front van den ander been te breken. Over den strijd op bet Oostelijk oorlogs terrein zijn de berichten een weinig breed voeriger. Maar daarom niet duidelijker De Russen beweren, dat zij de Duitschers hebben teruggeworpen aan de grens van Oost-Pruisende Duitsche berichten mel den, dat de aanval der Russen is afgesla gen, dat de opmarsch dezer laatsten tot staan is gebracht. Intusschen krijgen de Duitschers daar blijkbaar groote versterkin gen en schijnen zij bereid tot een krachtigen aanval. In Galicië heffen de Russen nu geen triomfkreten meer aan; integendeel, de Oostenrijkers hebben weer goeden moed. Zij hebben versterking gekregen van Duit sche troepen en Duitsche kanonnen, en ruk ken er op volgens een wel-overlegd plan. Zelfs hebben zij op de Russen kleine zege pralen behaald. Deze laatsten schijnen zich nu echter naar het noorden, d.i. naar den kant van Pruisen, te wenden België. De actie tegen Antwerpen. ANTWERPEN. De toestand te Ant werpen is ernstig. Luitenant-generaal De Guise, bevelhebber der versterkte stelling, heeft Dinsdagavond aan de burgemeesters der gemeenten binnen de versterkst© 6tel- ling denvolgenden brief gezonden: ,,Ik 1 heb de eer ter kennis der bevolking te brengen, dat bet bombardement der Ant- werpsche agglomeratie en omstreken onver mijdelijk is. De bedreiging met of de uitvoering van j bet bombardement zal echter geen invloed hebben op den duur van den weerstand, die tot het uiterste zal worden doorgedre ven. Personen, die zich aan de uitwerking van bedoelde beschieting willenonttrekken, 'zijn verzocht zich in den kortst mogelijken tijd te verwijderen in jioordelijke .of noord oostelijke. ifchting." Van Duitsche zijde wordt de volgende episode bericht van het beschieten der Ant- v/erpsche forten door de Duitschers. Het fort Waelhem hield zich tot Zaterdag staande. In den nacht van Woensdag op Donderdag der vorige week ge bruikte de bezetting de volgende krijgs list: zij liet - drie vaten kruit in de lucht vliegen en 6tak eenige vaten petroleum in brand. De Duitschers meen den toen dat het fort verloren was en na derden. Daarop bracht het mitrailleurs- vuur der Belgen hun groote verliezen toe, maar de list hielp ten slotte niets. Zaterdagnacht om half een werd het fort door de Duitschers veroverd. Spoe dig daarop vielen ook de andere forten in handen der Duitschers. Zondagmorgen zweeg het Duitsche geschutvuur èn daarin meenden de Belgen een goed teek en te zien. De reden was echter, dat de Duitschers bezig waren hun zware geschut in de ver overde forten op te bouwen. Te Brussel. LONDEN. Kettle, de correspondent van de „Daily News", seint zeer onrustbarend nieuws uit Brussel. Volgens zijn mededee- lingen zijn verschillende buizen in de voor steden en bet hotel L'Espérance aan de Gare du Midi in vlammen opgegaan. Naar het heet, treden de Duitsche soldaten hoe langer hoe uitdagender op en is er groote aanleiding tot ongerustheid. Een Belgische held. De correspondent van de Times te Oostende zegt, dat door gansch het land de lof weer klinkt van een jongen tweede-luitenant, Ray mond Hiernaux van het 4e regiment artillerie, die sneuvelde bij 'het verrichten van een dap pere daad. De Duitschers die reeds sedert eenige dagen een groote macht bij Termonde hadden samen getrokken, deden een poging om de herstelde brug over de Schelde, tussclien Termonde en Grembergen te bestormen. Luitenant Hiernaux verbood zijn zorgvuldig verborgen batterij vuur te geven voor de vijand vlak bij de brug was; toen veegde hij hem weg met een hagelbui kogels. deze twee grootsche zaken. Op een goeden dag namelijk een paar jaar geleden was er een zenuwziek fami lielid komen afzakken. In gewone omstan digheden liet je familie je daar in-je uit hoek links liggen. Maar als de aardappels of winterperen in de stad schaars en duur werden, of als eeu van de neefjes of nicht jes last had van een vastzittend kou'tje dan hadden ze zich ineens je adres herin nerd. En met veel vijven en zessen en dank- baarheid?complimenten-bij-voorbaat, kreeg je dan de vriendelijke invitatie, om eens een proefje, liefst wat ruim genomen, want de kinderen hadden goeden eetlust van die heerlijke winteraardappelen, die je zoo goedkoop zelf verbouwde, te sturen. Of je werd tot in het diepst, van je ziel geroerd door het schriftelijke ziekterelaas van een of andere onbekende oud-tante, die ten slotte haar laatste heil zag in een krachtige kippensoep of een malschen eendenbout, „enne... off© we... we hadden er zooveel, en met één eitje méér onder een kloek, konden we toch alweer een kipje mé|r ter wereld brengen"... „offe we er dan maar een wilden sturen, een kippetje of een eend je...", maar „we zouden 't wel begrijpen, nietwaar, ze woonde in de stad, dus liefst... panklaar, vooral... pan-klaar." Het zenuwzieke familielid had zich des tijds ongevraagd aangemeld. We zouden het hem wel willen vergeven... z'n zenuwen... enfin... als hij maar een paar dagen mocht blijven om wat uit te rusten en op verbaal te komen door goede boschlust en fris'schen veldwind ...een bescheiden hoekje in den tuin, een klein plaattje aan de punt van de tafel... Vier weken hebben we hem bij ons ge had. Den eersten dag na z'n komst ge bruikte hij vijf eieren en drie liter melk. Gelukkig wisten we met behulp van hang sloten dit rantsoen terug to brengen op 1 liter melk en twee gekookte eieren... op de ongekookte in de kippennesten was geen oontróle te houden. In ons zelf-getimmerde prieel nam hij de twee gemakkelijkste tuinstoelen in beslag en telkens als ik meende, dat we nu wel genoeg rijpe perziken aan onzen leiboom hadden,om er een Week's glas mee te kunnen vullen, dan lagen er nog alleen de pitten onder den boom. De Duitschers plaatsten nu machinegeweren in huizen in de nabijheid en zonden weer een afdeeling ïnfanterie op de brug af, ditmaal met matrassen voor het lijf gebonden. Ook dezo werden weggemaaid, terwijl bovendien do ma trassen vlam vatten. En ook de derde poging mislukte geheel. Doch later schoot de Duitsche artillerie zich in en de dappere luitenant Hiernaux werd ge dood, doch bij had nog gezien dat zijn mannen de brug in de lucht lieten tliegen. Het bezit dezer brug zou een groot strate gisch belang zijn geweest, bij het beleg van Antwerpen. Duitschland. De groothertog van Oldenburg. Hoe de groothertog ran Oldenburg het IJzeren Kruis kreeg, wordt in de Hamn. Courier blijkens een RL.-telegram, door een gewonde volgenderwijze verteld dat was een heet gevecht daar bij V. Wij Oldenburgers lagen daar urenlang onder hevig vuur der vijandelijke artillerie en de vijand had een groote overmacht ter beschikking. Steeds dich ter rukten ons de Fransehen op het lijf en de hagel van projectielen, die ons om de ooren vlogen, dunde onze gelederen geweldig. Plotseling, ik weet zelf niet meer of do vijand attaqueerde of dat de machinegeweren in werking kwamen, daar begonnen eenige groepen van de onzen to wijken en sleepten de andere met zich roede, toen kwam op een maal onze groothertog in een auto aangesnord, stapte uit, ontrukte een gewonde zijn geweer en stortte zich onder do kreet: „Donnerwetter, kerels, willen jullie wel eens vooruit", in den heftigsten kogelregen. In galop volgden we natuurlijk onzen aanvoerder en kwamen ge lukkig in een kuil terecht, die .ons een prach tige dekking bood. Van hieruit werd toen <;e vijandelijke attaque met glans afgeslagen. Do groothertog bleef gedurende het geheele ge vecht in de lioie en vuurde zelf flink mee. Frankrijk. Op het Westelijk oorlogsterrein. PARIJS. Op den linkervleugel breidt bet Fransche front zich voortdurend uit. In de omstreken van Rijssel zijn aanzien lijke Duitsche cavalerie-troepen -ezien, die uittrekken voor de vijandelijke elementen, oprukkende door de streek benoorden de lijn Tourcoing-Armentières. Tusschen Seine en Oise wisselen voor- en achteruitgang elkander af. Bij Lassigny is een hevige aanval der Duitschers ntisïukt. Op den rechteroever van de Aisne ten noorden van Soissons, is de Fransch-Engcl- sche strijdmacht eeu weinig geavanceerd. In de streek van Berry-au-Bac hebben wij eenig terrein gewonnen. Rondom Arras en op den rechteroever van de Somrae verbetert de toestand'merk baar. Van de rest van het front valt niets te melden. De Belgische troepen, die Antwerpen ver dedigen, hebben de lijn van de Rupel en de Netbe krachtig bezet. De aanvallen der Duitschers op die lijn zijn mislukt. BERLIJN. Tengevolge van de aanhou dende pogingen der Franeohen om onzen rechtervleugel te omvatten is het slagfront uitgerekt tot ten noorden van Atreöbt en ton westen van Rijssel. Ten westen van Lens stiet onze voorhoede op vijandelijke cava lerie. In onze tegenaanvallen op de lijn Atrecht AlbertRoye i3 nog geen beslissing ge vallen. Op het front tusschen de Oise en de Maas bij Verdun en in Elzas Lotharingen is de toestand onveranderd gebleven. Ook omtrent Antwerpen valt heden niets bijzonders te vermelden. Rusland. Op het Oostelijk oorlogsterrein. PETROGRAD. De naastbijgelegen spoor wegstations in Oost-Pruisen staan vol trei nen. De vijand die terugtrekt in de richting van Oost-Pruisen, heeft versterkingen ge kregen uit Koningsbergen. De versterkte stellingen aan de grens Vier weken lang bleef m'n familiegenoofc z'n zenuwziekte uitvieren. En meermalen was ik op bet punt, hem te vragen, of hij plan had ergens tegen entree een winter slaap of een hongerkuur te gaan demon- streeren. En ik geloof zeker, dat we hem met Kerstmis de beste stukken vaa kleine Arie's Kerstkoniju en van den gemesten gent hadden kunnen zien verorberen, als ik niet omstreeks half September op een ochtend de beang: tigende tijding in den huiseiijken kring had gebracht, dat er twee gevallen van typhus in het dorp waren. In den middag van dien dag reisde onze zenuw zieke gast af... Sedert heb ik in brieven aan familie leden in de stad gezinspeeld op het heer- schen van vlekziekte in de streek en over het gesukkel met slecht drinkwater. En stellig zouden we nooit meer op deze wijze zijn gestoord in onze landelijke rust, als de nauwelijks ingesluimerde oorlogsgod niet plots was wakkergeschrikt en z'n laaien de pekfakkels als 'n razende om zLh heen had geslingerd. (Slót. volgt.)

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1914 | | pagina 1