No. 22.
Woensdaa 7 October 1914.
Orgaan voor Leger en Vloot.
Kwatta's
Manoeuvre Chocolaad i
Onder redactie van D. MANASSEN.
OP ZEE.
Binnenland.
Oplaag 50,000 exemplaren.
DE SOLDATENCOURANT
ADRES VAN REDACTIE EN ADMINISTRATIE: PALESTRINASTRAAT 10,
AMSTERDAM, TELEFOON Z. 4968. DIT BLAD ZAL DRIEMAAL PER WEEK
VERSCHIJNEN. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR NIET
MILITAIREN 2 CENT, ABONNEMENT ƒ1.50 PER DRIE MAANDEN.
VOOR ADVERTENTIEN WENDE MEN ZICH TOT HET ALG. ADY.-BUREAU
ROUMA CO., 228 HEERENGRACHT A'DAM.
Generaal ULRICH WILLE,
Opperbevelhebber van het gemobiliseerde
Zwitsersche Leger.
MEDEDEELINGEN.
Nadat wij gedurende zes weken ongestoord
de pakketten Soldatencouranten tot eik gewicht
naar de onderdeelen van Land- en Zeemacht
hebben kunnen verzenden, deelde het Hoofdbe
stuur der Posterijen en Telegrafie ons thans mede,
dat van het betreffende voorschrift ten behoeve
van De Soldatencourant niet kan worden afge
weken. Wie dus meer dan 80 exemplaren van
De Soldatencourant ontvangen moet, krijgt deze
voortaan in twee of meerdere pakketten toege
zonden, omdat geen der pakketten nu zwaarder
dan 2y2 K.G. wegen mag. Men houde hiermede
s. v. p. dus rekening bij de aanbieding van
een aantal pakketten voor óén bepaald onder
deel.
Gezondheidsleer.
Door J. P. Bijl, officier v. gezondheid.
X.
Typhus.
Tot do zeer gevreesde besmettelijke ziekten
bekoort zeker de typhus'. Zoowel het. langdurig
ziek zijn, als het hooge steilte-cijfer, als het
groote gevaar voor liet ontstaan van epide-
miën wettigen deze vrees ten volle. Gewoon
lijk is het sterftê-cijfer ongeveer 10 Van
de 10 menschen, die typhus krijgen, sterft
dus gemiddeld één. In sommige opidemiën is
het sterfte-cijfer evenwel veel hooger. Bij de
Engelsche troepen tijdens den Transvaal-oorlóg
bedroeg het b.v. ruim 20 Daarentegen stier
ven van de Amerikaansche soldaten in den
oorlog tegen Spanje slechts 7 der lijders.
De verpleging, die bij typhus-patiënten van
zoo buitengewoon veel gewicht is, kan to velde
natuurlijk niet altijd geschieden zooals noodig
zou zijn, waardoor in die omstandigheden het
sterfte-cijfer meestal grooter wordt.
De eigenlijke ziekte duurt gewoonlijk eenige
weken, waarna een langdurig tijdperk van
algemeene. zwakteontstaat, zoodab een aan
typhus lijdende soldaat voor geruimen tijd
voor het leger verloren is en bovendien veel
verzorging vereischt.
Het gevaar voor heb ontstaan van een
epidemie is vooral in oorlogstijd zeer groot.
Men ziet dan ook, dat het aantal slachtoffers
bij een oorlogvoerend leger ontzettende afme
tingen kan aannemen. Zoo stierven tijdens
den Amerikaanschen burgeroorlog (1861'65)
aan den kant der genu leerden 34,843 mannen
aan typhus. Gedurende den Fransch-Duitschen
oorlog van 1870/71 hebben ongeveer 75,(XX)
Duitschers aan typhus geleden, van wie 8789
gestorven zijn. In den Russiscli-Turkschen
oorlog,. 1S77'78, verloren de Russen 43,985
manschappen aan typhus, tegen ruim 30,000
door wapenen. Tijdens den Transvaal-oorlog
leden meer dan 40,000 Engelsche soldaten nan
typhus, Bij het Russische leger kwamen in den
oorlog met Japan ongeveer 30,000 typhusge-
vallen voor.
Wanneer men dergelijke getallen voor oogen
heeft, is het zeer begrijpelijk, dat alle
landen steeds grooter zorg besteden aan
de bestrijding van typhus in het leger.
Zoowel in vredes- als in oorlogstijd wordt van
hooger hand al het mogelijke gedaan om epide-
niiëri bij het leger te voorkomen en de gunstige
gevolgen vnn al die maatregelen blijven dan
ook niet achterwege. Terwijl in ons land bijv.
omstreeks 18751880 per 1000 soldaten nog
4 a 5 typhusgovallen per jaar voorkwamen,
is dat getal tegenwoordig minder dan 1.
Maar ook in oorlogstijd blijkt, dat een leger,
waar krachtige hygiënische maatregelen ge
nomen worden, veel minder van typhus te
lijden,heeft dan een waar dat niet gebeurt.
Zeer opvallend was dat te zien hij bet Engel
sche en het Franscho leger tijdens den Krim-
oorlog. In beide legers heerschten in het be
gin besmettelijke ziekten in hevige mate. Do
Engelsehen hebben toen den geneeskundigen
dienst zeer verstrekkende hervormingen op
hygiënisch gebied doen nemen, met het gevolg,
dat de epidemie spoedig eindigde. De Fran
schen daarentegen hebben dat niet gedaan en,
hoewel onder overigens dezelfde omstandig
heden verkeerende, zijn daar de infectieziekten
blijven heorschen.
Ook het Japansche leger is in den oorlog
tegen Rusland verschoond gebleven van
ernstige opidemiën, dank zij de maatregelen
van den geneeskundigen dienst en de mede
werking van hoog tot laag ondervonden.
Zooals reeds vroeger gezegd is, zullen zelfs
de beste maatregelen schipbreuk lijden, indien
er geen medewerking is van den troep. Wij
zullen, dus eens nagaan welke maatregelen ge
nomen moeten worden om een typhus-epidemie
to voorkomen en waarom. Ongetwijfeld zullen
onze soldaten dan even goed medewerken als
de Japanners dat deden.
De typhus wordt veroorzaakt door een van
die uiterst kleine levende wezens, waarover in
een van de eerste opstellen gesproken is: de
typliusbacterie, gewoonlijk typhusbacil ee-
Deze bacil vermenigvuldigt zich, praotisch
gesproken, alleen in het menschelijk lichaam,
maar kan weken en maanden lang in do bui
tenwereld levend blijven. In de eerste plaats
geschiedt deze vermenigvuldiging in het
lichaam van den typhuspatiënt en in de tweede
plaats ziet men soms dat hij niet, zooals ge
woonlijk bij ingetreden genezing uit het
lichaam verdwijnt, doch zioh daarin jarenlang
blijft vermenigvuldigen en met ontlasting en
urine wordt afgescheiden, zonder dat de gene
zen patiënt er eenigen last van ondervindt.
Men noemt zoo iemand een bacillendrager."
De typhusbacil verlaat het lichaam met de
ontlasting en soms met de urine. Dergelijke
ontlasting en urine zijn dus als het grootste
gevaar te beschouwen. Men moet hierbij
bedenken, dat de bacillen zoo uiterst klein
zijn, dat een druppel urine of een weinig ont
lasting aan de onderkleeren duizenden en dui
zenden bacillen kan bevatten.
Dringt dan zoo'n typhusbacil langs den een
of anderen omweg door den mond in het
lichaam van een gezonden persoon dan kan hij
zich daarin gaan vermenigvuldigen en zoo
doende dien persoon ziek maken.
Wordt vervolgd,).
Voor ons leger!
De Nederlandoche Leeuw ligt in zijn hol. Geen
krulletje der manen is buiten te zien. De kop
rust op de massief logge pooten.
Rust?
Ziet hoe onder de neergeslagen oogleden
vuur splijt, de spieren half gestrekt zijn, soms,
bij dreigend gerucht, de ooren plat gaan of de
staartkwast wipt.
Het hol en de voorwaarden voor de blijvende
veiligheid ervan zullen, indien noodig, verde
digd worden!
Wij zijn een weerbaar volk.
Groot vertrouwen en innnige dankbaarheid
past de natie tegenover de mannen, die voor
haar veiligheid hebben in te staan. Straks
misschien met hun leven; nu en in ieder geval
met al hun wilskracht, waakzaamheid en plichts
vervulling. Want groot, grooter zcijfs dan van
durf en uithoudigsvermogen op het slagveld, is
de zedelijke kracht welke gevorderd wordt van
een leger, dat niet mag vechten, doch altijd
door, maanden lang, iederen dag en ieder uur,
tot vechten bereid moet zijn.
Geweld, zoo noodig en in het uiterste ge
val, middel tot rechtshandhaving, nooit
bron waaruit recht kan worden geschept
onder dat licht ziet ons volk zijn leger in de
beving der wereld. Wij gelooven in geestelijke
en zedelijke krachten. Bij het leger, om ook
ondanks verveling of vermoeiende en 6oms
eentonige oefening aan strijdbaarheid eer te win
nen dan te verliezen; bij ons zelf aan het ver
mogen om door betoon van waardeering en er
kentelijkheid' aan liet leger, het te helpen be
houden zijn voornamen eenvoud van nationaal
gevoel.
Voor onze mannen onder de wapenen is de
overtuiging, dat de natie met hen meeleeft,
dat volk en leger in gedachten één zijn, on
misbaar.
Steunt daarom met milde hand, maar vooral
steunt in grooten getale, het streven der Com
missie „voor de inzameling van gelden tot
verstrekking van sigaren en tabak aan onze mi
litairen te velde en in versterkte plaatsen".
Ge geeft iets meer dan een versnapering of
heeft niet voor hollandsch zenuwgestel en hu
meur het sigaartje een hij andere volken onge
kende waarde? Ge helpt werkeloosheid kee-
ren en behoedt wellicht een bloeienden tak van
nijverheid voor verlamming. Maar hoven alles:
iedere gift beteekent het saluut aan de man
nen die, in de Wadden of op de uithoeken der
Zeeuwsche eilanden, in eenzame forten of
kampementen aan de grenzen, den hoogsten
plicht betrachten, dien een volk van mannen
vervullen kan
Zonder strijd strijdvaardigheid bewaren.
Veel reeds kon de Commissie doen, treffend
zijn de talrijke bewijzen van erkentelijkheid
die haar gewerden. Iedere soldaat voelt, dat de
gift veel meer is dan de gave die opgaat in
rook. Welnu, nog lang niet is de Commissie
aan het einde van haar taak. Laa.t ieder Ne
derlander, laat ieder Nederlandsche Vrouw
vooral, dezen plicht van hulde aan het leger
nakomen. t. S.
De Commissie vestigt er de aandacht op dot,
aangezien het haar onmogelijk is, het geheele
publiek met haar circulaires en insclirijvings-
hiijetten te bereiken, zij den maatregel heeft
genomen, om in een groot aantal filialen van
sigarenfabrieken en sigarenwinkels, inteoken-
lijsten neder te leggen, welke door welwillende
medewerking van de houders dier filialen en
magazijnen, aan het publiek de gewenschte
ruime gelegenheid verschaffen, om door in
schrijvingen het doel der Commissie te bevor
deren.
De Commissie
W. G. F. SNIJDERS, Luitenant-Generaal
b. d., Prinsevinkenpark 11, Voorzitter.
Mejuffr. W. C. G. BOOMS, Nassaulaan 21,
Penningmeesteres.
Z. HOEK, Directeur der N.V. Mij. „Het
Pn.rk Zorgvliet", Waldeck-Pynnontkade 133,
Secretaris.
De toestand in den reuzenstrijd.
Er is in de laatste, paar dagen zeer duide
lijk een toeneming der actie op de verschil
lende terreinen van den oorlog. Er is
heviger gevochten op het westelijk oorlogs
terrein volgons de Franscho berichten zijn
de bondgenooton daar op sommige plaatsen
opnieuw tot den aauval overgegaan ©n heb
ben zij hier en daar de Duitschers wat ach
teruitgezet., terwijl zij zich el de re flink hand
haafden. Op liet Oostelijk gevechtsveld-
"chijnt oveneens hard gevochten in de laat
ste dagen. Wie heeft daar echter de over
winning behaald? De Russen beweren van
zijde Duitschers schrijven eveneens zich
zelf de overwinning toe bij Soewalki. Een
Duitsch legerberióht is maar kortOp 1 en
2 October zijn in een tweedaagsch gevecht
de Russen bij Soewalki totaal verslagen
zij verloren drie duizend man aan gevan
genen, bovendien 18 stukken geschut, vele
machinegeweren, voertuigen en paarden.
.Volgens de Russen zijn de feiten geheel
anders. De Russische troepen hebben zich
buitengewoon dapper gedragen en herhaal
delijk met bajonet-aanvallen den vijand uit
de loopgraven 'verjaagd. Duitsche krijgsge
vangenen verzekerden, dat de verliezen der
Duitschers bij Soewalki zoo groot waren,
dat van sommige afdeelingen maar 20 man
zijn overgebleven. De wegen, waarlangs de
Duitschers terugtrokken, zijn met lijken
bezaaid. Door dezen uitslag is de inval der
Duitschers in.Russisch-Polen volkomen mis
lukt. De Russen zouden krachtig den ver
slagen vijand vervolgen.
Ten derde, maar niels het minst, wordt
in de laatste dagen onze aandacht weer
getrokken naar België. We hebben reeds
meermalen gemeld, dat de Duitschers daar
een nieuwe actie begonnen. Tegen Antwer
pen vooral, maar ook elders in België her
leeft de strijd. Zelfs dicht aan onze grenzen
wordt weer hardnekkig gestreden', in de
buurt van Zeeuwsch-Vlaanderen zoowel als
in de nabijheid van Maastricht. Het
kanongebulder weerklinkt tot over onze
grenzen. De Duitschers schijnen nieu
we troepen naar België te hebben
gezonden, reservisten uit Hannover o.
a., naar gemeld wordt. Bij Lanae-
ken, niet ver van de Limburgsche grens,
en in den omtrek zouden er niet minder dan
3000 zijn. Er is daar hevig gevochten en
vele huizen gingen weer in vlammen op.
Uit Antwerpen geven de laatste berich
ten geen nieuws. De Belgische telegeram-
men melden, dat de toestand onveranderd
is; de Duitsche, dat de operaties voor Ant
werpen geregelden voortgang hebben... zon
der strijd. Dat zal wel een beetje al te opti
mistisch zijnTrouwens, de Duitschers be-
toonen zich ook tevreden over den toestand
in Noord-Frankrijk. De strijd wordt, in
zenderheid op den rechtervleugel, met suc
ces voortgezet. We doen misschien verstan-
standig aan te nemen, dat de toestand daar
vrijwel dezelfde blijft, dat de strijd er wordt
voortgezet, zonder dat er nog een beslissing
is gekomen. Hoelang zal dat daar nog du
ren en de vijanden elkander uitputten?
In G-alicië wordt de toestand onveranderd
genoemd.
Ook niet-strijders, men weet het allang,
worden door dezen oorlog getroffen, 't Is op
de zeeën niet veilig, evenmin als op vele
plaatsen op het land. Dat heeft nu ook
een Nederlandsek schip ervaren. Elders
verbalen wij daarvan uitvoeriger. Het I-T-c
derlandsche handelsschip „Nieuwland", met
steenkolen van Goolenaar Harlingen, is
op een mijn gestootenbinnen korten tijd
stond het schip op zijn kop en verdween in
de diepte. Voorzoover we uic de "berichten
than3 kunnen opmaken is er van de beman
ning niemand omgekomen. De opvarenden
konden zich redden in de boot en werden
door den logger ,,Wilhelmina IV" naar
IJmuiden gebracht. Het ongeluk bad Zater
dagmiddag plaats.
België.
De toestand te Antwerpen
ANTWERPEN. (Officieel.) Het artille-
duel beeft den ganschen dag op de gebeele
linie voortgeduurd. De algemeene toesta
blijft dezelfde.
Onze bijzondere correspondent te Ant
werpen seint
Het is moeilijk omtrent de positie der
vijandelijke legermachten vaststaande gege
vens te vermelden. In het holst van den
nacht trokken de mannen, groote scheeps-
kanonnen met zich voerend door de stad en
van daar naar het front. Vermoedelijk om
den Duitschers geen gelegenheid te geven
zich in den nacht te oriënteeren, werden de
gaslantaarns reeds om 7 uur gedoofd. Alle
cafés en winkels werden tevens op dat uur
gesloten. Het electrische straatlickt werd
niet ontstoken. De stad, badend in een zee
van zilver maanlicht, biedt een fantastischen
aanblik. De stemming der bevolking is ern
stig, doch volstrekt niet gedrukt.
ROOSENDAAL. Duizenden vluchtelin
gen zijn Zondag weder te Esschen aangeko
men. Uit alle dorpen en stadjes uit de om
geving van Antwerpen kwamen ze aan,
mannen, vrouwen en kinderen, vooral veel
kinderen. Te Esschen is echter met geen
mogelijkheid meer plaats te maken en zoo
stond heden een lange trein gereed om een
groot gedeelte terug te voeren naar het
nabij gelegen Calmpthout.
In de Antwerpsche ochtendbladen wordt
medegedeeld, dat de Belgische troepen in
de meest volmaakte orde teruggetrokken
zijn ten zuiden van de Nethe, waar zij
krachtig versterkte stellingen hebben inge
nomen. In de streek tusschen de Senne en
de Schelde, hebben de Duitschers tot dus
ver geen herhaling beproefd van den aan
val, ook op de overige gedeelten van de
stelling was het gisteren rustig.
DuHschland.
Duitsch legerbericht.
BERLIJN. (Officieel bericht uit het
groote hoofdkwartier.) Op bet oorlogetoo-
neel in Frankrijk zijn geen bepaalde wijzi
gingen gekomen.
Bij Antwerpen zijn ook de forten Lier,
Waelkem en Koningskoyckt en de daartus-
schen gelegen redouten gevallen
In de stellingen tusschen de forten zijn
30 stuks geschut veroverd.
De in den buiteusten fortengordel ge
maakte bres stelt ons in staat over te gaan
tot den aanval op de binnenste fortenlinie
en de stad.
In het Oosten zijn het 3de Siberische en
gedeelten van het 22ste legercorps, die zich
op den linkervleugel van de over den Nje-
men voortrukkeude Russische legers bevon
den, na een tweed aagsch verbitterd gevecht
bij Angustow verslagen. Meer dan tweedui
zend niet-gewonden werden gevangen ge
nomen en een aantal kanonnen en machine
geweren buitgemaakt.
BERLIJN. Op het westelijk oorlogstoo-
neel wordt de strijd op den rechtervleugel
eri in Argonne met succes voortgezet.
De operaties voor Antwerpen en op het
oostelijk oorlogstooneel hadden geregeldeD
voortgang zonder strijd.
De Duitschers in Belg'sch-Limburg.
MAASTRICHT. Hevige kanonnades en
geweervuur hebben de bewoners Zondagmor
gen uit den slaap gewekt. Te ongeveer half
acht begon het en duurde voort tot bijna 9 u.
.Het kwam uit de richting Lanaekcn. Een
boer uit Veldwezelt vertelde me, dat daar
.mr half zeven de Duitschers met geschut
doorgetrokken zijn, zonder iets te doen. Het
gehucht Briegden, dicht bij Lanaekcn, een
gehucht van ongeveer 60 huizen, is be
schoten. Do molen moet in brand staan. De
pastoor zou het- Allerheiligste hier naar de
Lambertuskerk gebracht hebben. De Ca-
bergerweg, leidende naar Lanaekcn, is bui
ten de Brusselsche poort afgesloten voor het
publiek. Drie Belgische soldaten, die over
de grens kwamen, zijn ontwapend en zul
len geïnterneerd worden.
MAASTRICHT. Do Duitschers zijn
in Lanaeken en hebben daar aan ver
schillende kanten van het plaatsje hui-
jfeen in brand geschotenEen granaa.
"is in de kerk terecht gekomeneen
(vrouw heeft een schot door het beo
.gekregen; een Duitsch trompetter is gc
dood door eeuDuitsche granaat. Een ge
wond Duitsch officier ia naar Luik vei
;vcerd, andere gewonde Duitschers naai
Tongeren. Een man die met zijn kar er.
paard nog over de grens wilde, zag zijn
paard voor de kar gedoodhet ligt no^
san de grens. Er schijnen 50 Belgen ir
Lanaeken geweest te zijn, die hebben ziel.
au teruggetrokkenin de bosschen bij Tour-
nebride en daar schijnen de Duitschers ze
nu te omsingelen, ten minste het brandt
in de bosschen. Om half twaalf hoorde men
hier weer een schot.
Een stout stukje.
Een hoogst gewichtig voorspel van de ver
overing van het sperfort Camp Roiuam en het
voortrukken tot aan de snerfort-liuie Verdun
'".'oul, was het vernielen van den spoorweg tus-
Verdun en St.-Micliiel, waarlangs de
'Franschen aanhoudend nieuwe ammunitie uit
Verdun aanvoerden.
Het stoute stuk werd door 2 officieren en
24 pioniers met goeden uitslag volvoerd. Zij
slopen tusschen de vijandelijke posten ten wes
ten van de Maas door, zwommen de breede
rivier over, legden den langen, gevaarlijken
weg af door moerassen en volle slooten, tus
schen de slapende bivaks der Fransche voor
posten, vonden den spoorweg, lieten dien in
de lucht vliegen en vernielden de ondergrond-
sche telegraaflijn tusschen Verdun en St.-
Mihiel.
AL wie terugkwamen, kregen het ijzeren
kruis.
Het volgende verhaal is van een der luite
nants, die aan deze gevaarlijke onderneming
deelnam
„De nacht was stikdonker, de stortregen en
de loeiende wind verborgen onze bewegingen.
Toen wij uittrokken wisten wij wel waar de
detachementen van den vijand geposteerd wa
ren aan dezen kant van de Maas, doch niet
waar ze aan de overzijde der rivier lagen. Wij
wisfcen alleen van de kaart waar de bewuste
spoorweg liep en waar de acht punten waren
waar wij onze mijnen moesten leggen. In ver
gelijking met het tweede deel was het eerste
van onzen tocht gemakkelijk. Wij behoefden
enkel door de linie te sluipen der Fransche
verschansingen en over het kanaal aan dezen
kant van de Maas te komen, dat door sterke
posten werd bewaakt. Heb gelukte ons de
Fransche wacht van een der bruggen af te
maken, zonder dat hij alarm kon maken, en
gingen toen verder door de moerassige Maas
vlakte, die met 6looten doorsneden was.
We waren, toen we den Maasoever be
reikten, door en door nat, bedekt met
slijk en zoo koud dat onze tanden klap-
Eerden. De rivier is hier ongeveer 50 M. breed.
Ic gespte mijn sabel af e.n zwom het eerst naar
de - overzij, wat ik zoo moeilijk vond, dat ik
terug-zwom. de manschappen beval hun laar
zen uit te trekken ©n zich zooveel mogelijk van
equipementstukken te ontdoen. De ladingen
voor de mijnen bonden we om den nek vast,
met do einden der lonten onder de pet. Hot
was ook lastig een goede plaats te vmden,
waar we aan land konden komen .want de
oever was zeer moerassig. Eindelijk slaagden
wij er in door scherp snijdend riet aan land
te komen en gingen verder, steeds verder, tot
over de knieën in den modder zakkende bij
heb waden door het water. Ten slotte kwamen
wij aan de plaats waar de vernieling moest
plaats hebben, wij stelden de mijnen, staken de
lonten aan en gingen terug, altijd vreezend,
dat- wij in een der naburige dorpen Uarcon-
oourt of door een brugwacht konden ontdekt
wórden.
Een cavalerie-patrouille door de ontploffingen
gelókt zag ons en schoot. Ditmaal redde ons
liet moeras. De terugweg was dezelfde; eindelijk
bereikten wij het-dorp aan deze zijde van het
kanaal, waar wij met revolver in de hand paar
den requireerden en in wilde vaart bereikten
wij ons kwartier.
Allen kregen wij het ijzeren kruis, een luite
nant en een onderofficier verdronken evenwel
bii het overzwemmen van de Maas.
Frankrijk.
De strijd in Frankrijk.
PARIJS. Op onzen linkervleugel zijn wij,
na alle vijandelijke aanvallen te hebben af
geslagen, op verschillende punten weder tot
heb offensief overgegaan.
Op andere hebben wij ons flink gehand
haafd in onze posities.
Yan het centrum tot Argonne valt niets
to vermelden.
In Argonne hebben wij den vijand naar
het noorden teruggedrongen.
Tri Zuid-Woëvre gaan wij, hoewel zeer
langzaam, vooruit.
Op onzen rechtervleugel Lotharingen en
de Vogezen niets nieuws.
Het krachtvoedsel van het Nederlandsche Leger.
HEERLIJK VAN SMAAK. VERWEKT GEEN DORST.
Féronne.
In het eind van September kwa
men de Duitschers opnieuw in Pércr-ne,
hun voorhoede was zelfs een eind daar voor
bij getrokken en had zich genesteld in een
dorp, zeven mijlen daar vandaan. Doch
daar vonden zij hevigen tegenstand van de
Franschen, die ondanks het moorddadig
vuur niet wilden wijken.
De „Times'-correspondent meldt om
trent het optreden der Franschen daar nog
het volgende
Een maatregel om den vijand voortdu
rend af te matten On in spanning te houden,
die uiterst doeltreffend is gebleken, bestaat
i 't uitzenden van eenige colonnes zware
lcavalerie, die in vollen galop des nachts
lwars door hun linies en bivaks rijken. Een
curassier, die aandeel nam in een dezer ge-
I.raagde expedities, verklaarde, dat het de
l.'ioest opwindende handeling is die men zich
hn voorstellen. Zijn afdeeling stak con-
roien en auto's in brand, benevens een
oote hoeveelheid smeerolie voor wagens
i auto's, en zaaide de grootste verwarring
i liet vijandelijk kamp.
Zij hadden eens dekking moeten zoeken
i een bosch,. waar zij noch hun paarden in
'3 uren iets te eten hadden. Zij hoopten
p de reddende komst van Fransche troe-
'=en, die echter uitbleven. En zoo bleef hun
niets anders over, dan in het midden van
den nacht dwars door de vijandelijke linies
heen te breken. Onder woest geschreeuw
stormden zij voorwaarts, reden onderste
boven wat hun in den weg frad, vonden
zelfs nog tijd, voorraden in brand te steken,
en joegen over heggen en slooten, als schim
men van jagers, die een spookvos achterna
zitten. Het moet een onbeschrijflijk fan
tastisch schouwspel zijn geweest, deze woeste
rit. in den luwen zomernacht.
Rusland.
De slag bij Soewalki.
KONINGSBERGEN. De plaatsver
vangend opperbevelhebber te Konings
bergen geeft de volgende aanvulling
van het reeds vermelde bericht omtrent
de overwinning op de Russen De Russen
zijn in een tweedaagsch gevecht bij Soewalki
op 1 en 2 October totaal verslagen. Zij
verloren 3000 man aan gevangenen, 18 stuks
geschut, waaronder een zware batterij, veel
machine-geweren, voertuigen en paarden.
Nederlandsch schip op ©en mijn ge
stooten en vergaan. Bemanning
gered.
Zaterdagavond bracht de Katwijksche log
ger „Wilhelmina IV",schipper Van der
Boon, te IJmuiden 17 personen aan, zijnde
de geheele bemanning van heb Nederland
sche, te Rotterdam thuisbehocrende stoom
schip „Nieuwland", dab met een lading
steenkolenvan Goole naar Harlingen was
bestemd. Dit stoomschip stiet ongeveer 30
mijl van den mond der rivier Humber ver
wijderd op een mijn, welke onder het voor
schip ontplofte en een gat in het schip
sloeg. Binnen korten tijd stond het schip
op zijn kop en verdween spoedig in de
diepte.
De opvarenden konden in. allerijl de
sclieepsboot te water brengen met. achter
lating van alle eigendommen. Met deze
boot bereikte men den logger, die op heb
herhaaldelijk fluiten van de „Nieuwland"'
naderbij was gekomen en ook reeds een
boot had uitgezet om het volk af te halen.
Schipper Van der Boon was pas voor acht
dagen uit IJmuiden vertrokken en had pas
drie last haring aan boord. Hij onderbrak
zijn reis echter om de schipbreukelingen te
IJmuiden aan te brengen.
Te IJmuiden werden de geredden in het
Koning Willemshuis ondergebracht en van
kleèren en schoeisel voorzien. Als bijzonder
heid kan nog worden gemeld, dat de log
ger op een afstand van ongeveer drie mijlen
den schok van de ontploffende mijn in het
water kon voelen.
Het ongeluk gebeurde Zaterdagmiddag
twee uur. Aan boord van'de „Nieuwland"
bevond zich de stoker Noordergraaf, die
ook aan boord was van het Ned. ss. „Hout-
dijk", dat in de Oostzee op een mijn stiet.
(Het stoomschip „Nieuwland", kapitein
Drayer, behoorende aan den „Nederl.
Lloyd" te Rotterdam, en was nog slechts
korten tijd in de vaart. Red.)
Engelsche mijnen in de Noordzee.
LONDEN. De Engelsche admiraliteit
deelt mede, dat de Duitsch© tactiek van
onderzeesche mijnen gecombineerd met de
activiteit der Duitsche onderzoebooten het
nemen van flinke tegenmaatregelen uit
militair oogpunt noodzakelijk maakt.
De Engelsche regeering heeft dientenge
volge, machtiging gegeven tot het leggen van
onderzeesche mijnen op verschillende plaat
sen en een systeem van een mijnenveld is
ingevoerd en zal op groote schaal worden
uitgebreid.
Ten einde de gevaren voor neutrale sche
pen te verminderen deelt de admiraliteit
mede, dab het voortaan voor elk vaartuig
gevaarlijk is de ruimte te paeseeren begre
pen tuascheu 51 gr. 15' en 51 gr. 40' noor
derbreedte en 1 gr. 35' en 3 gr. ooster
lengte.
In herinnering wordt gebracht, dat de
zuidelijke grens van het Duitsche mijnen
veld ligt op 52° NB. Ofschoon deze gren
zen wat men noemen kan de gevaarlijke
zone vormen, mag men er niet uit afleiden,
dat de scheepvaart veilig is in het geheele
zuidelijk deel van de Npordzee. Aan Engel
sche schepen is instructie gegeven om alle
schepen, die in oostelijke richting varen, te
waarschuwen.
De „Karlsruhe".
Volgens een officieel bericht heeft de
Duitsche kruiser „Karlsruhe" in den Atlati-
tischen Oceaan zeven Engelsche schepen in
den grond geboord Do Karlsruhe" is oen
kleine kruiser van 5000 ton, in 1912 ge
bouwd, en loopt ongeveer 28 knoopen.
In den Stillen Oceaan.
BORDEAUX. Een officieele marine-mede--
deeling zegtO^ 22 Sept. hebben de Duit
sche kruisers „Scharnhorst" en „Gneise-
nau", voor Papeete op het eiland Tohiti.
den kleinen kruiser ,,2ftlee" tot zinken ge
bracht; de „Zelee" was sedert 14 Septem
ber ontwapend, en had dus geen geschut
noch bemanning aan boord. De Duitsche
kruisers bombardeerden daarop Papeete,
een open stad en kozen vervolgens weer zeo.
Daar alle havens in den Oceaan door de
Engelsch-Fransche macht bezet zijn, zal do
approviandeering van de Duitsche kruisers
weldra onmogelijk wordenzij zullen zich
dan moeten meten met de kruisers der bond
genooton, die hen door den Stillen Oceaan
najagen.
Op een mijn gestooten.
LONDEN. Lloyds verneemt uit Ostende'
van 3 Oct., dat de Engelsche stoomboot
„Dawdon" van Huil naar Antwerpen, des
nachts in de Noordzee op een mijn ia ge
stooten en gezonken. Negen opvarenden
worden vermist; acht opvarenden zijn door
een vissehersboot naar Ostende gebracht.
De „Leipzig".
De „.Times" ontvangt uit Lima bericht,
dat de Duitsche hulpkruiser „Marie" op 1
October te Callao aankwam met de beman
ning van de Britsche stoomboot „Bank-
fields", die door de „Leipzig" in den grond
was geboord.
De lading van de „Bankfields" bestond
uit 6000 ton suiker, bestemd voor Liver
pool, ter waarde van 120,000 p.sfc.
De „Leipzig" is een der Duiteche krui
sers, die in den Stillen Oceaan nog de Brit
sche scheepvaart en handel bedreigen. In
het telegram aan de „Times" wordt de ver
onderstelling geopperd, dat deze kruiser in
voortdurende draadlooze verbinding staat
met het Telefunkenstation te Lima, dat on
der beheer staat van een Duitscher.
Voor de Militaire Tehuizen.
De uitgever E. J. Bosch, te Nijverdal,
heeft het voornemen om alle Militaire Te
huizen 'n present-exemplaar van een zijner
bekende Voordrachtenbunc^ls (verzameld
en van aanteekeningen voorzien door „Een
Hoofdonderwijzer") aan te bieden.
Om te voorkomen, dat van deze aanbie
ding misbruik zal worden gemaakt, stelt de
uitgever als voorwaarde, dat elke aanvrage
onderteekend moet zijn door minstens twee
bestuursleden van het Tehuis.
Een belangrijke mededeeling.
Mr. A. L o o s j e s, de secretaris van de
Nat. Ver. voor den Volkszang, schrijft ons
Nu ik uit „De Soldatencourant" zie, dat
op verschillende plaateen pogingen in het
werk worden gesteld onder de militairen,
om een fanfarecorps op te richten, mag ik
er op wijzen, dat onze Vereeniging kosteloos
beschikbaar stelt de partijen voor harmonie
of fanfare, van de volgende liederenWil
helmus, Wien Neerlands Bloed, De Zilver
vloot. Vlaggelied, Een liedje van de zee,
De kleinste (van Beltjens.)
Men vrage deze partijen aan bij onzen
voorzitter, den heer Wouter Hui-
schenruyter, Admiraal v. Gbent-
straat 25, Utrecht. Ik twijfel niet, of niet
weinigen zullen van deze gelegenheid ge
bruik maken.
Om misverstand te voorkomen, zij nog
gezegd, dat niet alleen militairen van deze
gratis-aanbieding gebruik kunnen maken.
Ontwikkeling en ontspanning voor
de gemobiliseerde troepen.
Ook in Zuid-Holland heeft zich thans een
commissie gevormd, die onder leiding van
de reeds eerder vermelde, centrale com
missie, werkzaam zal zijn in pet belang van
de ontwikkeling en ontspanning der mili
tairen.
Deze commissie bestaat uit prof. G.
Kalff, te Leiden, voorzitter mej. E. Knap
pert fce Leiden en de heeren mr. P. J. M.
Aalberse, te Leideil; dr. F. Delhez, te