No. 22. Woensdaa 7 October 1914. Orgaan voor Leger en Vloot. Kwatta's Manoeuvre Chocolaad i Onder redactie van D. MANASSEN. OP ZEE. Binnenland. Oplaag 50,000 exemplaren. DE SOLDATENCOURANT ADRES VAN REDACTIE EN ADMINISTRATIE: PALESTRINASTRAAT 10, AMSTERDAM, TELEFOON Z. 4968. DIT BLAD ZAL DRIEMAAL PER WEEK VERSCHIJNEN. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR NIET MILITAIREN 2 CENT, ABONNEMENT ƒ1.50 PER DRIE MAANDEN. VOOR ADVERTENTIEN WENDE MEN ZICH TOT HET ALG. ADY.-BUREAU ROUMA CO., 228 HEERENGRACHT A'DAM. Generaal ULRICH WILLE, Opperbevelhebber van het gemobiliseerde Zwitsersche Leger. MEDEDEELINGEN. Nadat wij gedurende zes weken ongestoord de pakketten Soldatencouranten tot eik gewicht naar de onderdeelen van Land- en Zeemacht hebben kunnen verzenden, deelde het Hoofdbe stuur der Posterijen en Telegrafie ons thans mede, dat van het betreffende voorschrift ten behoeve van De Soldatencourant niet kan worden afge weken. Wie dus meer dan 80 exemplaren van De Soldatencourant ontvangen moet, krijgt deze voortaan in twee of meerdere pakketten toege zonden, omdat geen der pakketten nu zwaarder dan 2y2 K.G. wegen mag. Men houde hiermede s. v. p. dus rekening bij de aanbieding van een aantal pakketten voor óén bepaald onder deel. Gezondheidsleer. Door J. P. Bijl, officier v. gezondheid. X. Typhus. Tot do zeer gevreesde besmettelijke ziekten bekoort zeker de typhus'. Zoowel het. langdurig ziek zijn, als het hooge steilte-cijfer, als het groote gevaar voor liet ontstaan van epide- miën wettigen deze vrees ten volle. Gewoon lijk is het sterftê-cijfer ongeveer 10 Van de 10 menschen, die typhus krijgen, sterft dus gemiddeld één. In sommige opidemiën is het sterfte-cijfer evenwel veel hooger. Bij de Engelsche troepen tijdens den Transvaal-oorlóg bedroeg het b.v. ruim 20 Daarentegen stier ven van de Amerikaansche soldaten in den oorlog tegen Spanje slechts 7 der lijders. De verpleging, die bij typhus-patiënten van zoo buitengewoon veel gewicht is, kan to velde natuurlijk niet altijd geschieden zooals noodig zou zijn, waardoor in die omstandigheden het sterfte-cijfer meestal grooter wordt. De eigenlijke ziekte duurt gewoonlijk eenige weken, waarna een langdurig tijdperk van algemeene. zwakteontstaat, zoodab een aan typhus lijdende soldaat voor geruimen tijd voor het leger verloren is en bovendien veel verzorging vereischt. Het gevaar voor heb ontstaan van een epidemie is vooral in oorlogstijd zeer groot. Men ziet dan ook, dat het aantal slachtoffers bij een oorlogvoerend leger ontzettende afme tingen kan aannemen. Zoo stierven tijdens den Amerikaanschen burgeroorlog (1861'65) aan den kant der genu leerden 34,843 mannen aan typhus. Gedurende den Fransch-Duitschen oorlog van 1870/71 hebben ongeveer 75,(XX) Duitschers aan typhus geleden, van wie 8789 gestorven zijn. In den Russiscli-Turkschen oorlog,. 1S77'78, verloren de Russen 43,985 manschappen aan typhus, tegen ruim 30,000 door wapenen. Tijdens den Transvaal-oorlog leden meer dan 40,000 Engelsche soldaten nan typhus, Bij het Russische leger kwamen in den oorlog met Japan ongeveer 30,000 typhusge- vallen voor. Wanneer men dergelijke getallen voor oogen heeft, is het zeer begrijpelijk, dat alle landen steeds grooter zorg besteden aan de bestrijding van typhus in het leger. Zoowel in vredes- als in oorlogstijd wordt van hooger hand al het mogelijke gedaan om epide- niiëri bij het leger te voorkomen en de gunstige gevolgen vnn al die maatregelen blijven dan ook niet achterwege. Terwijl in ons land bijv. omstreeks 18751880 per 1000 soldaten nog 4 a 5 typhusgovallen per jaar voorkwamen, is dat getal tegenwoordig minder dan 1. Maar ook in oorlogstijd blijkt, dat een leger, waar krachtige hygiënische maatregelen ge nomen worden, veel minder van typhus te lijden,heeft dan een waar dat niet gebeurt. Zeer opvallend was dat te zien hij bet Engel sche en het Franscho leger tijdens den Krim- oorlog. In beide legers heerschten in het be gin besmettelijke ziekten in hevige mate. Do Engelsehen hebben toen den geneeskundigen dienst zeer verstrekkende hervormingen op hygiënisch gebied doen nemen, met het gevolg, dat de epidemie spoedig eindigde. De Fran schen daarentegen hebben dat niet gedaan en, hoewel onder overigens dezelfde omstandig heden verkeerende, zijn daar de infectieziekten blijven heorschen. Ook het Japansche leger is in den oorlog tegen Rusland verschoond gebleven van ernstige opidemiën, dank zij de maatregelen van den geneeskundigen dienst en de mede werking van hoog tot laag ondervonden. Zooals reeds vroeger gezegd is, zullen zelfs de beste maatregelen schipbreuk lijden, indien er geen medewerking is van den troep. Wij zullen, dus eens nagaan welke maatregelen ge nomen moeten worden om een typhus-epidemie to voorkomen en waarom. Ongetwijfeld zullen onze soldaten dan even goed medewerken als de Japanners dat deden. De typhus wordt veroorzaakt door een van die uiterst kleine levende wezens, waarover in een van de eerste opstellen gesproken is: de typliusbacterie, gewoonlijk typhusbacil ee- Deze bacil vermenigvuldigt zich, praotisch gesproken, alleen in het menschelijk lichaam, maar kan weken en maanden lang in do bui tenwereld levend blijven. In de eerste plaats geschiedt deze vermenigvuldiging in het lichaam van den typhuspatiënt en in de tweede plaats ziet men soms dat hij niet, zooals ge woonlijk bij ingetreden genezing uit het lichaam verdwijnt, doch zioh daarin jarenlang blijft vermenigvuldigen en met ontlasting en urine wordt afgescheiden, zonder dat de gene zen patiënt er eenigen last van ondervindt. Men noemt zoo iemand een bacillendrager." De typhusbacil verlaat het lichaam met de ontlasting en soms met de urine. Dergelijke ontlasting en urine zijn dus als het grootste gevaar te beschouwen. Men moet hierbij bedenken, dat de bacillen zoo uiterst klein zijn, dat een druppel urine of een weinig ont lasting aan de onderkleeren duizenden en dui zenden bacillen kan bevatten. Dringt dan zoo'n typhusbacil langs den een of anderen omweg door den mond in het lichaam van een gezonden persoon dan kan hij zich daarin gaan vermenigvuldigen en zoo doende dien persoon ziek maken. Wordt vervolgd,). Voor ons leger! De Nederlandoche Leeuw ligt in zijn hol. Geen krulletje der manen is buiten te zien. De kop rust op de massief logge pooten. Rust? Ziet hoe onder de neergeslagen oogleden vuur splijt, de spieren half gestrekt zijn, soms, bij dreigend gerucht, de ooren plat gaan of de staartkwast wipt. Het hol en de voorwaarden voor de blijvende veiligheid ervan zullen, indien noodig, verde digd worden! Wij zijn een weerbaar volk. Groot vertrouwen en innnige dankbaarheid past de natie tegenover de mannen, die voor haar veiligheid hebben in te staan. Straks misschien met hun leven; nu en in ieder geval met al hun wilskracht, waakzaamheid en plichts vervulling. Want groot, grooter zcijfs dan van durf en uithoudigsvermogen op het slagveld, is de zedelijke kracht welke gevorderd wordt van een leger, dat niet mag vechten, doch altijd door, maanden lang, iederen dag en ieder uur, tot vechten bereid moet zijn. Geweld, zoo noodig en in het uiterste ge val, middel tot rechtshandhaving, nooit bron waaruit recht kan worden geschept onder dat licht ziet ons volk zijn leger in de beving der wereld. Wij gelooven in geestelijke en zedelijke krachten. Bij het leger, om ook ondanks verveling of vermoeiende en 6oms eentonige oefening aan strijdbaarheid eer te win nen dan te verliezen; bij ons zelf aan het ver mogen om door betoon van waardeering en er kentelijkheid' aan liet leger, het te helpen be houden zijn voornamen eenvoud van nationaal gevoel. Voor onze mannen onder de wapenen is de overtuiging, dat de natie met hen meeleeft, dat volk en leger in gedachten één zijn, on misbaar. Steunt daarom met milde hand, maar vooral steunt in grooten getale, het streven der Com missie „voor de inzameling van gelden tot verstrekking van sigaren en tabak aan onze mi litairen te velde en in versterkte plaatsen". Ge geeft iets meer dan een versnapering of heeft niet voor hollandsch zenuwgestel en hu meur het sigaartje een hij andere volken onge kende waarde? Ge helpt werkeloosheid kee- ren en behoedt wellicht een bloeienden tak van nijverheid voor verlamming. Maar hoven alles: iedere gift beteekent het saluut aan de man nen die, in de Wadden of op de uithoeken der Zeeuwsche eilanden, in eenzame forten of kampementen aan de grenzen, den hoogsten plicht betrachten, dien een volk van mannen vervullen kan Zonder strijd strijdvaardigheid bewaren. Veel reeds kon de Commissie doen, treffend zijn de talrijke bewijzen van erkentelijkheid die haar gewerden. Iedere soldaat voelt, dat de gift veel meer is dan de gave die opgaat in rook. Welnu, nog lang niet is de Commissie aan het einde van haar taak. Laa.t ieder Ne derlander, laat ieder Nederlandsche Vrouw vooral, dezen plicht van hulde aan het leger nakomen. t. S. De Commissie vestigt er de aandacht op dot, aangezien het haar onmogelijk is, het geheele publiek met haar circulaires en insclirijvings- hiijetten te bereiken, zij den maatregel heeft genomen, om in een groot aantal filialen van sigarenfabrieken en sigarenwinkels, inteoken- lijsten neder te leggen, welke door welwillende medewerking van de houders dier filialen en magazijnen, aan het publiek de gewenschte ruime gelegenheid verschaffen, om door in schrijvingen het doel der Commissie te bevor deren. De Commissie W. G. F. SNIJDERS, Luitenant-Generaal b. d., Prinsevinkenpark 11, Voorzitter. Mejuffr. W. C. G. BOOMS, Nassaulaan 21, Penningmeesteres. Z. HOEK, Directeur der N.V. Mij. „Het Pn.rk Zorgvliet", Waldeck-Pynnontkade 133, Secretaris. De toestand in den reuzenstrijd. Er is in de laatste, paar dagen zeer duide lijk een toeneming der actie op de verschil lende terreinen van den oorlog. Er is heviger gevochten op het westelijk oorlogs terrein volgons de Franscho berichten zijn de bondgenooton daar op sommige plaatsen opnieuw tot den aauval overgegaan ©n heb ben zij hier en daar de Duitschers wat ach teruitgezet., terwijl zij zich el de re flink hand haafden. Op liet Oostelijk gevechtsveld- "chijnt oveneens hard gevochten in de laat ste dagen. Wie heeft daar echter de over winning behaald? De Russen beweren van zijde Duitschers schrijven eveneens zich zelf de overwinning toe bij Soewalki. Een Duitsch legerberióht is maar kortOp 1 en 2 October zijn in een tweedaagsch gevecht de Russen bij Soewalki totaal verslagen zij verloren drie duizend man aan gevan genen, bovendien 18 stukken geschut, vele machinegeweren, voertuigen en paarden. .Volgens de Russen zijn de feiten geheel anders. De Russische troepen hebben zich buitengewoon dapper gedragen en herhaal delijk met bajonet-aanvallen den vijand uit de loopgraven 'verjaagd. Duitsche krijgsge vangenen verzekerden, dat de verliezen der Duitschers bij Soewalki zoo groot waren, dat van sommige afdeelingen maar 20 man zijn overgebleven. De wegen, waarlangs de Duitschers terugtrokken, zijn met lijken bezaaid. Door dezen uitslag is de inval der Duitschers in.Russisch-Polen volkomen mis lukt. De Russen zouden krachtig den ver slagen vijand vervolgen. Ten derde, maar niels het minst, wordt in de laatste dagen onze aandacht weer getrokken naar België. We hebben reeds meermalen gemeld, dat de Duitschers daar een nieuwe actie begonnen. Tegen Antwer pen vooral, maar ook elders in België her leeft de strijd. Zelfs dicht aan onze grenzen wordt weer hardnekkig gestreden', in de buurt van Zeeuwsch-Vlaanderen zoowel als in de nabijheid van Maastricht. Het kanongebulder weerklinkt tot over onze grenzen. De Duitschers schijnen nieu we troepen naar België te hebben gezonden, reservisten uit Hannover o. a., naar gemeld wordt. Bij Lanae- ken, niet ver van de Limburgsche grens, en in den omtrek zouden er niet minder dan 3000 zijn. Er is daar hevig gevochten en vele huizen gingen weer in vlammen op. Uit Antwerpen geven de laatste berich ten geen nieuws. De Belgische telegeram- men melden, dat de toestand onveranderd is; de Duitsche, dat de operaties voor Ant werpen geregelden voortgang hebben... zon der strijd. Dat zal wel een beetje al te opti mistisch zijnTrouwens, de Duitschers be- toonen zich ook tevreden over den toestand in Noord-Frankrijk. De strijd wordt, in zenderheid op den rechtervleugel, met suc ces voortgezet. We doen misschien verstan- standig aan te nemen, dat de toestand daar vrijwel dezelfde blijft, dat de strijd er wordt voortgezet, zonder dat er nog een beslissing is gekomen. Hoelang zal dat daar nog du ren en de vijanden elkander uitputten? In G-alicië wordt de toestand onveranderd genoemd. Ook niet-strijders, men weet het allang, worden door dezen oorlog getroffen, 't Is op de zeeën niet veilig, evenmin als op vele plaatsen op het land. Dat heeft nu ook een Nederlandsek schip ervaren. Elders verbalen wij daarvan uitvoeriger. Het I-T-c derlandsche handelsschip „Nieuwland", met steenkolen van Goolenaar Harlingen, is op een mijn gestootenbinnen korten tijd stond het schip op zijn kop en verdween in de diepte. Voorzoover we uic de "berichten than3 kunnen opmaken is er van de beman ning niemand omgekomen. De opvarenden konden zich redden in de boot en werden door den logger ,,Wilhelmina IV" naar IJmuiden gebracht. Het ongeluk bad Zater dagmiddag plaats. België. De toestand te Antwerpen ANTWERPEN. (Officieel.) Het artille- duel beeft den ganschen dag op de gebeele linie voortgeduurd. De algemeene toesta blijft dezelfde. Onze bijzondere correspondent te Ant werpen seint Het is moeilijk omtrent de positie der vijandelijke legermachten vaststaande gege vens te vermelden. In het holst van den nacht trokken de mannen, groote scheeps- kanonnen met zich voerend door de stad en van daar naar het front. Vermoedelijk om den Duitschers geen gelegenheid te geven zich in den nacht te oriënteeren, werden de gaslantaarns reeds om 7 uur gedoofd. Alle cafés en winkels werden tevens op dat uur gesloten. Het electrische straatlickt werd niet ontstoken. De stad, badend in een zee van zilver maanlicht, biedt een fantastischen aanblik. De stemming der bevolking is ern stig, doch volstrekt niet gedrukt. ROOSENDAAL. Duizenden vluchtelin gen zijn Zondag weder te Esschen aangeko men. Uit alle dorpen en stadjes uit de om geving van Antwerpen kwamen ze aan, mannen, vrouwen en kinderen, vooral veel kinderen. Te Esschen is echter met geen mogelijkheid meer plaats te maken en zoo stond heden een lange trein gereed om een groot gedeelte terug te voeren naar het nabij gelegen Calmpthout. In de Antwerpsche ochtendbladen wordt medegedeeld, dat de Belgische troepen in de meest volmaakte orde teruggetrokken zijn ten zuiden van de Nethe, waar zij krachtig versterkte stellingen hebben inge nomen. In de streek tusschen de Senne en de Schelde, hebben de Duitschers tot dus ver geen herhaling beproefd van den aan val, ook op de overige gedeelten van de stelling was het gisteren rustig. DuHschland. Duitsch legerbericht. BERLIJN. (Officieel bericht uit het groote hoofdkwartier.) Op bet oorlogetoo- neel in Frankrijk zijn geen bepaalde wijzi gingen gekomen. Bij Antwerpen zijn ook de forten Lier, Waelkem en Koningskoyckt en de daartus- schen gelegen redouten gevallen In de stellingen tusschen de forten zijn 30 stuks geschut veroverd. De in den buiteusten fortengordel ge maakte bres stelt ons in staat over te gaan tot den aanval op de binnenste fortenlinie en de stad. In het Oosten zijn het 3de Siberische en gedeelten van het 22ste legercorps, die zich op den linkervleugel van de over den Nje- men voortrukkeude Russische legers bevon den, na een tweed aagsch verbitterd gevecht bij Angustow verslagen. Meer dan tweedui zend niet-gewonden werden gevangen ge nomen en een aantal kanonnen en machine geweren buitgemaakt. BERLIJN. Op het westelijk oorlogstoo- neel wordt de strijd op den rechtervleugel eri in Argonne met succes voortgezet. De operaties voor Antwerpen en op het oostelijk oorlogstooneel hadden geregeldeD voortgang zonder strijd. De Duitschers in Belg'sch-Limburg. MAASTRICHT. Hevige kanonnades en geweervuur hebben de bewoners Zondagmor gen uit den slaap gewekt. Te ongeveer half acht begon het en duurde voort tot bijna 9 u. .Het kwam uit de richting Lanaekcn. Een boer uit Veldwezelt vertelde me, dat daar .mr half zeven de Duitschers met geschut doorgetrokken zijn, zonder iets te doen. Het gehucht Briegden, dicht bij Lanaekcn, een gehucht van ongeveer 60 huizen, is be schoten. Do molen moet in brand staan. De pastoor zou het- Allerheiligste hier naar de Lambertuskerk gebracht hebben. De Ca- bergerweg, leidende naar Lanaekcn, is bui ten de Brusselsche poort afgesloten voor het publiek. Drie Belgische soldaten, die over de grens kwamen, zijn ontwapend en zul len geïnterneerd worden. MAASTRICHT. Do Duitschers zijn in Lanaeken en hebben daar aan ver schillende kanten van het plaatsje hui- jfeen in brand geschotenEen granaa. "is in de kerk terecht gekomeneen (vrouw heeft een schot door het beo .gekregen; een Duitsch trompetter is gc dood door eeuDuitsche granaat. Een ge wond Duitsch officier ia naar Luik vei ;vcerd, andere gewonde Duitschers naai Tongeren. Een man die met zijn kar er. paard nog over de grens wilde, zag zijn paard voor de kar gedoodhet ligt no^ san de grens. Er schijnen 50 Belgen ir Lanaeken geweest te zijn, die hebben ziel. au teruggetrokkenin de bosschen bij Tour- nebride en daar schijnen de Duitschers ze nu te omsingelen, ten minste het brandt in de bosschen. Om half twaalf hoorde men hier weer een schot. Een stout stukje. Een hoogst gewichtig voorspel van de ver overing van het sperfort Camp Roiuam en het voortrukken tot aan de snerfort-liuie Verdun '".'oul, was het vernielen van den spoorweg tus- Verdun en St.-Micliiel, waarlangs de 'Franschen aanhoudend nieuwe ammunitie uit Verdun aanvoerden. Het stoute stuk werd door 2 officieren en 24 pioniers met goeden uitslag volvoerd. Zij slopen tusschen de vijandelijke posten ten wes ten van de Maas door, zwommen de breede rivier over, legden den langen, gevaarlijken weg af door moerassen en volle slooten, tus schen de slapende bivaks der Fransche voor posten, vonden den spoorweg, lieten dien in de lucht vliegen en vernielden de ondergrond- sche telegraaflijn tusschen Verdun en St.- Mihiel. AL wie terugkwamen, kregen het ijzeren kruis. Het volgende verhaal is van een der luite nants, die aan deze gevaarlijke onderneming deelnam „De nacht was stikdonker, de stortregen en de loeiende wind verborgen onze bewegingen. Toen wij uittrokken wisten wij wel waar de detachementen van den vijand geposteerd wa ren aan dezen kant van de Maas, doch niet waar ze aan de overzijde der rivier lagen. Wij wisfcen alleen van de kaart waar de bewuste spoorweg liep en waar de acht punten waren waar wij onze mijnen moesten leggen. In ver gelijking met het tweede deel was het eerste van onzen tocht gemakkelijk. Wij behoefden enkel door de linie te sluipen der Fransche verschansingen en over het kanaal aan dezen kant van de Maas te komen, dat door sterke posten werd bewaakt. Heb gelukte ons de Fransche wacht van een der bruggen af te maken, zonder dat hij alarm kon maken, en gingen toen verder door de moerassige Maas vlakte, die met 6looten doorsneden was. We waren, toen we den Maasoever be reikten, door en door nat, bedekt met slijk en zoo koud dat onze tanden klap- Eerden. De rivier is hier ongeveer 50 M. breed. Ic gespte mijn sabel af e.n zwom het eerst naar de - overzij, wat ik zoo moeilijk vond, dat ik terug-zwom. de manschappen beval hun laar zen uit te trekken ©n zich zooveel mogelijk van equipementstukken te ontdoen. De ladingen voor de mijnen bonden we om den nek vast, met do einden der lonten onder de pet. Hot was ook lastig een goede plaats te vmden, waar we aan land konden komen .want de oever was zeer moerassig. Eindelijk slaagden wij er in door scherp snijdend riet aan land te komen en gingen verder, steeds verder, tot over de knieën in den modder zakkende bij heb waden door het water. Ten slotte kwamen wij aan de plaats waar de vernieling moest plaats hebben, wij stelden de mijnen, staken de lonten aan en gingen terug, altijd vreezend, dat- wij in een der naburige dorpen Uarcon- oourt of door een brugwacht konden ontdekt wórden. Een cavalerie-patrouille door de ontploffingen gelókt zag ons en schoot. Ditmaal redde ons liet moeras. De terugweg was dezelfde; eindelijk bereikten wij het-dorp aan deze zijde van het kanaal, waar wij met revolver in de hand paar den requireerden en in wilde vaart bereikten wij ons kwartier. Allen kregen wij het ijzeren kruis, een luite nant en een onderofficier verdronken evenwel bii het overzwemmen van de Maas. Frankrijk. De strijd in Frankrijk. PARIJS. Op onzen linkervleugel zijn wij, na alle vijandelijke aanvallen te hebben af geslagen, op verschillende punten weder tot heb offensief overgegaan. Op andere hebben wij ons flink gehand haafd in onze posities. Yan het centrum tot Argonne valt niets to vermelden. In Argonne hebben wij den vijand naar het noorden teruggedrongen. Tri Zuid-Woëvre gaan wij, hoewel zeer langzaam, vooruit. Op onzen rechtervleugel Lotharingen en de Vogezen niets nieuws. Het krachtvoedsel van het Nederlandsche Leger. HEERLIJK VAN SMAAK. VERWEKT GEEN DORST. Féronne. In het eind van September kwa men de Duitschers opnieuw in Pércr-ne, hun voorhoede was zelfs een eind daar voor bij getrokken en had zich genesteld in een dorp, zeven mijlen daar vandaan. Doch daar vonden zij hevigen tegenstand van de Franschen, die ondanks het moorddadig vuur niet wilden wijken. De „Times'-correspondent meldt om trent het optreden der Franschen daar nog het volgende Een maatregel om den vijand voortdu rend af te matten On in spanning te houden, die uiterst doeltreffend is gebleken, bestaat i 't uitzenden van eenige colonnes zware lcavalerie, die in vollen galop des nachts lwars door hun linies en bivaks rijken. Een curassier, die aandeel nam in een dezer ge- I.raagde expedities, verklaarde, dat het de l.'ioest opwindende handeling is die men zich hn voorstellen. Zijn afdeeling stak con- roien en auto's in brand, benevens een oote hoeveelheid smeerolie voor wagens i auto's, en zaaide de grootste verwarring i liet vijandelijk kamp. Zij hadden eens dekking moeten zoeken i een bosch,. waar zij noch hun paarden in '3 uren iets te eten hadden. Zij hoopten p de reddende komst van Fransche troe- '=en, die echter uitbleven. En zoo bleef hun niets anders over, dan in het midden van den nacht dwars door de vijandelijke linies heen te breken. Onder woest geschreeuw stormden zij voorwaarts, reden onderste boven wat hun in den weg frad, vonden zelfs nog tijd, voorraden in brand te steken, en joegen over heggen en slooten, als schim men van jagers, die een spookvos achterna zitten. Het moet een onbeschrijflijk fan tastisch schouwspel zijn geweest, deze woeste rit. in den luwen zomernacht. Rusland. De slag bij Soewalki. KONINGSBERGEN. De plaatsver vangend opperbevelhebber te Konings bergen geeft de volgende aanvulling van het reeds vermelde bericht omtrent de overwinning op de Russen De Russen zijn in een tweedaagsch gevecht bij Soewalki op 1 en 2 October totaal verslagen. Zij verloren 3000 man aan gevangenen, 18 stuks geschut, waaronder een zware batterij, veel machine-geweren, voertuigen en paarden. Nederlandsch schip op ©en mijn ge stooten en vergaan. Bemanning gered. Zaterdagavond bracht de Katwijksche log ger „Wilhelmina IV",schipper Van der Boon, te IJmuiden 17 personen aan, zijnde de geheele bemanning van heb Nederland sche, te Rotterdam thuisbehocrende stoom schip „Nieuwland", dab met een lading steenkolenvan Goole naar Harlingen was bestemd. Dit stoomschip stiet ongeveer 30 mijl van den mond der rivier Humber ver wijderd op een mijn, welke onder het voor schip ontplofte en een gat in het schip sloeg. Binnen korten tijd stond het schip op zijn kop en verdween spoedig in de diepte. De opvarenden konden in. allerijl de sclieepsboot te water brengen met. achter lating van alle eigendommen. Met deze boot bereikte men den logger, die op heb herhaaldelijk fluiten van de „Nieuwland"' naderbij was gekomen en ook reeds een boot had uitgezet om het volk af te halen. Schipper Van der Boon was pas voor acht dagen uit IJmuiden vertrokken en had pas drie last haring aan boord. Hij onderbrak zijn reis echter om de schipbreukelingen te IJmuiden aan te brengen. Te IJmuiden werden de geredden in het Koning Willemshuis ondergebracht en van kleèren en schoeisel voorzien. Als bijzonder heid kan nog worden gemeld, dat de log ger op een afstand van ongeveer drie mijlen den schok van de ontploffende mijn in het water kon voelen. Het ongeluk gebeurde Zaterdagmiddag twee uur. Aan boord van'de „Nieuwland" bevond zich de stoker Noordergraaf, die ook aan boord was van het Ned. ss. „Hout- dijk", dat in de Oostzee op een mijn stiet. (Het stoomschip „Nieuwland", kapitein Drayer, behoorende aan den „Nederl. Lloyd" te Rotterdam, en was nog slechts korten tijd in de vaart. Red.) Engelsche mijnen in de Noordzee. LONDEN. De Engelsche admiraliteit deelt mede, dat de Duitsch© tactiek van onderzeesche mijnen gecombineerd met de activiteit der Duitsche onderzoebooten het nemen van flinke tegenmaatregelen uit militair oogpunt noodzakelijk maakt. De Engelsche regeering heeft dientenge volge, machtiging gegeven tot het leggen van onderzeesche mijnen op verschillende plaat sen en een systeem van een mijnenveld is ingevoerd en zal op groote schaal worden uitgebreid. Ten einde de gevaren voor neutrale sche pen te verminderen deelt de admiraliteit mede, dab het voortaan voor elk vaartuig gevaarlijk is de ruimte te paeseeren begre pen tuascheu 51 gr. 15' en 51 gr. 40' noor derbreedte en 1 gr. 35' en 3 gr. ooster lengte. In herinnering wordt gebracht, dat de zuidelijke grens van het Duitsche mijnen veld ligt op 52° NB. Ofschoon deze gren zen wat men noemen kan de gevaarlijke zone vormen, mag men er niet uit afleiden, dat de scheepvaart veilig is in het geheele zuidelijk deel van de Npordzee. Aan Engel sche schepen is instructie gegeven om alle schepen, die in oostelijke richting varen, te waarschuwen. De „Karlsruhe". Volgens een officieel bericht heeft de Duitsche kruiser „Karlsruhe" in den Atlati- tischen Oceaan zeven Engelsche schepen in den grond geboord Do Karlsruhe" is oen kleine kruiser van 5000 ton, in 1912 ge bouwd, en loopt ongeveer 28 knoopen. In den Stillen Oceaan. BORDEAUX. Een officieele marine-mede-- deeling zegtO^ 22 Sept. hebben de Duit sche kruisers „Scharnhorst" en „Gneise- nau", voor Papeete op het eiland Tohiti. den kleinen kruiser ,,2ftlee" tot zinken ge bracht; de „Zelee" was sedert 14 Septem ber ontwapend, en had dus geen geschut noch bemanning aan boord. De Duitsche kruisers bombardeerden daarop Papeete, een open stad en kozen vervolgens weer zeo. Daar alle havens in den Oceaan door de Engelsch-Fransche macht bezet zijn, zal do approviandeering van de Duitsche kruisers weldra onmogelijk wordenzij zullen zich dan moeten meten met de kruisers der bond genooton, die hen door den Stillen Oceaan najagen. Op een mijn gestooten. LONDEN. Lloyds verneemt uit Ostende' van 3 Oct., dat de Engelsche stoomboot „Dawdon" van Huil naar Antwerpen, des nachts in de Noordzee op een mijn ia ge stooten en gezonken. Negen opvarenden worden vermist; acht opvarenden zijn door een vissehersboot naar Ostende gebracht. De „Leipzig". De „.Times" ontvangt uit Lima bericht, dat de Duitsche hulpkruiser „Marie" op 1 October te Callao aankwam met de beman ning van de Britsche stoomboot „Bank- fields", die door de „Leipzig" in den grond was geboord. De lading van de „Bankfields" bestond uit 6000 ton suiker, bestemd voor Liver pool, ter waarde van 120,000 p.sfc. De „Leipzig" is een der Duiteche krui sers, die in den Stillen Oceaan nog de Brit sche scheepvaart en handel bedreigen. In het telegram aan de „Times" wordt de ver onderstelling geopperd, dat deze kruiser in voortdurende draadlooze verbinding staat met het Telefunkenstation te Lima, dat on der beheer staat van een Duitscher. Voor de Militaire Tehuizen. De uitgever E. J. Bosch, te Nijverdal, heeft het voornemen om alle Militaire Te huizen 'n present-exemplaar van een zijner bekende Voordrachtenbunc^ls (verzameld en van aanteekeningen voorzien door „Een Hoofdonderwijzer") aan te bieden. Om te voorkomen, dat van deze aanbie ding misbruik zal worden gemaakt, stelt de uitgever als voorwaarde, dat elke aanvrage onderteekend moet zijn door minstens twee bestuursleden van het Tehuis. Een belangrijke mededeeling. Mr. A. L o o s j e s, de secretaris van de Nat. Ver. voor den Volkszang, schrijft ons Nu ik uit „De Soldatencourant" zie, dat op verschillende plaateen pogingen in het werk worden gesteld onder de militairen, om een fanfarecorps op te richten, mag ik er op wijzen, dat onze Vereeniging kosteloos beschikbaar stelt de partijen voor harmonie of fanfare, van de volgende liederenWil helmus, Wien Neerlands Bloed, De Zilver vloot. Vlaggelied, Een liedje van de zee, De kleinste (van Beltjens.) Men vrage deze partijen aan bij onzen voorzitter, den heer Wouter Hui- schenruyter, Admiraal v. Gbent- straat 25, Utrecht. Ik twijfel niet, of niet weinigen zullen van deze gelegenheid ge bruik maken. Om misverstand te voorkomen, zij nog gezegd, dat niet alleen militairen van deze gratis-aanbieding gebruik kunnen maken. Ontwikkeling en ontspanning voor de gemobiliseerde troepen. Ook in Zuid-Holland heeft zich thans een commissie gevormd, die onder leiding van de reeds eerder vermelde, centrale com missie, werkzaam zal zijn in pet belang van de ontwikkeling en ontspanning der mili tairen. Deze commissie bestaat uit prof. G. Kalff, te Leiden, voorzitter mej. E. Knap pert fce Leiden en de heeren mr. P. J. M. Aalberse, te Leideil; dr. F. Delhez, te

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1914 | | pagina 1