J F TCï JS BOLD A.TENCOURANT van Vrijdag: S October 19 14. 3 Gevonden 1 grijze onderofficierscape, gevonden in den trein te Utrecht, 23 Sept. j.l.1 kara bijn W.N. 9168 Serie No. 68 1 koppel met fcasschen (cavalerie) gemerkt 3 H 98; welke ten Plaatsbureele Utrecht te rug zijn te hekomen. Verder de navolgende artikelen terug te bekomen bij den heer kapitein Stations commandant te Utrecht: 1 patroontasch der cavalerie 051 dra gon der cavalerie 1 H; 1 lederen riem1 doosje, gewikkeld in een krant; 1 vetkoker 7821; 1 dragon voor le of 2e luitenant; 1 mantel; 1 mantel der cavalerie 6307. Lelden 1914. Van den milicien-soldaat A, S. uit Leiden Wij zijn in Leiden in een school. We mogen wel dankbaar wezen, als we naar onze kame raden zien aan de grens en ook aan de kust. Als we er naar kijken hoe of we 't thuis ge wend waren en 't hier graag zouden willen heb ben, dan zeggen we wij komen tekort, maar we moeten ons zelf in ons lot schikken. We kunnen den Heer onzen God er niet genoeg voor danken, dat wo nog een bed van stroo hebben en 't zijn nog al flinke kamers, dus wat behoeven we nog meer? Vooifti één ding hebben wo voor bij de grens wachters. dat wij 's avonds een Militair Te huis hebben, waar we eiken avond heen kun nen en waar 't recht gezellig is. Daar is afwis seling bij voorbeeld, al een paar keer heeft er een ds. gesproken en een zekere mijnheer B. heeft ons al menigen avond verrast met praoh- tige voordrachten, die er bij ons wel in willen na volbrachte dagtaak. Ook heeft een officier voor ons gesprokenhij sprak ons aan als ka meraden, en dat willen de soldaten zoo gaarne hooren, wij als manschappen hebben toch even zeer hooge achting voor onze meerderen, maar vooral als men aangesproken wordt als kame raden, dan klopt het hart van warme sympa thie voor zoo iemand. Nu verschenen week heeft een lid der Tweede Kamer ons 't genoe gen doen smaken een rede van hem te hooren over vaderlandsche geschiedenis, daarbij geven de lichtbeelden. Zondags tweemaal ter kerk, ieder naar de zijne, waar we Gods Woord hoo ren, dat tocih 't richtsnoer voor ons leven moet worden, willen we hiernamaals met Hem over alle schepselen regeeren. En 's Woensdags avonds hebben we op twee plaatsen kerk, wat wel jammer is dat er zoo weinig van onze ka meraden komen. We bobben toch allen de ver kondiging van Gods Woord zoo noodig, wie weet, hoe spoedig misschien de dag aan breekt, dat we wel naar de vergadering der geloovigen zouden gaan en dan niet meer kun nen, 't zij om welke reden ook. Ons hart is tach evenwel altijd nog genei'gc om te klagen, en dat mogen we volstrekt niet als we naar onze naburige volken zien; daar zijn mannen zooals wij uitgetrokken ten strijde en ziedaar nu liggen ze ontzield en onbegraven ter aarde. En nu rijst bij ons de vraag: zou den ze a-llen bereid geweest zijn om voor Gods aangezicht te verschijnen? Wo zullen hopen van ja. 't Had ook ons lot al kunnen zijn, maar de Heer de Almachtige heeft nog gedachten des vredes over ons gehad. Toch zijn we niets beter dan die volken, die in diepen rouw gedompeld zijn; oeih, kameraden, allemaal, laat ook uit ons hart een vurig gebed uitgaan tot Hem, die de harten der koningen neigt als waterbeken of dat Hij aan dien bloedenden strijd een einde wil maken. De oorlog doet ons hard tegen hard staan en als dat tot een uitbarsting komt, dat zien wo nu, en als de Heer 'tniet ver- loedt, dan staat ons geliefde Vaderland zoo ook in vuur en vlam, en naast Hem mogen we ook onze geliefde Vorstin wel dankbaar wezen, dat zij als hooge Landsvrouwe overal kordaat in optreedt. Eén ding is in Haar bij zonder prijzenswaardig, dat Zij haar volk voorgaat om een zegen over haar en haar volk af te smeeken van den Koning der Koningen en Heer der Heeren. Mogen wij haar maar tot een voorbeeld nemen. Zij, bemind, we kunnen haast wel zeggen door de geheele wereld, durft voor den Naam en do eere des Heeren uit te komen, ze schaamt zich er niet voor. Dat hebben we een paar jaar geleden gehoord, toen zij in Frankrijk was. Dat degenen die haar omringen ook maar op Hom mogen zien, die ons niet begeven, noch verlaten zal als wij maar naar Zijne wegen wandelen. De taak is zwaar, die zij te vervullen hebben in dezo dagen. Wij zien zoo dikwijls, dat we in tegen spoed tot den Heer vluchten om hulp en in voorspoed den Heer voorbijgaan, daarom kameraden, laten we 't den Catechismus na mogen zeggen, dat wij in allen tegenspoed ge duldig, en in voorspoed dankbaar zijn mogen, en dat ons niets en niemand kan scheiden van de liefde Gods, die daar is in Christus Jezus onzen Heer. Laat ons daarom biddende onzen weg gaan Het leven ons geschonken, Nog vol, nog rijk en schoon, Nog met den glans omblonken Van jonkheids bloesemkroon, Zij aan Gods dienst geheiligd, In arbeid, vreugd en strijd, En door zijn vrees beveiligd, Voor d' afval van den tijd. Bij voorbaat harte!ijken dank voor de plaats ruimte, A. S. 4e Reg. Inf., 2e Bat. 3e Comp. Uit de vesting Naarden. Sergeant-majoor Hendriks© schrijft ons: Onder leiding van den heer Sal. van Wezel, had" in de concertzaal van ,,Het Hof van Hol land" ten vierden male een voorstelling plaats voor de in genoemde vesting aanwezige mili tairen. Deze voorstelling werd onder anderen bijgewoond door een groot aantal officieren en onderofficieren. Vooral het aanwezig zijn van officieren bij voorstellingen die gegeven worden ten gerieve onzer soldaten doet goed. Hierdoor toch wordt het bewijs geleverd, dat de officieren medeleven en mede voelen in de belangen van hun ondergeschikten. Hoewel alle vorige voorstellingen voldeden, overtrof deze alle verwachtingen. Het met zorg in elkaar gezette programma gaf blijk dat er voor ieder wat wils was. Zoo mag in de eerste plaats worden genoemd de tenor-zanger Morino (J. P. H. Steinmete) welke op zeer verdienstelijke wijze de emartlie- deren uit „Paljas" en ,,'i'osca" ten beste gaf. Ook de wolbekende Hollandsohe soubrette Stella Fontain werd met hare dramatische zoowel als humoristische liederen meermalen luid toege juicht. De humorist-imitateur Canne Meijer wist met zijn goed geslaagde boeren-imitatie „Hannes van Knollendam" de gansche zaal in greoto hilariteit te brengen. Rest nog te vermelden het zeer keurige viool spel van den jeugdigen (tien-jarigen) violist Frans le Coultre, welke op bewonderenswaar dige wijze ee-nige solo-nummers ten gehoore bracht, geaccompagneerd door zijn zusje. Professor Leon Knoop- bracht met zijn wel geslaagde goocheltoeren alle aanwezigen in ex tase voor zijn vingervlugheid, terwijl als slot eonige voordrachten van het Duo Zwartverwer dezen uitstekend geslaagden avond besloten. Hopen wij, dat mochten onze manschap pen ook gedurende de lange aanstaande win teravonden hier moeten verblijven er nog vele van dergelijke avonden georganiseerd zul len worden. Aan de leiding is zulks ton volste vertrouwd. Het moreel der troepen blijft hierdoor op het gewenschte peil en de kameraadschappelijke omgang en waardeering wordt er ten zeerste door bevorderd. In Memorlam Sergeant Jong. Uit Ede schrijft men ons: Zacht is hij heengegaan midden uit het be- drijvigste leven. Eenmaal de vroolijkste onder de vroolijken, heenschertsend met gelach over den ernst dezer tijden en die der eeuwigheid, ligt hij nu stil, opgenomen uit de woelingen van het aardsche in de stille kameren van den dood. Onze kennismaking dateert van af den eersten mobilisatiedag. Het heugt me nog als gisteren, hoe hij zijn stem deed uitklinken boven het geroezemoes van den troep, hoe hij door de dolste grappen en soms geestige wen dingen, krachtig vat kreeg op zijn mannen, die schik hadden met en om hem. en zoo veel leed dat hen drukte vergaten, bij het luisteren naar zijn vroolijk gekout. Later werd hij afge- trokkener, stiller; ik vermoed, dat hij in die uren meer leed aan wat den mensch maar be droeven kan, dan menig ander, die groeven trekt over het ernstige sombere voorhoofd. Er slingert zich een myrtenkrans van droeve herinneringen om do laatste dagen van zijn leven. Vrijdag nog naar zijn meisje geweest. Zaterdag niet goed. In allerijl werd de familie gewaarschuwd. Dinsdagmorgen kwam. de ma joor op het bureau met de tijding, dat Jong niet meer was. Gesprekken over het ,,'t kan raar gaan", droegen de ontroeringen onzer zielen. Een medemensch is opgeroepen uit het ver gankelijke voor den onvergankelijken God. Hij zij zijne ziele genadig. Wij kunnen niets dan wat bloemen strooien op zijn graf. H. SCHILP. Ede, 29 September 1914. Uit Soerendonk, Uitvoering van het Linker-half bataljon L. TP. 1. Bat. en het detachement Huzaren. De vaandrig R. schrijft ons: Of de Landweer dan nooit eens van zich spreken laat? Wacht, hebben ze gezegd, onze Landweermannen in Soerendonk en Budel... èn willen, èn kunnen, èn lusten! Iiun willen legden ze neer in hun gebleken kunnen, en lusten...? Ja, van dat lusten zou misschien de pereboom van den smid weten te vertel len! De wachten zijn wel vermoeiend, maar het leven, de vroolijke geest, blijft der Landweer trouw. Een muziekkorps werd opgerioht, vlijtig werd gerepeteerd in de ledig6 uren, en... ze dwingen vast de stafmuziek reeds bewondering af. Ook humoristen cn zangers boden hun beste krach ten aan en... de Zaterdagavond in de school te Soerendonk liet een rijk programma zien, dat hun onvermoeid streven op 't gebied der kunst reeds vrucht had afgeworpen. 't Tooneel was hoog verheven in letterlijken zin, de wanden gedrapeerd met 't driekleurig dundoek. Door de zorg van onzen kleermaker was een vlag als gordijn benut, die voor drie kwart het interieur van het tooneel aan do spiedende blikken van onze Landweermannen onttrok. Rechts en links was het tooneel ge flankeerd door twee schoolborden, waarop het hoofd der school met kunstige letters een „Welkom in Soerendonk" en „Leve onze ge- eerbiedigde Koningin" had geteekend. Toen de heeren officieren allen aanwezig wa ren, haalde een der Landweermannen het gor dijn, zwevende aan oen staaldraad, op zij en de uitvoering nam een aanvang. Onze humo rist, de heer Yan Maastricht ,was al gauw in volle actie en bracht de stemming op het ge wenschte peil. Ook het mannenkoor, alsmede de huzaren, welke laatsten gymnastische oefe ningen ten beste gaven, lieten zich niet on betuigd. 't Leukste was wel „Een kwartiertje in de rechtzaal". De heer Van Maastricht, getooid met een schoudermanteltje van een Soeren- donkselie sckoone, waarin een witte muts als bef was verwerkt, met op zijn hoofd een om- gestroopte kwartiermuts, was op en top de rechter. De beschuldigde, een muzikant, blies op zijn instrument z'n geheele zondeuregister Eisch 3 jaar gevangenisstraf. Nog iets te zeggen, vroeg de rechter Als verstokt mis dadiger blies hij ten antwoord 't deuntje: ,,'t Zal wel wennen" en werd toon, als onver beterlijk, weggeleid. Tot slot een bruisende finale'van de muziek en het programma was afgewerkt. Majoor De Koek van Leeuwen sprak een hartelijk woord tot de medewerkers, in zonderheid tot de heeren officieren Tolk en De Bok, als leiders, en sloot daarna de bijeen komst. Nog een spontaan: „Leve de Koningin", „Leve Soerendonk", „Leve onze Majoor", van de zijdo der Landweer, en allen gingen ten zeerste voldaan naar hunne kwartieren. Th. R. Zaterdagavond was ik onder de toehoorders J Dat het militiekader (die op de opleiding en hooide ik uit menigen mond: „dat is praoh- zijn geweest) thans allen sergeant zijn. En wjjf Hoe kan dit ook anders? De 'naam „Breijs" waarborgt ons altijd, dat er op muzi kaal gebied genoten zal worden, als onder zijn leiding iets ten gehoore wordt gebracht. Het programma, op oranjepapier gedrukt, was een afwisseling van solo's, terzetten en quartetten, liederen tintelend van vaderlands liefde, gezongen niet een warm kloppend hart voor land en volk. Het was daarom oen geheel naar mijn geest uitgesproken speeoh van den WelEd.Gestr. Heer Hijmans toen deze officier na afloop het podium beklom om onzen dank over te bren gen aan dat illustre gezelschap, dat tijd noch moeite ontziet om ons onder de bekoring te brengen van den opheffenden geest, welke van goede muziek uitgaat. En de spontane ovatie, welke wij dit gezel- I sohap brachten, moge een tolk geweest zijn van onzen innigen dank. En toen daarna genoemde officier ons aansprak in verband met de tijds omstandigheden, toen gevoelden wij dat, moet het zijn, wij als één, tot onzen laatsten adem tocht, onze dierbare Koningin en ons vader land zullen verdedigen tegen den indringer. Een uit aller borst gezongen „Wilhelmus" besloot den avond. Nadat de laatste toon geklonken had en luitenant H. ons toeriep: „en nu kameraden met opgewekten geest naar uw huis d. w. z. naar uw forten", toen gingen wij, met de idee, dat ook in dit opzicht alles gedaan wordt om het ons zoo aangenaam mogelijk te maken. Daarom aan allen, die dezen avond ons ver schaften, nogmaals „onzen besten dank". EEN TOEHOORDER. Ongepast, Geachte Redactie, Vergun mij een kleine plaatsruimte in de door alle regimenten gelezen Soldatencourant en wel om de volgende reden. Wij kwamen deze week in een klein plaatsje boven Baarle-Nassau aan om een ander regi ment af te lossen. Veel menschen wonen hier niet; h^t zijn hoogstens 5 boerderijen, die vol gens mijn weten tot dit grensplaatsje behooren maar vreemd trof het ons, hoe angstig de meu- sohen ons aanzagen. Menigeen dacht blijkbaar een stel struikroovers voor zioh te zien, Spoe dig werden wij de reden hiervan gewaar en ik geef u, waarde redactie, te raden om zelf eens uit hunne monden te vernemen op welke wijze onze voorgangers op ons, jongens van het 7e regiment, hebben gescholden. Een ieder der boeren was voor ons gewaarschuwd. Wij waren dieven, menschen die maar moedwillig alles vernielden, enz. Ik vraag namens vele van mijn makkers waartoe dient dit kwaadspreken Wij zullen, evenals elders, ook hier zorgen, dat de eer van het 7e regiment hoog gehouden wordt. Hopende dat dit een goede waarschuwing is teeken ik met dank voor de plaatsing, E. CAUVEREN, Milicien le Bat., 4© Oomp., 7e Reg. Infanterie. (Wij plaatsen dit begrijpelijk protest. Het moest toch de eer van iederen soldaat te na komen om zijn kameraden in een kwaad dag licht te stellen. Dat mag niet meer gebeuren! Red.) By ons vrijwilligere zijn er verecheidenen, die op hot Instuctie-Uataljon te Kampen zijn ge weest, dus reeds één of meer iareo actief die- 1 Tiende zijn. Die 9 a 12 maanden moeten die nen eer zij korporaal worden. In deze zoo spannende en drukke tijden is dit voor ons een har dgelag. Zou er nu geen maatregel zijn te treffen, dat diegenen die langer dan een jaar in dienst zijn cn korporaal zijn, (desnoods met een examen) sergeant worden Gaarne, zelfs zeer gaarne, zouden wij, vrij willigers, nu zien, dat Zijne Excellentie de Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht, nu bewerkstelligde, dat wij hierin tegemoet ge komen werden. Vele flinke militairen zouden Z Exc. er zeer dankbaar voor zijn. Met (lank voor de plaatsing, teeken ik U.BRONS. 29 September 1914. Landweer-muziekkorps. Een der heeren officieren schrijft onB uit Maastricht Heden is bij bet landweerbataljon, in gar nizoen te Maastricht, overgegaan tot oprich ting van een muziekkorps. Het bestaat uit pl.m. 40 man en is onder directie gesteld van den sergeant Janssens. wiens muziekkennis er borg voor blijft, dat de in het korps ge stelde verwachtingen alleszins bevredigd zul len worden. De oprichting van meergemeld muziekkorps verdient intusschon alle toejuiching, wijl het niet alleen zal medewerken tot bevordering van den opgewekten geest in de kazerne, doch tevens tot het brengen eener vroolijke stemming bij den troep, ook bij de uitrukken de diensten. Wintercursucsen voor militairen. Men schrij*ft ons van Fort Rijnauwen: Bij ons heeft zich reeds een militair beschik baar gesteld om in de a.s. wintermaanden een cursus te leiden over pluimvee- en konijnen teelt. Zoo er hiervoor belangstellenden zijn, moeten zij dit ons berichten. De cursus zal dan b.v. a 2 uur per week gehouden worden. Liefst alleen in den omtrek van Utrecht. Dus wie hieraan deel wil nemen, melde ons dit. So!rée artlstlque voor Militairen. De rail.-korp. J. EI. schrijft ons uit Loiden Al die lezingen is niets voor sommigen onzer jongens. Zij zouden somwijlen liever over een brugleuning hangen, dan één uur lang attent te luisteren naar een wetenschappelijk rede naar. Op de a.s. avondcursussen heb ik evenwel tamelijk hoogs stukken, aangezien de geleerd heid dam lepelsgewijs ingegoten worden zal, in tegenstelling met zoo'n hoogvliegende voor dracht, waarbij den toehoorders een tè groots geestelijke versna.pering op één moment wordt toegediend. Néén muziek en nog eens muziek voor onze militairen. Het militair muziekcorps rukt tooh reeds spaarzaam genoeg meê uit; de soldaten zijn gedurende de vrije avonduren best ont vankelijk voor goede muziek. Voeg aan 't pro- Engulscho KnjgagvvaugciJeiJ, geïnstrueerd te JDöberitz bij Potsdam. Belgische kinderen vermaken zich met vlotten op onder water gezet land bij Termondo De Eiigulsühe generaal öuuüi.-JL/umMi# uit Alphen a/d Rijn, Milicien Van Loon schrijft ons Het gebeurde onder de militairen te Noord- wij'k. Aldaar bevindt zich de soldaat Fits, die dezer dagen ondertrouwd was. Door den sol daat Wikkert werden eenige gelden ingezameld om hem na terugkomst van zijn verlof een ge schenk aan te bieden. Dit geschenk, bestaande uit een klok, werd hem bij monde van den sol daat Van der Post, mede namens hun luite nant en de overige manschappen, met eenige toepasselijke woorden overhandigd. De bruide gom bedankte hen allen hartelijk voor dit be wijs van belangstelling. Een „Leve bruid en bruidegom" van do manschappen bezegelde zijn woorden. Dit is wel het bewijs van den goeden geest, die er onder de troepen heerscht!" Uit Asperen. Men meldt ons uit Asperen Dank zij den steun van den Hoog Ed. Gestr. Heer Nijpels waren de bezettingen der forten Nieuwe Steeg, Asperen en Diefdijk in de ge legenheid een genotvollen avond bij te wonen op muzikaal gebied hun geheel gratis ver schaft. Vrijdagavond 25 dezer en Zaterdag avond d.a.v. toch, was een gezolsohap van hee ren en dames t. w. mej. B. v. Tilburg, mej. B. 1 Baokx, de heer J. Bazolmans, deze onder lei ding van den bekenden musicus, den heer lireijs, allen uit Gorinohem, tot ons gekomen om een afwisseling te brengen in de eentonige avonden, welke nu eenmaal tot de sohaduw- ziiden van fortbezettingen behooren. En dat dit gezelschap erin geslaagd is, bewees wel de groote schare van aandachtige toehoorders, die in den tot concertzaal hersohapen artille- 's van heb fort Asperen opgekomen 1 waren* Een Avond in den Mobilisatietijd. Van een lezeres der Soldatencourant: Waarover zouden we eigenlijk anders spre ken dan over het onderwerp dat ons voortdu rend bezig houdt? 's Morgeus aan het ontbijt vliegen we even de laatste berichten door en 's avonds grijpen we ook weer zoo spoedig mo gelijk naar do courant. We zouden iets kunnen schrijven over een reisje, dat we gemaakt hebben, of over een dag uit den vacantietijd, maar het helderst herin neren we ons tooh den wezenloozen schrik toen de eerste berichten van den oorlog kwamen. In het begin lazen wij die tijdingen werk tuigelijk, het drong niet tot ons door. Het leek een stuk geschiedenis dat je las, maar niet werkelijk meeleefde. En zelfs nu, na zeven weken, is het soms of het buiten ons omgaat. Alleen wanneer we hooren, dat iets verwoest is, wat we gezien, of iemand gesneuveld is, dien we gekend hebben, treft hot ons dieper, van meer nabij. In dezen tijd krijgen onze vaderlandsche lie deren meer beteekenis. Den laatsten keer dat ik ons Wilhelmus gehoord heb, zal ik niet licht vergeten. Het was in een kapel in Den Haag, die ont ruimd was om het den soldaten 's avonds ge zellig te maken, en zoodoende te trachten hun het eigen tehuis eenigszius te vergoeden. We kwamen binnen in een warme zaal. waar een wolk van sigaren- en sigarettenrook hing, maar die er tevens verbazend gezellig uitzag. Overal stonden kleine tafeltjes, waaraan soldaten zaten. Hier waren een paar aan het dammen of schaken, verderop speelden twee domino, weer anderen zaten te praten, of de couranten en tijdschriften te_ lezen, die overal verspreid lagen, en een rustig plekje was af gesloten voor lien, die don avond nutten om naar hun huis, loofden te schrijven. In een hoek stond een piano, waarop een dame zoo nu en dan liederen speelde, meest de bekende vaderlandsche en enkele godsdien stige- Daai opeens klonk, van piano en orgel tege lijk, het Wilhelmus. Als één man sprong ieder een op, en met van geestdrift gloeiende ge zichten aougen ze allemaal ons lied. Op dat oogenblik voelde ieder zich voor alles Neder lander. De soldaten keken ernstig, je kon zien dat ze dachten aan het feit, waarom ze bijeen waren, om de handhaving van onze neutrali teit. En indien het noodig was, zouden ze allen strijden voor het land dat ons zoo lief is. I Toen drie coupletten gezongen waren, riep er een: Leve de Koningin!" wat met gejuich ontvangen en beantwoord werd. en ik geloof, dat we maar zelden ons zoo één voelden met vaderland en vorstin als toen. Amsterdam, 27 September 1914. MARIE M. v. E. v. d. P. De vrijwilligers. Geachte Redactie. Thans, nu de toestand zoolang onveranderd blijft, willen ook wij, vrijwilligers, iets vragen. Een milicien krijgt thans 0.10 soldij, pl. 0.13 of 130 toelage. Een vrijwilliger krijgt f 0.15 soldij en... f Ö.10 toelage of 66 2/3 Thans moeten wij vrijwilligers zien, dat een landweerman 'n eens, zonder den rang van korporaal te hebben bekleed, sergeant wordt, wilden be= vrienden of ver gram zoo mogelijk kunstemakers, acrobaten en humoristen toeen dit mengiwl zal onge twijfeld een patente uitwerking op de humeu ren der toeschouwers hebben 1 Gisteren gaven eenige militairen van het Ille bat., meer speciaal van de le comp., een uit voering in de Leidsahe Graanbeurs. Men waar deerde het bijzonder, dat eenige officieren het publiek met nun tegenwoordigheid vereerden. Allereerst traden de acrobaten op de ser geant-menagemeester der le comp., A. v. Zandvliet, met eenige kunstbroeders. Die hoe pelden en duikelden 't podium rond en ver- riohtten menig fraaien, kranigen toer. Daarna liet een mandoline-gezelschap „Les Studiantiana" zioh bij herhaling hooren. Ook hier was het militair element vertegenwoor digd door den mil.-korp. Gaikema. En tot slot kregen we de humoristen, z.g. karakter-humoristen. Er wordt in onze dagen nog al wat op dit gebied gepresteerd, dooh de heeren C. de Haas (milicien) en C. van der Linden mogen gerust meedingen naar de zege pralen! Voortreffelijk kweten zij zich van hun taak. Wel is waar was 't nummertje, dat de heer v.d. Linden alleen ten beste gaf, min of meer uit de oude doos, dooh voor velen was het nieuw en vol attractie. Zeer verdienstelijk waren beiden als portier en ouvreuse aan 't theater. En de diverse coupletten liepen goed van stapel. De medewerkers van dien feestavond kun nen niet als zoovele collega's van stad naar stad trekken en gelijk minstreels of oude bar den afgelegen oorden genieten laten van hun talent. Doch bier, te Leiden, hopen wij nog menig maal te profiteéren van hun welwillendheid. En die zal hunnerzijds niet mankeeren, daar van houd ik mij overtuigd! J. H. Jr. Dankbaarheid. Plaatsgebrek noodzaakt ons in proza mede te deelen, dat wij van een aantal kameraden uit Roosteren een door J. v. 't H. geteekend gedicht ontvingen, waarin de weldaden bezon gen worden, die den vorigen „kostbaas" Piet van den Brekel te Echt aan zijn „jongens" heeft bewezen. Van 't Hollandsch diep. In den ouden Kugl Ver, heel ver in 't verleden ligt 1 Aug. '14, de eerste dag der mobilisatie 1 Aoht lange we ken kropen voorbij en schijnen wgl maanden. Nu is 't October bijna en daarmee voorbij de mooie maanden van zomerweer en zonneschijn. We hebben 't grillige, wispelturige najaar in 't verschiet en weldra zullen we van ons lief Vaderland zuchten „O, land van mest en mist, Vol vuilen, kouden regen; Doorsieperd stukje grond Vol lallen dauw en damp, Vol vuns, onpeilbaar slijk En ondoorwaadbre wegen!" De dienst is afgeloopen. Onze mannetjes gaan op hun dooie gemak n g eens 'n luchtje scheppen, En zijn ze moe van 't drentelen, dan zakken ze af naar hun kwartier de groote artillerieloods No. 2. Is 't mooi weer, dan blijven ze buiten nog wat babbelen, tot taptoe ze naar binnen jaagt in 't stroo onder hun deken De lucht wordt zoetjesaan vochtiger, dei avonden al maar koelor. Do ambitie om to wan delen gaat minderen, gelijk met de liefhebbe rij om buiten te blijven buurten". Meer on meer doet zich de behoefte gevoelen naar 'n lokaal, waar onzo soldaten hun vrije uren kunnen doorbrengen. Wel hebben we hier in Willemstad 'n militair tehuis, helaas to klein voor ons groot garnizoen, benovens 'n kantine in de oude kazerne. De Gompie L. W. I., de hospitaalsoldaten en do vestingartillerie, ge huisvest in d© groote loodsen bij de marechaus seekazerne, misten tot nog toe dit voorrecht. Onze O. G. besloot te trachten ons ook 'n out-' spanningslokaal te bezorgen. Onverwijld wer den de noodige stappen bij de autoriteiten ge daan cn onze luitenant de Plonnies kreeg de beschikking over de helft van de z.g. steenen loods. Een berg planken en balken was in 'n minimum van tijd present en toen was 't alle hens aan dek. Als nijvere mieren togen onze landweermannen aan den gang. Dat was 'n dragen en sleepen, 'n passen en meten, 'n zagen en schaven, 'n bijtelen en harneren, vlug en onverpoosd want alien werkten met plei- zier. Een stevige plankenafecheiding, 'n flink buffet met toonbank, tal van tafels en ban ken, 't was alles in !n oogwenk klaar. 'n Kachel, kookstellc-n, lampen, kotels, kan nen glazen en koppen werden gekocht, 'd flin ke Korporaal als „kantinechef" bonoemd, en nu zijn wo 'n flinke kantine rijk, waar geurige koffie, sterke thee, voedzame melk, smakelijke melk- en waterchocola, broodjes, koek, chocola, sigaren, tabak, lucifers, zeep, enz. enz. voor billijke prijzen te krijgen zijn. Een paar mooie banderoles, kleurige reclameplaten en teeke- ningen breken er de eentonigheid der witte muren. Een flinke schrijftafel, 'n paar reu zeleestafels; 'n achttal kaarttafel», alle geflan keerd door gemakkelijke zitbanken, en 's avonds helder verlicht door 'n tiental goede lampen, een ruim, best gevuld en ruim gesor teerd buffet met 'n bercr van eet- en drinkwa ren 'n klein tooneel zelfs, waarop weldra onze tooneelspeiers zullen verschijnen, mijn liefje wat wil je nog meer. En nog zijn we steeds bezig onze kantine op te knappen en te verfraaien: vlaggedoek, guirlandes en groenblijvende coniferen moe ten wij nog trachten machtig te worden. Wie zal kunnen buiten blijven, als hij leest ons typisch, echt huiselijk-militair uithang bord: „In den ouden kug" Velen gaven reeds gehoor aan de stille uïtnoodigingland weer infanterie, id. artillerie, hospitaalsolda- -en, miliciens, genisten komen geregeld ons 'ïuffet' begunstigen. Zelfs h.h: officieren ach ten bet niet beneden zich onze kantine met 'n bezoek te vereeren en de qualiteit der artikelen te keuren en te prijzen. Onze onderneming; hoewel nog maar 'n paar dagen opgericht, groeit goed en bloeit weldra, de verkoop gaat uitstekend en alle winstenworden ge stort in de kas van 't Nationaal Steuncomité. We hopen dan ook, dat steeds meer krijgs makkers in onze kantine hun inkoopen zullen doen en hun tijd gezellig komen doorbrengen, 't Is tot voordeel van henzelf en bovendien tot steun van noodlijdende slachtoffers der mobilisatie. D. RAHN VESTOR. Willemstad. 29 Sept. 1914. Onze vlag. (Van een milicien uit Roostoron.) Hoog Voor 't oog Der aardsche volken, In de wolken Waait de vlag van 't Vaderland 1 Zie haar de ongerepte kleuren Vrank en vrij ten hemel beuren, Die haar toelacht in dien stand. Rein Te zijn In 's Hemels oogen Was baar bogen Door de worstlende eeuwen heen! O. ze is maagdilijk rein gebleven. Op wat dundoek smetten kleven, Op het hare kleeft er geen. Zwier O, dier baarste onzer panden In de landen Door der vaad'ren bloed gewijd l Klief de %olven onbezweken. En wordt nooit, o nooit gestreken, Maar blijft eeuwig wie gij zijt. O Dat zoo De laatste zonen U nog toonen Zonder schaamte op 't fier gelaat; Blijf, o Vlag, uw drietal kleuren Ongerept ten hemel beuren Tot ons erf met u vergaat! Roosteren. JAN L. Het Leven. (Van den korporaal Cruyff.) In weelde op de zuchten van 't menschdom gedreven, Verspreidt zich het noodlot, wellustig ver slindend, Voert n mee naar de dreven van het hooplooze leven, Waar geen zonnestraal licht aan uw harte kan geven En den heiligen schijn uwe oogen verblindend. O bloemen des Levens, zelfs uw edelste streven, Geeft geen voedsel aan 't daarnaar toch hong'- rende harte Wijl het menschdom vertoeft in de angstige dreven, Waar de schaduwen vallen van 't werkelijke leven En op u daalt verkwijnend een regen van emarte. „Richt u op uit dat kwijnen en onttrek uwe zuchten, Geeft geen voedsel aan hem die nw vijand moet zijn, Houdt n sterker en weet zijn gevaren te duchten, En laat angstige zorgen aan uw harte ont vluchten Laat de bloesem uws Levens het gezichteinder zijn", L. P. CRÜYFF, mil. korp. Loosdmuen. Hospltaalsoldatenlled. Wijzo: Wien Neoriandsch bloed. (Van don korp.-H. soldaat R.) Als in Europ' do rouzonstryd Zijn intrcó had gedaan, Kwamen al ras van ied'ro zijd' De dapp're mannen aan, Om 't aderland tor hulp te vliên, En, mocht het noodig zijn, Don vijand dapper 't hoofd te bièn Al etrijdond zij aan zij! Ook Ncêrlands leger stond aJraa Gereed tot een en strijd Te vochten, als hot noodig was. Voor zijn neutraliteit. En ieder Nederlandech 6oldaat Ging naar zijn compagnie; Men kwam, al was het some wat laat, Met ware sympathie. Ze kwamen aan van allen kant, Uit ieder werelddeel, Uit Frankrijk, Duitschland, Engeland, Amerika hfteJ veel. Een ieder was met moed bezield En voelde zich een reus; Voor 't Vaderland, waar men van hield, Te strijden, was hun leus. Ook onzo Roode-kruis-soldaat Kwam bij zijn korps weer aan. 't Paleis voor Volksvlijt was do plaat» Waar hy nu heen kon gaan. Men had al geen kazerne moor, Voor zoo'n eoldatonzee. We kregen dus de groote eer Te worden hier logé. Al strijden wij niet met geweer, Met sabel, bajonet: Toch oogsten wij niet minder eer, Wanneer wij nauwgezet Oivz' plichten doen en in het veld Hen, die daar zijn in nóód, Hen, die gewond zijn door geweld, Te redden van den dood! Toch hopen wy mot allen mee Dat dit niet noodig zij, Dat wij bewareD onzen vree En 't land van oorlog rrij, Zal bloeien steeds op elk gebied; En al de eeuwen door De roem van Neerland klinken zal, Tot 't verst gelegen oord! Amsterdam. Ph. R. Nachtelijk avontuur. (van korp. J. F. uit Loosduinen.) Van permissie aangekomen Tenten tellend door je straat Vervolgens gauw erin gekropen 2 ckakens en dan slapen gaan. Eén der 12 van de bewoners Had in Dordt den trein gemist 't Tentje nog maar niet gesloten Vooral daar hij de dikste is. Weldra in Morpheus' macht Droomend van 't permissie vieren Voel ik eensklaps toch heel zacht Kwispelstaarten; is dat wat!! Nu maar gauw de kaars ontstoken m'n Slapie uit zijn droom gpwekt 'n Groote Buldog met loome oogen Hadt zich naaet me uitgestrekt. Spoedig was het mobilisatie In de tent van 7A Gewapend met wat harde kuchie'a Tegen zulk groot naohtgevaar. De haringboer, dat mooio heer, Zeidoe dat beestje toch geen zeer. Vriend schutter echter ook "niet mis Riep slaat 'ra op zijn Tot aan 't krieken van den dag Had niemand meer 'n oog gesloten Komt na angstig lang geblaf De vijand weer erin geslopen. De vriendelijkheid van 't groote dier Had aller sympathie gevonden; Alleen amice no. 4 Sprak, hondje wat ben je toch begonnen Gastvrijheid geeft nu onze natie Vooral in dezen slechten tijd Ja zelfs ons hondje hrv ht nx*t gratie Ons deze nachtelijk© festiviteit. „Villa Anna", Kamp Loosduinen De oorlogsfakkel. (Van milicien v. Dam uit Echt.) Helaas, de oorlogsrakkei is gaan ontbranden, En alle volken wapenen zich rot de randen. Ja, groot en klein doet daaraan mee, En daarmee is verdwenen de vreê, Die naar men hoopte, het sterkst zou zijn, Maar ach, dit was niets dan louter schijn, Want weldra brak de mare aan: „Op, gij zonen, en schaart u rond uw vaan", Ter verdediging van uw heiligst goed, Waartoe een ieder nu zijn plichten doet. Ja, ook gij Nederland, o dierbre grond, Wees, ook nu eendrachtig in deez' stond, En wake, dat uw dierbaar vaderland, Niet door den vijand wordt aangerand, En mocht het toch, helaas, noodig zijn, Toont dan Neerlands wakkere zonen te zijn. Die dnor geheel de wereld hunne faam, Te danken hebben aan hunnen naam. Maar verloochen daarom ook niet in deez' tijd, Uw naastenliefde en barmharti ghejd. Waarmede wij zijn groot gebracht, Tot een natie van Wil en Kracht, Wier volk verknocht is aan den troon. En later wanneer de vrede weer is gekomen, Wij, Nederlanders, weder huiswaarts beeren zonder Bchrom^n. En iedereen kan zeggen uit volle borst Ja, dat een volk dat dorst. F.n roepen dan allen tezaam. Een driewerf hoera voor Hollands naam." Echt. (L.^ J. P. T. DAM.

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1914 | | pagina 3