B
No. 19.
Woensdag 30 September 1914.
Orgaan voor Leger en Vloot.
Oorlogsnieuws.
Kwatta's
ManoeuvreChocolaad
Onder redactie van D. MANASSEN.
Een verzoek.
Een Avontuurlijke
Huwelijksreis.
Gezondheidsleer.
Oplaag 50,000 exemplaren.
E SOLDATENCOURANT
ADRES VAN REDACTIE EN ADMINISTRATIE: PALESTRINASTRAAT 10,
AMSTERDAM, TELEFOON Z. 4968. DIT BLAD ZAL DRIEMAAL PER WEEK
VERSCHIJNEN. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR NIET-
MILITAIREN 2 CENT, ABONNEMENT 1.50 PER DRIE MAANDEN.
VOOR ADVERTENTIEN WENDE MEN ZICH TOT HET ALG. ADV.-BUBKAÜ
ROÜMA CO., 226 HEERENGRACHT A'DAM. ADVERTENTIEPRIJS PER
REGEL 80 CENT.
Uit „Tha Graphic".
Het aanhouden des nachts in volle zee van een koopvaardijschip, ten einde te
onderzoeken of er ook contrabande aan boord is. Oorlogsschepen belichten met hun
zoeklicht het aangehouden vaartuig.
Voortdurend bereiken ons nog aanvragen om
een volledig exemplaar van De Soldatencourant.
WIJ hebben echter geen nummers 3 en 5
meer voorhanden. Wie ons nog eenige exem
plaren daarvan kan terugzenden, liefst franco,
bewijst ons een grooten dienst. Wij kunnen
dan weer anderen een genoegen doen.
Verantwoording
van ingekomen bijdragen voor De Soldaten
courant in de volgorde van toezending der
gelden: J. J. W., Arnhem, 2.50; P. R-,
Zsiet. 25; J. P., Deventer, 1; L. V., Delft,
2.50; H. J. H. G., Oldenzaal, 50; Firma
Wed. L. F., Doesburg., 1; N. V. Houthandel
Gebr. E., Zaandam, 3; N. J. K., Zaandam,
1: A. H., Zaandam 5; jhr. mr. J. J. G.,
Arnhem, 5: mr. H. W. A. D., Tiel, 10; J.
F',, Baarn, ƒ10; F. de B., Breda, 1; W. B.,
Dén Haag, ƒ1; B. P. S., Apeldoorn, 1; B.
E. Enschede, 10; jkvr. H. de B., Apeldoorn,
f5) dr. G. v. d. H., Amsterdam, ƒ1; W. A.
D., IJmuiden, ƒ2.50; U. Pk. B., Amsterdam,
5; C. A. baron B., Den Haag, 10; J. P. H.
M., Dordrecht, 2; F. P. ter M., Den Haag,
2; G. J. B., Barneveld, f 2.50; Handels
Compy. ,,Padang", Den Haag, 5; Groninger
Bankver. Sell". N. S. T. Groningen, 5; mevr.
E. D. K.R. v. d. L., Bloemendaal, 25; L.
K., idem, 10; F. E. v. d. V. v. B., idem,
ƒ2; wed. A. J. C. de N., Den Haag, 1;
mevr. M. A. M., idem, 2.50; I. v. O., idem,
2.50;J. W. G.,' Delft, 2.50; mevr. Wed. M.
F. P.—H., Hilversum, 2; mevr. wed. A. W.
N.—H., Haarlem, 1; L. J. R., Zwijndreoht,
1S. M., Den Ilaag, 2; Sbeunpenning Zee
macht, Den Helder, 1.19; mevr. M. M. L.
G. L., Leeuwarden, 2.50; J. F., Hengelo,
2.50; A. A. H. B., Lage Vuursche, 40; P.
S. v. G., Bennebroek, 10; P. R. R., Gronin
gen, 2.50; mej. A. S., Hengelo, 10; D. W.
v. W. P., idem. 12.50; G. J. v. L., Amers
foort, 2.50; F. H., Bloemendaal, 2.50; IJ.
9. v. d. V., Overveen, 25; A. S.,
Bloemendaal, f 100; B. C., Bloemendaal,
10'; Dames de B., Den Haag, 2.50;
mevr. G. H. MT. v. B., Haarlem, 2.50;
J. G., Oldenzaal, f 10; mevr. D. G., O., id.,
5; H. P. G., idem, f 5P. J. G., idem, ƒ5;
E. B., Bloemendaal, ƒ5; E. V., id., 2.50;
mevr. K. S., Nijmegen, 2.50; „Twee vrijwil
ligers bij den Landstorm", 100; G. C. H.
B., 10; Fimxa J. D., Zaandam, 10; mr.
W. M. J. v. L., Bloemendaal, 2.50; A. W.,
Enecilifede, 2..50; J. F. P., Loosduinen, 2.50;
Wed. mr. J. G. v. D., Nijmegen, 10; J. S.,
Hengelo 5; A. J. S., Meppel, 1; N. M.,
Den Haag, 2; N. N., id., 2.50; R. P., id.,
2.50; F. B. L., Solieveningen, 10; mr. J.
H. A., Den Haag, 2.50; jhr. mr. W. F. A.
v. P., idem, 5; jhr. T. v. B.. idem, 10; mr.
H. G. v. O., idem, f 10; H. W. de W., Leeu
warden, 2; Wed. C. M. V., Overveen, 3;
mr. G. A. C., Apeldoorn 5; A. R., Harder
wijk, 1Hengelosche Elect, en Mech. Apara-
tenfabriek, 25; H. C. S. en Cd. F. S., Hen
gelo, 100; movr. wed. K. V., idem, f 1dr.
J. P. K., Deventer, 5; A. M. de H., Doe-^
DOOR
Lilian Quiller Couch.
Was dat hetzelfde kwijnende, bleeke
meisje, dat Mary Spode op dien doukeren
Novemberdag van het station had gehaald
het meisje, dat daar met blozende wan
gen en glinsterende oogen'in de mooie
kamer", op Dodden Farm voor het
brandend houtvuur op den grond lag, en
volgens het oude gebruik daar in den om
trek noten roosterde, om het karakter van
haar aanstaanden minnaar te leeren ken
nen?
Het leven te Meltenham, met zijn een
zaamheid, afzondering en onderdrukking,
het verlangen om te vluchten, het smachten
naar het genot van de jeugd, geheel de
vroegere, wanhopige opsluiting, het cene
jftar na het andere, was vergeten.
Door liefde en sympathie had Mary
^ÉFde haar eindelijk weten op te wekken
lt haar langdurige lusteloosheid.
,,En als die noot daar nu wegspringt,
liefje, dan be teekent het, dat jij en de man
san wien je denkt niets met elkander zult
to eism bebbea. M«SI «la bij «til flSMt
tinahem, 1jhr. H. A. v. A. B., Middelburg,
ƒ3; A. C., Rotterdam, 2.-50; J. F. 1'. B. id.,
f 5; dr. G. P., Loosduinen, f 1; Gebr. H.,
Middelburg, f 1; C. F. Z. Jr., Bergen a. Zee,
2.50; P. G. B., Rotterdam, 2.50; Fam. N.,
Den Haag, f 2.50; N. N., Scheveningen, ƒ10;
Douairière jhr. F. de O., Den Haag, 2.50;
A. G. B., Rotterdam, 5; W. F. L.L Warmond,
f 4; Ed. H., Maastricht, 2.50; N. V. Bouw-
m ateriaalhandel „Stoenoord", Den Haag,
2.50; N. N., (twee inzenders), Maastricht,
5; B. en D., Hengelo, 10; Dames E. enM.
de B., Rotterdam, ƒ1; G. K. A., idem,
10; P. V., Bloemendaal, 2.50; me
vrouw Wed. W. A. B.R., Dén Haag, f 2.50;
D. G. v. F., idem, 15; N., idem, ƒ5; G. J.
v. d. P., idem, 2.50; N. H. T., Holwerd,
2.50; L. L., Maastricht, 2.50; A. S., Nij-
kerk, 2.50; J. F., Meppel, 2.50; M. en H.,
Den Haag 5; B. L., Rotterdam, 2.50; G.
F. de B. K. Den Haag, 1; B. M., idem,
2.5Q; W. J., Lont, 10; M. B., Nijmegen,
1A. B., Den Haag, ƒ1; A. de C., Aerden-
hout, 2.50RheinschifffahrtsAktiëngesell-
schaft, Rotterdam, 2.50; B. B., Den Haag,
10; J. v. G., Ammerzoden, 2.50; R. v. W.
P., Den Haag, ƒ5; H. F. P. O., idem, ƒ25;
E. G. Q. L., idem, 2,50; P. v. H., Nijmegen,
5; Wed. mr. J. A. A. B.De R., idem,
f 2.50; mevr. wed. B.R., idem, 5; Th. T.,
Maastricht 5; Onleesbaar, Den Helder,
L 12.50; F. H. v. B., Den Haag, ƒ5; J. M.,
>tterdam, 50; J. M. K., Heenvliet, 2.50;
H. A. fs en Cie, MaastrichtWijk, 5; N. N.,
Den Haag, 5; jhr. mr. H. S., Amsterdam,
2.50; H. M. S-, De Bildt-Station^f 1Firma
J. H. E., Nijmegen, ƒ5; dr. J. H. G., Am
sterdam, 10; Officieren 4e Comp. 11e Bat.
Landweer Infanterie, 3; dr. J. C. B., Den
Haag, 2. Totaal f 1116,69.
Deze verantwoording loopt tot 26 September.
Door J. P. Bijl, officier V. gezondheid.
VIII.
Zooals iedere soldaat te velde weet, is do kans
op een warm bad of een warme douche zeer ge
ring en eigenlijk alleen weggelegd voor die
genen, die ingekwartierd zijn_ in of nabij een
groote stad, waar vol'kdbadhuizen of kazernes
met badinrichtingen zijn. Maar hoe gering de
kans ook is, een gedeelte van den troep kan op
deze manier todh op gezette tijden gereinigd
worden en wordt dat ook.
Een ander deel zal het geluk hebben om
in kanbonnement te zijn in een streek waar
grootere of kleinere rivieren zijn. Zoolang het
weer niet te koud wordt heeft heb daardoor
gelegenheid om geregeld te zwemmen, iets wat
met de noodige voorzorgen uitstekend werkt.
De huid wordt er door gereinigd en geprikkeld,
de spieren geoefend, de ademhaling en de
bloedsomloop worden er gunstig door beïnvloed.
Enkele wenken betreffende het zwemmen zijn
reeds door Zuidema gegeven in Soldatencou
rant No. 6.
Ik zou er evenwel nog aan willen toevoegen,
dat b.v. éénmaal per week het zwemmen ge
paard moet gaan met flink wasschen met zeep.
Water, vooral koud water zonder zeep neemt
het overtollige huidvet zeer onvoldoende weg
en reinigt ook niet genoeg.
Bijzondere aandacht zal gewijd moeten wor
den aan het water waarin men zwemt. Tijdens
het zwemmen toch komt door neus en mond
je blijft smeulen, dan worden jij en hij ver-
eenigd, en zal jullie in liefde en geluk
samen leven."
„Dat klinkt heel plechtig en gewichtig,
Maryalleen is het jammer, dat ik niemand
heb aan wien ik kan denken."
„Ken je geen één knappen jongeheer,
dien je in gedachte kunt houden, juffrouw
Enid?"
„Neen. Ik zie nooit iemand. Ik ga nooit
ergens heen."
„Dat komt mij al heel onnatuurlijk
voor", verzekerde Mary. „Ik wou dat ik
een naam voor je noot kon bedenken, maar
hier in den omtrek is niemand."
„Kun je niemand verzinnen, alleen voor
de pret om samen met mijn noot te
laten verbranden?"
„N... neen 1 O ja ik weet er toch een
Er is mij juist iemand ingevallen. Een
knappe jongeman. Hij ïb hier wel niet in
de buurt, maar
Tik, tik!
Het kloppen aan de zijdeur brak Mary's
opmerkingen af, en met een uitroep van
schrik ging zij met de kaars in de hand
kijken wie er was.
„Juffrouw Spode," zeide een vroolijke
stem buiten de deur, „wil u zich over een
eenzaam man ontfermen V'
„Wel, lieve hemelHeb is is u het
werkelijk, mijnheer Clive? Dat is nu toch
al heel wonderlijk I J,uist> pp, heb gogenfelik
dacht ik aan gj'4
een zekere hoeveelheid water naar binnen en
kan op die manier besmetting veroorzaken.
De officier van gezondheid zal ^us steeds toe
zicht houden, dat niet gezwommen wordt in
water, dat als besmet is te beschouwen. Er zal
niet gezwommen worden vlak beneden een
stad, aangezien steden een groot deel van
hun afval op rivieren loozen. Ook zal men niet
zwemmen op plaatsen, waar in de nabijheid
ernstige buikziekten als typhus zijn; een schip,
dat aan boord heeft een typhuslijder kan het
water zeer ernstig besmetten.
Moeilijker wordt het reinigen van het
lichaam, wanneer men noch in de nabijheid
van een groote stad is noch in de gelegenheid
is om te zwemmen. In zulke omstandigheden
zal men zich op een andere manier moeten be
helpen.
De Japanners waren in dit opzicht zeer vin
dingrijk. Een Fransch officier van gezondheid,
die den oorlog medemaakte, vertelt, dat ze als
bad gebruikten groote potten, die ruim 1 M.
hoog waren en een doorsnede hadden van on
geveer 80 c.M. en die de Cliineezen gebruikten
voor inmaak. Met behulp van wat steenen
werd een oventje gemaakt en daarop werd de
pot gezet. Zoodoende konden zij het water in
de pot verhitten en een warm bad krijgen.
Ook gebruikten ze allerlei vaten, waarin het
water "verhit werd door er in te plaatsen een
petroleumblik met gloeiende kolen.
Deze nagemaakte badkuipen werden opge
steld in de zon en beschut voor den wind en
werden op zonnige dagen zelfs midden in den
winter gebruikt.
Hoe praktisch ze ook waren voor de Japan
ners, die als 't ware verslaafd zijn aan warme
baden, in ons land zal men met dergelijke
middelen waarschijnlijk niet ver komen en zich
dus op een andere manier moeten behelpen.
Is men ergens ingekwartierd met enkele an
deren, dan is het natuurlijk uiterst eenvoudig
om zich in de kamer of zolder, waar men
slaapt, zoo nu en dan geheel te wasschen.
Moeilijker wordt het wanneer men met een
groot aantal is ingekwartierdin een school,
schuur of iets dergelijks. Misschien zou men
dan geholpen kunnen worden door fabrieken,
waar steeds over een groote hoeveelheid warm
water beschikt kan worden. In sommige bier
brouwerijen en zuivelfabrieken is het zeer goed
mogelijk om een soort douehebad te maken.
Natuurlijk moet de officier van gezondheid
daarbij z(jn medewerking verleenen om te voor
komen, dat stoornis in 't bedrijf zou optreden.
Is het op geenerloi wijze mogelijk om het
lichaam geheel te wasschen, dan zal men
steeds zijn toevlucht kunnen nemen tot het
hulpmiddel, dat den Japanners in den Oorlog
was voorgeschreven en dat bestond uit een
natte handdoek. Zonder zich geheel te ont-
kleeden kan men met een uitgewrongen natten
handdoek het geheel© lichaam wel niet was
schen, maar dan toch cenigzins reinigen er.
opfrisschon. Dit middol werd door de Japan
ners algemeen toegepast, is zeer eenvoudig en
zal na het eindigen van een vermoeienden
marsoh gunstig werken.
Ten slotte zal elk soldaat, zonder onderscheid
die een of twee dagen verlof heeft zich op een
volkomen voldoende wijze geheel kunnen was
schen.
Alles en alles bij elkaar is er dus voor ieder
een op de een of andere manier gelegenheid
te vinden om het lichaam behoorlijk op tijd te
reinigen. Een beetje behelpen is daarbij noo-
dig, maar dat kan geen kwaad.
Niet alleen de algemeene reinheid van het
geheel© lichaam is van belang, maar ook enkele
hchaamsdeolen in 't bijzonder hebben in dit
opzicht meerdere zorg noodag.
Om te beginnen zal de verzorging van het
hoofd noodig zijn. Het haar moet kort geknipt
zijn, ƒ1© kans op ongedierte wordt daardoor
verminderd en daarmede niet alleen de hin
derlijke jeuk, maar ook een ernstige ontste
king van de behaarde hoofdhuid. Minstens 2
keer pfer dag, 's morgens na het opstaan en
's middags na afloop van de oefeningen zal
men het gezicht en den hals moeten wasschen.
Deze deelen zijn steeds blootgesteld aan ver
ontreiniging mot stof en vcrtoonen dus groote
neiging om bij onvoldoende zindelijkheid ont
stekingsverschijnselen als steenpuisten te ver-
tooncn. Vooral de hals, waartegen geregeld
de kraag van de jas schuurt en die dus aan
allerlei uiterst fijne verwondingen bloot staat
loopt steeds groot gevaar steenpuisten te
krijgen.
Bijzondere zorg moet besteed worden aan
do banden. Hiermede raakt men allerlei voor
werpen aan en de kans, dat ze besmet worden,
is dus zeer groot. Dit geeft weer in twee rich
tingen gevaren. In de eerste plaats kan men
met dergelijke besmette handen weer iets an
ders bv. brood, vleesoh en andere eetwaren in-
feoteemn en in de tweede plaats kan men door
de groote kans, die de handen steeds hebben
op verwondingen, zweren, fijt enz. krijgen.
(Wordt vervolgd.)
„Wat? Dacht u werkelijk aan mij?"
„Heusch waar, mijnheer 1 Ik had juist
uw naam op de lippen, toen ik u hoorde
kloppen. Kom binnen, kom binnen, mijn
heer Clive, dan kan ik zien, dat u het wer
kelijk in eigen persoon zijt."
Met een prettigen lach volgde de jonge
man juffrouw Spode naar de mooie kamer.
„Mary", riep een jeugdige stem haar
toe, „ik heb een nieuw paar noten in brand
gestoken, en zij branden prachtig samen op.
„O, juffrouw Enid, wat zeg je nu, daar
van. Hier is mijnheer Clive Tempest van
het „groote huis", die eindelijk van zijn
zwerftochten is terug gekomen 1"
Met een sprong was Enid overeind, blo
zend en verlegengedurende eenige oogen-
blikken staarden zij elkander aan. Toen
maakte de heer Tempest een buiging.
„Wel, juffrouw Spode," riep hij, „ben
jullie hier zoo aan het noten branden Zijn
dat uw noten?" vroeg hij aan Enid.
„Ja'„ antwoordde deze met een
lachje. „Ik brand heel kalm voort naast
iemand, dien ik niet ken."
„Mag ik mijn geluk ook eens beproeven
vroeg hij vroolijk.
„Wel zeker, mijnheer Clive", zeide Mary
Spode. „Wie.had nu kunnen denken, dat
u hier vanavond bij het vuur zoudt komen
om noten te branden 1"
Met een glimlach op haar knap gezicht
bleef zij met de jongelui praten, blijde dat
V$i m. PEgojsJai m Uasb sa Ms £wst
De toestand in dsn reuzenstrijd.
Er is geen bepaald nieuws omtrent den
grooten slag, zoo luidt een telegram uit
Engelsche bronde toestand op de verschil
lende oorlogsterreinen is onveranderd ge
bleven, dit is het bericht, dat uit het
groote Duitsohe hoofdkwartier komt. En
wat de jongste Fransche telegrammen ver
tellen, is al ongeveer van hetzelfde slag.
Over 't geheel is du6 de toestand op
bet westelijk oorlog6terrein, in het noorden
van Frankrijk, onveranderd. Nog steeds
staan de lange en dichte linies der vijanden
daar tegenover elkaar. Nog langer, nog
dichter dan andere, zou men kunnen zeg
gen. Want van weerskanten versterken de
tegenstanders zich. 't Schijnt, dat zij bei
den gevoelen, dat de slag aan de Aisne,
zooals de tegenwoordige worsteling 't best
wordt genoemd, een belangrijke beslis
sing in dezen oorlog zal geven. In de laat
ste dagen komen er al meer troepeD aan
bij het Duitsche leger in Frankrijk. De
Duitsche opperbevelhebber daar begreep
blijkbaar het doel der Franschen, den
rechtervleugel der Duitschers om té trek
ken zij hebben zich daar versterkt met
nieuwe troepen, nieuwe stukken geschut
en zoo die pogingen verhinderd. Van hun
kant echter zijn de Franschen ook niet stil
geweest, men bericht van troepen, die over
Amiens zich kwamen voegen bij het groote
leger. Van weerskanten versterkt men
zich dus en de kamp belooft steeds hardnek
kiger te worden. En ook, al blijft de toe
sband vrijwel ongewijzigd, er wordt nog
steeds eiken dag, en nu en dan met groote
felheid, gevochten.
Natuurlijk blijft over het heele lange
front de boestand niet overal dezelfde. Aan
beide zijden worden kleine successen be
haald; hier wijken nu eens de Franschen
terug, elders weer de Duitschers. Dezen
aihijnen het gelukkigste te zijn in Lotha
ringen en de Vogezen. Zij maken nu ernst
met hun aanval op de forten van Verdun
en blijkbaar zijn ze daar eenigszins vooruit
gekomen. In de laatste dagen staan hun
troepen zelfs over de Maas op enkele
punten. Het doel der Duitschers is na-
'jurliik om door de fortenlinie heen te bre-
'ïc'ir; het Fransche leger daarachter lS niet'
zoo sterk als in het noorden. Maar over 't
geheel hebben ook de laatste dagen weer het
bewijs gebracht, dat de vijanden in Frank
rijk vrijwel tegen elkaar zijn opgewassen.
Het gevolg daarvan is, dat de verhezen van
weerskanten groot moeten zijn, zonder dat
er veel gewonnen wordt.
We hebben het reeds vaker gezegd; deze
oorlog ia bij geen vroegere te vergelijken.
Vooral niet, wat de middelen betreft, die
zoo geheel anders zijn. Te land zoowel als
ter zee. Wij hebben hier niet op het oog de
zware kanonnen, noch de ontzaglijke oor
logsschepen, de dreadnoughts. Die zijn
slechts vervolmakingen van vroegere oor
logsmiddelen. Maar nieuw zijn in dezen
reuzenstrijd de onderzeesché booten en de
luchtkruisers. Wat de eerste vermogen heeft
onlangs een Duitsche onderzéeer getoond,
die drie Engelsohe kruisers vernietigde. En
op dezelfde wijze vallen de luchtschepen aan,
zonder dat de tegenstander er veel aan kan
doen. Ze wagen zich boven nog onoverwon
nen streken. Wij hebben een Duitschen bal
lon gezien boven Amtwerpen, een Engelschen
boven Dusseldorp en Keulen, nu heeft
zich weer een Taube vertoond boven Parijs.
En zij wagon zich niet alleen meer onder
bescherming der nachtelijke duisternisbo
ven Antwerpen zoowel als boven Parijs heb
ben zij zich nu op helderlichten dag ver
toond en bommen geworpen. Zij hebben be
trekkelijk weinig schade gedaan, maar dat
ban bij een volgende gelegenheid natuurlijk
anders zijn. Te Parijs werden een grijsaard
en zijn dochter gedood en in de renbaan bij
Auteuil een koe van het vee, dat daar
graast om te dienen tot voedsel voor de be
volking van Parijs. De Duitsche vlieger
scheen het vooral voorzien te hebben op de
inrichting der draadlooze telegrafie op den
Eiffeltoren, doch heeft die niet kunnen ver
nielen.
Yan het Oostelijk oorlcgsterTein nog
bewaarde Mary Spode het stilzwijgen. Zij
noemde den naam niet van de eene noot,
die zoo kalm naast die van Enid voort-
smeulde. totdat de twee noten geheel naast
elkander waren opgebrand.
III.
Wie zegt, dat November en December
geen maanden zijn voor minnende paren,
weet het niet. De koude, ijzige winter kan
wedijveren met de veelbelovende lente of
den rijken zomer. In November kwam de
liefde tot Enid Mark en Clive Tempest, en
de wereld werd een wonderland, en Ten-
field was een paradijs.
,Van het eerste oogenblik dat ik je zag,
lieveling, had ik je lief!'? riep hij-.
„Clive! Clive!" fluisterde zij, haar
hoofdje op zijn schouder.
„En sinds dien tijd heb ik je al liever
en liever gekregen."
„En ik zuchtte zij.
„Ja?" vroeg hij.
„Ik wist niets van liefde, eer je hier
kwaamt. Maar o, het zou mijn dood zijn,
als ik je missen moest."
„Je zult mij nooit behoeven te missen,
liefste. Ik breng je terug naar je voogd, en
zal hem ons geheim vertellen, en hem
vragen, je over eenige weken aan mij te
geven."
„Je hebt mij bijna te gelukkig gemaakt,
Clive!" fluisterde zij.
EUteS bidden zij samen gewandeld.
s
Het krachtvoedsei van het Nederlandsche Leger.
HEERLIJK VAN SMAAK. VERWEKT GEEN DORST.
eteeds weinig nieuws. De Rusoen in Galicië
rukken verder op, de Oostenrijkere trekken
zich terug. Volgens een bericht uit Ruasi-
sche bron hebben de Russen ook reeds Hon-
gaarsch gebied betreden. De Hongaarsche
troepen werden uit drie stellingen verdre
ven. De Galicische vesting Przemysl wordt
nog steeds ernstig bedreigd en schijnt wel
dra in handen der Russen te zullen vallen.
België.
Belgische actie.
Volgens de „Nieuwe Gazet" van 24 Sept.
verraste een Belgisch detachement ter
sterkte van 150 man in Brabant een Duit
sche troepenmacht van minstens 2000 man,
welke onschadelijk werd gemaakt; twee
honderd Duitschers sneuvelden, de overige
werden gevangen genomen. Tevens ver
meesterden de Belgen een gepantserden
trein.
Aan Belgische zijde waren haast geen
verliezen.
„De Duitschere hebben nog lang niet met
de Belgkens afgerekend. Nog lang niet
Aldus de „Nieuwe Gazet".
Een correspondent van hetzelfde blad
te Ninove maakt melding van een gevecht
tusschen die plaats en Aalst. In het ge
hucht kwamen tweehonderd vrijwillige mili
taire wielrijders (meest allen Brusselaren)
in botsing met veertig Duitsche wielrijders,
De Belgen richtten een mitrailleur (welke
zij in een auto meevoerden) op den vijand,
die zich uit de voeten maakte met achter
lating van een doode en een gekwetste.
Zeven Duitschers werden gevangen geno
men. Bij hun komst te Ninove werden de
Belgische soldaten met de grootste geest
drift ontvangen. Van alle kanten werden
hire leven sni id delen en poe de raven ge
bracht. Haast met. gewéld werden officie
ren en minderen in de huizen gehaald om
hen te tracteeren.
De Duitschers in Belgis.
Bij hun actie tegen Antwerpen schijnen
de Duitschers enkele moeielijkheden te heb
ben met het eigenaardige slappe terrein bij
de opstelling van zwaar geschut.
Althans, het Antwerpsche Handelsblad
meldt, dat zwaar belegeringsgeschut bij
Hofstade gedeeltelijk in den bodem is weg
gezakt. Slechts met de uiterste krachts
inspanning konden de kanonnen door tal
rijke paarden gelicht worden.
Maar intusschen werden de Duitschers
door de bezetting van de forten bij Waelhem
krachtig beschoten.
ANTWERPEN. (Officieel.) Zaterdag
werd een Duitsche detachement, be
staande uit een brigade infanterie
en twee cavalerie-regi'neuten met zes
batterijen, waarvan twee zware, ver
rast tijdens den tocht van Brus
sel naar Dendermonde. In front en flank
aangevallen, zijn zij wanordelijk terug ge
trokken in de richting van Assche, achterla
tend talrijke krijgsgevangenen, gewonden
en munitie. Zondag hebben zij Meche-
len beschoten met verdragende kanon
nen t en talrijke troepen zijn zij het
Belgische front genaderd tusschen Meche-
len en Aalst. Verschillende Duitsehe aan
vallen zijn mislukt. Nabij Aalst heeft Bel
gische cavalerie den Duitschen linkervleugel
aangevallen. De Belgische troepen hebben
in het algemeen zonder moeite de ingenomen
stellingen bewaard.
Duitsche vliegers boven Antwerpen en
Ostende.
ANTWERPEN. Een telegram van Za
terdag meldde het bezoek van een „Taube"
hoven Antwerpen.
Deze verkenning op klaarlichten dag
samen gepraat, samen paard gereden, en
samen voor het raam of op de breede ka-
napee gezeten, in de mooie kamer op Dod
den Farmen bij het zien van de blijdschap
op de twee jonge gezichten, en van den blos
van gezondheid en geluk op de wangen van
haar lieve Enid, verheugde Mary zich in
hetgeen, ook min of meer door haar toe
doen, tot stand was gekomen.
„Ik heb mijn woord gehouden", dacht
zij. „Ik heb nooit toegelaten, dat het lieve
kind zich vermoeide. Maar o, geheel an
ders komt zij terug, dan zij werd gezon
den. En dan komt zij samen met haar eigen
aanstaanden man een echt edelman, met
geld en landerijen, en een hart vol liefde
voor haar. En wat zou iemand meer kun
nen verlangen?"
Wat zou iemand meer kunnen verlangen?
Zelfs de heer en mevrouw Mark schenen
tevreden, te oordeelen naar den brief dien
Enid kreeg in antwoord op haar schuchter
schrijven. Eigenlijk had de angst om met
haar pleegouders over de zaak te moeten
spreken, haar hiertoe gedreven, doch nu
scheen het beter te zullen gaan dan zij ver
wacht had.
„Kom thuÏ3, jij slim, klein ding. Kom
maar gauw bij ons, en vertel ons de ge-
heele geschiedenis. Je liefhebbende
ELLEN A. MARK.
Pat was alleaj maar ay,lk§ sróüdelijk§
baarde opzien in de anders zoo kalme stad,
waar sinds dagen geen opzienbarende ge-
gebeurtenissen voorkomen en geen enkel
nieuws emotie verwekt. Zoodra de Duitsche
vlieger op een hoogte van ongeveer 1800
meter in den helderblauwen herfsthemel op
gemerkt werd, liep in alle straten de be
volking samen. Het was typisch te hooren
hoe sommigen pittig Antwerpsche verwen-
schingen naar den vijandelijken vogel om
hoog zonden; maar de vlieger werd ook op
andere, gevaarlijker, wijze bestookt, name
lijk door de kanonnen van de forten; met
die shrapnells in zijn onmiddellijke nabij
heid voelde de Duitscher zich blijkbaar niet
veilig, althans hij voerde eenige weifelcr.de
draaiende bewegingen uit. Óp hetzelfde
oogenblik barstte er een shrapnell vlak
bij hem, zoodat het toestel waarschijnlijk
getroffen werd. Toch gelukte het hem zijn
evenwicht te bewaren en een grootere hoogte
bereiken, waarna hij snel in de richting van
Lier verdween.
Geloofwaardige ooggetuigen beweren, dat
een luchtschip op nog grootere hoogte den
vlieger vergezelde. Op den terugtocht heeft
deze laatste te Schooten drie bommen ge
worpen, welke zelfs geen stoffelijke schade
hebben aangericht. Reed3 in den voormid
dag had een Taube te Duffel twee bommen
geworpen, welke in het water terecht kwa
men.
Aangaande de gevechten, welke zeker op
dit oogenblik worden geleverdkan ik alleen
mededeelen, dat het Duitsche observatie-
leger zich in de omstreken van Aalst heeft
opgesteld en op verschillende punten met
Belgische troepen in aanraking kwam. Gun
stige berichten komen binnen.
OSTENDE. Zaterdagnacht vloog we
der een Zeppelin rond. Het luchtschip
kwam echter ditmaal niet te Ostende, maar
vliyg. over Aalst. Gent Deyn*©, waar het
te 1 uur 30 vijf bommen neerwierp, en toen
in de richting van Kortrijk en Doornik, en
verdween daarna in oostelijke richting.
Duitschland.
Een kranig stuk.
BERLIJN. Het legerbestuur deelt
mede: Bij een verkenningstocht per
locomotief naar Russisch-Polen, waar
bij de op de machine staande kapi
tein Bader werd gedood, heeft de ma
chinist Beck van Tarnowitz zich uitstekend
gedragen. Beck, die naast kapitein Bader
stond, kreeg, behalve verwondingen door
ijzersplinters, een schot door de long. On
danks deze zware wonde bleef hij nog vier
uren op zijn post en bracht hij de locomo
tief naar- het station van vertrek terug.
Toen zakte hij ineen.
Tijdens de terugreis had hij de locomotief
nog moeten repareeren, daar zij door scho
ten beschadigd was.
De Keizer heeft hem het ijzeren kruis
2e klasse geschonken.
Een soldatenbrief.
In een Duitsch blad vinden we een sol
datenbrief, waarvan de schrijver blijkbaar
niet al te zeer onder den indruk was van
de verschrikkingen van het verblijf in de
loopgraven. Althans, uit zijn toon blijkt,
dat hij den moed erin tracht te houden.
Wij laten hier een gedeelte eruit volgen
Vandaag is het den zevenden dag, dat
wij, ingegraven in diepe loopgraven, in de
nabijheid van C. liggen in een gedeelte van
een gevechtsfront dat 110 K.M. lang heet
te zijn. Aan het suizen van de granaten
zijn we al gewoon geraakt. Gisteren hebben
we onzen kapitein trouwens een pracht
kerel het ijzeren kruis op de borst ge
hecht.
Links van mij ligt mijn sergeant lustig
een sigaar te rooken, terwijl hij de post
woorden hadden haar pleegoudere nog nooit
tot haar gericht, en Enid's geluk scheen
volkomen.
Er zou echter minder blijdschap op Dod
den Farm geweest zijn, als het drietal had
kunnen zien, hoe de heer en mevrouw Mark
in werkelijkheid het bericht van Enid's ver-
loving hadden opgenomen.
„Het zal niet gebeuren!'' raasde de heer
Mark. „Zij is minderjarig, en ik bekleed
bij haar de plaats van haar vader. Ik ver
zeker je, zij zal niet met hem trouwen 1"
Mevrouw Mark, bleek, ontdaan, scheen
zich eerst niet in den toestand te kunnen
indenken.
„Die zestigduizend pond weg aan een
windbuilging haar vertoornde echtgenoot
voort. „Zoo'n drom mei sche meid! Waarom
liet je haar ook weggaan Je hadt vooruit
kunnen weten, dat zij den eersten den
besten man om den hals zou vliegen, nadat
zij hier zoolang is opgesloten geweest, zon
der iemand te zien. Wat denk je nu te
doen, mevrouw? Dat zou ik wel eens willen
weten 1 Jij hebt ons in de knel gebracht
wat zul je nu beginnen!"
„Ik weet het niefcl" verklaarde
mevrouw Mark. „Zij moet thuis komen,
en dan moeten zij van elkaar worden ge
scheiden. Ik zal er over denken. Laat mij
den tijd I"
En daarmee moe at de heer Mark tevreden
lijn,
(Iffjndi fervQlgdJj,