B No. 19. Woensdag 30 September 1914. Orgaan voor Leger en Vloot. Oorlogsnieuws. Kwatta's ManoeuvreChocolaad Onder redactie van D. MANASSEN. Een verzoek. Een Avontuurlijke Huwelijksreis. Gezondheidsleer. Oplaag 50,000 exemplaren. E SOLDATENCOURANT ADRES VAN REDACTIE EN ADMINISTRATIE: PALESTRINASTRAAT 10, AMSTERDAM, TELEFOON Z. 4968. DIT BLAD ZAL DRIEMAAL PER WEEK VERSCHIJNEN. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR NIET- MILITAIREN 2 CENT, ABONNEMENT 1.50 PER DRIE MAANDEN. VOOR ADVERTENTIEN WENDE MEN ZICH TOT HET ALG. ADV.-BUBKAÜ ROÜMA CO., 226 HEERENGRACHT A'DAM. ADVERTENTIEPRIJS PER REGEL 80 CENT. Uit „Tha Graphic". Het aanhouden des nachts in volle zee van een koopvaardijschip, ten einde te onderzoeken of er ook contrabande aan boord is. Oorlogsschepen belichten met hun zoeklicht het aangehouden vaartuig. Voortdurend bereiken ons nog aanvragen om een volledig exemplaar van De Soldatencourant. WIJ hebben echter geen nummers 3 en 5 meer voorhanden. Wie ons nog eenige exem plaren daarvan kan terugzenden, liefst franco, bewijst ons een grooten dienst. Wij kunnen dan weer anderen een genoegen doen. Verantwoording van ingekomen bijdragen voor De Soldaten courant in de volgorde van toezending der gelden: J. J. W., Arnhem, 2.50; P. R-, Zsiet. 25; J. P., Deventer, 1; L. V., Delft, 2.50; H. J. H. G., Oldenzaal, 50; Firma Wed. L. F., Doesburg., 1; N. V. Houthandel Gebr. E., Zaandam, 3; N. J. K., Zaandam, 1: A. H., Zaandam 5; jhr. mr. J. J. G., Arnhem, 5: mr. H. W. A. D., Tiel, 10; J. F',, Baarn, ƒ10; F. de B., Breda, 1; W. B., Dén Haag, ƒ1; B. P. S., Apeldoorn, 1; B. E. Enschede, 10; jkvr. H. de B., Apeldoorn, f5) dr. G. v. d. H., Amsterdam, ƒ1; W. A. D., IJmuiden, ƒ2.50; U. Pk. B., Amsterdam, 5; C. A. baron B., Den Haag, 10; J. P. H. M., Dordrecht, 2; F. P. ter M., Den Haag, 2; G. J. B., Barneveld, f 2.50; Handels Compy. ,,Padang", Den Haag, 5; Groninger Bankver. Sell". N. S. T. Groningen, 5; mevr. E. D. K.R. v. d. L., Bloemendaal, 25; L. K., idem, 10; F. E. v. d. V. v. B., idem, ƒ2; wed. A. J. C. de N., Den Haag, 1; mevr. M. A. M., idem, 2.50; I. v. O., idem, 2.50;J. W. G.,' Delft, 2.50; mevr. Wed. M. F. P.—H., Hilversum, 2; mevr. wed. A. W. N.—H., Haarlem, 1; L. J. R., Zwijndreoht, 1S. M., Den Ilaag, 2; Sbeunpenning Zee macht, Den Helder, 1.19; mevr. M. M. L. G. L., Leeuwarden, 2.50; J. F., Hengelo, 2.50; A. A. H. B., Lage Vuursche, 40; P. S. v. G., Bennebroek, 10; P. R. R., Gronin gen, 2.50; mej. A. S., Hengelo, 10; D. W. v. W. P., idem. 12.50; G. J. v. L., Amers foort, 2.50; F. H., Bloemendaal, 2.50; IJ. 9. v. d. V., Overveen, 25; A. S., Bloemendaal, f 100; B. C., Bloemendaal, 10'; Dames de B., Den Haag, 2.50; mevr. G. H. MT. v. B., Haarlem, 2.50; J. G., Oldenzaal, f 10; mevr. D. G., O., id., 5; H. P. G., idem, f 5P. J. G., idem, ƒ5; E. B., Bloemendaal, ƒ5; E. V., id., 2.50; mevr. K. S., Nijmegen, 2.50; „Twee vrijwil ligers bij den Landstorm", 100; G. C. H. B., 10; Fimxa J. D., Zaandam, 10; mr. W. M. J. v. L., Bloemendaal, 2.50; A. W., Enecilifede, 2..50; J. F. P., Loosduinen, 2.50; Wed. mr. J. G. v. D., Nijmegen, 10; J. S., Hengelo 5; A. J. S., Meppel, 1; N. M., Den Haag, 2; N. N., id., 2.50; R. P., id., 2.50; F. B. L., Solieveningen, 10; mr. J. H. A., Den Haag, 2.50; jhr. mr. W. F. A. v. P., idem, 5; jhr. T. v. B.. idem, 10; mr. H. G. v. O., idem, f 10; H. W. de W., Leeu warden, 2; Wed. C. M. V., Overveen, 3; mr. G. A. C., Apeldoorn 5; A. R., Harder wijk, 1Hengelosche Elect, en Mech. Apara- tenfabriek, 25; H. C. S. en Cd. F. S., Hen gelo, 100; movr. wed. K. V., idem, f 1dr. J. P. K., Deventer, 5; A. M. de H., Doe-^ DOOR Lilian Quiller Couch. Was dat hetzelfde kwijnende, bleeke meisje, dat Mary Spode op dien doukeren Novemberdag van het station had gehaald het meisje, dat daar met blozende wan gen en glinsterende oogen'in de mooie kamer", op Dodden Farm voor het brandend houtvuur op den grond lag, en volgens het oude gebruik daar in den om trek noten roosterde, om het karakter van haar aanstaanden minnaar te leeren ken nen? Het leven te Meltenham, met zijn een zaamheid, afzondering en onderdrukking, het verlangen om te vluchten, het smachten naar het genot van de jeugd, geheel de vroegere, wanhopige opsluiting, het cene jftar na het andere, was vergeten. Door liefde en sympathie had Mary ^ÉFde haar eindelijk weten op te wekken lt haar langdurige lusteloosheid. ,,En als die noot daar nu wegspringt, liefje, dan be teekent het, dat jij en de man san wien je denkt niets met elkander zult to eism bebbea. M«SI «la bij «til flSMt tinahem, 1jhr. H. A. v. A. B., Middelburg, ƒ3; A. C., Rotterdam, 2.-50; J. F. 1'. B. id., f 5; dr. G. P., Loosduinen, f 1; Gebr. H., Middelburg, f 1; C. F. Z. Jr., Bergen a. Zee, 2.50; P. G. B., Rotterdam, 2.50; Fam. N., Den Haag, f 2.50; N. N., Scheveningen, ƒ10; Douairière jhr. F. de O., Den Haag, 2.50; A. G. B., Rotterdam, 5; W. F. L.L Warmond, f 4; Ed. H., Maastricht, 2.50; N. V. Bouw- m ateriaalhandel „Stoenoord", Den Haag, 2.50; N. N., (twee inzenders), Maastricht, 5; B. en D., Hengelo, 10; Dames E. enM. de B., Rotterdam, ƒ1; G. K. A., idem, 10; P. V., Bloemendaal, 2.50; me vrouw Wed. W. A. B.R., Dén Haag, f 2.50; D. G. v. F., idem, 15; N., idem, ƒ5; G. J. v. d. P., idem, 2.50; N. H. T., Holwerd, 2.50; L. L., Maastricht, 2.50; A. S., Nij- kerk, 2.50; J. F., Meppel, 2.50; M. en H., Den Haag 5; B. L., Rotterdam, 2.50; G. F. de B. K. Den Haag, 1; B. M., idem, 2.5Q; W. J., Lont, 10; M. B., Nijmegen, 1A. B., Den Haag, ƒ1; A. de C., Aerden- hout, 2.50RheinschifffahrtsAktiëngesell- schaft, Rotterdam, 2.50; B. B., Den Haag, 10; J. v. G., Ammerzoden, 2.50; R. v. W. P., Den Haag, ƒ5; H. F. P. O., idem, ƒ25; E. G. Q. L., idem, 2,50; P. v. H., Nijmegen, 5; Wed. mr. J. A. A. B.De R., idem, f 2.50; mevr. wed. B.R., idem, 5; Th. T., Maastricht 5; Onleesbaar, Den Helder, L 12.50; F. H. v. B., Den Haag, ƒ5; J. M., >tterdam, 50; J. M. K., Heenvliet, 2.50; H. A. fs en Cie, MaastrichtWijk, 5; N. N., Den Haag, 5; jhr. mr. H. S., Amsterdam, 2.50; H. M. S-, De Bildt-Station^f 1Firma J. H. E., Nijmegen, ƒ5; dr. J. H. G., Am sterdam, 10; Officieren 4e Comp. 11e Bat. Landweer Infanterie, 3; dr. J. C. B., Den Haag, 2. Totaal f 1116,69. Deze verantwoording loopt tot 26 September. Door J. P. Bijl, officier V. gezondheid. VIII. Zooals iedere soldaat te velde weet, is do kans op een warm bad of een warme douche zeer ge ring en eigenlijk alleen weggelegd voor die genen, die ingekwartierd zijn_ in of nabij een groote stad, waar vol'kdbadhuizen of kazernes met badinrichtingen zijn. Maar hoe gering de kans ook is, een gedeelte van den troep kan op deze manier todh op gezette tijden gereinigd worden en wordt dat ook. Een ander deel zal het geluk hebben om in kanbonnement te zijn in een streek waar grootere of kleinere rivieren zijn. Zoolang het weer niet te koud wordt heeft heb daardoor gelegenheid om geregeld te zwemmen, iets wat met de noodige voorzorgen uitstekend werkt. De huid wordt er door gereinigd en geprikkeld, de spieren geoefend, de ademhaling en de bloedsomloop worden er gunstig door beïnvloed. Enkele wenken betreffende het zwemmen zijn reeds door Zuidema gegeven in Soldatencou rant No. 6. Ik zou er evenwel nog aan willen toevoegen, dat b.v. éénmaal per week het zwemmen ge paard moet gaan met flink wasschen met zeep. Water, vooral koud water zonder zeep neemt het overtollige huidvet zeer onvoldoende weg en reinigt ook niet genoeg. Bijzondere aandacht zal gewijd moeten wor den aan het water waarin men zwemt. Tijdens het zwemmen toch komt door neus en mond je blijft smeulen, dan worden jij en hij ver- eenigd, en zal jullie in liefde en geluk samen leven." „Dat klinkt heel plechtig en gewichtig, Maryalleen is het jammer, dat ik niemand heb aan wien ik kan denken." „Ken je geen één knappen jongeheer, dien je in gedachte kunt houden, juffrouw Enid?" „Neen. Ik zie nooit iemand. Ik ga nooit ergens heen." „Dat komt mij al heel onnatuurlijk voor", verzekerde Mary. „Ik wou dat ik een naam voor je noot kon bedenken, maar hier in den omtrek is niemand." „Kun je niemand verzinnen, alleen voor de pret om samen met mijn noot te laten verbranden?" „N... neen 1 O ja ik weet er toch een Er is mij juist iemand ingevallen. Een knappe jongeman. Hij ïb hier wel niet in de buurt, maar Tik, tik! Het kloppen aan de zijdeur brak Mary's opmerkingen af, en met een uitroep van schrik ging zij met de kaars in de hand kijken wie er was. „Juffrouw Spode," zeide een vroolijke stem buiten de deur, „wil u zich over een eenzaam man ontfermen V' „Wel, lieve hemelHeb is is u het werkelijk, mijnheer Clive? Dat is nu toch al heel wonderlijk I J,uist> pp, heb gogenfelik dacht ik aan gj'4 een zekere hoeveelheid water naar binnen en kan op die manier besmetting veroorzaken. De officier van gezondheid zal ^us steeds toe zicht houden, dat niet gezwommen wordt in water, dat als besmet is te beschouwen. Er zal niet gezwommen worden vlak beneden een stad, aangezien steden een groot deel van hun afval op rivieren loozen. Ook zal men niet zwemmen op plaatsen, waar in de nabijheid ernstige buikziekten als typhus zijn; een schip, dat aan boord heeft een typhuslijder kan het water zeer ernstig besmetten. Moeilijker wordt het reinigen van het lichaam, wanneer men noch in de nabijheid van een groote stad is noch in de gelegenheid is om te zwemmen. In zulke omstandigheden zal men zich op een andere manier moeten be helpen. De Japanners waren in dit opzicht zeer vin dingrijk. Een Fransch officier van gezondheid, die den oorlog medemaakte, vertelt, dat ze als bad gebruikten groote potten, die ruim 1 M. hoog waren en een doorsnede hadden van on geveer 80 c.M. en die de Cliineezen gebruikten voor inmaak. Met behulp van wat steenen werd een oventje gemaakt en daarop werd de pot gezet. Zoodoende konden zij het water in de pot verhitten en een warm bad krijgen. Ook gebruikten ze allerlei vaten, waarin het water "verhit werd door er in te plaatsen een petroleumblik met gloeiende kolen. Deze nagemaakte badkuipen werden opge steld in de zon en beschut voor den wind en werden op zonnige dagen zelfs midden in den winter gebruikt. Hoe praktisch ze ook waren voor de Japan ners, die als 't ware verslaafd zijn aan warme baden, in ons land zal men met dergelijke middelen waarschijnlijk niet ver komen en zich dus op een andere manier moeten behelpen. Is men ergens ingekwartierd met enkele an deren, dan is het natuurlijk uiterst eenvoudig om zich in de kamer of zolder, waar men slaapt, zoo nu en dan geheel te wasschen. Moeilijker wordt het wanneer men met een groot aantal is ingekwartierdin een school, schuur of iets dergelijks. Misschien zou men dan geholpen kunnen worden door fabrieken, waar steeds over een groote hoeveelheid warm water beschikt kan worden. In sommige bier brouwerijen en zuivelfabrieken is het zeer goed mogelijk om een soort douehebad te maken. Natuurlijk moet de officier van gezondheid daarbij z(jn medewerking verleenen om te voor komen, dat stoornis in 't bedrijf zou optreden. Is het op geenerloi wijze mogelijk om het lichaam geheel te wasschen, dan zal men steeds zijn toevlucht kunnen nemen tot het hulpmiddel, dat den Japanners in den Oorlog was voorgeschreven en dat bestond uit een natte handdoek. Zonder zich geheel te ont- kleeden kan men met een uitgewrongen natten handdoek het geheel© lichaam wel niet was schen, maar dan toch cenigzins reinigen er. opfrisschon. Dit middol werd door de Japan ners algemeen toegepast, is zeer eenvoudig en zal na het eindigen van een vermoeienden marsoh gunstig werken. Ten slotte zal elk soldaat, zonder onderscheid die een of twee dagen verlof heeft zich op een volkomen voldoende wijze geheel kunnen was schen. Alles en alles bij elkaar is er dus voor ieder een op de een of andere manier gelegenheid te vinden om het lichaam behoorlijk op tijd te reinigen. Een beetje behelpen is daarbij noo- dig, maar dat kan geen kwaad. Niet alleen de algemeene reinheid van het geheel© lichaam is van belang, maar ook enkele hchaamsdeolen in 't bijzonder hebben in dit opzicht meerdere zorg noodag. Om te beginnen zal de verzorging van het hoofd noodig zijn. Het haar moet kort geknipt zijn, ƒ1© kans op ongedierte wordt daardoor verminderd en daarmede niet alleen de hin derlijke jeuk, maar ook een ernstige ontste king van de behaarde hoofdhuid. Minstens 2 keer pfer dag, 's morgens na het opstaan en 's middags na afloop van de oefeningen zal men het gezicht en den hals moeten wasschen. Deze deelen zijn steeds blootgesteld aan ver ontreiniging mot stof en vcrtoonen dus groote neiging om bij onvoldoende zindelijkheid ont stekingsverschijnselen als steenpuisten te ver- tooncn. Vooral de hals, waartegen geregeld de kraag van de jas schuurt en die dus aan allerlei uiterst fijne verwondingen bloot staat loopt steeds groot gevaar steenpuisten te krijgen. Bijzondere zorg moet besteed worden aan do banden. Hiermede raakt men allerlei voor werpen aan en de kans, dat ze besmet worden, is dus zeer groot. Dit geeft weer in twee rich tingen gevaren. In de eerste plaats kan men met dergelijke besmette handen weer iets an ders bv. brood, vleesoh en andere eetwaren in- feoteemn en in de tweede plaats kan men door de groote kans, die de handen steeds hebben op verwondingen, zweren, fijt enz. krijgen. (Wordt vervolgd.) „Wat? Dacht u werkelijk aan mij?" „Heusch waar, mijnheer 1 Ik had juist uw naam op de lippen, toen ik u hoorde kloppen. Kom binnen, kom binnen, mijn heer Clive, dan kan ik zien, dat u het wer kelijk in eigen persoon zijt." Met een prettigen lach volgde de jonge man juffrouw Spode naar de mooie kamer. „Mary", riep een jeugdige stem haar toe, „ik heb een nieuw paar noten in brand gestoken, en zij branden prachtig samen op. „O, juffrouw Enid, wat zeg je nu, daar van. Hier is mijnheer Clive Tempest van het „groote huis", die eindelijk van zijn zwerftochten is terug gekomen 1" Met een sprong was Enid overeind, blo zend en verlegengedurende eenige oogen- blikken staarden zij elkander aan. Toen maakte de heer Tempest een buiging. „Wel, juffrouw Spode," riep hij, „ben jullie hier zoo aan het noten branden Zijn dat uw noten?" vroeg hij aan Enid. „Ja'„ antwoordde deze met een lachje. „Ik brand heel kalm voort naast iemand, dien ik niet ken." „Mag ik mijn geluk ook eens beproeven vroeg hij vroolijk. „Wel zeker, mijnheer Clive", zeide Mary Spode. „Wie.had nu kunnen denken, dat u hier vanavond bij het vuur zoudt komen om noten te branden 1" Met een glimlach op haar knap gezicht bleef zij met de jongelui praten, blijde dat V$i m. PEgojsJai m Uasb sa Ms £wst De toestand in dsn reuzenstrijd. Er is geen bepaald nieuws omtrent den grooten slag, zoo luidt een telegram uit Engelsche bronde toestand op de verschil lende oorlogsterreinen is onveranderd ge bleven, dit is het bericht, dat uit het groote Duitsohe hoofdkwartier komt. En wat de jongste Fransche telegrammen ver tellen, is al ongeveer van hetzelfde slag. Over 't geheel is du6 de toestand op bet westelijk oorlog6terrein, in het noorden van Frankrijk, onveranderd. Nog steeds staan de lange en dichte linies der vijanden daar tegenover elkaar. Nog langer, nog dichter dan andere, zou men kunnen zeg gen. Want van weerskanten versterken de tegenstanders zich. 't Schijnt, dat zij bei den gevoelen, dat de slag aan de Aisne, zooals de tegenwoordige worsteling 't best wordt genoemd, een belangrijke beslis sing in dezen oorlog zal geven. In de laat ste dagen komen er al meer troepeD aan bij het Duitsche leger in Frankrijk. De Duitsche opperbevelhebber daar begreep blijkbaar het doel der Franschen, den rechtervleugel der Duitschers om té trek ken zij hebben zich daar versterkt met nieuwe troepen, nieuwe stukken geschut en zoo die pogingen verhinderd. Van hun kant echter zijn de Franschen ook niet stil geweest, men bericht van troepen, die over Amiens zich kwamen voegen bij het groote leger. Van weerskanten versterkt men zich dus en de kamp belooft steeds hardnek kiger te worden. En ook, al blijft de toe sband vrijwel ongewijzigd, er wordt nog steeds eiken dag, en nu en dan met groote felheid, gevochten. Natuurlijk blijft over het heele lange front de boestand niet overal dezelfde. Aan beide zijden worden kleine successen be haald; hier wijken nu eens de Franschen terug, elders weer de Duitschers. Dezen aihijnen het gelukkigste te zijn in Lotha ringen en de Vogezen. Zij maken nu ernst met hun aanval op de forten van Verdun en blijkbaar zijn ze daar eenigszins vooruit gekomen. In de laatste dagen staan hun troepen zelfs over de Maas op enkele punten. Het doel der Duitschers is na- 'jurliik om door de fortenlinie heen te bre- 'ïc'ir; het Fransche leger daarachter lS niet' zoo sterk als in het noorden. Maar over 't geheel hebben ook de laatste dagen weer het bewijs gebracht, dat de vijanden in Frank rijk vrijwel tegen elkaar zijn opgewassen. Het gevolg daarvan is, dat de verhezen van weerskanten groot moeten zijn, zonder dat er veel gewonnen wordt. We hebben het reeds vaker gezegd; deze oorlog ia bij geen vroegere te vergelijken. Vooral niet, wat de middelen betreft, die zoo geheel anders zijn. Te land zoowel als ter zee. Wij hebben hier niet op het oog de zware kanonnen, noch de ontzaglijke oor logsschepen, de dreadnoughts. Die zijn slechts vervolmakingen van vroegere oor logsmiddelen. Maar nieuw zijn in dezen reuzenstrijd de onderzeesché booten en de luchtkruisers. Wat de eerste vermogen heeft onlangs een Duitsche onderzéeer getoond, die drie Engelsohe kruisers vernietigde. En op dezelfde wijze vallen de luchtschepen aan, zonder dat de tegenstander er veel aan kan doen. Ze wagen zich boven nog onoverwon nen streken. Wij hebben een Duitschen bal lon gezien boven Amtwerpen, een Engelschen boven Dusseldorp en Keulen, nu heeft zich weer een Taube vertoond boven Parijs. En zij wagon zich niet alleen meer onder bescherming der nachtelijke duisternisbo ven Antwerpen zoowel als boven Parijs heb ben zij zich nu op helderlichten dag ver toond en bommen geworpen. Zij hebben be trekkelijk weinig schade gedaan, maar dat ban bij een volgende gelegenheid natuurlijk anders zijn. Te Parijs werden een grijsaard en zijn dochter gedood en in de renbaan bij Auteuil een koe van het vee, dat daar graast om te dienen tot voedsel voor de be volking van Parijs. De Duitsche vlieger scheen het vooral voorzien te hebben op de inrichting der draadlooze telegrafie op den Eiffeltoren, doch heeft die niet kunnen ver nielen. Yan het Oostelijk oorlcgsterTein nog bewaarde Mary Spode het stilzwijgen. Zij noemde den naam niet van de eene noot, die zoo kalm naast die van Enid voort- smeulde. totdat de twee noten geheel naast elkander waren opgebrand. III. Wie zegt, dat November en December geen maanden zijn voor minnende paren, weet het niet. De koude, ijzige winter kan wedijveren met de veelbelovende lente of den rijken zomer. In November kwam de liefde tot Enid Mark en Clive Tempest, en de wereld werd een wonderland, en Ten- field was een paradijs. ,Van het eerste oogenblik dat ik je zag, lieveling, had ik je lief!'? riep hij-. „Clive! Clive!" fluisterde zij, haar hoofdje op zijn schouder. „En sinds dien tijd heb ik je al liever en liever gekregen." „En ik zuchtte zij. „Ja?" vroeg hij. „Ik wist niets van liefde, eer je hier kwaamt. Maar o, het zou mijn dood zijn, als ik je missen moest." „Je zult mij nooit behoeven te missen, liefste. Ik breng je terug naar je voogd, en zal hem ons geheim vertellen, en hem vragen, je over eenige weken aan mij te geven." „Je hebt mij bijna te gelukkig gemaakt, Clive!" fluisterde zij. EUteS bidden zij samen gewandeld. s Het krachtvoedsei van het Nederlandsche Leger. HEERLIJK VAN SMAAK. VERWEKT GEEN DORST. eteeds weinig nieuws. De Rusoen in Galicië rukken verder op, de Oostenrijkere trekken zich terug. Volgens een bericht uit Ruasi- sche bron hebben de Russen ook reeds Hon- gaarsch gebied betreden. De Hongaarsche troepen werden uit drie stellingen verdre ven. De Galicische vesting Przemysl wordt nog steeds ernstig bedreigd en schijnt wel dra in handen der Russen te zullen vallen. België. Belgische actie. Volgens de „Nieuwe Gazet" van 24 Sept. verraste een Belgisch detachement ter sterkte van 150 man in Brabant een Duit sche troepenmacht van minstens 2000 man, welke onschadelijk werd gemaakt; twee honderd Duitschers sneuvelden, de overige werden gevangen genomen. Tevens ver meesterden de Belgen een gepantserden trein. Aan Belgische zijde waren haast geen verliezen. „De Duitschere hebben nog lang niet met de Belgkens afgerekend. Nog lang niet Aldus de „Nieuwe Gazet". Een correspondent van hetzelfde blad te Ninove maakt melding van een gevecht tusschen die plaats en Aalst. In het ge hucht kwamen tweehonderd vrijwillige mili taire wielrijders (meest allen Brusselaren) in botsing met veertig Duitsche wielrijders, De Belgen richtten een mitrailleur (welke zij in een auto meevoerden) op den vijand, die zich uit de voeten maakte met achter lating van een doode en een gekwetste. Zeven Duitschers werden gevangen geno men. Bij hun komst te Ninove werden de Belgische soldaten met de grootste geest drift ontvangen. Van alle kanten werden hire leven sni id delen en poe de raven ge bracht. Haast met. gewéld werden officie ren en minderen in de huizen gehaald om hen te tracteeren. De Duitschers in Belgis. Bij hun actie tegen Antwerpen schijnen de Duitschers enkele moeielijkheden te heb ben met het eigenaardige slappe terrein bij de opstelling van zwaar geschut. Althans, het Antwerpsche Handelsblad meldt, dat zwaar belegeringsgeschut bij Hofstade gedeeltelijk in den bodem is weg gezakt. Slechts met de uiterste krachts inspanning konden de kanonnen door tal rijke paarden gelicht worden. Maar intusschen werden de Duitschers door de bezetting van de forten bij Waelhem krachtig beschoten. ANTWERPEN. (Officieel.) Zaterdag werd een Duitsche detachement, be staande uit een brigade infanterie en twee cavalerie-regi'neuten met zes batterijen, waarvan twee zware, ver rast tijdens den tocht van Brus sel naar Dendermonde. In front en flank aangevallen, zijn zij wanordelijk terug ge trokken in de richting van Assche, achterla tend talrijke krijgsgevangenen, gewonden en munitie. Zondag hebben zij Meche- len beschoten met verdragende kanon nen t en talrijke troepen zijn zij het Belgische front genaderd tusschen Meche- len en Aalst. Verschillende Duitsehe aan vallen zijn mislukt. Nabij Aalst heeft Bel gische cavalerie den Duitschen linkervleugel aangevallen. De Belgische troepen hebben in het algemeen zonder moeite de ingenomen stellingen bewaard. Duitsche vliegers boven Antwerpen en Ostende. ANTWERPEN. Een telegram van Za terdag meldde het bezoek van een „Taube" hoven Antwerpen. Deze verkenning op klaarlichten dag samen gepraat, samen paard gereden, en samen voor het raam of op de breede ka- napee gezeten, in de mooie kamer op Dod den Farmen bij het zien van de blijdschap op de twee jonge gezichten, en van den blos van gezondheid en geluk op de wangen van haar lieve Enid, verheugde Mary zich in hetgeen, ook min of meer door haar toe doen, tot stand was gekomen. „Ik heb mijn woord gehouden", dacht zij. „Ik heb nooit toegelaten, dat het lieve kind zich vermoeide. Maar o, geheel an ders komt zij terug, dan zij werd gezon den. En dan komt zij samen met haar eigen aanstaanden man een echt edelman, met geld en landerijen, en een hart vol liefde voor haar. En wat zou iemand meer kun nen verlangen?" Wat zou iemand meer kunnen verlangen? Zelfs de heer en mevrouw Mark schenen tevreden, te oordeelen naar den brief dien Enid kreeg in antwoord op haar schuchter schrijven. Eigenlijk had de angst om met haar pleegouders over de zaak te moeten spreken, haar hiertoe gedreven, doch nu scheen het beter te zullen gaan dan zij ver wacht had. „Kom thuÏ3, jij slim, klein ding. Kom maar gauw bij ons, en vertel ons de ge- heele geschiedenis. Je liefhebbende ELLEN A. MARK. Pat was alleaj maar ay,lk§ sróüdelijk§ baarde opzien in de anders zoo kalme stad, waar sinds dagen geen opzienbarende ge- gebeurtenissen voorkomen en geen enkel nieuws emotie verwekt. Zoodra de Duitsche vlieger op een hoogte van ongeveer 1800 meter in den helderblauwen herfsthemel op gemerkt werd, liep in alle straten de be volking samen. Het was typisch te hooren hoe sommigen pittig Antwerpsche verwen- schingen naar den vijandelijken vogel om hoog zonden; maar de vlieger werd ook op andere, gevaarlijker, wijze bestookt, name lijk door de kanonnen van de forten; met die shrapnells in zijn onmiddellijke nabij heid voelde de Duitscher zich blijkbaar niet veilig, althans hij voerde eenige weifelcr.de draaiende bewegingen uit. Óp hetzelfde oogenblik barstte er een shrapnell vlak bij hem, zoodat het toestel waarschijnlijk getroffen werd. Toch gelukte het hem zijn evenwicht te bewaren en een grootere hoogte bereiken, waarna hij snel in de richting van Lier verdween. Geloofwaardige ooggetuigen beweren, dat een luchtschip op nog grootere hoogte den vlieger vergezelde. Op den terugtocht heeft deze laatste te Schooten drie bommen ge worpen, welke zelfs geen stoffelijke schade hebben aangericht. Reed3 in den voormid dag had een Taube te Duffel twee bommen geworpen, welke in het water terecht kwa men. Aangaande de gevechten, welke zeker op dit oogenblik worden geleverdkan ik alleen mededeelen, dat het Duitsche observatie- leger zich in de omstreken van Aalst heeft opgesteld en op verschillende punten met Belgische troepen in aanraking kwam. Gun stige berichten komen binnen. OSTENDE. Zaterdagnacht vloog we der een Zeppelin rond. Het luchtschip kwam echter ditmaal niet te Ostende, maar vliyg. over Aalst. Gent Deyn*©, waar het te 1 uur 30 vijf bommen neerwierp, en toen in de richting van Kortrijk en Doornik, en verdween daarna in oostelijke richting. Duitschland. Een kranig stuk. BERLIJN. Het legerbestuur deelt mede: Bij een verkenningstocht per locomotief naar Russisch-Polen, waar bij de op de machine staande kapi tein Bader werd gedood, heeft de ma chinist Beck van Tarnowitz zich uitstekend gedragen. Beck, die naast kapitein Bader stond, kreeg, behalve verwondingen door ijzersplinters, een schot door de long. On danks deze zware wonde bleef hij nog vier uren op zijn post en bracht hij de locomo tief naar- het station van vertrek terug. Toen zakte hij ineen. Tijdens de terugreis had hij de locomotief nog moeten repareeren, daar zij door scho ten beschadigd was. De Keizer heeft hem het ijzeren kruis 2e klasse geschonken. Een soldatenbrief. In een Duitsch blad vinden we een sol datenbrief, waarvan de schrijver blijkbaar niet al te zeer onder den indruk was van de verschrikkingen van het verblijf in de loopgraven. Althans, uit zijn toon blijkt, dat hij den moed erin tracht te houden. Wij laten hier een gedeelte eruit volgen Vandaag is het den zevenden dag, dat wij, ingegraven in diepe loopgraven, in de nabijheid van C. liggen in een gedeelte van een gevechtsfront dat 110 K.M. lang heet te zijn. Aan het suizen van de granaten zijn we al gewoon geraakt. Gisteren hebben we onzen kapitein trouwens een pracht kerel het ijzeren kruis op de borst ge hecht. Links van mij ligt mijn sergeant lustig een sigaar te rooken, terwijl hij de post woorden hadden haar pleegoudere nog nooit tot haar gericht, en Enid's geluk scheen volkomen. Er zou echter minder blijdschap op Dod den Farm geweest zijn, als het drietal had kunnen zien, hoe de heer en mevrouw Mark in werkelijkheid het bericht van Enid's ver- loving hadden opgenomen. „Het zal niet gebeuren!'' raasde de heer Mark. „Zij is minderjarig, en ik bekleed bij haar de plaats van haar vader. Ik ver zeker je, zij zal niet met hem trouwen 1" Mevrouw Mark, bleek, ontdaan, scheen zich eerst niet in den toestand te kunnen indenken. „Die zestigduizend pond weg aan een windbuilging haar vertoornde echtgenoot voort. „Zoo'n drom mei sche meid! Waarom liet je haar ook weggaan Je hadt vooruit kunnen weten, dat zij den eersten den besten man om den hals zou vliegen, nadat zij hier zoolang is opgesloten geweest, zon der iemand te zien. Wat denk je nu te doen, mevrouw? Dat zou ik wel eens willen weten 1 Jij hebt ons in de knel gebracht wat zul je nu beginnen!" „Ik weet het niefcl" verklaarde mevrouw Mark. „Zij moet thuis komen, en dan moeten zij van elkaar worden ge scheiden. Ik zal er over denken. Laat mij den tijd I" En daarmee moe at de heer Mark tevreden lijn, (Iffjndi fervQlgdJj,

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1914 | | pagina 1