No. 17.
Vrijdag 25 September 1914.
Orgaan voor Leger en Vloot.
üorlo§smeuws._
Kwatta's
Manoeuvre Chocolaad
OP ZEE.
Ons Oorlogsdagboek.
Oplaag 50,000 exemplaren.
SOLDATENCOURANT
ADAES VAN REDACTIE EN ADMINISTRATIE; PALESTRINASTRAAT 10,
AMSTERDAM, TELEFOON Z. <1965. DIT BLAD ZAL DRIEMAAL PER WEEK
VERSCHIJNEN. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR NIET
MILITAIREN 2 CENT, ABONNEMENT 1.50 PER DRIE MAANDEN.
VOOR ADVERTEXTIEN WENDE MEN ZICII TOT HET ALG. ADV.-BUREAU
ROUMA CO., 236 HEERENGRACHT A'DAM. ADVERTENTIEPRIJS PER
REGEL 80 CENT.
Uit de „Illustrirte Zeitung".
De Fransche Middellandsche Zee-vloot beschiet Cattaro, een Oostenrijksche kustplaats
aan de Adriatisehe Zee.J
Een verzoek om kiekjes.
Niet alleen in woord, maar ook zooveel
mogelijk in beeld, trachten wij de lezers
van „De Soldatcncourant" een kijk op de
gebeurtenissen te geven en ook op de per
sonen, die daarbij een belangrijke rol ver
vullen. Met weinige uitzonderingen hebben
wij tot nu toe slechts fotografieën uit het
buitenland in „De Soldatencouraut" kun
nen weergeven. Den laatsten tijd zijn ons
evenwel een paar heel aardige kiekjes van
ingekwartierde groepen uit ons eigen leger
toegestuurd, die wij dan ook met veel pl-oi-
lier in onze krant hebben opgenomen.
Onze vraag is nu, of wij uit onze eigen
troepen niet wat meer foto's ter reproductie
in „De Soldatencouraut" zouden kunnen
ontvangen. Teneinde bezwaren en onge-
wenschte opnamen te voorkomen, zal/ wie
ons helpen wil, goed doen om eerst zijn
onmiddellijken chef te vragen, of een be
paalde opname geoorloofd- is. -Opnamen,
van groepen, officieren, kader en manschap
pen, bij den troep of in -• kwartier, zullen
in liet algemeen wel zonder 'eenig bezwaar
kunnen geschieden. Wie- iets heeft, zeilde
het ons derhalve toe. Wij zullen dan trach
ten, liet op zoo goed mogelijk wijze in „De
Soldatencouraut" terug te geven..
De toestand ie dan reuzenstrijd.
Geen vrede nog; 't woord uit Washing
ton, dat de strijdende volken tot elkaar
wilde brengen, is niet opgevolgd, en
Duitschland's onderkandsche aanbieding
den krijg onbeslist te staken, is door zijn
tegenstanders niet aangenomen. Men oor-
logt dus verder met kraclit, met woede.
Niet alleen te lande, ook ter zee. Tot
nogtoe is het op den Oceaan vrij kalm ge
bleven. Ook nu is er nog geen groote slag
geslagen, maar Duitschland en Engeland
"bewijzen, dat zij ook hier elkaar niet uit
het oog verliezen. Er komt een ongeluks
tijding uit de Noordzee. Drie Engelscke
kruisers zijn door Duitsche onderzeesche
booten tot zinken gebracht. Het is een
Engelsch bericht, dat van deze vernieling
melding maakt, er valt dus niet aan te
twijfelen. Voor ons, Nederlanders, trou
wens allerminst, want tal van Engelsche
officieren en matrozen van de vernielde
schepen zijn op onze kust aan wal gebracht.
Drie groote pantserschepen heeft Enge-
Prins Eugenius van Savoije.
Van den landweer-sergeant dr. H. H. Knippenberg.
Een der beroemdste veldkeeren uit de wereld
geschiedenis, tevens als staatsman vermaard,
was Frans Eugenius van Savoije, bekend als
Prins Eugenius. Napoleon rekende hem tot de
bekwaamste legeraanvoerders, die zich op do
Slagvelden van Europa onderscheidden in den
loop der eeuwen.
Hjj werd. den 18en October 1663 te Parijs
geboren als 7,0011 van Eugenius Maurits, hertog
van Savojje—Carignan en graaf van Lissons,
terwijl zijn moédér, Olympia Maneini, een nicht
was van don belaamden Frauschen minister
Richelieu. Als do jongste van vier broeders
was men aa-nvangolijk van zins hem voor den
geestelijken'stand op te leiden, maar weldra
voelde hij de roeping tot den krijgsdienst in zich
opwellen en besloot zich te wijden aan het mili
taire leven, waarvan de beteekenis hem steeds
duidelijker werd, naarmate hij meer studie
maakte van de geschiedenis.
Opvallend is.ziju afkeer van Lode\vijk XIV,
den Franschen' koning, die er steeds naar streef
de in de tweede helft der 17de eeuw om Frank-
rijks roem te vermeerderen en Frankrijks macho
uit te breiden. Sommigen schrijven dien afkeer
toe aan de omstandigheid, dat Evigenius'moedei
aanvankelijk door Lodewijk bemind, later door
don Zonnekoning versbooten en uit Frankrijk
.verdreven werd. Eugenius'vader wns generaal
over de Zwitsers, die in Franschen krijgsdienst
stonden. Het herhaald verzoek van den zoon
oan den Franschen koning om de militaire loop
baan te mogen kiezen in dienst van het machtigu
Gallische la,nd werd van de hand gewezen. Het
f.ifcsche en fiere optreden van den jongen man,
•Het auteursrecht dazer artikelen behoudt
jjich de schrijvei; voor*
land daardoor verforen. Elk der schepen
meet meer dan 12.000 ton, d.i. bijna twee
maal zoo groot als ons grootste pantserschip
„De Zeven Provinciën". De Engelsche
schepen hadden e'lk een bemanning van
775 koppen de meeste daarvan zullen wel
omgekomen zijn, al is er een groot aantal
gered, ook door Hollandsche schepen. Wij
verwijzen hiervoor verder naar de rubriek
„Op Zee".
Dit.is wel een der treffendste gebeurtenis
sen uit dezen oorlog, al zijn elders veel meer
menschenlevens verloren gegaan. Maar het
feit heeft een droeve belangwekkendheid
het wijst er op, dat in den modernen zee
oorlog de toestanden geheel zijn veranderd.
Met eenige onderzeeërs zou men een groote
vloot boven water kunnen vernielen, en,
de Engelsche admiraal Scott wees er voor
eenigen tijd reeds op in de „Times", de
Dreadnoughts, de kostbaarste oorlogssche
pen, z-ijn -er evenmin veilig voor. En dit
geeft te denken.
Overigens is er -inaar weinig te vertellen
van den algemeenen toestand. Die is in de
laatste dagen maar luttel veranderd. We
hebben er reeds eerder op gewezen, dat dit
een oorlog is, waarin alles in het groot ge
beurt. Ontzaglijke legers, reusachtig lange
gevechtsliniën, dagen-lange veldslagen. De
slag aan de Marne heeft ongeveer tien dagen
geduurd, die aan de Aisne zal wel niet kor
ter zijn. 't Verschil tusschen beide is, dat
er nu minder verwoed wordt gevochten,
trachten beide legers wat op krachten te
komen? en dat er dus ook minder suc
cessen worden behaald. Maar de strijd
duurt voort, over de geheele linie naar 't
schijnt; het kanongedonder is niet van de
lucht en van afzonderlijke gevechten komen
telkens weer berichten. De tegenstanders
aan de Aisne staan echter van weerskanten
in sterke posities en handhaven zich daarin.
Zij wijken geen voet. Dat kan zoo nog best
eenige dagen duren, zonder dat er een\ be
slissing wordt behaald. De beide legers zijn
blijkbaar tegen elkander opgewassen. Op
deze wijze putten zij elkaar uit, mogelijker
wijs t-ot een der beide het opgeeft en ach
teruit trekt.
Van het Oostelijk oorlogsterrein is er op
het oogenblik zoo goed als geen nieuws,
't Schijnt alleen duidelijk, dat de Oosten
rijkers niet stand houden tegen de Russen
in Galicië. Krakau zou nu bedreigd wor
den en de inwoners vluchten reeds de stad
uit.
die in zelfbewustzijn van krachtig kunnen do
oogen niet neersloeg voor den monarch van
Versailles, heeft dezen wellicht verdroten. Meer-
malen gaf Lodewijk te kennen, dat de aanblik
j van „den kleinen abbé" hem niet welgevallig
was. De kleino abbé! Hoe was Eugenius aan
j dien bijnaam gekomen? Volgens do gewoonte
van dien tijd waren hem als zevenjarigen knaap
de inkomsten der abdijen G'asa Nova in Italië
en St. Michel de Cluse toegewezen. Zonen uit
I aanzienlijke geslachten genoten toen vaak de in
komsten van kloosters en geestelijke goederen,
J waarvan zij in hun levensonderhoud voorzagen.
Al was Eugenius flink gebouwd, van gestalte
was hij toch klein en, toen luj zich bij den
koning meldde om als krijgsman carrière te
11 vak en, gaf Lodewijk hem smalend ten ant-
woord, dat hij niet de maat had, voor een flin-
l ken soldaat vereisebt. Dit verdroot den moedi
gen jongeling cn hij verliet het Fransche rijk,
waar hij geboren en getogen was, om elders
fortuin te zoeken en uit te zien naar een vorst,
'bereid zijn diensten te aanvaarden.
De Turken bedreigden Europa en waren
reeds op weg naar Weenen om die stad t© be
legeren! Angst 'en vrees beving de christelijke
wereld, toen de woeste horden der Mohamme
danen steeds dieper doordrongen in de Donan-
landen. "Welke rampen zouden Europa treffen,
als de volgelingen, van Mohammed in staat ble-"
ken om het kruis van den Christus in die stre
ken te vervangen door de banieren, waarin de
Halve Maan prijkte- Dat mocht tot geen prijs
gebeuren. Meer dan ooit bleek het thans noodig
de handen ineen te slaan, teneinde den erfvij
and der christelijkheid te weren. Eugenius ver
scheen juist aan het Oostenrijksche hof, toen
de nood begon te dringen. Zijn broeder stond als
overste aan het. hoofd van een regiment dra
gonders; hij achtte het dus waarschijnlijk, dat
zijn wensch hier in vervulling zou gaan en zijn
lang gekoesterd plan verwezenlijkt zou wor
de». Er; was echten op dat oogenblik geen plaats
Drie Engelsche kruisers gezonken. Geredde bemanning
te IJmuiden aangebracht. Hollandsche zorgen.
LONDEN. Het Persbureau maakt be
kend dat Duiteche onderzeebooten drie En
gelsche kruisers hebben tot zinken ge
bracht, de „Hogue", de „Aboukir" en de
Cressy".
Een nader telegram meldt, dat de
„Aboukir" het eerst een torpedo van de
aanvallende onderzeeboot ontving. De
„Hogue" en de „Cressy" schoten te hulp
om de bemanning te redden. Zij ontvingen
daarbij eveneens torpedoschoteu, die hen
tot zinken brachten.
Een groot aantal manschappen konden
gered worden door een kruiser en torpedo-
vernielers.
(De „Hogue", de „Aboukir" en de
„Cressy" zijn pantserkruisers van dezelfde
klasse. De „Cressy" liep in 1899 van stapel,
de beide andere in 1900. Zij meten elk
12.200 ton en hebben een maximumsnelheid
van 20 knoopen. De bemanning van elk der
schepen bestaat uit 755 koppen. De lengte
bedraagt 134 meter, de breedte 21.2, de
diepgang 8 meter.
De bewapening bestaat uit 2 kanonnen van
23.4, 12 van 15.2, 12 van 7.6 en 3 van
4.7 o.M. De kruisers zijn ieder voorzien
van twee machinegeweren en twee onder-
water-torpedolanceerbnizen van een kaliber
van 45. De maximumpantsering van de
waterlinie de pantsergordel strekt zich
evenwel niet over de geheele lengte van het
schip uit is 152 m.M. Ieder der schepen
heeft vier sclKinrsteenen.
Ter vergelijking diene, dat ons grootste
pantserschip, „De zeven Provinciën", een
waterverplaatsmg heeft van 6530 ton.)
Een correspondent te IJmuiden meldt
van Dinsdag:
Een van de leden der bemanning van de
„Flora" heeft ons medegedeeld
Twintig mijl N. t. W. van den Nieuwen
Waterweg zag het stoomschip „Flora" van
de Kon. Ned. Stoomvaart Mij., dat op reis
was van Rotterdam naar Leith, hedenmor
gen eenige scheepsbooten drijven, die, toen
de „Flora" naderbij kwam, Engelsche ma
trozen en officieren bleken te bevatten.
Het waren de overblijvenden van de En
gelsche kruisers „Hogue", „Aboukir" en
„Cressy", welke door een vijftal Duitsche
onderzeebootèn waren aangevallen ëh 'tot
zinken gebracht.
Om zes uur hedenmorgen waren door ge
noemde onderzeeërs de kruisers „Hogue"
en „Aboukir" getorpilleerd en om acht uur
zag de bemanning van de „Flora" de
„Cressy" overhellen en in de diepte ver
dwijnen.
Toen pikte de „Flora" de schoepsbooten
op en haalde aan boord ongeveer 287 man,
onder wie eenige dooden en een tiental ge
wonden. De meesten waren ongekleed.
Vermoedelijk zijn twee Duitsche onder
zeebooten gezonken. De anderen werden,
nagezet door het Engelsche eskader, dat
nog juist door de „Cressy" kon gewaar
schuwd worden.
De bezetting van de drie schepen be
droeg ongeveer 2400 man, van wie denke
lijk drievierde is verdronken.
De geredden werden door de „.Flora",
die ongeveer half zes arriveerde, hier geland
en zijn vervolgens in het hier ingerichte
hospitaal en in de hotels ondergebracht.
Een der geredden van een der oorlogs
schepen vertelde het volgende:
Wij voeren met drie kruisers de
„Aboukir", de „Hogue" en de „Cressy"
in de Noordzee bij helder weer,
't Was hedenochtend omstreeks zes uur,
toen de „Aboukir" op verschillende plaat
sen getroffen werd. Het schip ,-erdween in
vijf minuten tijds in de diepte.
De andere oorlogschepen dachten, dat de
„Aboukir" op een mijn geloopen was, daar
zij hoegenaamd geen vijandelijke schepen
bemerkten.
in het leger vacant. Eugenius liet zich hierdoor
niet afsphrikken. Hij wist, dat bij den keizer
te gelegener tijd zich de gelegenheid, zou voor
doen om bevorderd te worden en besloot dus als
vrijwilliger dienst te nemen.
Onder den grootvizier Kara Mustapha mikte
een Turksche legermacht tegen Weenen op ten
getale van 200.000 man. In. de vlakte vóór Pres
burg hield de keizerlijke oppenbggethebberher
tog Karei van Lotharingen, een wapenschouwing
over zijn troepen, 22,000 man voetvolk en
11.000 ruiters. Bij de belegering van Weenen,
die nu volgde en waarbij naast den Lotharing-
schen hertog vooral de Poolsche koning Johan
nes Sobiëslcy zich onderscheidde, legde Eugenius
een buitengewone dapperheid aan den dag. Den
12en September 1683 werd de stad ontzet; het
Turksche gevaar, dat zoolang Europa bedreigd
had, was voorloopig bezworen. De onversaagd
heid van den jeugdigen Franschman had de
aandacht getrokken van den Oostenrijkschen
legeraanvoerder en Engenius kreeg het bevel
over een regiment dragonders. oor iemand van
zijn talenten kon bevordering niet lang uit
blijven.
Dr. H- H. Knippenberg.
(Wordt vervolgd.)
14 Sept. Voortgezette terugtocht der Duit
sche legers in Frankrijk; op den
linkervleugel worden Amiens en
St. Quentin door de Fransch-
Engelsche legers bezet. Ook
Reims weder door de Franschen
bezet. Beleg van het fort Troyon
door de Duitschers opgegeven
en de Duitschers op Saarburg en
Metz teruggetrokken*
I Zij zetten hun booten uit. Eenige oogen-
blikken later werd de „.Hogue" geraakt en
niet lang duurde het of ook deze kruiser
zonk.
J De Cressy" had nog tijd om twee Duit
sche onderzeeërs in den grond te boren,
j De „Cressy" werd ongeveer acht uur
loor een anderen onderzeeër getorpilleerd.
Het stoomschip „Flora" en de „Titan"
van de Kon. Ned. Stoomvaart Maatschap
pij, die in de nabijheid waren, zetten hun
booten uit, pikten verschillende booten
van de oorlogsschepen op en haalde de
mannen binnen boord.
Ook eenige loggers hebben vermoedelijk
.eenige overlevenden, opgenomen.
Uit Rotterdam wordt ons gemeld, dab de
„Titan" 114 drenkelingen aan boord nam,
die voor het meerendeel aan Britsche mari
neschepen werden overgegeven.
Aan den Hoek van Holland werden door
liet schip aan wal gebracht 19 overleven
den, één gewonde- en vijf dooden.
Een bijzondere verslaggever seint nog uit
IJmuiden:
Om kwart voor vierent Dinsdagmiddag
kreeg men in IJmuiden bericht, dat de
„Flora" in zicht was en even later stoomde
de- boot binnen en meerde vlak bij het ge
bouw van het „Witte Kruis" aan den
buitensteiger. Zij bracht 258 Britscbe ma
trozen aan en 27 officieren. De mannen
moesten, eerst voorzien worden van het
hopgnoodige: kleeding, en werden gebracht
naar het Roode Kruis-gebouw, 'waar den
schipbreukelingen onder- en bovenkleereu
werden verstrekt uit den grooten voorraad,
die daar in reserve lag en die nog werd
aangevuld door wat van "het fort werd ge
haald, en wat goede, beste IJmuidenaren
nog inderhaast bij elkaar zochten en brach
ten naar het Roode Kruis-gebouw. De
mannen, die niet gewond waren en wien,
dank zij hun enorm uithoudingsvermogen,
de angst, de ellende van' den aanval en de
uitputting van het ronddrijven in zee ge
durende drie k vier uren niet hadden ge
deerd, werden versterkt met warme melk,
.-■neb thee en cognac en met het noodige
J~o/*Jsel, ^dat het Roode Kruis verstrekte
zij werden "geschoeid met'laarzen, <Jiê het
Britsche consulaat ter beschikking had, en
toen werden zij ondergebracht: de gezonde
jongens in verschillende hotels van IJmui
den, in het lokaal van de Jongelingsver-
eeniging en op het landgoed van den heer
J. T. Cremer, „Duin en Kraidberg'De
heer Cremer liet acht-en-dêrt-ig matrozen
en twee officieren naar zijn buiten brengen
per automobiel en daar, onder bewaking
van Hollandsche militairen, zullen zc tot
Woensdagochtend blijven; dan vertrekken
ze per trein naar het interneeringskamp.
In het Witte Kruisgebouw wérd één ge
wonde matroos opgenomen, in bet Roode
Kruis-gebouw zijn twee-en-twintig gewon
den ondergebracht.
Daar, voor het lage gebouw, stonden de
groote zwarte automobielen van den heer
Cremer, waarmee oen aantal matrozen weg
reden naar het groote buiten In een der
wagens zat een blonde Engelsche jengen,
een wit verband om het hoofd.
Hij zat er in het blauwe artillerie-pakje
van onze Hollandsche soldaten.
En nog veel moer zagen we er later, toen
ze uit de doorweekte pakjes waren gekomen
er waren er bij, die zonder eenlg klee-
dingstuk door de „Flora" waren opgeno
men onze uniform droegen, omdat men
geen kleeren genoeg had voor al die arme,
verkleumde Jantjes, die nu kwamen uitrus
ten op Hollandschen bodem.
De groote reflectoren van de geweldige
acetyleenlantaarns wierpen stralende licht
plekken in de duisternis, welke heerschte
voor het Roode-Kruisgebouw en ze belicht
ten den arbeid van een aantal soldaten, die
In het Oosten trekken de
Russen de San over zonder te
genstand der Oostenrijkers te ont
moeten in Galicië.
In Oost-Pruisen staakt het
Duitsche leger ohder von Hinden
burg de achtervolging van het
Russische leger onder Rennen-
kampf.
In Centraal-Afrika sneuvelt
de Duitsche bevelhebber von Lan-
genar, terwijl de bezettings-troe-
pen voor de Engelschen terug
trekken
Japansche landings-divisie
doet inval over Chineesch ge
bied ten noorden van Kiautsjau.
Duitschland protesteert bij Chi
na tegen dezo schending der on
zijdigheid.
Opening van de Nederlandsche
Staten-Generaal met rede van
Koningin Wilhelmina, waarin
zij op de goede verstandhouding
met alle bevriende mogendheden
wijst, en aandringt op het hand
haven der Nederlandsche neutra
liteit.
Duitsche kruiser „Hela" ten
zuiden van Helgoland door een
Engelschen onder-zeeër in den
grond geboord,
Het westelijke Duitsche leger
houdt stand op een lijn van
Noyon, Soissous, Reims, Varen
nes en ten noorden van Verdun.
Voortgezette vervolging van
'de Oostenrijksche en Duitsche
Het krachtvoedsel van het Nederlandsche Leger.
HEERLIJK VAN SMAAK. VERWEKT GEEN DORST.
De Fabriek „Kwatta" geeft wekelijks
een flinke bijdrage aan het NATIONAAL Steun
comité. NIET MET BELOFTE om te geven als....
Chocolade verkocht wordt, verleent men hulp,
doch met POSITIEVE GIFTEN.
dekens en bossen stroo samen pakten en
binnen droegen.
Daarbinnen liggen de zieken, de gewon
den, de uitgeputten. We zijn doorgegaan
tusschen de ledikanten van de mannen met
de gebruinde gezichten en de donkere snor
ren. Er waren er bij, die rustten in een
z.waren, diepen slaap een slaap die hun
redding, hun behoud zoude zijn, zooals dr.
Van der Horst mededeelde. Niets, niets kon
hen 6toren. Noch het heen en weer gaan der
zusters, noch het praten der bezoekers.'Re
gelmatig en zwaar ging hun ademhaling
onder de wollen dekens. En naast die man
nen waren er anderen, die opzaten in hun
bed, den rug gesteund door een kussentje.
Ze hadden een plankje gevraagd, en een
briefkaart, en ee» potlood. Want zij had
den niet willen gaan slapen, vóórdat ze naar
het vaderland hadden bericht, dat zij waren
blijven leven, dat zij, Godlof! niet behoor
den tot de vele honderden, die hun graf
hadden gevonden daarginds, toen de sche
pen werden getorpilleerd. Ze wisten het wel,
dat de Britsche officieren, dadelijk toen ze
in IJmuiden waren gekomen, een lijst had
den opgemaakt van de geredden en dat alle
namen dadelijk naar Engeland waren ge
seind; maar een enkel lettertje, gekrabbeld
op een briefkaart, zou toch eerst de gerust
stelling volkomen maken. En een der arme
- ■-•t; d»r. bef- schrijven van een
smartelijkeu groet naar het huisgezin, in
sluimer neergezonken. Hij lag met breede,
zwarte randen om de oogen, het ruw hou
ten plankje vóór zich, het stompje potlood
en den onvoltooiden groet tusschen de vin
gers. Zoo lieten de zusters en de dokter hem
slapen; droomen misschien van huis en
haard of van de doorgestane verschrikking.
Een der geredde Engelsche matrozen
tusschen twee bedden, waarop twee van
zijn kameraden lagen to slapen, vertelde
toen van dezen korten zeeslag, welke een
verlies van drie Britsche pantserkruisers
ten gevolge had, de volgende bijzonderhe
den: In den vroegen morgen, omstreeks
half zes, waren de „Aboukir", de „Hogue"
en de „Cressy" op een afstand van 30 mijl
uit de Hollandsche kust ter hoogte van
den Nieuwen Waterweg.
Het was mistig weder.
Plotseling klonk een hevige ontploffing
een groote waterkolom spatte omhoog en
enkele oogenblikken later zag men, dat de
„Aboukir" overhelde. Van de beide
andere schepen werden de sloepen gestre
ken, om de drenkelingen van de „Aboukir"
te redden. Doch terwijl men daarmee bezig
v/as, klonken in de nabijheid van de
„Hogue" nog eens drie ontploffingen. Deze
torpedoaanval had een half uur later
plaats. En ongeveer een kwartier daarna
spoot opnieuw het water in twee reusach
tige kolommen op; ook de „Cressy" was
getorpilleerd door de onzichtbare vijanden,
die daar onder water op hun prooi loerden.
Spoedig zonken de drie pantserkruisers en
dreven er na den aanval van de Duitsche
troepen achter de Weichselbij
Tourobino worden 5000 Duit
schers gevangen genomen en 36
kanonnen.
Bericht van de Servische
grens, dat de Oostenrijkers een
ernstige nederlaag hebben gele
den tusschen de Drina en de Save,
met 10.000 man verliezen en 50
kanonnen buit gemaakt. De Ser
viërs bezetten Visegrad aan de
Drin.
- Uitvallen van het Antwerp-
sche garnizoen in de richting van
Leuven en Thienen.
Duitsche vliegers werpen weder
bommen boven Parijs en Ant
werpen.
Aanval der Duitschers op
Dendermonde in Vlaanderen af
geslagen door de Belgen.
Het moratorium in het door
de Duitschers bezette deel van
België tot ultimo September ver
lengd.
Levée-en-masse in Oostenrijk
afgekondigd,
Prins Friedrick Karl van
Hessen ernstig gewond.
-Vredes-bemiddeling aangeboden
door den Amerikaanscken presi
dent Wilson aan Duitschland;
ontwijkend antwoord van den
Rijkskanselier.
Het oude Engelsche instruc
tievaartuig „Fisgard II" in een
storm vergaan.
Ontwikkeling sedert eenige da
onderzeebooten slechte enkele sloepen op de
zee rond vol met drenkelingen. Men pikte
enkele gewonden op, doch het meerendeel
van de bemanningen der drie kruisers
onze zegsman schatte het aantal officieren
en matrozen op ongeveer 1800, kwam
jammerlijk om. Voor de reddende booten
naderbij kwamen, stierven nog enkelen der
drenkelingen, die zich een tijdlang drij
vende hadden gehouden, door uitputting.
Een andere geredde had de Britsche raa-
rinevlag van 7,ijn verongelukten kruiser
meegenomen. Vóór hem op de ruige wol
len deken lag de vlag met het Roode' Kruis
op een wit veld, de U nion Jack, in den
linker bovenhoek. De jongen streek er on
ophoudelijk overheen met een liefkozende
streeling hij was er zoo trotech op, dat
hij die vlag had meegebracht en dat ze
later weer naar het vaderland zou gaan.
En hij vertelde: de „Aboukir" werd het
eerst getorpiléerd, en toen sprongen van
de beide andere booten een gedeelte der
bemanning in zee om de mannen van de
„.Aboukir" in sloepen te redden.
Dat is ons behoud geweest, zei hij. Want
toen wij onze kameraden opvischten, werden
ook de „Cressy" en de „.Hogue" in den
grond geschoten. De „Cressy" zonk in 4 mi
nuten. Zóó vlug verdween het schip voor
onze oogen, dat het ontzettend was om dien
ondergang aan tc zien. En daarmrc gingen
bijna al de mannen naar de diepte. Want
weinigen, héél enkelen maar konden zich
nog redden door in zee te springen. O, ik
weet zeker, dat bijna tweeduizend mannen
den dood in het water hebben gevonden.
En van hen, die hun leven aanvankelijk
hadden gered, zijn er t-oen nog heel wat
verdronken, door zwakte, door uitputting,
de sterken alleen hebben het leven kunnen
houden
Inderdaad, alleen de sterken hebben het
leven kunnen houden.
En daar, in het Roode Kruisgebouw.
lagen er een paar met gebroken "ribben,
in brandende koortsen. En in den hoek
achter een strak, wit scherm, lag een jonge
man te sterven.
Een onderhoud met den
gezagvoerder van de
„F lor a".
Kapitein B. P. Voorham deelde ons ook
het een en ander mede over dezon zeeslag.
Zijn schip was op weg van Rotterdam naar
Leith. Toen hij achttien zeemijlen buiten
het Maas-vuurschip was, zag hij op onge
veer acht mijlen af stands een kruiser met
vier schoorsteenen, die overhelde en lang
zaam in de diepte verdween. Toen do
„Flora" naderbij kwam zag men ot> zee
vele reddingsloepen ronddrijven. Ondank?
de hooge noordwestelijke deining en het
slingerende schip wisten de gezagvoerder en
officieren en manschappen van de „Flora",
te zamen slechts achttien man, toch nog
ongeveer driehonderd schipbreukelingen te
redden. Zooals wij reeds zeiden, waren de
gen, na. de nederlaag der Duit
sche legers aan de Marne, van een
nieuwen veldslag noordelijker in
Frankrijk aan de Aisne, waar de
Duitschers in versterkte stelling
stand houdenhevigste gevechten
bij Noyon, Soissons en Reims.
Verijdelde Duitsche pogingen
om de Fransche spoorwegen van
Parijs naar Dieppe en naar Ha-
we in de lucht te doen springen.
Grajewo, Sczucyn in het noorden
van Russisch Polen bij de Duit
sche grens genomen door de Rus
sen.
In het oosten zetten de Russen
in Galicië hun opmarsch zegevie
rend voort; bombardement van
Jaroslaw.
Voortzetting van den veld
slag aan de Aisne; bombarde
ment van Reims en haar kathe
draal door de Duitschers.
Bericht dat de Engelsche
hulpkruiser „Carmania" een
Duitschen gewapenden kruiser
(„Kap Trafalgar" of „Berlin")
in den grond boordegeen plaats-
vermelding.
Bij Zanzibar heeft een tref
fen plaats tusschen Engelsche en
Duitsche schepen^uitache ka
nonneerboot „Möwe" en een lich
ter aan Duitsche zijde en het
Engelsche oorlogschip „Pegasus"
aan Engelsche zijde in d§n grond
geboord.