No. 17. Vrijdag 25 September 1914. Orgaan voor Leger en Vloot. üorlo§smeuws._ Kwatta's Manoeuvre Chocolaad OP ZEE. Ons Oorlogsdagboek. Oplaag 50,000 exemplaren. SOLDATENCOURANT ADAES VAN REDACTIE EN ADMINISTRATIE; PALESTRINASTRAAT 10, AMSTERDAM, TELEFOON Z. <1965. DIT BLAD ZAL DRIEMAAL PER WEEK VERSCHIJNEN. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR NIET MILITAIREN 2 CENT, ABONNEMENT 1.50 PER DRIE MAANDEN. VOOR ADVERTEXTIEN WENDE MEN ZICII TOT HET ALG. ADV.-BUREAU ROUMA CO., 236 HEERENGRACHT A'DAM. ADVERTENTIEPRIJS PER REGEL 80 CENT. Uit de „Illustrirte Zeitung". De Fransche Middellandsche Zee-vloot beschiet Cattaro, een Oostenrijksche kustplaats aan de Adriatisehe Zee.J Een verzoek om kiekjes. Niet alleen in woord, maar ook zooveel mogelijk in beeld, trachten wij de lezers van „De Soldatcncourant" een kijk op de gebeurtenissen te geven en ook op de per sonen, die daarbij een belangrijke rol ver vullen. Met weinige uitzonderingen hebben wij tot nu toe slechts fotografieën uit het buitenland in „De Soldatencouraut" kun nen weergeven. Den laatsten tijd zijn ons evenwel een paar heel aardige kiekjes van ingekwartierde groepen uit ons eigen leger toegestuurd, die wij dan ook met veel pl-oi- lier in onze krant hebben opgenomen. Onze vraag is nu, of wij uit onze eigen troepen niet wat meer foto's ter reproductie in „De Soldatencouraut" zouden kunnen ontvangen. Teneinde bezwaren en onge- wenschte opnamen te voorkomen, zal/ wie ons helpen wil, goed doen om eerst zijn onmiddellijken chef te vragen, of een be paalde opname geoorloofd- is. -Opnamen, van groepen, officieren, kader en manschap pen, bij den troep of in -• kwartier, zullen in liet algemeen wel zonder 'eenig bezwaar kunnen geschieden. Wie- iets heeft, zeilde het ons derhalve toe. Wij zullen dan trach ten, liet op zoo goed mogelijk wijze in „De Soldatencouraut" terug te geven.. De toestand ie dan reuzenstrijd. Geen vrede nog; 't woord uit Washing ton, dat de strijdende volken tot elkaar wilde brengen, is niet opgevolgd, en Duitschland's onderkandsche aanbieding den krijg onbeslist te staken, is door zijn tegenstanders niet aangenomen. Men oor- logt dus verder met kraclit, met woede. Niet alleen te lande, ook ter zee. Tot nogtoe is het op den Oceaan vrij kalm ge bleven. Ook nu is er nog geen groote slag geslagen, maar Duitschland en Engeland "bewijzen, dat zij ook hier elkaar niet uit het oog verliezen. Er komt een ongeluks tijding uit de Noordzee. Drie Engelscke kruisers zijn door Duitsche onderzeesche booten tot zinken gebracht. Het is een Engelsch bericht, dat van deze vernieling melding maakt, er valt dus niet aan te twijfelen. Voor ons, Nederlanders, trou wens allerminst, want tal van Engelsche officieren en matrozen van de vernielde schepen zijn op onze kust aan wal gebracht. Drie groote pantserschepen heeft Enge- Prins Eugenius van Savoije. Van den landweer-sergeant dr. H. H. Knippenberg. Een der beroemdste veldkeeren uit de wereld geschiedenis, tevens als staatsman vermaard, was Frans Eugenius van Savoije, bekend als Prins Eugenius. Napoleon rekende hem tot de bekwaamste legeraanvoerders, die zich op do Slagvelden van Europa onderscheidden in den loop der eeuwen. Hjj werd. den 18en October 1663 te Parijs geboren als 7,0011 van Eugenius Maurits, hertog van Savojje—Carignan en graaf van Lissons, terwijl zijn moédér, Olympia Maneini, een nicht was van don belaamden Frauschen minister Richelieu. Als do jongste van vier broeders was men aa-nvangolijk van zins hem voor den geestelijken'stand op te leiden, maar weldra voelde hij de roeping tot den krijgsdienst in zich opwellen en besloot zich te wijden aan het mili taire leven, waarvan de beteekenis hem steeds duidelijker werd, naarmate hij meer studie maakte van de geschiedenis. Opvallend is.ziju afkeer van Lode\vijk XIV, den Franschen' koning, die er steeds naar streef de in de tweede helft der 17de eeuw om Frank- rijks roem te vermeerderen en Frankrijks macho uit te breiden. Sommigen schrijven dien afkeer toe aan de omstandigheid, dat Evigenius'moedei aanvankelijk door Lodewijk bemind, later door don Zonnekoning versbooten en uit Frankrijk .verdreven werd. Eugenius'vader wns generaal over de Zwitsers, die in Franschen krijgsdienst stonden. Het herhaald verzoek van den zoon oan den Franschen koning om de militaire loop baan te mogen kiezen in dienst van het machtigu Gallische la,nd werd van de hand gewezen. Het f.ifcsche en fiere optreden van den jongen man, •Het auteursrecht dazer artikelen behoudt jjich de schrijvei; voor* land daardoor verforen. Elk der schepen meet meer dan 12.000 ton, d.i. bijna twee maal zoo groot als ons grootste pantserschip „De Zeven Provinciën". De Engelsche schepen hadden e'lk een bemanning van 775 koppen de meeste daarvan zullen wel omgekomen zijn, al is er een groot aantal gered, ook door Hollandsche schepen. Wij verwijzen hiervoor verder naar de rubriek „Op Zee". Dit.is wel een der treffendste gebeurtenis sen uit dezen oorlog, al zijn elders veel meer menschenlevens verloren gegaan. Maar het feit heeft een droeve belangwekkendheid het wijst er op, dat in den modernen zee oorlog de toestanden geheel zijn veranderd. Met eenige onderzeeërs zou men een groote vloot boven water kunnen vernielen, en, de Engelsche admiraal Scott wees er voor eenigen tijd reeds op in de „Times", de Dreadnoughts, de kostbaarste oorlogssche pen, z-ijn -er evenmin veilig voor. En dit geeft te denken. Overigens is er -inaar weinig te vertellen van den algemeenen toestand. Die is in de laatste dagen maar luttel veranderd. We hebben er reeds eerder op gewezen, dat dit een oorlog is, waarin alles in het groot ge beurt. Ontzaglijke legers, reusachtig lange gevechtsliniën, dagen-lange veldslagen. De slag aan de Marne heeft ongeveer tien dagen geduurd, die aan de Aisne zal wel niet kor ter zijn. 't Verschil tusschen beide is, dat er nu minder verwoed wordt gevochten, trachten beide legers wat op krachten te komen? en dat er dus ook minder suc cessen worden behaald. Maar de strijd duurt voort, over de geheele linie naar 't schijnt; het kanongedonder is niet van de lucht en van afzonderlijke gevechten komen telkens weer berichten. De tegenstanders aan de Aisne staan echter van weerskanten in sterke posities en handhaven zich daarin. Zij wijken geen voet. Dat kan zoo nog best eenige dagen duren, zonder dat er een\ be slissing wordt behaald. De beide legers zijn blijkbaar tegen elkander opgewassen. Op deze wijze putten zij elkaar uit, mogelijker wijs t-ot een der beide het opgeeft en ach teruit trekt. Van het Oostelijk oorlogsterrein is er op het oogenblik zoo goed als geen nieuws, 't Schijnt alleen duidelijk, dat de Oosten rijkers niet stand houden tegen de Russen in Galicië. Krakau zou nu bedreigd wor den en de inwoners vluchten reeds de stad uit. die in zelfbewustzijn van krachtig kunnen do oogen niet neersloeg voor den monarch van Versailles, heeft dezen wellicht verdroten. Meer- malen gaf Lodewijk te kennen, dat de aanblik j van „den kleinen abbé" hem niet welgevallig was. De kleino abbé! Hoe was Eugenius aan j dien bijnaam gekomen? Volgens do gewoonte van dien tijd waren hem als zevenjarigen knaap de inkomsten der abdijen G'asa Nova in Italië en St. Michel de Cluse toegewezen. Zonen uit I aanzienlijke geslachten genoten toen vaak de in komsten van kloosters en geestelijke goederen, J waarvan zij in hun levensonderhoud voorzagen. Al was Eugenius flink gebouwd, van gestalte was hij toch klein en, toen luj zich bij den koning meldde om als krijgsman carrière te 11 vak en, gaf Lodewijk hem smalend ten ant- woord, dat hij niet de maat had, voor een flin- l ken soldaat vereisebt. Dit verdroot den moedi gen jongeling cn hij verliet het Fransche rijk, waar hij geboren en getogen was, om elders fortuin te zoeken en uit te zien naar een vorst, 'bereid zijn diensten te aanvaarden. De Turken bedreigden Europa en waren reeds op weg naar Weenen om die stad t© be legeren! Angst 'en vrees beving de christelijke wereld, toen de woeste horden der Mohamme danen steeds dieper doordrongen in de Donan- landen. "Welke rampen zouden Europa treffen, als de volgelingen, van Mohammed in staat ble-" ken om het kruis van den Christus in die stre ken te vervangen door de banieren, waarin de Halve Maan prijkte- Dat mocht tot geen prijs gebeuren. Meer dan ooit bleek het thans noodig de handen ineen te slaan, teneinde den erfvij and der christelijkheid te weren. Eugenius ver scheen juist aan het Oostenrijksche hof, toen de nood begon te dringen. Zijn broeder stond als overste aan het. hoofd van een regiment dra gonders; hij achtte het dus waarschijnlijk, dat zijn wensch hier in vervulling zou gaan en zijn lang gekoesterd plan verwezenlijkt zou wor de». Er; was echten op dat oogenblik geen plaats Drie Engelsche kruisers gezonken. Geredde bemanning te IJmuiden aangebracht. Hollandsche zorgen. LONDEN. Het Persbureau maakt be kend dat Duiteche onderzeebooten drie En gelsche kruisers hebben tot zinken ge bracht, de „Hogue", de „Aboukir" en de Cressy". Een nader telegram meldt, dat de „Aboukir" het eerst een torpedo van de aanvallende onderzeeboot ontving. De „Hogue" en de „Cressy" schoten te hulp om de bemanning te redden. Zij ontvingen daarbij eveneens torpedoschoteu, die hen tot zinken brachten. Een groot aantal manschappen konden gered worden door een kruiser en torpedo- vernielers. (De „Hogue", de „Aboukir" en de „Cressy" zijn pantserkruisers van dezelfde klasse. De „Cressy" liep in 1899 van stapel, de beide andere in 1900. Zij meten elk 12.200 ton en hebben een maximumsnelheid van 20 knoopen. De bemanning van elk der schepen bestaat uit 755 koppen. De lengte bedraagt 134 meter, de breedte 21.2, de diepgang 8 meter. De bewapening bestaat uit 2 kanonnen van 23.4, 12 van 15.2, 12 van 7.6 en 3 van 4.7 o.M. De kruisers zijn ieder voorzien van twee machinegeweren en twee onder- water-torpedolanceerbnizen van een kaliber van 45. De maximumpantsering van de waterlinie de pantsergordel strekt zich evenwel niet over de geheele lengte van het schip uit is 152 m.M. Ieder der schepen heeft vier sclKinrsteenen. Ter vergelijking diene, dat ons grootste pantserschip, „De zeven Provinciën", een waterverplaatsmg heeft van 6530 ton.) Een correspondent te IJmuiden meldt van Dinsdag: Een van de leden der bemanning van de „Flora" heeft ons medegedeeld Twintig mijl N. t. W. van den Nieuwen Waterweg zag het stoomschip „Flora" van de Kon. Ned. Stoomvaart Mij., dat op reis was van Rotterdam naar Leith, hedenmor gen eenige scheepsbooten drijven, die, toen de „Flora" naderbij kwam, Engelsche ma trozen en officieren bleken te bevatten. Het waren de overblijvenden van de En gelsche kruisers „Hogue", „Aboukir" en „Cressy", welke door een vijftal Duitsche onderzeebootèn waren aangevallen ëh 'tot zinken gebracht. Om zes uur hedenmorgen waren door ge noemde onderzeeërs de kruisers „Hogue" en „Aboukir" getorpilleerd en om acht uur zag de bemanning van de „Flora" de „Cressy" overhellen en in de diepte ver dwijnen. Toen pikte de „Flora" de schoepsbooten op en haalde aan boord ongeveer 287 man, onder wie eenige dooden en een tiental ge wonden. De meesten waren ongekleed. Vermoedelijk zijn twee Duitsche onder zeebooten gezonken. De anderen werden, nagezet door het Engelsche eskader, dat nog juist door de „Cressy" kon gewaar schuwd worden. De bezetting van de drie schepen be droeg ongeveer 2400 man, van wie denke lijk drievierde is verdronken. De geredden werden door de „.Flora", die ongeveer half zes arriveerde, hier geland en zijn vervolgens in het hier ingerichte hospitaal en in de hotels ondergebracht. Een der geredden van een der oorlogs schepen vertelde het volgende: Wij voeren met drie kruisers de „Aboukir", de „Hogue" en de „Cressy" in de Noordzee bij helder weer, 't Was hedenochtend omstreeks zes uur, toen de „Aboukir" op verschillende plaat sen getroffen werd. Het schip ,-erdween in vijf minuten tijds in de diepte. De andere oorlogschepen dachten, dat de „Aboukir" op een mijn geloopen was, daar zij hoegenaamd geen vijandelijke schepen bemerkten. in het leger vacant. Eugenius liet zich hierdoor niet afsphrikken. Hij wist, dat bij den keizer te gelegener tijd zich de gelegenheid, zou voor doen om bevorderd te worden en besloot dus als vrijwilliger dienst te nemen. Onder den grootvizier Kara Mustapha mikte een Turksche legermacht tegen Weenen op ten getale van 200.000 man. In. de vlakte vóór Pres burg hield de keizerlijke oppenbggethebberher tog Karei van Lotharingen, een wapenschouwing over zijn troepen, 22,000 man voetvolk en 11.000 ruiters. Bij de belegering van Weenen, die nu volgde en waarbij naast den Lotharing- schen hertog vooral de Poolsche koning Johan nes Sobiëslcy zich onderscheidde, legde Eugenius een buitengewone dapperheid aan den dag. Den 12en September 1683 werd de stad ontzet; het Turksche gevaar, dat zoolang Europa bedreigd had, was voorloopig bezworen. De onversaagd heid van den jeugdigen Franschman had de aandacht getrokken van den Oostenrijkschen legeraanvoerder en Engenius kreeg het bevel over een regiment dragonders. oor iemand van zijn talenten kon bevordering niet lang uit blijven. Dr. H- H. Knippenberg. (Wordt vervolgd.) 14 Sept. Voortgezette terugtocht der Duit sche legers in Frankrijk; op den linkervleugel worden Amiens en St. Quentin door de Fransch- Engelsche legers bezet. Ook Reims weder door de Franschen bezet. Beleg van het fort Troyon door de Duitschers opgegeven en de Duitschers op Saarburg en Metz teruggetrokken* I Zij zetten hun booten uit. Eenige oogen- blikken later werd de „.Hogue" geraakt en niet lang duurde het of ook deze kruiser zonk. J De Cressy" had nog tijd om twee Duit sche onderzeeërs in den grond te boren, j De „Cressy" werd ongeveer acht uur loor een anderen onderzeeër getorpilleerd. Het stoomschip „Flora" en de „Titan" van de Kon. Ned. Stoomvaart Maatschap pij, die in de nabijheid waren, zetten hun booten uit, pikten verschillende booten van de oorlogsschepen op en haalde de mannen binnen boord. Ook eenige loggers hebben vermoedelijk .eenige overlevenden, opgenomen. Uit Rotterdam wordt ons gemeld, dab de „Titan" 114 drenkelingen aan boord nam, die voor het meerendeel aan Britsche mari neschepen werden overgegeven. Aan den Hoek van Holland werden door liet schip aan wal gebracht 19 overleven den, één gewonde- en vijf dooden. Een bijzondere verslaggever seint nog uit IJmuiden: Om kwart voor vierent Dinsdagmiddag kreeg men in IJmuiden bericht, dat de „Flora" in zicht was en even later stoomde de- boot binnen en meerde vlak bij het ge bouw van het „Witte Kruis" aan den buitensteiger. Zij bracht 258 Britscbe ma trozen aan en 27 officieren. De mannen moesten, eerst voorzien worden van het hopgnoodige: kleeding, en werden gebracht naar het Roode Kruis-gebouw, 'waar den schipbreukelingen onder- en bovenkleereu werden verstrekt uit den grooten voorraad, die daar in reserve lag en die nog werd aangevuld door wat van "het fort werd ge haald, en wat goede, beste IJmuidenaren nog inderhaast bij elkaar zochten en brach ten naar het Roode Kruis-gebouw. De mannen, die niet gewond waren en wien, dank zij hun enorm uithoudingsvermogen, de angst, de ellende van' den aanval en de uitputting van het ronddrijven in zee ge durende drie k vier uren niet hadden ge deerd, werden versterkt met warme melk, .-■neb thee en cognac en met het noodige J~o/*Jsel, ^dat het Roode Kruis verstrekte zij werden "geschoeid met'laarzen, <Jiê het Britsche consulaat ter beschikking had, en toen werden zij ondergebracht: de gezonde jongens in verschillende hotels van IJmui den, in het lokaal van de Jongelingsver- eeniging en op het landgoed van den heer J. T. Cremer, „Duin en Kraidberg'De heer Cremer liet acht-en-dêrt-ig matrozen en twee officieren naar zijn buiten brengen per automobiel en daar, onder bewaking van Hollandsche militairen, zullen zc tot Woensdagochtend blijven; dan vertrekken ze per trein naar het interneeringskamp. In het Witte Kruisgebouw wérd één ge wonde matroos opgenomen, in bet Roode Kruis-gebouw zijn twee-en-twintig gewon den ondergebracht. Daar, voor het lage gebouw, stonden de groote zwarte automobielen van den heer Cremer, waarmee oen aantal matrozen weg reden naar het groote buiten In een der wagens zat een blonde Engelsche jengen, een wit verband om het hoofd. Hij zat er in het blauwe artillerie-pakje van onze Hollandsche soldaten. En nog veel moer zagen we er later, toen ze uit de doorweekte pakjes waren gekomen er waren er bij, die zonder eenlg klee- dingstuk door de „Flora" waren opgeno men onze uniform droegen, omdat men geen kleeren genoeg had voor al die arme, verkleumde Jantjes, die nu kwamen uitrus ten op Hollandschen bodem. De groote reflectoren van de geweldige acetyleenlantaarns wierpen stralende licht plekken in de duisternis, welke heerschte voor het Roode-Kruisgebouw en ze belicht ten den arbeid van een aantal soldaten, die In het Oosten trekken de Russen de San over zonder te genstand der Oostenrijkers te ont moeten in Galicië. In Oost-Pruisen staakt het Duitsche leger ohder von Hinden burg de achtervolging van het Russische leger onder Rennen- kampf. In Centraal-Afrika sneuvelt de Duitsche bevelhebber von Lan- genar, terwijl de bezettings-troe- pen voor de Engelschen terug trekken Japansche landings-divisie doet inval over Chineesch ge bied ten noorden van Kiautsjau. Duitschland protesteert bij Chi na tegen dezo schending der on zijdigheid. Opening van de Nederlandsche Staten-Generaal met rede van Koningin Wilhelmina, waarin zij op de goede verstandhouding met alle bevriende mogendheden wijst, en aandringt op het hand haven der Nederlandsche neutra liteit. Duitsche kruiser „Hela" ten zuiden van Helgoland door een Engelschen onder-zeeër in den grond geboord, Het westelijke Duitsche leger houdt stand op een lijn van Noyon, Soissous, Reims, Varen nes en ten noorden van Verdun. Voortgezette vervolging van 'de Oostenrijksche en Duitsche Het krachtvoedsel van het Nederlandsche Leger. HEERLIJK VAN SMAAK. VERWEKT GEEN DORST. De Fabriek „Kwatta" geeft wekelijks een flinke bijdrage aan het NATIONAAL Steun comité. NIET MET BELOFTE om te geven als.... Chocolade verkocht wordt, verleent men hulp, doch met POSITIEVE GIFTEN. dekens en bossen stroo samen pakten en binnen droegen. Daarbinnen liggen de zieken, de gewon den, de uitgeputten. We zijn doorgegaan tusschen de ledikanten van de mannen met de gebruinde gezichten en de donkere snor ren. Er waren er bij, die rustten in een z.waren, diepen slaap een slaap die hun redding, hun behoud zoude zijn, zooals dr. Van der Horst mededeelde. Niets, niets kon hen 6toren. Noch het heen en weer gaan der zusters, noch het praten der bezoekers.'Re gelmatig en zwaar ging hun ademhaling onder de wollen dekens. En naast die man nen waren er anderen, die opzaten in hun bed, den rug gesteund door een kussentje. Ze hadden een plankje gevraagd, en een briefkaart, en ee» potlood. Want zij had den niet willen gaan slapen, vóórdat ze naar het vaderland hadden bericht, dat zij waren blijven leven, dat zij, Godlof! niet behoor den tot de vele honderden, die hun graf hadden gevonden daarginds, toen de sche pen werden getorpilleerd. Ze wisten het wel, dat de Britsche officieren, dadelijk toen ze in IJmuiden waren gekomen, een lijst had den opgemaakt van de geredden en dat alle namen dadelijk naar Engeland waren ge seind; maar een enkel lettertje, gekrabbeld op een briefkaart, zou toch eerst de gerust stelling volkomen maken. En een der arme - ■-•t; d»r. bef- schrijven van een smartelijkeu groet naar het huisgezin, in sluimer neergezonken. Hij lag met breede, zwarte randen om de oogen, het ruw hou ten plankje vóór zich, het stompje potlood en den onvoltooiden groet tusschen de vin gers. Zoo lieten de zusters en de dokter hem slapen; droomen misschien van huis en haard of van de doorgestane verschrikking. Een der geredde Engelsche matrozen tusschen twee bedden, waarop twee van zijn kameraden lagen to slapen, vertelde toen van dezen korten zeeslag, welke een verlies van drie Britsche pantserkruisers ten gevolge had, de volgende bijzonderhe den: In den vroegen morgen, omstreeks half zes, waren de „Aboukir", de „Hogue" en de „Cressy" op een afstand van 30 mijl uit de Hollandsche kust ter hoogte van den Nieuwen Waterweg. Het was mistig weder. Plotseling klonk een hevige ontploffing een groote waterkolom spatte omhoog en enkele oogenblikken later zag men, dat de „Aboukir" overhelde. Van de beide andere schepen werden de sloepen gestre ken, om de drenkelingen van de „Aboukir" te redden. Doch terwijl men daarmee bezig v/as, klonken in de nabijheid van de „Hogue" nog eens drie ontploffingen. Deze torpedoaanval had een half uur later plaats. En ongeveer een kwartier daarna spoot opnieuw het water in twee reusach tige kolommen op; ook de „Cressy" was getorpilleerd door de onzichtbare vijanden, die daar onder water op hun prooi loerden. Spoedig zonken de drie pantserkruisers en dreven er na den aanval van de Duitsche troepen achter de Weichselbij Tourobino worden 5000 Duit schers gevangen genomen en 36 kanonnen. Bericht van de Servische grens, dat de Oostenrijkers een ernstige nederlaag hebben gele den tusschen de Drina en de Save, met 10.000 man verliezen en 50 kanonnen buit gemaakt. De Ser viërs bezetten Visegrad aan de Drin. - Uitvallen van het Antwerp- sche garnizoen in de richting van Leuven en Thienen. Duitsche vliegers werpen weder bommen boven Parijs en Ant werpen. Aanval der Duitschers op Dendermonde in Vlaanderen af geslagen door de Belgen. Het moratorium in het door de Duitschers bezette deel van België tot ultimo September ver lengd. Levée-en-masse in Oostenrijk afgekondigd, Prins Friedrick Karl van Hessen ernstig gewond. -Vredes-bemiddeling aangeboden door den Amerikaanscken presi dent Wilson aan Duitschland; ontwijkend antwoord van den Rijkskanselier. Het oude Engelsche instruc tievaartuig „Fisgard II" in een storm vergaan. Ontwikkeling sedert eenige da onderzeebooten slechte enkele sloepen op de zee rond vol met drenkelingen. Men pikte enkele gewonden op, doch het meerendeel van de bemanningen der drie kruisers onze zegsman schatte het aantal officieren en matrozen op ongeveer 1800, kwam jammerlijk om. Voor de reddende booten naderbij kwamen, stierven nog enkelen der drenkelingen, die zich een tijdlang drij vende hadden gehouden, door uitputting. Een andere geredde had de Britsche raa- rinevlag van 7,ijn verongelukten kruiser meegenomen. Vóór hem op de ruige wol len deken lag de vlag met het Roode' Kruis op een wit veld, de U nion Jack, in den linker bovenhoek. De jongen streek er on ophoudelijk overheen met een liefkozende streeling hij was er zoo trotech op, dat hij die vlag had meegebracht en dat ze later weer naar het vaderland zou gaan. En hij vertelde: de „Aboukir" werd het eerst getorpiléerd, en toen sprongen van de beide andere booten een gedeelte der bemanning in zee om de mannen van de „.Aboukir" in sloepen te redden. Dat is ons behoud geweest, zei hij. Want toen wij onze kameraden opvischten, werden ook de „Cressy" en de „.Hogue" in den grond geschoten. De „Cressy" zonk in 4 mi nuten. Zóó vlug verdween het schip voor onze oogen, dat het ontzettend was om dien ondergang aan tc zien. En daarmrc gingen bijna al de mannen naar de diepte. Want weinigen, héél enkelen maar konden zich nog redden door in zee te springen. O, ik weet zeker, dat bijna tweeduizend mannen den dood in het water hebben gevonden. En van hen, die hun leven aanvankelijk hadden gered, zijn er t-oen nog heel wat verdronken, door zwakte, door uitputting, de sterken alleen hebben het leven kunnen houden Inderdaad, alleen de sterken hebben het leven kunnen houden. En daar, in het Roode Kruisgebouw. lagen er een paar met gebroken "ribben, in brandende koortsen. En in den hoek achter een strak, wit scherm, lag een jonge man te sterven. Een onderhoud met den gezagvoerder van de „F lor a". Kapitein B. P. Voorham deelde ons ook het een en ander mede over dezon zeeslag. Zijn schip was op weg van Rotterdam naar Leith. Toen hij achttien zeemijlen buiten het Maas-vuurschip was, zag hij op onge veer acht mijlen af stands een kruiser met vier schoorsteenen, die overhelde en lang zaam in de diepte verdween. Toen do „Flora" naderbij kwam zag men ot> zee vele reddingsloepen ronddrijven. Ondank? de hooge noordwestelijke deining en het slingerende schip wisten de gezagvoerder en officieren en manschappen van de „Flora", te zamen slechts achttien man, toch nog ongeveer driehonderd schipbreukelingen te redden. Zooals wij reeds zeiden, waren de gen, na. de nederlaag der Duit sche legers aan de Marne, van een nieuwen veldslag noordelijker in Frankrijk aan de Aisne, waar de Duitschers in versterkte stelling stand houdenhevigste gevechten bij Noyon, Soissons en Reims. Verijdelde Duitsche pogingen om de Fransche spoorwegen van Parijs naar Dieppe en naar Ha- we in de lucht te doen springen. Grajewo, Sczucyn in het noorden van Russisch Polen bij de Duit sche grens genomen door de Rus sen. In het oosten zetten de Russen in Galicië hun opmarsch zegevie rend voort; bombardement van Jaroslaw. Voortzetting van den veld slag aan de Aisne; bombarde ment van Reims en haar kathe draal door de Duitschers. Bericht dat de Engelsche hulpkruiser „Carmania" een Duitschen gewapenden kruiser („Kap Trafalgar" of „Berlin") in den grond boordegeen plaats- vermelding. Bij Zanzibar heeft een tref fen plaats tusschen Engelsche en Duitsche schepen^uitache ka nonneerboot „Möwe" en een lich ter aan Duitsche zijde en het Engelsche oorlogschip „Pegasus" aan Engelsche zijde in d§n grond geboord.

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1914 | | pagina 1