Oorlogsnieuws.
X3js£3 SOIjD JjJÜTSTOC3TEJüril TKT"I* VS-xi <Hf rt g
X 3 S©p»t©KO."fc>©37 19 14.
liteit te laten varen. Wanneer er een geheel
nieuwe ltnnrfc van Europa geteekend moet wor
den, wnnneor dat eens de uitkomst nou zij.»
van de nn aangevangen worsteling, dan kan 'er
een oogenblik komen, dat ook w^j onze stem
moeten doen hooren. Niet uit dwaze, belache
lijke zucht,, om aan groote politiek te doen.
maar om bij eind regeling onze belangen to
waarborgen. En dan verlieze men niet uit liet
oog, dnfc een paar honderddnirend man vol
komen vctsclic troepen aan liet. eind van een
groeten oorlog driemaal zooveel wr.nrd zijn als
in bet begin.
Ook daarom mnet bet leger wachten, gereed
tot daden,
EngelamS's vast besluit.
De militaire medewerker van de „Times"
schrijft over „het Duitsche plan en het
onze". En al is nu natuurlijk alles wat
deze Êngelsch© schrijver zegt over de voor-»
nomen» «n plannen en verwachtingen der
Duitschers niets anders dan het weergeven
van do voorstelling, die do gemiddelde En-
gelachman zich hiervan maakt, het artikel
van den medewerker van de „Times" is
van waarde, omdat het uiting geeft aan de
stemming in Engeland en omdat het toont,
dat we na doze vijf weken van bloedige
oorlogvoering toch ons nog slechts bevinden
in de allereerste phase van de groote wor
steling.
De militaire medewerker van de „Times"
schrijft: „Enkele particuliere berichten uit
Duitschland «doen ons kennis maken met
de opvattingen van de-n gemiddelden Duit-
schen officier ten aanzien van den oorlog.
Verondersteld wordt en zeker te recht, dat
■het eerste doel van Duitschland is Frank
rijk volkomen te vernietigen. Met dit doel
zijn de beste troepen naar bet Weeten ge
zonden en opdat de slag doeltreffend zal
zijn, zij'n eerst de landweer, daarna alle ge
oefende mannen van den landstorm opge
roepen. Groote reserves volgen de eerste
troepen, ten einde den oorlog met uiterste
kracht te kunnen voeren en om do talrijke
mannen te vervangen, die de Duitsche ge
neraals met vrijgevigheid offeren. De be
rekening van den gemiddelden officier was,
dat Parijs in zes of acht weken bereikt zou
zijn en dat, naar het voorbeeld van 1870
71, dan verder verzet ook niet zou plaats
hebben.
Als Frankrijk zou zijn neergeslagen, dan
zou, zoo was het denkbeeld, Duitochland
zich tegen Rusland wenden. Maar de Duit
sche militaire opvatting was dan, dat een
offensieve campagne niet bedoeld was, en
dat, daar Duitschland geen Russisch ge
bied verlangde en de inval in Rusland niet
zeer wenschenswaard was, de operateur zich
zou bepalen tot het vemlaan van Russische
legers als deze zich vertoonden en dat de
Weicbsel de gren6 van een Duitschen op-
marsch zou zijn.
Engeland zou, volgens deze opvattingen,
tot het laatst bewaard blijven en de vloot
zou achteraf worden gehouden tot het
oogenblik zou zijn gekomen van de beslis
sende actie tegen het land dat tusschen
Duitschland en de zon stond. Verondersteld
werd, dab als Parijs was gevallen en de
Franscho legers zouden zijn verslagen, Ca
lais, Boulogne en Duinkerken zouden wor
den bezet en Antwerpen onderworpen.
Nederland zou „uitgenoodigd" worden in
den Duitschen bond t© treden on dan in
het bezit van d© uitnemende maritieme
pceitio der Nederlanden en de best© havens
van West-Europa, zouden de Duitschers
zich gereed maken om op hun gemak Enge
land t© onderwerpen.
Met dat doel werkten de groot© wapen
fabrieken en scheepswerven met volle kracht,
dag en nacht, om oorlogsschepen t© bouwen
tijdens den strijd tegen Rusland en Frank
rijk en aan het Pas d© Calais zouden de
nieuw© 16 ineh Krupp-kanonnen geen
houwitsers worden opgesteld, ten einde
de straat van Dover zoover mogelijk te be-
heerschen. D© gehcele kustlijn zou voor
zien werden van batterijen als in de dagen
yan Napoleon en onder bescherming van
deze of door gebruik te maken van de bin
nenwateren zouden d© onderzeeërs zich ver
zamelen in de Kanaalhavens. Het plan voor
een overtocht naar Engeland ter onderwer
ping van dit land was wel niet geheel en al
duidelijk, maar men stelde zich voor dat
bestuurbare luchtschepen, onderzeeën! en
mijnen bij de operaties een belangrijke rol
zouden spelen.
Dit werkelijk vernuftige plan hield er
echter geen rekening mee, dat Frankrijk
zou doorvechten, zooals het naar allen
echijn voornemens is te doen, en dat 1870
niet zoo gemakkelijk zal worden herhaald.
Het hield er geen rekening mee dat Rus
land een zoo geduchte militaire macht zou
■blijken en zoo spoedig ernstige krijgsver
richtingen zou beginnen. Verondersteld
werd eveneens dat Engeland geen nieuwe
legers zou vormen of nieuwe vloten zou bou
wen, maar als Duitsche legers onder dekking
van hun 16 inch kannonen de Straat van
Dover willen overtrekken zou ons dab zeer
gelegen komen en we zouden niets anders
kunnen verlangen.
De Duitschers hebben zekere eigenschap
pen, die we moeten erkennen en onder deze
is de gelukkige ingeving om zich voor den
oorlog voor te bereiden eer deze begint, in
plaats van daarna zooals wij doen. Maar de
fout van die Duitschers is dat zij hun plan
nen zoo pijnlijk nauwkeurig voorbereiden,
dat als er iets onverwachts gebeurd, alles
moet misloopen. Wat er ook in het Wes
ten zal gebeuren, wij en Rusland gaan
voort, als het noodig is wol een twintig ja
ren, omdat we niet vergermaniseerd willen
worden en onder den Pruisischen hiel ver
trapt. Wij weten wat er in Duitschland
omgaat. Duitsche fabrieken staan stil. De
ovens zijn koud. Bij honderden liggen de
Duitsche schepen werkeloos aan de kaden.
De Duitsche industrie in binnen- en bui
tenland is lamgeslagen. Er zijn weinige
mannelijke arbeiders op de akkem. Wij stel
len ons voor dat die toestand zal duren,
niet gedurende zes maanden of een jaar zoo
als de Duitschers verwachten, maar juist
zoolang als noodig zal zijn om de Duitschers
tot onderwerping te brengen en hen te
dwingen het gebied op te geven, dat ze mo
gen hebben vermeesterd, met schadeloos
stelling voor al de verlieren en overlast die
ze hebben veroorzaakt.
Dat is nu wel geen Duitsche opvatting,
maar het is die van ons, en geen overwin
ningen die Duitschland in Frankrijk moge
behalen zullen eenige wijzigingen brengen
noch in Rusland'» besluit noch in het onze.
Dat de gee6t, die uit dat artikel van de
„Time6" «preekt, ook die is in de Engel
sche Dominions Llijkt bijv. uit een artikel
in de Montreal Star", die eveneens op
wekt alles te offeren, geld en goed, lijf en
bloed .verdediging yan heb^iyjk,
„dat do voornaamste verdediger der vrij
heid" is
Thomson's dood.
(Wij hopen onzen lezer genoegen te doen mot
onderstaande vertaling van het Fransch ge
dicht, dat onmiddellijk na aankomst der droe-
vigo cn toch verheffende tijding in liet Nieuws
van den Dag is verschenen.)
Tg sterven is schoon, zonder droefheid of
wrok,
Voor 't land dat men mint, in een roemvolen
strijd.
Maar hoe smartlijk volbracht, door geen ecre
gewijd,
Schijnt t Jot ons van hem, die zoo fier
henentrok,
En stierf op den vreemden, don licfd'loozen
grond,
Waarheen in don roes van ton doode go wijdon
Zijn moed hem gevoerd ha-d, ondoofbaar in
't lijdon,
Verlokkend, tot lioldendaan, vóóraan in 't
front.
Gij vielt! Voorwaar, nw dood strekt Neder
land tot sier,
O Thomson, schoon go steeds gedoogd© in
overmood,
Dat laag verraad en nijd u volgden op den
voet.
„De nazaat, zoo hjj spreekt van dozen
officier,
Zegt: „Plichtgetrouw als steeds, zóó was hij,
tot den dood
En voor den krijgsman is geen roem als deze
groot.
J. M.
Holland's naam.
Jongens van Holland die het wapen moogt
voeren
En de kleuren van Nederland draagt,
Denk dat Uw moeders zich voelden ontroeren
En angstig zich hebben afgevraagd,
Toen naar de grenzen ge word geroepen,
To voegen U bij de andere troepen
Zien w© »e terug,... en hoe?
Jongens van Holland, 't is niet enkel Uw leven
Waar Uw zorgende moeders in angst voor zijn,
Al zouden zo er ook alles en- alles voor geven
Om U te sparen één ure van pijn;
Maar dat er geen smet valt op Uwen naam
Daar komt liet voor haar boven alles op aan
Zien ïv© ze terug,... en hoeP
Jongens van Holland, nu zijt ge soldaten,
En komt er de ure dan doet ge Uw plicht,
Maar wat er niet recht is dat moet ge laten,
Nooit zij Uw wapen op onschuld gericht;
Haat nooit Üw hand wat een ander hoort,
raken
Blijf altijd Uzelf tegen Uzelf bewaken
Zien v© ze terug,... en hoe?
Jongens van Holland, op Uw jeugdige schou
deren
Rust verantwoording voor héél een land,
Zoowel de jong'ren als de oud'ren
Hebben het lot van hun land in do hand!
Dus, jongens van Holland, houdt steeds in
het oog
Dat ge Holland's ©er hoog houdt, Hollands
eer hoog!
Zien we ze terug,... en hoe?
R. THAROD.
Ds toesland in den reuzenstrijd.
Op het westelijk oorlogsterrein, in Frank
rijk, is weer de strijd ontbrand. Ongetwij
feld wordt daar een groote slag geleverd.
Er komen reeds berichten van, maar be
richten, die we voor het oogenblik met
eenige terughouding moeten aanvaarden.
Er is alleen met zekerheid uit op te maken,
dat er met groote kracht en volharding
gevochten wordt
Totnogtoe zijn de Franscho berichten het
uitvoerigst. Zij zijn gunstig ook, en al
spreken zij niet ronduit van een overwin
ning, zij vertellen toch van een terugtrek
kende beweging der Duitschers. Ook het
oorlogsrapport van den Engelschen bevel
hebber, generaal French, gewaagt er van,
dat de vijand over de geheel© linie zou zijn
teruggeslagen
Dit nu zal wel overdreven zijn. Waar
schijnlijk heeft French ook bedoeld over
de linie der Engelsche troepen, welke na
tuurlijk maar een klein gedeelte is van de
lange, lange lijn, waarover in de laatste
dagen gevochten is. Dat over die heele lijn
de Duitschers teruggeweken zouden zijn,
is niet te gelooven. In de eerste plaats al
niet, omdat de slag nog wel niet zal zijn
afgeloopen, en er dus nog niet van een
zeker succes aan de eene of andere zijde kan
worden gesproken. Maar dan ook omdat
waarschijnlijk van een overwinning over do
geheele linie moeilijk zal kunnen worden
gewaagd. Die linie toch is zeer lang, en
strekt zich uit van ten noorden vaij Parijs
tot voorbij Verdun. Over een lijn van bij
de 250 K.M. wordt gevochten en men
begrijpt, dat er dus met afwisselend geluk
kan worden gestreden. Mogelijk is natuur
lijk, dat hier en daar de Franschen de
Duitschers hebben teruggeslagen, mogelijk
ook, dat de Engelschen vooruitgeschoven
zijn. Doch zijn dat duurzame successen ge
weest! Dat zullen de eerstvolgende dagen
moeten bewijzen.
De Duitschers van hun kant zijn nog
voorzichtig in hun telegrammen. General-
Quartiermeister von Stein bericht uit het
hoofdkwartier, dat het Duitsche leger door
een overmacht werd aangevallen op eenige
puntentwee dagen lang hielden zij de
Franschen tegen en kwamen zelf vooruit.
Toen nieuwe vijandelijke colonnes aankwa
men, schoof de Duitsche vleugel in 't wos-
ten, dus ten noorden van Parijs, ach
teruit, zonder dat echter de Franschen
volgden. In 't Oosten, bij Verdun, was
daarentegen de Duitsche kroonprins geluk
kiger; hij nam de versterkte vijandelijke
positie ten zuidwesten van Verdun.
Over 't geheel dus: een slag, die nog
aan den gang is, die voor de Fransch-
Engelsche bondgenooten niet ongunstig
lijkt, maar waarvan de afloop nog niet is
te voorzien of te gissen. Een keizerlijke prins
de jongste zoon van Wilhelm II, Joachim,
heeft ziju bloed geplengd op het slag
veld hij werd door een kogel in de rechter-
bovendij gewond. De prins was ala ordon
nans-officier in functie geweest op het slag
veld.
Van het Oostelijk oorlogstooneel zijn ook
weer nieuwe berichten, andere dan uit de
Russische bron, waarop wij de laatste dagen
moesten teren. Er zijn daar, aan de West
grens van Rusland, eigenlijk vier oorlogs-
terreinen, zooals men weet: twee aan de
Russisch-Pruisische, twee aan de Russiseh-
Oostenrijksche grens. Aan de eerstgenoemde
JU/u-tè-r.
j'cnldu.Jlaüt$^gi
SóUde&ÏÏLK»
ViMe/uti
CSbJ^dto)txcla^'
5WrÖc5al<
des
Cfuuimont
CTvXU/ÜC
De Duitschers laten Parijs liggen, hebben
de Fransche berichten in de laatste dagen
herhaaldelijk verzekerd. Mogelijk, maar dan
toch slechts voorloopig, totdat zij de legers
in de buurt hebben verslagen. Want Frank
rijk de nederlaag toebrengen zonder Parijs
in te nemen, is niet wél denkbaar. Een
belegering van Parijs zal dan ook wel volgen
en een kaartje der Fransche hoofdstad met
al haar forten, komt zeker niet te ontijde.
Zooals men op het kaartje ziet, zit Parijs
dik in ziju forten, vooral natuurlijk aan den
kant naar het Oosten, maar eigenlijk is het
aan alle kanten daardoor omringd. Men
kan spreken van een dubbele rij forten, een
dicht om Parijs, een op verderen afstand.
grens zijn in 't noorden de Russen doorge
drongen in Pruisen en sloten zelfs Konings
bergen in, in 't zuiden daarentegen werden
zij totaal verslagen door de Duitschers
Thans wordt daar opnieuw melding gemaakt
van een groote overwinning der Duitsche
troepen, waardoor deze de andere leger-af-
deeling der Russen in den rug kwamen en
hen dwongen tot een haastigen terugtocht
naar 't eigen landIn den strijd' tegen de
Oostenrijkers, in Galicië dus, schijnen de
Russen nog steeds aan de winnende hand,
Er werd in de laatste dagen hevig gestreden
en de Russen schoven bij Lemberg weer
vooruit.
In de Noordzee is Engeland de meester!
Dat blijkt uit een bericht der Britsche
admiraliteit. Woensdag en Donderdag heb
ben een groot aantal Engelsche eskaders en
flottiljes de Noordzee doorkruist tot aan en
in de Golf van Helgoland, om de zee schoon
te vegen. Geen Duitsch oorlogsschip liet zich
zien.
Een ander bericht meldt, dat er wel dege
lijk beweging in de Duitsche vloot is geko
men, doch dat die zich richt naar den kant
van Rusland,, naar de Bothnisehe Golf.
België.
Een bezoek aan Dandermonde.
Wij hebben reeds melding gemaakt van een
aanval der Duitschers op Dendermonde, bij
Antwerpen, en van de verwoesting, die de
oorlog ook daar heeft teweeg gebracht. Een
der correspondenten van <1© „N. R. Ct." hoeft
getracht over Gent de verwoeste plaats te bo-
reiken en schrijft het volgende over zijn be
vindingen:
Maandagmorgen om acht uur vertrok ik
van Terneuzen, over Sas van Gent en Selzaete
naar Gent.
Gent! Welk een schril contrast met verleden
jaar; het jaar van de wereldtentoonstelling.
Een doodsclio stilt© heerschte in de straten
en vooral in de voorname wijken.
De groote magazijnen in het centrum der
stad hebben hun zaken gesloten.
Het is dan ook algemeen een doodsche leeg
te, die iedereen, die Gent eertijds en in betoro
dagen gekend heeft, direct opvalt!
Op het St. Beaufsplein met het zoogenaam
de Belfort staan groote groepen menschen
samengeschoold.
Do menschen die men ziet, zijn allo getooid
met do nationale kleuren en van elk huis wap
pert de Belgische vlag. Als men niet beter
wist, zou men denken (evenals t© Antwerpen),
dat het een feestdag was.
Alleen de doodsche stilte in de anders zoo
levendige straten doet anders denken en ook
anders stemmen.
De bevolking is erg opgewonden en. ieder
verkeert in een zenuwachtige overspanning,
waarvan mon den terugslag zelf gevoelt!
Men hoert da.n ook al een paar dagen het
kanongebulder zeer duidelijk en men ziet tel
kens troepjes gewond© soldaten met automo
bielen van het Rood© Kruis binnen de veste
rijden.
Rond Gent en wel don kant uit van St. Pie-
ter-Ledeberg en Mello zijn al een paar dagen
schermutselingen gaande. Do anno bevolking
uit de geteisterde plaatsen komt naar Gent
vluchten en vandaar met c'r> enkel© treinen, die
nog rijden, een veilig heenkomen zoeken.
Per fiets ben ik van Gent over Schellebello
en Wetteren, Oordoghem en Appels naar Den
dermonde gegaan.
Zonder veel moeite, na verschillende malen
aan do Belgische soldaten en burgerwachten
mijn papieren te hebben laten onderzoeken,
kwam ik in het dorpje Audeghem, een half
uurtje van Dendermonde, waar ik in een her
berg mijn stalen ros achterliet.
Aldaar maakte ik nog kennis met een oud
moedertje, die met acht, meest volwassen,
kinderen Vrijdagmorgen do stad ontvlucht was
en dio mij vroeg of ik eens, als ik in Dender
monde was, op het Vestje (een doodarme wijk)
wou gaan zien, of haar huizeke er nog stond I
Ik boloofde dat en ging verder te voet.
Opmerkelijk is, dat de dorpen Appels en
Audeghem. onder den rook van Dendermonde
gelegen, haast niets van het bombardement
hebben geleden.
Daar zijn dan ook vele vluchtelingen onder
gebracht meest arme menschen, met ternau
wernood kleeren aan het lijf en wat bedde-
gond in pakken geknoopt, inderhaast medege
nomen. Velen hadden ook den hond of de kat
medegebracht, ja, zelfs zag ik nog een oud
wijfje, die heel gemoedelijk met haar koko,
een papagaai, zat te redeneeren!
Dat oude besje, dat ik ondervroeg, gaf mij
echter zulke onsamenhangende antwoorden,
en daarbij keek zij mij zoo verwilderd aan,
dat het geen twijfel leed, of ze was door de
doorgestane emoties krankzinnig geworden.
In die meening werd dk niet bedrogen, daar
men mij vertelde, dat ze „in den kop geraakt"
waalw
Zoo zag ik ook nog een bejaard man, die
pijnlijk steunde en zelf een wond aan zijn beon
verbond.
Op mijn vraag, wat hem schoolde, kreeg ik
ten antwoord, dat hij op zijn vlucht uit de
•brandende stad nog een wellicht verdwaalden
kogel in zijn been gekregen had.
Waarom hij dan niet naar den dokter ging?
De dokter was ook gevlucht en zoo had hij
zich zelf maar gecureerd. Arme menschen!
Toen ik te Dendermonde kwam, was mijn
verwondering groot, daar ik geen Duitschers
zag.
De stadspoort lag geheel dn puin. De Boter-
slraat, de Beurzestraat en daarmede evenwij
dig loopende Kerkstraat was geheel uitge
brand.
Een akelige stank van gebrand vloesck kwam
mij tegemoet- Ycle lijken van menschen (bur
gers, Duitsche en Belgische soldaten) lagen
schots en scheef door elkaar. De meesten ver
keerden al in ontbinding. Een menigte wapens
lagen hier ook door elkaar, zooals revolvers,
geweren, sabels, enz. enz. Vele Duitsche ge
sneuvelde soldaten haddon de revolver nog in
vuist gekiemd en de handen krampachtig ver
trokken.
Door de smeulende puinhoopen en de dichte
rookwolken, di© als een dikke mist over de
stad hingen, kon ik mijn weg verder paar de
Markt niet goed vinden.
Dat was ook de reden, dat ik nog geen sol
daten gezien had.
Plotseling klonk een knetterende, krakende
slag. Een doffe val van instortende muren, een
oorverdoovend geraas van vallend puin, stuk
ken ijzer, enz. Van alle kanten weerklonk nu
meteen geweervuur. Ik kon eoh'tcr niets zien
on ik dacht dat mijn laatste uur geslagen was.
Ik bleef verbijsterd staan on dat is misschien
mijn behoud geweest. Soldaten naderden met
het geweer gereed om te schietenhet waren
Duitschers I
Met de geladen revolver in de vuist kwam
een Hauptmann op mij af en vroeg mij in hot
Duitsch wat ik daar te maken had.
Ik antwoordde hem dat ik van Gent gekomen
was om mijn familie te Antwerpen te be
zoeken.
Hij beduidde mij, terwijl hij tot mijn groote
geruststelling de revolver liet zakken, dat het
netteloos was, dat to beproeven, omdat' alle
communicatie met Antwerpen wrbrolcen was.
Do brug over de Dender en de Schelde had
den zij opgeblazen en de spoorbrug vernield.
Inderdaad zijn er sedert Zaterdag 1.1. geen
treinten meer uit Gent naar Antwerpen ver
trokken.
Toen de Duitschers hoorden, dat ik een
Hollander was, kon ik ongehinderd de stad
weer ingaan.
Ik had er echter genoeg van, en nu mijn
nieuwsgierigheid bevredigd was, en ik wist boe
de stad er uitzag, verlangde ik niets liever dan
weer zoo spoedig mogelijk weg te trekken.
Ik ging dan bngs een anderen weg terug en
hier was de rook van de smeulende puinen niet
zoo zwaar en kon ik ten minste voor mij uit
zien.
Op de Kwakersvest zag ik, dat alle eigen
dommen van particulieren verbrand waren, een
chaos van balken en ijzeren binten, en verbrand
meubilair lag hier dooreen.
Heel de stad was verlaten, rijk en arm was
gevlucht. en, evenals te Leuven en elders
reeds in België, waren het vooral de voorname
wijken, die het meest geteisterd waren.
Op goed geluk vond ik mijn weg weer, bui-
te7i d9 stad, on kwam toevalligerwijze weer de
zelfde patrouille tegen (maar nu verdubbeld),
die mij had aangehouden.
De soldaten voerden in hun midden twee
mannen uit hot volk mede met de handen op
den rug gebonden.
Zo waren allerellendigst toegetakeld, één
had n.m. maar een pantalon aan met één pijp,
de andere pijp was er blijkbaar afgescheurd,
cn het bloote been waarlangs het bloed sijpel
de, was zichtbaar.
Voor hoofddeksel had deze ongelukkige een
verfomfaaide dameshoed op met tweo groote
veeren.
Maar ondanks zijn potsierlijke verschijning
maakten de stumpers een deerniswekkenden
indruk.
Een soldaat zoide mij in het voorhijgaan,
dat het twee plunderaars waren, doch de
mannen riepen maar steeds, dat ze naar hun
buisje hadden willen kijken, of er nog iets te
redden viel. Zij werden, naar ik verder hoor
de, naar de Markt gebracht om doodgeschoten
te worden.
Op mijn terugweg heb ik nog het een en
ander gehoord over de bezetting van Dender
monde.
De Duitschers kwamen Vrijdagmorgen rond
elf uur in de stad, na do Belgische troepen
achteruit geslagen to hebben. Zij cischten op
het stadhuis een millioen frank oorlogsschat
ting; het gemeentebestuur bleek echter niet
te vinden on was in werkelijkheid reeds lang
gevlucht. Daar waren do Duitschers zeer ver
bitterd over on zij gaven do bevolking twee
uren den tijd om te vluchten (verscheidene
rijke menschen waren als gijzelaars gevangen
genomen), want de stad zou in brand gesto
ken worden.
Tevoren had men nog een poging aangewend
bij den millionair Van der Tongeren, den
.-.roofcsten nijveraar van de stad (ijzerfabri
kant), om van hem het millioen los te krijgen.
Deze weigerde echter, zeggende, dat al zijn
geld iD Engeland was.
De Duitschers hebben daarna hun bedrei
ging ten uitvoer gelegd.
Duitschland.
Prins Joachim gewond.
BERLIJN. Prins Joachim, de jongste
zoon van den Keizer, is door een schot
gewond. Da kogel ging door de rechter-
bovendij zonder het been te raken.
De prins was als ordonnans-officier op
het. slagveld in functie geweest.
Hij is overgebracht naar het meest nabij
gelegen garnizoenshospitaal
Prins Ernst van Saksen-Meiningen
gesneuveld.
MEININGEN. De Keizer heeft den
hertog van Saksen-Meiningen telegrafisch
meegedeeld, dat prins Ernst von Saksen-
Meiningen zoon van den voor Namen
gesneuvelden prins Fredrik van Saksen-
Meiningen en broeder van de groot-hertogin
van Saksen-Weimar gesneuveld is. Hij
werd te Maubeuge met militaire eer ter
aarde besteld.
Ret optreden der Duitschers in België door
een Duitscher beoordeeld.
De „Nordd. Allgem. Zeitung" bevat een
uitvoerige schildering van den toestand in
België door den directeur der Deutsche
Bank" Helfferich. Deze zegt c.a. „Eenige
plaatsen zijn geheel en al verwoest, ten
deels in het gevecht, ten deele wegens ver
raderlijke overvallen na een vreedzame
overgave. Daarentegen is de groote indus
trie-stad Verviers volkomen ongeschonden.
Luik zelfs vertoont slechts hier en daar spo
ren van den oorlog.
Tusschen Luik en Thienen, waar onze
troepen in een breed front voorwaarts trok
ken, lijkt het, alsof de weg nooit door vijan
delijke soldaten werd betreden. Men krijgt
nergens den indruk, dat de Duitsche troe
pen zonder noodzaak verwoest of brand heb
ben gesticht, Thienen 3elf is totaal onbe
schadigd.
In Leuven is alleen de wijk afgebrand,
waar de verraderlijke overvallen en de aan
houdende straatgevechten hebben plaats ge
had. Onze troepen trachtten zelfs te redden
wat te redden viel.
Te Brussel is aan niemand ook maar een
haar gekromdhet eigendom der burgers
wordt pijnlijk geëerbiedigd. Bij requisities
voor de troepen en inkoopen door soldaten
wordt allee contant betaald.
Het groote industrie-bekken van Charle
roi is zoo goed als geheel gespaard gebleven.
Alle fabrieken en werken zijn intact go-
bleven.
Dinant in het dal van de Maas is geheel
en al verwoest, omdat onze troepen, die na
de vreedzame kapitulatie, reeds eenige da
gen in de stad hadden vertoefd, plotseling
door de bewoners van alle zijden beschoten
werden.
Om dezelfde reden is het grootste gedeel
te van de stad Audenne verwoest.
In de meeete andere plaatsen van het
dichtbevolkte Maasdal is van de verschrik
kingen van den oorlog niets te bespeuren.
De algemeene indruk is, dat de Duitsche
troepen slechts daar vernielden, waar de
bittere noodzakelijkheid van den strijd het
eischte of waar het optreden der inwoners
de ernstigste represaille-maatregelen
noodig maakte.
Engeland.
Britsch-1 ndië en de oorlog.
SIMLA. De onderkoning van Indië
maakte melding van de uitzending van twee
divisies infanterie en een brigade cavalerie
naar het slagveld in Europa en deelde
mede, dat nog drie brigades cavalerie zul
len volgen.
Indië is er met recht trotsch op, dat het
geroepen is mede te werken tot verdediging
van het moederland.
LONDEN. In het Lagerhuis deelde
eerste minister Asquïtli mede, dat hij mor
gen heb voorstel zou doen nieuwe man
schappen voor het leger op te roepen.
Charles Roberts, onderstaatssecretaris
van Indië, las een lang telegram voor van
den vice-koning van Indië, dat zeer diepen
indruk maakte op het Huis en met luide en
langdurige toejuichingen werd begroet.
liet telegram was con roerend bewijs van
de in geheel Indië heerschende loyauteit.
De vice-koning deelde mede, dat de behoer-
schers der inlandsche staten van Indië, ten
getale van ongeveer 700, eenstemmig hunne
pcnsoonlijke diensten cn de hulpbronnen
van hunne staten ten behoeve van den oor
log hadden aangeboden.
Zeven-en-twintig van de grootste staten
onderhouden troepen vcor den rijksdienst
en deze zijn onmiddellijk bij het uitbreken
van den oorlog ter beschikking van de Indi
sche regoering gesteld.
Er zijn brieven onlvangen uit de meest
afgelegen staten van Indië, waarin de innige
wensch t© kennen werd gegeven om hulp
te bieden.
De Maharajah van Mysore hoeft een som
van 50 laklis roepijen (een lakh—100,000,
een roepij =2 sk.) beschikbaar gesteld. Door
een aantal hoofden is een hospitaal schip
aangeboden, terwijl de mabarajak van Rewa
niet alleen alle staatsinkomsten, maar ook
zijn juwcelen heeft aangeboden.
Een ander maharajah, ofschoon reeds
meer dan 70 jaren, heeft erop aangedrongen
met het expeditie-leger uit te trekken en
wenschte vergezeld te worden door zijn neef,
een jongeling van 17 jaren.
V erliezenlijst
LONDEN. De verliezen der Franschen
en Engelsche na de bekendmaking van de
laatste verliezenlijst bedroegen tot 7 Sept.
Gesneuveld 10 officieren en 61 manschap
pen, gewond 63 officieren en 510 manschap
pen, vermist 61 officieren en 2883 man
schappen.
Dienstneming lij het Engelsche leger.
De Engelsche legatie te 's-Gravenhage
maakt melding van stijgende geestdrift voor
dienstneming in Groot-Britannië. Driemaal
honderdduizend man zijn sinds de oorlog
begon bij het leger in dienst getreden. En
de lust om zich aan te melden is merkbaar
gestegen sinds de Britsche troepen feitelijk
met den vijand zijn slaags geraakt.
Frankrijk.
Van het Westelijk Oorlogsterroln.
Er wordt, zooals wij weten, hard gevochten,
oo het Westelijk oorlogsterrein, in do laatste
dagen. Bijzonderheden daarover lezen wij nog
in ccn telegram uit Parijs, over Londen geko
men, aan c!e ,,N. R. C."
Er zijn i?' Parijs nog meer ooggetuigen aan-
g'.'komjn van de gevechten, die Maandag hebben
plaats gevonden. Zij wijzen op een meesterlijke
sa menweidcing tusschen de Engelschen en du
Franschen. De Duitschers hebben tot tweemaal
toe getracht, de Marne over te kemen, maar
werden teruggelagen. D© verbondenden kwa
men nu onder het vuur van Duitsche gemas
keerde batterijen en machinegeweren, die veel
uitwerking hadden. Maar spoedig waren ook
de mobiele 75 m.M. kanonnen van de verbonde
nen ia batterijen gebracht, die aan de Duitsche
artillerie heb zwijgen oplegden. Iets hoogerop in
de rivier legden de Duitschers een pontonbrug.
Het werk werd knap en vlug volbracht; maar
de Fransche batterijen vonden hun afstand en
6poedig was de brug tot ren hoop versplinterde
planken teruggebracht.
Andere berichten van Dinsdag behelsden,
dat do Duitsche rechtervleugel op de vlucht is
geslagen.
Parijs kan opnieuw ademhalen. Het beleg,
zoo het ooit tot een beleg komt, is ver weg.
Toch reden er Maandagmiddag uhlanen door
Cbantilly ©n nog diohterbij. Dinsdag waren ze
verdwenen. De wegen rond om Parijs zijn nu
over groote afstanden vrij. Een tocht door <lon
zilveren morgenstond bracht mij gemakkelijk
naar het rustige dal van de Grand Morin.- Ik
reed verder en verder, tot ik eindelijk in den
vollen middaggloed aan het einde van den weg
witte stofwolken zag en een langen trein van
Londensche omnibussen, volgeladen van binnen
en bovenop met goed Fransch brood, kaas en
kool. Ondanks stof en vuil en schrammen her
kende ik in ©en der voertuigen nog een bus
naar Hendonno. 58 stond er nog fier bovenop.
Een Fransche kurassier wenschte te weten
wat ik zocht. Uit mijn vuil geworden jas haal
de ik een boekdeel paspoorten en andere gevi-
zeerde documenten te voorschijn en de officier
begon te lachen. Wij schudden elkander de
hand. Hij zeide nog: .Eindelijk hebben wij
hen op de vlucht gejaagd. Dit ia het begin
van den weg naar Berlijn." En als een wervel
wind stoof hij verder, vroolijk en wel. Dat wa-
Ten ook de Fransche soldaten, terwijl ze verder
trokken, zwart verbrand als sintels, de tong
uit den mond, met stoffige baarden, maar met
geestdrift in hot hart. Voorwaarts was hun
kreet en vroolijk gingen ze voorwaarts op deze
warme en opwindende jacht. Ik vernam van
deze soldaten, dat do Duitsche rechtervleugel
sinds den vorigen dag 25 mijlen hot Mamedal
opgedreven was en dat hij nog aan het terug
trekken was.
dit gevecht in bot dal van de Marne
worden Duitsche cavalarie en infanterie gevan
gen gemaakt, zij waren zeer vermoeid en ver
klaarden dat zij niet in de stemming waren om
de aanvallen van de Engelsche cavalerie te trot-
seeren waarover zij stom-verbaasd waren. Op
het einde van dit gevecht in het dal van de
Marne, barstte er een storm los, gespaard met
een wolkbreuk. De Franscho en Engelsche sol
daten wierpen hun uniformjassen en hemden
uit en genoten van hot heerlijke regonbad. De
meeste mannen, die daar zoo naakt in den stort
regen stonden, waren van den rand van hun
hoed tot don rand van hun kraag zoo donker als
negers, terwyl hun lichaam voor het overige
spierwit zag.
Dit was de weldadigste verfrissching, die zij
van het begin van den oorlog af hadden gehao.
Op het bericht dat d<s Duitschers overhaast
door het dal de vlucht namen, wierpen onze
soldaten do kleeren over hun natte huid en in
een oogwenk zaten zij hen op do hielen. Des
avonds kwamen wij met eenige Duitsche gevan
genen in Noisy le Sac terug.
Er waren twee cavalerie-officieren hij. Zij
waren in een toestand van moreole inzinking,
zonder hoofdbedekking en blijkbaar verwach
tend dat de menigte hen kwaad zou doen. In
stede daarvan werden zij uiterst voorkomend
en beleefd behandeld. Twee van do gevange
nen weenden, toen zy door zes Franschte solda
ten met, de bajonet op het geveor naar het
station werden gebracht, waar zij in een paar-
denwagen werden geladen, die 's avonds met
den trein zou meegaan. Naar ik vermoed waren
dat de eerste Duitsche gevangenen, die in de
Fransche hoofdstad aankwamen.
De. veldslag in Frankrijk.
BERLIJN. Gcneral-Quartiermeister von
Stein bericht- uit het hoofdkwartier: De bij
de vervolging tot en over de Marne voort-
gerukte legerafdeelingen zijn van Parijs uit
en tusschen Meaux en Montmira.il door een
overmacht aangevallen. Zij hebben de vijan
den tegengehouden en zijn zelf vooruitge
komen
Toen berichten inkwamen, dat nieuwe
sterke vijandelijke colonnes in aantocht wa
ren, is hun vleugel achteruit geschoven. De
vijand volgde op geen enkel punt.
Voor zoover reeds bekend is, zijn eenige
duizenden vijanden gevangen genome^ en
vijftig stuks, geschut Jiuitgemaaki.