Oorlogsnieuws. X3js£3 SOIjD JjJÜTSTOC3TEJüril TKT"I* VS-xi <Hf rt g X 3 S©p»t©KO."fc>©37 19 14. liteit te laten varen. Wanneer er een geheel nieuwe ltnnrfc van Europa geteekend moet wor den, wnnneor dat eens de uitkomst nou zij.» van de nn aangevangen worsteling, dan kan 'er een oogenblik komen, dat ook w^j onze stem moeten doen hooren. Niet uit dwaze, belache lijke zucht,, om aan groote politiek te doen. maar om bij eind regeling onze belangen to waarborgen. En dan verlieze men niet uit liet oog, dnfc een paar honderddnirend man vol komen vctsclic troepen aan liet. eind van een groeten oorlog driemaal zooveel wr.nrd zijn als in bet begin. Ook daarom mnet bet leger wachten, gereed tot daden, EngelamS's vast besluit. De militaire medewerker van de „Times" schrijft over „het Duitsche plan en het onze". En al is nu natuurlijk alles wat deze Êngelsch© schrijver zegt over de voor-» nomen» «n plannen en verwachtingen der Duitschers niets anders dan het weergeven van do voorstelling, die do gemiddelde En- gelachman zich hiervan maakt, het artikel van den medewerker van de „Times" is van waarde, omdat het uiting geeft aan de stemming in Engeland en omdat het toont, dat we na doze vijf weken van bloedige oorlogvoering toch ons nog slechts bevinden in de allereerste phase van de groote wor steling. De militaire medewerker van de „Times" schrijft: „Enkele particuliere berichten uit Duitschland «doen ons kennis maken met de opvattingen van de-n gemiddelden Duit- schen officier ten aanzien van den oorlog. Verondersteld wordt en zeker te recht, dat ■het eerste doel van Duitschland is Frank rijk volkomen te vernietigen. Met dit doel zijn de beste troepen naar bet Weeten ge zonden en opdat de slag doeltreffend zal zijn, zij'n eerst de landweer, daarna alle ge oefende mannen van den landstorm opge roepen. Groote reserves volgen de eerste troepen, ten einde den oorlog met uiterste kracht te kunnen voeren en om do talrijke mannen te vervangen, die de Duitsche ge neraals met vrijgevigheid offeren. De be rekening van den gemiddelden officier was, dat Parijs in zes of acht weken bereikt zou zijn en dat, naar het voorbeeld van 1870 71, dan verder verzet ook niet zou plaats hebben. Als Frankrijk zou zijn neergeslagen, dan zou, zoo was het denkbeeld, Duitochland zich tegen Rusland wenden. Maar de Duit sche militaire opvatting was dan, dat een offensieve campagne niet bedoeld was, en dat, daar Duitschland geen Russisch ge bied verlangde en de inval in Rusland niet zeer wenschenswaard was, de operateur zich zou bepalen tot het vemlaan van Russische legers als deze zich vertoonden en dat de Weicbsel de gren6 van een Duitschen op- marsch zou zijn. Engeland zou, volgens deze opvattingen, tot het laatst bewaard blijven en de vloot zou achteraf worden gehouden tot het oogenblik zou zijn gekomen van de beslis sende actie tegen het land dat tusschen Duitschland en de zon stond. Verondersteld werd, dab als Parijs was gevallen en de Franscho legers zouden zijn verslagen, Ca lais, Boulogne en Duinkerken zouden wor den bezet en Antwerpen onderworpen. Nederland zou „uitgenoodigd" worden in den Duitschen bond t© treden on dan in het bezit van d© uitnemende maritieme pceitio der Nederlanden en de best© havens van West-Europa, zouden de Duitschers zich gereed maken om op hun gemak Enge land t© onderwerpen. Met dat doel werkten de groot© wapen fabrieken en scheepswerven met volle kracht, dag en nacht, om oorlogsschepen t© bouwen tijdens den strijd tegen Rusland en Frank rijk en aan het Pas d© Calais zouden de nieuw© 16 ineh Krupp-kanonnen geen houwitsers worden opgesteld, ten einde de straat van Dover zoover mogelijk te be- heerschen. D© gehcele kustlijn zou voor zien werden van batterijen als in de dagen yan Napoleon en onder bescherming van deze of door gebruik te maken van de bin nenwateren zouden d© onderzeeërs zich ver zamelen in de Kanaalhavens. Het plan voor een overtocht naar Engeland ter onderwer ping van dit land was wel niet geheel en al duidelijk, maar men stelde zich voor dat bestuurbare luchtschepen, onderzeeën! en mijnen bij de operaties een belangrijke rol zouden spelen. Dit werkelijk vernuftige plan hield er echter geen rekening mee, dat Frankrijk zou doorvechten, zooals het naar allen echijn voornemens is te doen, en dat 1870 niet zoo gemakkelijk zal worden herhaald. Het hield er geen rekening mee dat Rus land een zoo geduchte militaire macht zou ■blijken en zoo spoedig ernstige krijgsver richtingen zou beginnen. Verondersteld werd eveneens dat Engeland geen nieuwe legers zou vormen of nieuwe vloten zou bou wen, maar als Duitsche legers onder dekking van hun 16 inch kannonen de Straat van Dover willen overtrekken zou ons dab zeer gelegen komen en we zouden niets anders kunnen verlangen. De Duitschers hebben zekere eigenschap pen, die we moeten erkennen en onder deze is de gelukkige ingeving om zich voor den oorlog voor te bereiden eer deze begint, in plaats van daarna zooals wij doen. Maar de fout van die Duitschers is dat zij hun plan nen zoo pijnlijk nauwkeurig voorbereiden, dat als er iets onverwachts gebeurd, alles moet misloopen. Wat er ook in het Wes ten zal gebeuren, wij en Rusland gaan voort, als het noodig is wol een twintig ja ren, omdat we niet vergermaniseerd willen worden en onder den Pruisischen hiel ver trapt. Wij weten wat er in Duitschland omgaat. Duitsche fabrieken staan stil. De ovens zijn koud. Bij honderden liggen de Duitsche schepen werkeloos aan de kaden. De Duitsche industrie in binnen- en bui tenland is lamgeslagen. Er zijn weinige mannelijke arbeiders op de akkem. Wij stel len ons voor dat die toestand zal duren, niet gedurende zes maanden of een jaar zoo als de Duitschers verwachten, maar juist zoolang als noodig zal zijn om de Duitschers tot onderwerping te brengen en hen te dwingen het gebied op te geven, dat ze mo gen hebben vermeesterd, met schadeloos stelling voor al de verlieren en overlast die ze hebben veroorzaakt. Dat is nu wel geen Duitsche opvatting, maar het is die van ons, en geen overwin ningen die Duitschland in Frankrijk moge behalen zullen eenige wijzigingen brengen noch in Rusland'» besluit noch in het onze. Dat de gee6t, die uit dat artikel van de „Time6" «preekt, ook die is in de Engel sche Dominions Llijkt bijv. uit een artikel in de Montreal Star", die eveneens op wekt alles te offeren, geld en goed, lijf en bloed .verdediging yan heb^iyjk, „dat do voornaamste verdediger der vrij heid" is Thomson's dood. (Wij hopen onzen lezer genoegen te doen mot onderstaande vertaling van het Fransch ge dicht, dat onmiddellijk na aankomst der droe- vigo cn toch verheffende tijding in liet Nieuws van den Dag is verschenen.) Tg sterven is schoon, zonder droefheid of wrok, Voor 't land dat men mint, in een roemvolen strijd. Maar hoe smartlijk volbracht, door geen ecre gewijd, Schijnt t Jot ons van hem, die zoo fier henentrok, En stierf op den vreemden, don licfd'loozen grond, Waarheen in don roes van ton doode go wijdon Zijn moed hem gevoerd ha-d, ondoofbaar in 't lijdon, Verlokkend, tot lioldendaan, vóóraan in 't front. Gij vielt! Voorwaar, nw dood strekt Neder land tot sier, O Thomson, schoon go steeds gedoogd© in overmood, Dat laag verraad en nijd u volgden op den voet. „De nazaat, zoo hjj spreekt van dozen officier, Zegt: „Plichtgetrouw als steeds, zóó was hij, tot den dood En voor den krijgsman is geen roem als deze groot. J. M. Holland's naam. Jongens van Holland die het wapen moogt voeren En de kleuren van Nederland draagt, Denk dat Uw moeders zich voelden ontroeren En angstig zich hebben afgevraagd, Toen naar de grenzen ge word geroepen, To voegen U bij de andere troepen Zien w© »e terug,... en hoe? Jongens van Holland, 't is niet enkel Uw leven Waar Uw zorgende moeders in angst voor zijn, Al zouden zo er ook alles en- alles voor geven Om U te sparen één ure van pijn; Maar dat er geen smet valt op Uwen naam Daar komt liet voor haar boven alles op aan Zien ïv© ze terug,... en hoeP Jongens van Holland, nu zijt ge soldaten, En komt er de ure dan doet ge Uw plicht, Maar wat er niet recht is dat moet ge laten, Nooit zij Uw wapen op onschuld gericht; Haat nooit Üw hand wat een ander hoort, raken Blijf altijd Uzelf tegen Uzelf bewaken Zien v© ze terug,... en hoe? Jongens van Holland, op Uw jeugdige schou deren Rust verantwoording voor héél een land, Zoowel de jong'ren als de oud'ren Hebben het lot van hun land in do hand! Dus, jongens van Holland, houdt steeds in het oog Dat ge Holland's ©er hoog houdt, Hollands eer hoog! Zien we ze terug,... en hoe? R. THAROD. Ds toesland in den reuzenstrijd. Op het westelijk oorlogsterrein, in Frank rijk, is weer de strijd ontbrand. Ongetwij feld wordt daar een groote slag geleverd. Er komen reeds berichten van, maar be richten, die we voor het oogenblik met eenige terughouding moeten aanvaarden. Er is alleen met zekerheid uit op te maken, dat er met groote kracht en volharding gevochten wordt Totnogtoe zijn de Franscho berichten het uitvoerigst. Zij zijn gunstig ook, en al spreken zij niet ronduit van een overwin ning, zij vertellen toch van een terugtrek kende beweging der Duitschers. Ook het oorlogsrapport van den Engelschen bevel hebber, generaal French, gewaagt er van, dat de vijand over de geheel© linie zou zijn teruggeslagen Dit nu zal wel overdreven zijn. Waar schijnlijk heeft French ook bedoeld over de linie der Engelsche troepen, welke na tuurlijk maar een klein gedeelte is van de lange, lange lijn, waarover in de laatste dagen gevochten is. Dat over die heele lijn de Duitschers teruggeweken zouden zijn, is niet te gelooven. In de eerste plaats al niet, omdat de slag nog wel niet zal zijn afgeloopen, en er dus nog niet van een zeker succes aan de eene of andere zijde kan worden gesproken. Maar dan ook omdat waarschijnlijk van een overwinning over do geheele linie moeilijk zal kunnen worden gewaagd. Die linie toch is zeer lang, en strekt zich uit van ten noorden vaij Parijs tot voorbij Verdun. Over een lijn van bij de 250 K.M. wordt gevochten en men begrijpt, dat er dus met afwisselend geluk kan worden gestreden. Mogelijk is natuur lijk, dat hier en daar de Franschen de Duitschers hebben teruggeslagen, mogelijk ook, dat de Engelschen vooruitgeschoven zijn. Doch zijn dat duurzame successen ge weest! Dat zullen de eerstvolgende dagen moeten bewijzen. De Duitschers van hun kant zijn nog voorzichtig in hun telegrammen. General- Quartiermeister von Stein bericht uit het hoofdkwartier, dat het Duitsche leger door een overmacht werd aangevallen op eenige puntentwee dagen lang hielden zij de Franschen tegen en kwamen zelf vooruit. Toen nieuwe vijandelijke colonnes aankwa men, schoof de Duitsche vleugel in 't wos- ten, dus ten noorden van Parijs, ach teruit, zonder dat echter de Franschen volgden. In 't Oosten, bij Verdun, was daarentegen de Duitsche kroonprins geluk kiger; hij nam de versterkte vijandelijke positie ten zuidwesten van Verdun. Over 't geheel dus: een slag, die nog aan den gang is, die voor de Fransch- Engelsche bondgenooten niet ongunstig lijkt, maar waarvan de afloop nog niet is te voorzien of te gissen. Een keizerlijke prins de jongste zoon van Wilhelm II, Joachim, heeft ziju bloed geplengd op het slag veld hij werd door een kogel in de rechter- bovendij gewond. De prins was ala ordon nans-officier in functie geweest op het slag veld. Van het Oostelijk oorlogstooneel zijn ook weer nieuwe berichten, andere dan uit de Russische bron, waarop wij de laatste dagen moesten teren. Er zijn daar, aan de West grens van Rusland, eigenlijk vier oorlogs- terreinen, zooals men weet: twee aan de Russisch-Pruisische, twee aan de Russiseh- Oostenrijksche grens. Aan de eerstgenoemde JU/u-tè-r. j'cnldu.Jlaüt$^gi SóUde&ÏÏLK» ViMe/uti CSbJ^dto)txcla^' 5WrÖc5al< des Cfuuimont CTvXU/ÜC De Duitschers laten Parijs liggen, hebben de Fransche berichten in de laatste dagen herhaaldelijk verzekerd. Mogelijk, maar dan toch slechts voorloopig, totdat zij de legers in de buurt hebben verslagen. Want Frank rijk de nederlaag toebrengen zonder Parijs in te nemen, is niet wél denkbaar. Een belegering van Parijs zal dan ook wel volgen en een kaartje der Fransche hoofdstad met al haar forten, komt zeker niet te ontijde. Zooals men op het kaartje ziet, zit Parijs dik in ziju forten, vooral natuurlijk aan den kant naar het Oosten, maar eigenlijk is het aan alle kanten daardoor omringd. Men kan spreken van een dubbele rij forten, een dicht om Parijs, een op verderen afstand. grens zijn in 't noorden de Russen doorge drongen in Pruisen en sloten zelfs Konings bergen in, in 't zuiden daarentegen werden zij totaal verslagen door de Duitschers Thans wordt daar opnieuw melding gemaakt van een groote overwinning der Duitsche troepen, waardoor deze de andere leger-af- deeling der Russen in den rug kwamen en hen dwongen tot een haastigen terugtocht naar 't eigen landIn den strijd' tegen de Oostenrijkers, in Galicië dus, schijnen de Russen nog steeds aan de winnende hand, Er werd in de laatste dagen hevig gestreden en de Russen schoven bij Lemberg weer vooruit. In de Noordzee is Engeland de meester! Dat blijkt uit een bericht der Britsche admiraliteit. Woensdag en Donderdag heb ben een groot aantal Engelsche eskaders en flottiljes de Noordzee doorkruist tot aan en in de Golf van Helgoland, om de zee schoon te vegen. Geen Duitsch oorlogsschip liet zich zien. Een ander bericht meldt, dat er wel dege lijk beweging in de Duitsche vloot is geko men, doch dat die zich richt naar den kant van Rusland,, naar de Bothnisehe Golf. België. Een bezoek aan Dandermonde. Wij hebben reeds melding gemaakt van een aanval der Duitschers op Dendermonde, bij Antwerpen, en van de verwoesting, die de oorlog ook daar heeft teweeg gebracht. Een der correspondenten van <1© „N. R. Ct." hoeft getracht over Gent de verwoeste plaats te bo- reiken en schrijft het volgende over zijn be vindingen: Maandagmorgen om acht uur vertrok ik van Terneuzen, over Sas van Gent en Selzaete naar Gent. Gent! Welk een schril contrast met verleden jaar; het jaar van de wereldtentoonstelling. Een doodsclio stilt© heerschte in de straten en vooral in de voorname wijken. De groote magazijnen in het centrum der stad hebben hun zaken gesloten. Het is dan ook algemeen een doodsche leeg te, die iedereen, die Gent eertijds en in betoro dagen gekend heeft, direct opvalt! Op het St. Beaufsplein met het zoogenaam de Belfort staan groote groepen menschen samengeschoold. Do menschen die men ziet, zijn allo getooid met do nationale kleuren en van elk huis wap pert de Belgische vlag. Als men niet beter wist, zou men denken (evenals t© Antwerpen), dat het een feestdag was. Alleen de doodsche stilte in de anders zoo levendige straten doet anders denken en ook anders stemmen. De bevolking is erg opgewonden en. ieder verkeert in een zenuwachtige overspanning, waarvan mon den terugslag zelf gevoelt! Men hoert da.n ook al een paar dagen het kanongebulder zeer duidelijk en men ziet tel kens troepjes gewond© soldaten met automo bielen van het Rood© Kruis binnen de veste rijden. Rond Gent en wel don kant uit van St. Pie- ter-Ledeberg en Mello zijn al een paar dagen schermutselingen gaande. Do anno bevolking uit de geteisterde plaatsen komt naar Gent vluchten en vandaar met c'r> enkel© treinen, die nog rijden, een veilig heenkomen zoeken. Per fiets ben ik van Gent over Schellebello en Wetteren, Oordoghem en Appels naar Den dermonde gegaan. Zonder veel moeite, na verschillende malen aan do Belgische soldaten en burgerwachten mijn papieren te hebben laten onderzoeken, kwam ik in het dorpje Audeghem, een half uurtje van Dendermonde, waar ik in een her berg mijn stalen ros achterliet. Aldaar maakte ik nog kennis met een oud moedertje, die met acht, meest volwassen, kinderen Vrijdagmorgen do stad ontvlucht was en dio mij vroeg of ik eens, als ik in Dender monde was, op het Vestje (een doodarme wijk) wou gaan zien, of haar huizeke er nog stond I Ik boloofde dat en ging verder te voet. Opmerkelijk is, dat de dorpen Appels en Audeghem. onder den rook van Dendermonde gelegen, haast niets van het bombardement hebben geleden. Daar zijn dan ook vele vluchtelingen onder gebracht meest arme menschen, met ternau wernood kleeren aan het lijf en wat bedde- gond in pakken geknoopt, inderhaast medege nomen. Velen hadden ook den hond of de kat medegebracht, ja, zelfs zag ik nog een oud wijfje, die heel gemoedelijk met haar koko, een papagaai, zat te redeneeren! Dat oude besje, dat ik ondervroeg, gaf mij echter zulke onsamenhangende antwoorden, en daarbij keek zij mij zoo verwilderd aan, dat het geen twijfel leed, of ze was door de doorgestane emoties krankzinnig geworden. In die meening werd dk niet bedrogen, daar men mij vertelde, dat ze „in den kop geraakt" waalw Zoo zag ik ook nog een bejaard man, die pijnlijk steunde en zelf een wond aan zijn beon verbond. Op mijn vraag, wat hem schoolde, kreeg ik ten antwoord, dat hij op zijn vlucht uit de •brandende stad nog een wellicht verdwaalden kogel in zijn been gekregen had. Waarom hij dan niet naar den dokter ging? De dokter was ook gevlucht en zoo had hij zich zelf maar gecureerd. Arme menschen! Toen ik te Dendermonde kwam, was mijn verwondering groot, daar ik geen Duitschers zag. De stadspoort lag geheel dn puin. De Boter- slraat, de Beurzestraat en daarmede evenwij dig loopende Kerkstraat was geheel uitge brand. Een akelige stank van gebrand vloesck kwam mij tegemoet- Ycle lijken van menschen (bur gers, Duitsche en Belgische soldaten) lagen schots en scheef door elkaar. De meesten ver keerden al in ontbinding. Een menigte wapens lagen hier ook door elkaar, zooals revolvers, geweren, sabels, enz. enz. Vele Duitsche ge sneuvelde soldaten haddon de revolver nog in vuist gekiemd en de handen krampachtig ver trokken. Door de smeulende puinhoopen en de dichte rookwolken, di© als een dikke mist over de stad hingen, kon ik mijn weg verder paar de Markt niet goed vinden. Dat was ook de reden, dat ik nog geen sol daten gezien had. Plotseling klonk een knetterende, krakende slag. Een doffe val van instortende muren, een oorverdoovend geraas van vallend puin, stuk ken ijzer, enz. Van alle kanten weerklonk nu meteen geweervuur. Ik kon eoh'tcr niets zien on ik dacht dat mijn laatste uur geslagen was. Ik bleef verbijsterd staan on dat is misschien mijn behoud geweest. Soldaten naderden met het geweer gereed om te schietenhet waren Duitschers I Met de geladen revolver in de vuist kwam een Hauptmann op mij af en vroeg mij in hot Duitsch wat ik daar te maken had. Ik antwoordde hem dat ik van Gent gekomen was om mijn familie te Antwerpen te be zoeken. Hij beduidde mij, terwijl hij tot mijn groote geruststelling de revolver liet zakken, dat het netteloos was, dat to beproeven, omdat' alle communicatie met Antwerpen wrbrolcen was. Do brug over de Dender en de Schelde had den zij opgeblazen en de spoorbrug vernield. Inderdaad zijn er sedert Zaterdag 1.1. geen treinten meer uit Gent naar Antwerpen ver trokken. Toen de Duitschers hoorden, dat ik een Hollander was, kon ik ongehinderd de stad weer ingaan. Ik had er echter genoeg van, en nu mijn nieuwsgierigheid bevredigd was, en ik wist boe de stad er uitzag, verlangde ik niets liever dan weer zoo spoedig mogelijk weg te trekken. Ik ging dan bngs een anderen weg terug en hier was de rook van de smeulende puinen niet zoo zwaar en kon ik ten minste voor mij uit zien. Op de Kwakersvest zag ik, dat alle eigen dommen van particulieren verbrand waren, een chaos van balken en ijzeren binten, en verbrand meubilair lag hier dooreen. Heel de stad was verlaten, rijk en arm was gevlucht. en, evenals te Leuven en elders reeds in België, waren het vooral de voorname wijken, die het meest geteisterd waren. Op goed geluk vond ik mijn weg weer, bui- te7i d9 stad, on kwam toevalligerwijze weer de zelfde patrouille tegen (maar nu verdubbeld), die mij had aangehouden. De soldaten voerden in hun midden twee mannen uit hot volk mede met de handen op den rug gebonden. Zo waren allerellendigst toegetakeld, één had n.m. maar een pantalon aan met één pijp, de andere pijp was er blijkbaar afgescheurd, cn het bloote been waarlangs het bloed sijpel de, was zichtbaar. Voor hoofddeksel had deze ongelukkige een verfomfaaide dameshoed op met tweo groote veeren. Maar ondanks zijn potsierlijke verschijning maakten de stumpers een deerniswekkenden indruk. Een soldaat zoide mij in het voorhijgaan, dat het twee plunderaars waren, doch de mannen riepen maar steeds, dat ze naar hun buisje hadden willen kijken, of er nog iets te redden viel. Zij werden, naar ik verder hoor de, naar de Markt gebracht om doodgeschoten te worden. Op mijn terugweg heb ik nog het een en ander gehoord over de bezetting van Dender monde. De Duitschers kwamen Vrijdagmorgen rond elf uur in de stad, na do Belgische troepen achteruit geslagen to hebben. Zij cischten op het stadhuis een millioen frank oorlogsschat ting; het gemeentebestuur bleek echter niet te vinden on was in werkelijkheid reeds lang gevlucht. Daar waren do Duitschers zeer ver bitterd over on zij gaven do bevolking twee uren den tijd om te vluchten (verscheidene rijke menschen waren als gijzelaars gevangen genomen), want de stad zou in brand gesto ken worden. Tevoren had men nog een poging aangewend bij den millionair Van der Tongeren, den .-.roofcsten nijveraar van de stad (ijzerfabri kant), om van hem het millioen los te krijgen. Deze weigerde echter, zeggende, dat al zijn geld iD Engeland was. De Duitschers hebben daarna hun bedrei ging ten uitvoer gelegd. Duitschland. Prins Joachim gewond. BERLIJN. Prins Joachim, de jongste zoon van den Keizer, is door een schot gewond. Da kogel ging door de rechter- bovendij zonder het been te raken. De prins was als ordonnans-officier op het. slagveld in functie geweest. Hij is overgebracht naar het meest nabij gelegen garnizoenshospitaal Prins Ernst van Saksen-Meiningen gesneuveld. MEININGEN. De Keizer heeft den hertog van Saksen-Meiningen telegrafisch meegedeeld, dat prins Ernst von Saksen- Meiningen zoon van den voor Namen gesneuvelden prins Fredrik van Saksen- Meiningen en broeder van de groot-hertogin van Saksen-Weimar gesneuveld is. Hij werd te Maubeuge met militaire eer ter aarde besteld. Ret optreden der Duitschers in België door een Duitscher beoordeeld. De „Nordd. Allgem. Zeitung" bevat een uitvoerige schildering van den toestand in België door den directeur der Deutsche Bank" Helfferich. Deze zegt c.a. „Eenige plaatsen zijn geheel en al verwoest, ten deels in het gevecht, ten deele wegens ver raderlijke overvallen na een vreedzame overgave. Daarentegen is de groote indus trie-stad Verviers volkomen ongeschonden. Luik zelfs vertoont slechts hier en daar spo ren van den oorlog. Tusschen Luik en Thienen, waar onze troepen in een breed front voorwaarts trok ken, lijkt het, alsof de weg nooit door vijan delijke soldaten werd betreden. Men krijgt nergens den indruk, dat de Duitsche troe pen zonder noodzaak verwoest of brand heb ben gesticht, Thienen 3elf is totaal onbe schadigd. In Leuven is alleen de wijk afgebrand, waar de verraderlijke overvallen en de aan houdende straatgevechten hebben plaats ge had. Onze troepen trachtten zelfs te redden wat te redden viel. Te Brussel is aan niemand ook maar een haar gekromdhet eigendom der burgers wordt pijnlijk geëerbiedigd. Bij requisities voor de troepen en inkoopen door soldaten wordt allee contant betaald. Het groote industrie-bekken van Charle roi is zoo goed als geheel gespaard gebleven. Alle fabrieken en werken zijn intact go- bleven. Dinant in het dal van de Maas is geheel en al verwoest, omdat onze troepen, die na de vreedzame kapitulatie, reeds eenige da gen in de stad hadden vertoefd, plotseling door de bewoners van alle zijden beschoten werden. Om dezelfde reden is het grootste gedeel te van de stad Audenne verwoest. In de meeete andere plaatsen van het dichtbevolkte Maasdal is van de verschrik kingen van den oorlog niets te bespeuren. De algemeene indruk is, dat de Duitsche troepen slechts daar vernielden, waar de bittere noodzakelijkheid van den strijd het eischte of waar het optreden der inwoners de ernstigste represaille-maatregelen noodig maakte. Engeland. Britsch-1 ndië en de oorlog. SIMLA. De onderkoning van Indië maakte melding van de uitzending van twee divisies infanterie en een brigade cavalerie naar het slagveld in Europa en deelde mede, dat nog drie brigades cavalerie zul len volgen. Indië is er met recht trotsch op, dat het geroepen is mede te werken tot verdediging van het moederland. LONDEN. In het Lagerhuis deelde eerste minister Asquïtli mede, dat hij mor gen heb voorstel zou doen nieuwe man schappen voor het leger op te roepen. Charles Roberts, onderstaatssecretaris van Indië, las een lang telegram voor van den vice-koning van Indië, dat zeer diepen indruk maakte op het Huis en met luide en langdurige toejuichingen werd begroet. liet telegram was con roerend bewijs van de in geheel Indië heerschende loyauteit. De vice-koning deelde mede, dat de behoer- schers der inlandsche staten van Indië, ten getale van ongeveer 700, eenstemmig hunne pcnsoonlijke diensten cn de hulpbronnen van hunne staten ten behoeve van den oor log hadden aangeboden. Zeven-en-twintig van de grootste staten onderhouden troepen vcor den rijksdienst en deze zijn onmiddellijk bij het uitbreken van den oorlog ter beschikking van de Indi sche regoering gesteld. Er zijn brieven onlvangen uit de meest afgelegen staten van Indië, waarin de innige wensch t© kennen werd gegeven om hulp te bieden. De Maharajah van Mysore hoeft een som van 50 laklis roepijen (een lakh—100,000, een roepij =2 sk.) beschikbaar gesteld. Door een aantal hoofden is een hospitaal schip aangeboden, terwijl de mabarajak van Rewa niet alleen alle staatsinkomsten, maar ook zijn juwcelen heeft aangeboden. Een ander maharajah, ofschoon reeds meer dan 70 jaren, heeft erop aangedrongen met het expeditie-leger uit te trekken en wenschte vergezeld te worden door zijn neef, een jongeling van 17 jaren. V erliezenlijst LONDEN. De verliezen der Franschen en Engelsche na de bekendmaking van de laatste verliezenlijst bedroegen tot 7 Sept. Gesneuveld 10 officieren en 61 manschap pen, gewond 63 officieren en 510 manschap pen, vermist 61 officieren en 2883 man schappen. Dienstneming lij het Engelsche leger. De Engelsche legatie te 's-Gravenhage maakt melding van stijgende geestdrift voor dienstneming in Groot-Britannië. Driemaal honderdduizend man zijn sinds de oorlog begon bij het leger in dienst getreden. En de lust om zich aan te melden is merkbaar gestegen sinds de Britsche troepen feitelijk met den vijand zijn slaags geraakt. Frankrijk. Van het Westelijk Oorlogsterroln. Er wordt, zooals wij weten, hard gevochten, oo het Westelijk oorlogsterrein, in do laatste dagen. Bijzonderheden daarover lezen wij nog in ccn telegram uit Parijs, over Londen geko men, aan c!e ,,N. R. C." Er zijn i?' Parijs nog meer ooggetuigen aan- g'.'komjn van de gevechten, die Maandag hebben plaats gevonden. Zij wijzen op een meesterlijke sa menweidcing tusschen de Engelschen en du Franschen. De Duitschers hebben tot tweemaal toe getracht, de Marne over te kemen, maar werden teruggelagen. D© verbondenden kwa men nu onder het vuur van Duitsche gemas keerde batterijen en machinegeweren, die veel uitwerking hadden. Maar spoedig waren ook de mobiele 75 m.M. kanonnen van de verbonde nen ia batterijen gebracht, die aan de Duitsche artillerie heb zwijgen oplegden. Iets hoogerop in de rivier legden de Duitschers een pontonbrug. Het werk werd knap en vlug volbracht; maar de Fransche batterijen vonden hun afstand en 6poedig was de brug tot ren hoop versplinterde planken teruggebracht. Andere berichten van Dinsdag behelsden, dat do Duitsche rechtervleugel op de vlucht is geslagen. Parijs kan opnieuw ademhalen. Het beleg, zoo het ooit tot een beleg komt, is ver weg. Toch reden er Maandagmiddag uhlanen door Cbantilly ©n nog diohterbij. Dinsdag waren ze verdwenen. De wegen rond om Parijs zijn nu over groote afstanden vrij. Een tocht door <lon zilveren morgenstond bracht mij gemakkelijk naar het rustige dal van de Grand Morin.- Ik reed verder en verder, tot ik eindelijk in den vollen middaggloed aan het einde van den weg witte stofwolken zag en een langen trein van Londensche omnibussen, volgeladen van binnen en bovenop met goed Fransch brood, kaas en kool. Ondanks stof en vuil en schrammen her kende ik in ©en der voertuigen nog een bus naar Hendonno. 58 stond er nog fier bovenop. Een Fransche kurassier wenschte te weten wat ik zocht. Uit mijn vuil geworden jas haal de ik een boekdeel paspoorten en andere gevi- zeerde documenten te voorschijn en de officier begon te lachen. Wij schudden elkander de hand. Hij zeide nog: .Eindelijk hebben wij hen op de vlucht gejaagd. Dit ia het begin van den weg naar Berlijn." En als een wervel wind stoof hij verder, vroolijk en wel. Dat wa- Ten ook de Fransche soldaten, terwijl ze verder trokken, zwart verbrand als sintels, de tong uit den mond, met stoffige baarden, maar met geestdrift in hot hart. Voorwaarts was hun kreet en vroolijk gingen ze voorwaarts op deze warme en opwindende jacht. Ik vernam van deze soldaten, dat do Duitsche rechtervleugel sinds den vorigen dag 25 mijlen hot Mamedal opgedreven was en dat hij nog aan het terug trekken was. dit gevecht in bot dal van de Marne worden Duitsche cavalarie en infanterie gevan gen gemaakt, zij waren zeer vermoeid en ver klaarden dat zij niet in de stemming waren om de aanvallen van de Engelsche cavalerie te trot- seeren waarover zij stom-verbaasd waren. Op het einde van dit gevecht in het dal van de Marne, barstte er een storm los, gespaard met een wolkbreuk. De Franscho en Engelsche sol daten wierpen hun uniformjassen en hemden uit en genoten van hot heerlijke regonbad. De meeste mannen, die daar zoo naakt in den stort regen stonden, waren van den rand van hun hoed tot don rand van hun kraag zoo donker als negers, terwyl hun lichaam voor het overige spierwit zag. Dit was de weldadigste verfrissching, die zij van het begin van den oorlog af hadden gehao. Op het bericht dat d<s Duitschers overhaast door het dal de vlucht namen, wierpen onze soldaten do kleeren over hun natte huid en in een oogwenk zaten zij hen op do hielen. Des avonds kwamen wij met eenige Duitsche gevan genen in Noisy le Sac terug. Er waren twee cavalerie-officieren hij. Zij waren in een toestand van moreole inzinking, zonder hoofdbedekking en blijkbaar verwach tend dat de menigte hen kwaad zou doen. In stede daarvan werden zij uiterst voorkomend en beleefd behandeld. Twee van do gevange nen weenden, toen zy door zes Franschte solda ten met, de bajonet op het geveor naar het station werden gebracht, waar zij in een paar- denwagen werden geladen, die 's avonds met den trein zou meegaan. Naar ik vermoed waren dat de eerste Duitsche gevangenen, die in de Fransche hoofdstad aankwamen. De. veldslag in Frankrijk. BERLIJN. Gcneral-Quartiermeister von Stein bericht- uit het hoofdkwartier: De bij de vervolging tot en over de Marne voort- gerukte legerafdeelingen zijn van Parijs uit en tusschen Meaux en Montmira.il door een overmacht aangevallen. Zij hebben de vijan den tegengehouden en zijn zelf vooruitge komen Toen berichten inkwamen, dat nieuwe sterke vijandelijke colonnes in aantocht wa ren, is hun vleugel achteruit geschoven. De vijand volgde op geen enkel punt. Voor zoover reeds bekend is, zijn eenige duizenden vijanden gevangen genome^ en vijftig stuks, geschut Jiuitgemaaki.

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1914 | | pagina 2