No. 5.
Donderdag 27 Augustus 1914.
Orgaan voor Leger en Vloot.
BERSSHT!
Onder redactie van D. MANASSEN.
Over de greppel.
De Neilerlandsche vereeniging
„Onze Vloot".
Oplaag 52,000 exemplaren.
E SOLDATENCOURANT
ADRES VAN BED ACTIE EN ADMINISTRATIE: P.'LE3TRINASTRAAT 10,
AMSTERDAM, TELEFOON Z. 4968.
DIT BLAD ZAL DRIEMAAL PER WEEK VERSCHIJNEN. LC„
NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR NIET-MILITAIRKN 2 CENT.
ABONNEMENT ƒ1.50 PER DRIE MAANDEN. VOOR ADVERTENTLËN
WENDE MEN ZICH TOT KOUMA's ADV.-BUR., 226 HEERENGR. A DAM.
Door het Departement van Oorlog is een regeling getroffen nopens
hot afdragen van geiden, uit den verkoop van De Soidatencourant ver
kregen, waardoor opzending aan de Administratie der Soidatencourant
achterwege kan blijven. In het Recueil Militair wordt hiervan mede-
deeling gedaan.
Er wordt van heden af door de onderdeelen der Landmacht dus geen
geld meer aan ons adres toegezonden.
Wat de onderdeelen der Zeemacht betreft, zien wij op den ouden
voet wekelijks de afrekening der verkochte exemplaren tegemoet.
Uit all^ deelen des lands stroomt ons thans de correspondentie toe.
Die belangstelling verheugt ons zeer. Wat de verschillende vragen en
opgaven betreft, oefene men s.v.p. eenig geduld. Wij zullen alles met de
grootste nauwkeurighéid in orde zien te brengen. Maar splitsing b.v. van
pakken in een aantal, bestemd voor kleinere onderdeelen, is door ons niet
te bewerkstellingen als ons niet nauwkeurig de naam van het Korps wordt
gemeld. Dan nog hebben wij de hulp van het Alg. Hoofdkwartier noodig.
Er kan dus eenigen tijd mee heen gaan.
Voorts zullen wij de grootte der zendingen steeds dichter bij de ter
onzer kennis gebrachte wenschen brengen. De meeste verlangen gelukkig
méér Soldatencouranten. Anderen kunnen met minder exemplaren toe en
een hoogst enkele, b.v. uit een groot stadscentrum, zegt lectuur genoeg
te hebben. Toch behoort ook hier De Soidatencourant thuis en blijven
wij aan alle ons door het Alg. Hoofdkwartier verstrekte adressen door
zenden. men bedenke toch, dat het goede doel, dat Do Soidatencourant
in het leven riep, op aller medewerking mag doen hopen. De courant
bevat niet alleen oorlogsnieuws. Zij bevat illustraties en beschouwingen,
dS© men tevergeefs elders zoeken zal.
Lezers, alle hens aan dek
In geen enkel onderdeel van Land- of Zeemacht, klein of groot, mag
De Soidatencourant tevergeefs naar belangstellende lezers uitzien. Het
moet liefst overal gaan, zooals reeds bij vele compagnieën, die dringend
om een bijna verdubbelde zending vroegen j
De Minister van Marine.
Wat van den Minister van Oorlog gezegd
kon worden, geldt niet minder voor zijn
ambtgenoot van Marine. Minister Rambon-
Aan de Limburgsch-Duifsche grens.
•Evenals... (wie was 't ook weer?) eens
met z'n tegenstander over vredesvoorwaar
den onderhandelde op een afgebroken
rivier brug, zoo stonden thans de Duitse he
Einnehmer en mijn persoon tegenover
elkaai aan de greppel, die met geagiteerde
houweelslagen, door den harden basaltweg
was gebroken.
Aan zijn rechterhand bevond zich de
dreigende Pruisische barricade: loopgraaf,
omvergeworpen kipwagentjes en voermans
karen, een ontwortelde populier en daar
vóór de stapel zandzakken met er tusscben
door een zwaren balk, zoodat zich overal
■waar de rondbuilende zakken den balk
raakten kleir.e schietgaten vormden.
Aan mijn linkerhand de Hollandsche
draadversperringvier of vijf dennenpalen
in den grond gedreven on 't geheel als een
v/eideomhei uing afgemaakt met gloednieuw
prikkeldraad
Vóór ik me had gewaagd tot de greppel,
had ik de noodige voorzorgen genomen,
't Was nog zoo kort geleden dat do dorps
dokter, toen hij met z'n auto wat te dicht
was genaderd tot de barricade, zich plotse
ling belaagd had gezien door een vijftal
geweerloopen
Aan de Hollaudscbe grenswacht stelde ik
dus eerst voorzichtig de Vraag, of 't niet
gevaarlijk zou zijn voorbij onze draadver
sperring te stappen. M.aar de Brabantsche
landweerman stelde me gerust: „Gaat maar
'ne keer kijken. Ze doen niks."
Over de zandzakken gluurden eeu paar
blozende gezichten, gedekt door een klep-
loos uniformpetje. Ze lachten me joviaal
toe. Inderdaad, die zagen er vrij mak uit.
Toch zwaaide ik voor alle zekerheid, bij
■wijze van witte vlag, met m'n zakdoek en,
om de draadversperring stappend, riep" ilc
al uit de verte; „1st der Herr Einnehmer
iauch da?"
„Ah, jawohl, kommen Sie doch gleich
ihsiüberv?
net kent in deze dagen geen rust. De ver
dediging te water van ons land met zijn
lange kuststrook en zijn vele zeegaten en
belangrijke steunpunten, is e6ii taak, die in
haar voorbereiding alle aandacht en zorg
van onzen Minister van Marine in beslag
neemt.
Minister Ra-mbonnet is kapitein ter zee.
Blij is, zooals men weet, een bekend voor
stander van een stevige slagvloot. In Indië
verwierf bij het kruis voor moed, beleid en
trouw, d" Militaire Willemsorde, - mooiste
onderscheiding voor den soldaat.
Als de „Soidatencourant" eerder het dag
licht had aanschouwd, zou het hoofdbe
stuur van de Ned. Ver. „Onze Vloot" niet
nagelaten hebben om zijn oproep aan alle
landgenooten, ook aan de redactie van dit
nuttige blad too te zenden met verzoek om
plaatsing.
Desniettemin zijn wij deer Redactie er
kentelijk, dat zij dien oproep toch in hare
courant opnam en twijfelen niet, of de Re
dactie zal mij vergunnen oen on ander om
trent het allereerste resultaat mede te dec-
lcn.
Ik zeg het allereerste resultaat, want niet
waar wij zijn slechts in het begin en heb
hoofdbestuur vertrouwt dat de bronnen,
waaruit geholpen kan en wil worden, nog
Maar ik bleef vóór de greppel én van de
andere zijde naderdo dc groen geunifermde
douanechef.
„Etwas Neues J"
„Nicht viel. Ick hab' mir das mal ange-
sehen bei Maastricht."
Ah soKommen Sie doch schnell ker-
über
„Houclt ge me niet daar?"
„Ah, welnee."
't Heele troepje van den Duitschen grens
post, mannen van den landstorm en een
paar grenskommiezon, kwam bij elkaar
onder den pereboom naast 't buis van den
Einnehmer.
„Etwas Neues?"
,,'n Klein voorpostengevecht in Noord-
België, tusscben Hasselt en Leuven, bij 't
dorp Haelen."
„Ah .jawohl.Haelen." Dab wisten ze
al. Maar dat er niet moer dan 'n 5000 man
aan weerskanten hadden gestaan, vonden
ze vreemd.
In 't kantoor van den Einnehmer hebben
we toen verder ons oorlogsgesprek gehou
den.
't Is daar niet meegevallen bij Luik",
kon ik niet nalaten te zeggen. Maar ze
lachten wat, schouderophalend.
„Weet ge hoeveel man er voor Lüttich
waren
„Niet meer dan 'n 5000."
Maar dat moest ik tegenspreken. Tot we
accoord gingen, dat er in 't begin niet
meer dan 'n 5000 waren geweest.
„België bad ons moeten laten doortrek
kenNeutraliteit handhaven?.... Tegen
over wie?.... Alle Europeesche Groszmach-
te haben jetzt Krieg.... Pro forma zich ver
zetten.,.. Maar België is französisck....,
das ist der Witz... Allein mach 's ja doch
nichts. Das Manneke hebben de onzen even
aan de Jacke gepakt...."
„Maar waarom duurde dat zoo lang daar
bij Luik?"
„Ja, wissen Sie.... Fiiuf Armee-korpsen
zijn daar België ingetrokken. Voor Lüttich
was niet meer dan één Pruisisch Armee
korps.., Wo sind die yier übrigen
lang niet opgedroogd zijn. En dan, wij
zijn voor onze matrozen en onze soldaten
neb kinderenals wij b.v. zeggen„Een
kinderhand is gauw gavuld", dan zeggen
wij tegelijk „een kind is nooit tevreden,
hot wil altijd meer hebben."
en voeg er bijvelen kleintjes maken één
groote."
Met twintig man een stuiver en No. 21
een postwissel van 21 ct. "brengt men aan
„Onze Vloot" een postwissel van f 1 voor de
kameraden op zee, aan de grens, of in de for-
Ik kan voorhands u alloon wat mededee- ten, voor wie geen muziekgezelschap, geen
lea van wat welwillende harten aan ons tooneelvereeniging kan spelen, hoe graag
hoofdbestuur zonden. De tijd is nog te kort ZIJ zouden willen.
dan dat wij ook maar één enkele opgave En ten anderen, gij makkers, die het
zouden hebben van wat andere welwilleuden financieel wat beter kunnen doen, koop den
aan onze 25 afdelingsbesturen deden toe- heer Sandberg, als hij straks bij u komt,
komen l wat af van wat hij medebrengt, want met
Behalve een flinke som geld, circa 40,000 i waar CEn kisti6 sigaren gekocht en betaald
sigaren, eenige honderden kilo's tabak en f'lft kas v00r d« rnipder bedeelde
verschillende versnaperingen, hebben wij j geraden. Ln duur zijn zij met.
een paar duizend boeken er. tijdschriften 1 ?n slotte medeburgers die dit lezen,
en allerlei spelen (reserve, halma, beleg,- bedenkt het zelf en zegt. het aan vrienden
- - - en kennissen: „Onze Vloot kan alles en
nog wat gebruiken, neemt alles aan, kleine
a,nt i» en oroot,e o3,7011 'Q jgeld en f" g°öd, en is
echter organisatie noodig. Hulp om te ent" I met f oog op de mogelijkheid van eenige
1 i maanden mobilisatie wel gauw dankbaar,
vangen en te sorteeren gewerd ons 111 ruime f
i i ook wel tevreden maar zal niet gauw kan-
mate van dames, padvrndrfe en jonge man- *3
„en die gaarne voor het doel willen medo- Prenf dat mJ,.urvast in uw hoofd
®u'., lang de mobilisatie duurt, dan zult gij de
Met dé "ommiHie die geld inzamelt om j maJnek die v00r uw0 „„iligheid Jal!c„
aan de soldaten tabak en sigaren te ver- i
met vergeten.
ringspel, dominosteenen, colorito, en puzz-
les, enz.) ontvangen.
Voor de richtige verdeeling van alles 1
strekken werd aanraking gezocht en eene j
regeling getroffen, waarbij een in bet be- 1
lang van de betrokkenen overeenstemming 1
werd verkregen.
Eveneens werd met heb Algemeen Neder-
landsch Verbond eene regeling getroffen j
waarbij de distributie van lectuur zoo voor j
leger als vloot zoo juist mogelijk geregeld
werd en last but not least vermelden wij
dat jhr. G. C. S. Sandberg zich welwillend
bereid verklaarde in overleg met de mili
taire autoriteiten en de afdelingsbesturen
onzer vereeniging ter plaatse de versnape
ringen en verschillende spelen etc, persoon-',
lijk te gaan uitdeelen.
Mannen, kameraden, op de vloot en,
aan de grens, wij ontvingen behalve de be
wijzen dat zoovelen gaarne willen medewer
ken om uwe zware taak te verlichten
dikwerf zulke heerlijke staaltjes van me
deleven met u allen. Wat zegt ge b.v. van
dien jongen van ca. 15 jaar die een flink
pak Kwatta komt brengen, blijkbaar be
taald uit zijn spaarpot en die niét zeggen
wil wie hij is. Het was zeker oen aanstaand
zeeman want het antwoord was: „Dat doe+
De administrateur van „Onze Vloot"
J. BOELEN.
Een en ander over he! We Kruis.
II. (Slot).
De slag bij Solferino had plaats op 24 Juni
1859; de zege was aan de zijde der Fran-
schen gebleven, de vervolging van de Oos
tenrijkers gestaakt, elk der legers betrok
zijn kantonnement of bivak en alleen bet
gekerm van de gewonden brak de stilte van
den nacht af.
De morgenzon van den 25en Juni, be
schijnt eoii schouwtooneel, te vreesdij k dan
dat men, zonder ooggetuige te zijn geweest,
zich een goed denkbeeld van zou kunnen
vormen.
Het slagveld is overal bezaaid met lijken
van menschen en paarden; langs de wegen,
in de grachten, langs de heuvels, in de
boschjes, in de wei en overal liggen'lijken
iTiiri... en in de omstreken van Solferino liggen ze
ei- niet toe, maar 'hot is voor de*matrozen bij hoopen. De velden zijn plat geloopen,
Of van dien oude van dagen die gaf wat
hij heeft en die er bij zegt„voor de solda
ten van een oud militair, grensbewaker
van 1870". Begrijpt gij wat bij voor u
\oelb en dan, als hij bij u mocht kunnen
komen zult gij hem dan hartelijk bedanken,
den man die zijn drie weken vacantia be
schikbaar stelt om met zijn gramafoon uw
eenzaamheid op t© komen vroolijken.
Ja mannen, weet het en, ook als er nog
veel meer van u gevraagd mocht worden,
put kracht en opgewektheid uit de weten
schap dat. heel de natie voor u voelt, met
u medeleeft e-n rotsvast vertrouwt op uwe
toewijding en uw plichtsbesef.
Velen uwer kunnen medewerken om ons
werk te steunen en een steentje, zelfs een
flinlten steen bij te dragen tot bereiking van
ons doel.
Vooreerst gij allen die dit leest en die in
de garnizoensplaatsen zooveel genieten,
denk eens aan uwe kameraden die in minder
gunstige omstandigheden hun plicht ver
vullen. Laat u niet weerhouden omdat gij
maar weinig te geven hebtwant dan her
baal ik „een kinderband is gauw gevuld,"
't Leek wel 't spelletje van 'k zie, 'k
zie, wat jij niet ziet... Ik kon 't raadsel
niet oplossen, onderstelde alleen, dat ze op
trokken tegen 't Belgische leger.
„Ach was... Das Manneke... Die vier zijn
scbon lange wei ter... Stehen schon bei
Reims
„Maar hoe kunnen ze dat dan, met 't
geheele Belgische leger en de stelling van
Antwerpen nog onaangetast in den rug?"
Voor den Einnehmer was dat alles quan-
tité négligeable... Lüttich und das ganze
Belgenland da met een breeden arm
zwaai wees hij zuidwaarts is Duitsch.
Overal is Duitsch bestuur ingesteld. In
Lüttich ook; worden door de Regiments-
muziek al uitvoeringen gegeven.
„Ich will 's erklaren... Duitschland heeft
24 Armeekorpsen, Frankrijk 15. Dan kómt
Beieren met 4 Armeekorpsén, Sachsen,
Wiirtemberg, Baden, ieder met 2... De
Duitselie Armeekorpsen sind urn ein Viertel
grooter dan de französische... Duitschland
moet vóór alles zorgen, dat de Haupt-
schlaclit in 't Ausland geleverd wordt...
Komen do Franschen in Duitschland, dan is
Pruisen verloren.... Duitschland moet op
trekken, de grenzen over... Das ist der
Witz...."
„Frankrijk heeft 15 Armeekorpsen van
zooveel duizend manauf Papier. Pruisen
alleen heeft or 24.... die sind alle kompleté,
so liegt dör Hase in Pfeffer.
,.Mit der Flotte ist 's g'rade so. Engeland
heeft 10 Schiffe tegen Duitschland 6. Dat is
bekend. Maar als Engeland 10 Schiffe heeft,
dan heeft Duitschland er ook 10
„Engeland heeft onze kolonies genomen...
Laat zo hun gang gaan. Ze mogen ze alle
nemen, 's ist gana egal... Wenn der Krieg
urn ist, dan krijgen we ze alle terug.... en
méér. Da liegt.der Hase im Pfeffer."
Aan 't loket in den buitenmuur klopte
een werkman. Hij zag er wat vreemd uit
in z'n werkmanspakje, 't hoofd gedekt door
een te groot zwart hoedjo. Naast hem stond
z'n vrouw, zenuwachtig heen en weer du
wend een kinderwagen met een baby en al
lerlei lijfgoed.
„Wat wilt 26?" vroea de Einnehmer.
hét korén vertrapt, de dorpen zijn verlaten
en overal ontwaart men de uitwerking van
het kanonvuur; de muren der huizen wagge
len en de bewoners, die 24 uren verscholen
hebben gezeten, komen met angstigen blik
te voorschijn.
De gekwetsten die daar liggen zijn bleek
en uitgeput, zij die zwaar gewond zijn, rich
ten hunne starende oogen naar n toe, som
migen razend van pijn, smeeken dat men
hen af make.
Hier en daar ziet men hoe de dieven
de hyëna's van het slagveld sommige
dooden geheel hebben uitgekleed, ja, de
gekwetsten niet spaarden die nog teeken
van leven gaven.
Gebrek aan drinkwater maakt bet lijden
der gekwetsten ondraaglijk. Drie dagen en
drie nachten was men bezig om de lij kon,
die op het slagveld waren blijven liggen, te
begraven, doch velen, die in sloot of bosch
lagen, werden niet opgemerkt en ver
spreidden een vreeselijken stank.
Nog veel ellende zou beschreven kunnen
worden, doch het is genoeg om bij u de
vraag te doen opkomen: werd er dan bij
dien slag van Solferino niets gedaan om al
Copyright Yereenïgde Fotobureaux, Amsterdam.
Onze courant komt niet alleen in handen van leger en vloot. Ons kiek>e toont
ons een stoeren zeerob, die aan boord van zijn trawler de Soidatencourant stond te lezen.
De uitnemende foto's, waaraan wij dit en ons vorig kiekje ontleenden, danken wij aan
de „Vereenigde Foto-bureaux" te Amsterdam, die ze ons welwillend voor „De Soldaten-
courant." afstond.
Een thans getroffen regeling zal het ons mogelijk maken „De Soidatencourant"
zooveel mogelijk te illustreeren met foto's van dit bekende bureau.
dat lijden zooveel mogelijk te verzachten?
Het antwoord hierop is: Ja, er werd
gedaan wat met mogelijkheid gedaan kon
worden, doch het Roode Kruis bestond riet
en daardoor was behoorlijke hulp onmogelijk.
Hoe toen de verzorging van dooden en
gewonden geregeld was, zal met een paar
woorden worden aangegeven, de Fransche
regeling strekke tot voorbeeld, omdat die
beter georganiseerd was dan de Oostenrijksche.
In het Fransche Leger werd, per com
pagnie, een zeker getal manschappen aan
gewezen om de dooden op té zoeken en te
begraven, zij teekenden bet wapennummer
van den doode op en met behulp daarvan
werd aan de- familie kennisgeving van over
lijden gedaan.
De gewonden werden door de zorg van
de Intendance opgenomen, m karren gela
den en naar de dorpen of gehuchten ver
voerd, die in de nabijheid lagen.
Hoe de toestand was, blijkt uit hét vol
gende. De generaal Auger had een schot
in den schouder gekregen, 24 uren. zat de
kogel in de wond, alvorens gelegenheid ge
vonden kon worden die er uit te halen. Het
was te laat, het koudvuur was ontstaan
en de dappere generaal bezweek.
Gebrek of liever afwezigheid van hospi
taalsoldaten en doctoren waren de oorzaak
van den dood.
Zoo iets zou bij de tegenwooidige orga
nisatie onmogelijk wezen.
Het was op.de dagen van 25, 26 en 27
Toen reikte de man een bundeltje papie
ren over. „Probeeren om werk te vinden."
„Bij wien wilt ge dan werken."
Ja, dat wist de man ook niet. Maar bij
bad toch papieren. En vóóral wees hij op
een erg beduimeld en verfomfaaid papier,
dat de Einnehmer tevergeefs probeerde te
ontcijferen.
„Hier, Sie können das vielleicht lesen!"
Ik sloeg 't papier open. Een bewijs van
Nederlanderschap was 't, afgegeven in
Zuid-Holland. Aan alle kanten was 't be
schreven en bestempeld en beplakt met
postzegelstrookjes. Maar de Einnehmer was
niet te vermurwen.
„Gaat maar weer terug." En over de
greppel verdwenen weer de zwervers. In
Duitschland mochten ze niet, als ze er geen
bepaald werk hadden.
Verschillende malen klepte nu 't loketje
open en dicht. Fabrieksarbeiders, die na
afloop van 't werk terugkeerden naar Hol
land, lieten hun bewijs zien. Maar telkens
ook lew am er weer een, die probe ?rde om
toegelaten te worden, ten einde werk te
kunnen zoeken. Onverbiddelijk werden ze
terug gewezen.
„Al zulken mogen we niet binnenlaten.
Das ist Gesetz. Maar overigens hebben wc
opdracht direct vom Kaiser om den
Hollanders op de meist liebenswürdige
wijze te gemost te komen."
Of 't bij lie» ook zoo moeilijk was om aan
zilvergeld te komen? vroeg ik. Maar daar
van ondervond hij totaal geen last. Ging
zijn vrouw in de naburige stad boodschap
pen doen en kon men haar- niet terugge
ven van papieren geld, dan had zij 't recht
om de waren mee te nemen... „Das ist
Gesetz..." En niets mocht duurder ge
maakt worden.
Maar zeker was ook de schade voor
Duitschland enorm. Aan de grenskantoren
alleen b.v.... Hij ontving per dag anders
'n 500 Mark Zoll. Zijn collega, een post
verder, 5000 Mark. Dan waren er de kan
toren aan de Ba'nn, waar op sommige dagen
wel voor 4 millioen verzollt werd. Voor
't geheele rijk beliep 't zeker per dag wel
'n 10 millioen, alleen aan Zoll.
Toen kwamen we weer op 'b oorlogster
rein.
„Als Engeland maar niet in Vlissmgen
valt", opperde de Einnehmer. „Dan moest
Holland toch partij kiezen", meende hij.
„Zou 't.voor Engeland of voor Duitsch
land zijn?"
,,'tZal zoowel Engeland als Duitschland
keeren", hield ik vol. Maar direct was er
weer 't geringschattende in z'n toon, als
toen hij sprak van 't Belgische Manneke...
De spoorbrug laten springen zeker'? En
dan
Holland kon niet anders dan zich
DiTri-scbland zuschlagen. En met een blik
naar "t noorden voegde hij er bij Es'lie
gen da 150.000 man om Holland te hel
pen.... Totaal werkloos liggen die daar te
wachten..."
Maar ik schudde het hoofd en verze
kerde, dat we ook dis aangeboden hulp zou
den afwijzen. 'tWas den Einnehmer onbe
grijpelijk. De Duitscber was dumm, maar
dab de Hollander hem nu toch in dat op
zicht in Dummheit den baas was...
unbegreiflich,
Duitschland moest 't immers winnen
Rusland kan niets doeneen paar
Armcekorpsen waren daar al voldoen
de. De Russische oorlogshaven was
reeds vernietigdDuitschland kon
niet eens alle soldaten gebruiken, die het
liad. Waren er niet massa's weer naar huis
gestuurd Door 't veiister wees hij me een
jougmensch in burgerkleeding met 'n wit>
ten band. met een getal in Romeinsche cij
fers er op, om den bovenarm... Dat is 'n
vrijwilliger... Eerst was de geheele grens
wacht uitsluitend samengesteld uit vrijwil
ligers. Die zijn allen vervangen doo» land
stormmannen. Er waren er vóeJ £e veel.
„Merken Sie sich doch. Duitschland
heeft nu reeds 'n millioen man in 't veld."
Er; hoofdschuddend, dat er toch werkelijk
veel, veel te veel waren, wees hij weer op
't burgerjcngmensch. „Die heeft Medizin-
examen gedaan. Door den oorlog kan hij
z'n staatsexamen niet doen... Hij komt ge
regeld als vrijwilliger voor de grenswacht."
En met 'n knipoogje: „verwacht een her
inneringsmedaille als der Krieg zu Ende is.
Juni 1859 een onbeschrijfelijke toestand, want
waar levensmiddelen, water en verband aan
wezig was, daar kwamen handen tekort om er
gebruik van te maken. Waardoor? Door het
niet bestaan van het Roode Kruis.
In kerken en hospitalen lagen de ge
kwetsten gedrongen naast elkaar, zij konden
zich nauwelijks bewegen eu er
geen hulp, geen of zeer onvoldoende ver
pleging, waardoor tal van dappere soldaten
stierven. Het gemi3 van het Roode Kruis
werd ook hier al zeer erg gevoeld,
In een dorp zijn 500 personen in een
kerk gestopt en er vóór liggen er nog 100
op stroo met. een gespannen zeildoek boven
hun hoofd als eenige beschutting, wat daar
werd afgespeeld was verschrikkelijk.
Kunt gij u de ontroering van Henry
Dunant, die dit alles, zag voor den geest
brengen
Natuurlijk, niet waar, en zie dan eens
wat in het Zuiden van ons land, vooral te
Maastricht, gedaan werd: de auto's gaan naar
en over de grenzen, nemen de patiënten
over en brengen hen naar keurig ingerichte
verpleegplaatsen, waar zij met de meeste
zorg behandeld worden zie hoe alom in den
Lande, onder de zorgzame hoofdleiding van
Z. K. H. Prins Hendrik, asyls tot stand
komen, gereed om de ongelukkigen te helpen,
hoe overal comités van het Roode Kruis
verrijzen en dankt in gedachte den heer
Dunant voor zijn heerlijk en krachtig initiatief.
Dan heeft- hij ook meegedaan in den Krieg
1914, maar... geen vijand gezien."
Toen ik weer over de greppel stapte,
st-ond de Duitsche grenswacht in vertrouwe
lijk gesprek met de Nederlandsche. Een
paar Duitsche grenskommiezon rookten
hun pijpje. Ze hadden in deze dagen niet
anders te doen dan nu en dan eon patrouille
te vergezellen, opdat die niet door onbe
kendheid met het terrein op Hollaadsch
gebied zou verzeild raken. Aan de Duitsche
zijde van de draadversperring stonden twe<3
reuzenvrachtkarren klaar om straks de
Hollandsche groenten op te nemen. Een
beeld van internationale verbroedering,
maar... tusschen barricade en prikkeldraad.
Hier en daar op den terugweg lieb ik nog
wat geluisterd naar de oorlogsgesprekkon.
Eeu werkman vertelde aan een gehoor van,
veel vrouwen „Vroeger hebben de Pruisen
'ns op 15 Augustus een veldslag verloren^
Eu na dien tijd is die dag (O. L. Vr. Hemel
vaart) daar niet meer ale feestdag gevierd.
Maar ze hebben gezegd, als ze nou op den
15den den slag wonnen, dan zou die weer
als feestdag gevierd worden."
Druk babbelden de vrouwestemmen er
tegen in. „Keizer Wilhelm", klonk 't soms
wat luider. Oorlog..., schieten gebeurd.
waren de klanken, die ik opving. Maar den—
draad van 't gesprek kon ik niet voigé/2.-
Tot er één plots de vraag stelde: „En die
van België, de Koning van België ook?" en
't antwoord kwam: „Nee, neen, dê is
KatholiekToen begreep ik 't, dat er
sprake was van 't godsdienstig tintje, dat
men onder 't volk wil geven aan dezen
oorlog-
De eeuwenoude voorspelling luidde im
mers, dat 't één schaapsstal zou worden,
als de groote koning uit het Oosten den
keizer, die rechts te paard stijgt, in een
vreeselijken slag aan onze grenzen sou ver-
slaan en de Grieken en Protestanten terug
drijven. Terwijl hieraan zou voorafgaan een
vreeselijke aïgemeene oorlog, waarbij alleen
ons land zou drijven als een eiland in ee" zee
van bloed...,
I