Na. 3. Zaterdag Tl Augustus 1914J Orgaan voor Leger en VEoof. Bi toestand in den reuzenstrijd. Een rif met ecu tuf. Oorlogsnieuws. Onder redactie var D. MANASSEN. HET KONINKLIJK GEZIN. Oplaag 50,Duw exemplaren. DE SOLDATENCOURA ADRES VAN REDACTIE EN ADMINISTRATIE: PALESTRINASTRAAT 10, AMSTERDAM, TELEFOON Z. 4968. DIT HLAD ZAL DRIEMAAL PER WKEJv VCKSCii IJ N EN, LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN I CENT, VOOlt NIET-MJ LITAIKKN CENT ABONNEMENT 1.60 PER DRIE MAANDEN. VOOR ADVERTENTIEN WENDE MEN ZICH TOT ROUMA'» ADV.-IiUR., 2Zo HEKRENOR. A DAM. In de ernstige tijden, die wij doorleven, gevoelt de geheele natie zich één met het Koninklijk Huis. Allen hebben wij slechts een wensch, dat de drukkende tijden ons "Vorstenhuis en ons Vaderland voorbij mogen gaan, zonder blijvende schade en onheil te hebben veroorzaakt. Heel het volk draagt daartoe het zijne bij naar het koninklijke voorbeeld van onze geliefde Vorstin, die door haar opwekkende bemoeienis en krachtig initiatief ons allen tot verdubbelde werkzaamheid in dienst van het landsbelang weet aan te sporen. Een vriendelijk verzoek. Allen, die zoo welwillend zijn, zich met de verspreiding van de Soldatencourant te belasten, verzoeken wij vriendelijk, ons Diet na elk nummer, maar slechts éénmaal per week en dan liefst telkens op het einde der week de geïnde gelden na aftrek van 10 per postwissel te willen toezenden. Dit maakt voor ons allen de admini stratie eenvoudiger en gemakkelijker. Overgebleven exemplaren behoeven niet te worden teruggezonden. De Soldatencourant. W-j TnnrloTt n.i.inln.mj]lPll n-«>f.on olV onderdeel der krijgsmacht te velde of der zeemacht de Soldatencourant wordt toege zonden. Het onderdeel, dat geen Soldaten courant ontvangt, wordt vriendelijk ver zocht, dit aan de Administratie mede te deeleh, onder opgave van het aantal num mers, dat men dan wenscht te ontvangen. Indien aan bepaalde onderdeelen te veel nummers worden toegezonden, zouden wij ook dit gaarne willen vernemen, onder op gave van het aantal, dat voldoende is. Brussel is in de macht der Duitschers! De burgemeester der Belgische hoofd stad, Adolf Max, is den aanrukkenden vijand tegemoet gegaan en heeft de witte vlag geheven. Dat wil eigenlijk hetzelfde zeggen, als wat in vroeger tijd beteekende het overgeven van de sleutels der stad.. Dit is op het oogenblik het groote nieuws. Het wijst op een vooruitdringen d'.i- Duitschers, op een terugtrekken der Belgen. Dit laatste kunnen we ook opma ken uit heb verplaatsen van het hoofd kwartier van den Belgischen koning van Leuven naar Mechelen. Ook dat beteekent eeri terugtocht op Antwerpen. Overigens moet men de bezetting van Brussel door de Duitschers niet overschat Dezer dagen kreeg ik van iemand die alle nieuwe zaken lean aanschaffen, een uibnoodiging, die hij 'blijkbaar eigenhandig had geschreven, natuurlijk met de schrijf machine, van den volgenden inhoud: Waarde vriend! NAA tafe lga ik met tufuit enh eb zou mijge noegen doen als gemeeg ingt. Beest groten". Op het aangegeven uur was ik bij hem. Reeds in de verte zag ik een massa, men- schen voor de deur staan, die mij deed denken dat er een ongeluk gebeurd was. Naderbij komende bleek mij echter weldra, dat dit de gewone menschenverzameling was, die nog altijd een stilstaande auto mobiel aaugaapb. Maar niettegenstaande dit verdween mijn ongerustheid niet, toen ik zag dat heb voertuig stond te trillen als een koortslijder. Mijn vriend, die reeds op zijn post was, de eene hand aan heb stuur, de andere rustend op zijn knie, moest deze trillende beweging tegen wil en dank meemaken. Ik herkende hem nauwelijks, zog vreemd zag hij er uit, heelemaal in kalfsleder gekleed met de keurige chauffeurspet op het hoofd, den stormband onder do kin, terwijl hij voor het gelaat een verband droeg, dat bij nadere beschouwing bleek te zijn een don ker gekleurde bril, en een respirator voor dea mond. Ha ik. leek als ik beu ia alle ten, al is het in moreel opzicht zeker be langrijk, dat de Duitsche troepen de hoofd stad van het vijandelijk land in bezit heb ben. Brussel is echter een open stad en van een verdediging kon in geen geval sprake zijn. De overgave is ook niet geschied als een gevolg van een beslissend gevecht; de Duitschers hebben omzichtig en beleidvol de verbindingen met do hoofdstad verbroken, deze als *'t ware geïsoleerd. Op den algemeeneu toestand van den Europeeschen reuzenstrijd is de overgave van Brussel dan ook waarschijnlijk van maar zeer betrekkelijk belang. Nog is de algemeens slag niet geleverd, die een be slissing van eenige bebeekenis zou kunnen brengen. Wel moet er gister en Woens dag bloedig gevorkten z'jü bij .Leqyeo. Nu staat er "blijkbaar een reusachtige over macht tegenover het Belgische leger en, al komen er nog geruststellende communique's van de Belgische regeering, het teruggaan op Mechelen was een terugtocht van het Belgische leger. Verder valt er van den algemeen en toe stand nog niet veel te vertellen. Er zijn nog volstrekt geen gissingen te wagen aan wie in het einde de overwinning zal zijn. 't Is nog altijd de voorbereiding tot den groo- ten strijd, een voelen en tasten en het kan later best blijken, dat deze eerste successen van de Duitschers in België niet de betee-, kenis hebben, die men er thans aan hecht te Berlijn. Dit is een moderne oorlog, een krijg, zoo als er nog nooit is gevoerd. Zooals een Fransch communiqué er ook op wijst, zijn er in dezen oorlog geheel nieuwe methoden ingevoerd, staan ex legermassa's tegenover elkander, zooals de wereld nooit heeft ge zien. Men kende vroeger legerfronten van eenige tientallen kilometers, thans zullen het er eenige honderden zijn, als de groote veldslag komt. Over zulk een uitgestrekt heid, is het moeilijk één algemeene over winning te behalen, en zoo kan het gebeu ren, dat aan den eenen vleugel de eene partij vooruit dringt en aan den anderen de tegenpartij. Van weerskanten zal men zich dan de overwinning toeschrijven, ter wijl de slag eigenlijk onbeslist is gebleven. Wij moeben dus nog steeds afwachten, rustig en .kalm, en ons vooral niet in de war laten sturen door tegenstrijdige tele grammen. Voor heb oogenblik bereiden de Duitschers en Oostenrijkers aan den eenen, de Franschen en Engeischen aan den ande ren kant zich nog slechts voor. Dat de laatsten zoo weinig van zich laten merken, kan een gegronde reden hebben. Voorloo- pig mag daarover geen uitspraak worden gedaan door wie onzijdig en onpartijdig den toestand beschouwt. België. sportzaken, kwam gewoon gekleed met den hoogen hoed, als iemand die een of andere plechtigheid gaat bijwonen. Dat ging na tuurlijk niet en hij droeg zijn bediende, die al de nieuwsgierige bewonderaars op een afstand moest houden op, dadelijk uit den voorraad automobiel-benoodigdheden een pet en een bril te halen. Toen ik dus in een chauffeur veranderd wa3, stapte ik niet dan met een beklemd hart in. „Vooruit!" riep mijn vriend. Hierbij trok hij aan een stang, waardoor het ge vaarte, dat door onzichtbare machten scheen te worden bewogen, een paar passen achteruitging. „Waar gaan wij heen?" vroeg ik snel. „Naar Dièmen!" antwoordde hij aan heb stuur draaiend en den stang andersom zettend. „Maar ge rijdt naar Sloterdijk!" riep ik eenigszins angstig, want hot .was mij weldra duidelijk dab hij met zijn automobiel even min op do hoogte was als met de schrijf machine, dat hij daarmede eveneens prut ste als met zijn fotografietoestel, kortom dat hij nog maar een dilettant-automobi list was. „Pardon", verontschuldigde hij zich, terwijl hij allerlei handgrepen deed, met het gevolg dat de wagen eindelijk toch een voorwaarbsche boweging maakte. Het ging prachtig. Het bibberen had opgehouden. Wij reden zonder het minste stooten den weg naar Diemen op. Ik kreeg een gevoel van iidelheid, alsof ik een niet gering aandeel had aan het voortbewegen van Eet rijtuig, alsof heb mijn uitvinding Brussel overgegeven. De correspondent van het „Als. Handelsblad" te Brussel seint uit Terneuzen d.d. 20 Aug.; Cisteren leverde de burgerwacht to Brussel de geweren in bij het gemeentebestuur en wc-rden de opgeworpen barricaden verwijderd. Hedenochtend te elf uur werd de stad door den burgemeester aan da Duitschers overge geven. Cisteren en eergisteren is bloedig gevochten tusschen Leuven en Acrschot. Het hoofdkwartier met den Koning ver plaatste zich Dinsdag van Leuven naar Me chelen. De officicele communiqués blijven geruststel lend luiden, doch do feiten wijzen er op, dat de terugtocht op Mechelen gedwongen was. Het is nog niet bekend hoeveel Duitschers in Brussel zijn, doch naar vermoed wordt, Is hun aantal niet groot. Een uitval naar Brugge ter bevrijding der gevangenen wordt mogelijk geacht. Donderdagmorgen om elf uur kwamen de eerste troepen cavalerie bij de Leuvenscke Poort de stad binnen. Burgemeester Max was de Duitsche troepen tegemoet gegaan en heb was een pijnlijk oogenblik, toen bij de aankomst de witte vlag omhoog werd ge houden, ten teeken dat de bescherming van de stad gevraagd werd. Toen de Duitsche troepen waren genaderd, trad een comman- deerend officier naar voren, die zich eenigen tijd met den burgemeester op vriendelijke wijze onderhield. De officier gaf den bur gemeester de absolute, verzekering, dat de stad geen leed zou geschieden, indien de inwoners zich kalm zouden gedragen en niet tot vijandelijkheden zouden overgaan. Gisterochtend had burgemeester Max reeds de volgende proclamatie gepubliceerd Toen echter het verkeer langs den weg drukker werd, werd mijn vriend onrustig. Door het groot aantal rijtuigen moest hij scherper uitzien, en zoodra hij een hand vrij had, liet hij den waarschuwiugshoorn telkens dienst doendaarbij draaide hij het stuur nu links, dan rechts, zoodat ons voer tuig mij onwillekeurig deed denken aan iemand, die dronken was. Blijkbaar wilde hij een stillen weg langs rijden, maar hier tegen kwam ik op, want, laat ik het maar ronduit bekennen, ik wilde gaarne dat mijn bekenden mij tegenkwamen in dit aller nieuwste voertuig. Mijn voorstel vond nogal bijval. Een anders niet zeer drukke straat was nu vol menschen, rijtuigen en handkarren, zelfs de kinderen uit een weeshuis liepen a-ls een lange streep op dit ongewone uur te wan delen. Do bestuurder moest zijn zinnen bij el kaar houden. Maar zijn tegenwoordigheid van geest werd op een zware proef gesteld, want het ontging mij niet dat hij in zijn zenuwachtige opgewondenheid telkens van snelheid veranderde en op een gegeven oogenblik recht op een oude vrouw aan reed. Tot, mijn genoegen wist hij eokter steeds nog juist bijtijds een aanvaring te voorko men en zei onwillekeurig, zonder zelf te weten tegen wie: „Pardon!" Dit zei hij ook, toen hij bij heb omslaan van een hoek een stilstaand rijtuig op zijde schoof. „Neem toch dien bril af, ge kunt niet zien", zei ik beangst, toen wij een steile brug afreden,. Medeburgers, Ondanks den heldhaitigen tegenstand van :ze troepen, geholpen door de verbonden legers, is het te vreezen, dat de vijand in Brussel zal binnentreden. Indien deze moge lijkheid werkelijkheid zou worden, hoop ik, jop de kalmte en koelbloedigheid van de ^evolking te kunnen rekenen. Dat men zich wackte voor alle opwin ding, voor alle paniek. De gemeentelijke autoriteiten zullen hunne posten niet ver- daten. Zij zullen doorgaan hunne functies ite bekleederi met die sterkte, die gij van (ben in zoo ernstige omstandigheden rnoogt .verwachten. r Het zal nauwelijks noodig zijn mijne •medeburgers te herinneren aan de plichten (van allen tegenover het land. De wetten ,van den oorlog verbieden den vijand de be- jvOlking er toe te dwingen inlichtingen over het nationale leger en over zijne middelen tvan verdediging te geven. De bewoners 'moeten weten dat zij in hun recht zijn te weigeren wat dan ook aan den indringer betreffende dit punt mede te deelen. Deze weigering is hun opgelegd in het belang van het vaderland. Dat niemand van u aanneme als gids aan den vijand zijne diensten te verkenen. Dat ieder zich hoede tegen spionnen en vreemde agenten, die zouden trachten in lichtingen in te winnen, of manifestaties in zekeren zin te verwekken. De vijand kan wettelijk geen aanval doen, noch op het leven van de burgers, noc-h op het particulier eigendom, noch tegen de godsdienstige of philosofische overtuiging, noch tegen de vrije uitoefe ning van den eerodienst. Dat ieder misbruik door den indringer gemaakt mij direct worde medegedeeld. Zoo lang ik in leven en in vrijheid zal zjn, zal ik met al mijn krachten de rech ten en de ■waardigheden van mijne mede burgers beschermen. Ik verzoek den inwoners mijn taak te ver lichten, door zich te onthouden van alle da den van vijandelijkheid, van alle gebruik van wapenen, van alle tusschenkomst in -gevechten of ontmoetingen. Medeburgers, wat er gebeure, hoort naar de stem van uw burgemeester en behoudt het vertrouwen in hem, hij zal het niet verraden. I Leve het vrije cn onafhankelijke België, leve Brussel. 10 Augustus 1914. ADOLF MAX. Toen deze proclamatie werd aangeplakt, .verdrongen zich honderden er voor. Zij kon den zich niet begrijpen, dat hun stad bin nen enkele uren in handen van de vijanden 1enjjsing vta* vau- heru; ting. In de laatste dagen was de opgewon denheid reeds erg gedaald. Sinds Woensdag avond was alle telegrafische gemeenschap van de hoofdstad met de provincies, en kele plaatsen uitgezonderd, reeds verbroken. Aan de beide stations verdrongen zich dui zenden om nog intijds te kunnen vluchten, doch de aandrang van het publiek was zoo sterk, dat de groote deuren van de stations moesten worden gesloten. Desniettegen staande kon een groot aantal menschen met de treinen, naar Gent, Edinghen enz. mee komen. Koning Albert van België. Onze Londensche medewerker schrijft Ik las in de „Daily Chronicle" hetgeen een der oorlogscorrespondenten van dat blad, de bekend geworden Donohoe, schrijft over den Belgischen Koning het is zeker aardig genoeg om thans te worden gelezen en ik laat het dus vertaald volgen: „De koning der Belgen is dag in dag uit onder zijn soldaten geweest, hen door zijn tegenwoordigheid troostend en aanmoedi gend. De koning heeft een afschuw van praal en mooi-doenerij en houdt er van zich kalm en onopgemerkt te bewegen, op dat hij, zoo mogelijk, allen zal kunnen zien, zonder gezien of herkend te worden. Hij is een sympathieke figuur in een een voudig blauwe uniform, zonder eenio- eere- teeken wat ook, dat zijn hoogen rang aan duidt. Hij is geen salon-soldaat. Hij heeft nachten doorgebracht in het bivak met zijn dappere soldaten, die zoo flink hun land tegen Duitschland verdedigen. Hij ver Hij hoorde mijn goeden raad niet, hoewel die door mijn zucht naar zelfbehoud bijna een bede geleek. Hij nam den bril niet af. Een automobielrijder zonder oog bedekking! Dat bestaat met- En bovendien, bij had cle handen niet vrij om zoo iets te doen, ter wijl hij toch ook de rem moest gebruiken, want de steilheid van de brug was mij nog nooit zoo opgevallen als op dit oogenblik. „Pardon!" zei hij weer en draaide en 6tootte aan allerlei raadjes en stangen, zon der dat naar het mij voorkwam de snelheid va-n do „kar" eenige verandering onder ging. Onbegrijpelijk was de kalmte waar mede de aapjeskoetsiers ons zagen voorbij- rennen, terwijl wij ongetwijfeld onzen on dergang te gemoet snelden. Ik zag naar een geschikte plek uit, waar ik in het ergste' geval uit de kar zou kunnen springen. Het 6choen dat de bestuurder een nieuwe snelheid gevonden had, tenminste wij re den met wat minder vaart. Ik zag dat uit alle luchtgaten met stooten kleine wolk jes kwamen, wat tot dusverre niet gebeurd was en welk feit ook miju buurmau scheen te verontrusten. Ik begreep bij instinct dat de ontplof fing die weldra volgon moest, vlak onder mijn zitplaats zou gebeuren, zoodat ik daarna niet meer tot de levenden zou be- hooren. Benzine, dat is bekend, doet alle vetvlekken 6poorloo6 verdwijnen, en zoo zou ook ik, het kleine vlekje op het groote wereldvlak, weggeveegd worden door de zelfde stof. Maar het geschiedde anders. Voordat ik den beslissenden sprong be hoefde te doen, bleef onze maohine stil staan» als. door een onzichtbare macht tegen plaat st zich gewoonlijk in een auto, bestuurd door een soldaat-chauffeur en vergezeld door een enkel officier. Gedurende de gevechten bij Diest en Haelen kwam hij op een punt laugs het front van den vijand, waar het geraden voor hem werd zijn auto to verlaten. De Koning, vergezeld door zijn eren een voudig gekleeden adjudant, wilde raar de plek waar de ernstige gebeurtenissen zich af speelden. Ik ontmoette hom herhaalde malen in den loop van den dag en te mid den van al de drukte en verwarring van den oorlog was het vermoedelijk niet te ver wonderen dat de Koning der Belgen, wan delend door de straat eener levendige stad. af en toe togen soldaten en officieren aan liep, door wie hij zelfs niet werd herkend De lange, knappe man in zijn bestoven uniform, do pince-nez op den neus, be woog zicli eenvoudig weg tusscbon zijn vech tende mannen. Niemand nam nota van hem omdat de eenvoud van zijn uniform geen aandacht trok. Gisteren begaf hij zich gedurehde zijn rondwandeling naar het mili taire hospitaal, waarin tal van gewonden Belgen en Duitschers liggen. De koning wenschte binnen te gaan en de schildwacht uiet wetende wat de rang van deze nofficier was, vroeg hem of hij een speciaal verlof had het hospitaal binnen te gaan. „Neen", antwoordde de vorstelijke be zoeker kalm, „ik heb geen pas, maar ik ben de Koning cn misschien wilt ge mij toe laten." De schildwacht glimlachte ongeloovig en de besliste tusschenkomst van den adjudant was noodig voor de schildwacht overtuigd werd dat de Koning der Belgen toegang verlangde. Thans is het bekend geworden dat de Koning rond gaat en de gc.-aren en ontberingen van zijn leger deelt, en ieder soldaat kijkt nu uit naar den langen, knap pen man met hot gebruinde gelaat en den pince-nez en in een uniform, die geen bijzon deren rang aanduidt en zelfs ietwat ver sleten lijkt. Gisteravond laat zag ik den Belgischen vorst aan den kant van den weg zitten, sandwiches etende en water drinkende uit een soldaat-veldflesch. Zijn Spartaar.sche eenvoud is een van zijn karaktertrekken. Hij reist zonder eenig escorte en als zijn auto wordt tegengehouden door de Burgerwacht of eenvoudige boeren, dan toont hij zijn pas van het Ministerie van oorlog, gecon trasigneerd door den generaal van den staf, waarin zijn opgeteekend ziin volle naam, geboorteplaats en beroep. „Koning der Belgen." Albert, Koning der Belgen, is een be minde figuur, vol geestdrift en vaderlands liefde en vast besloten tot het einde toe de invallen des Duitsche» Keizers in zijn vreed zaam Koninkrijk te weerstaan. Hij is be mind bij het leger en het is algemeen be kend, dat hij de gelofte heeft gedaan t-e vallen aan het hoofd zijner soldaten, die den Belgischen grond verdedigen, liever dan de knie te buigen onder het Duitsche juk van vazal-staat". De Koningin te Antwerpen. De „Nieuwe Gazet" schrijft: De koningin en haar kinderen zijn binnen onze muren. Zij zijn welkom in de Scheldestad. Antwerpen kan in vredestijd wel eens ge dacht hebben aan de gevaren van zijn posi tie als laatste bolwerk der Belgische onaf hankelijkheid Op dit oogenblik nu heb gevaar er werkelijk is, nu denkt het maar alleen meer aan de eer, die. aan het gevaar verbonden is. De Koning staat aan het hoofd van de troepen en deelt, als de eerste soldaat de beste, in al de verschrikkingen cn de ontbe ringen van het oorlogsveld. Hij vertrouwt aan Antwerpen thans het liefste toe wat hij bezit: zijn vrouw, die door onze gewon de soldaten als een heilige wordt vereerd en zijn kinderen. Zijne Majesteit kan ge rust zijn Zij zijn veilig in ons midden. Heel Antwerpen betrekt de wacht rond om henhet paleis op de Meir, zooals het gehouden. Waarom, weet ik niet, maar mijn vriend drukte eenige malen op den signaalhoorn. Hij sprong uit de kar en be keek de machine van alle kanten. De nieuwsgierige automobielbewonder&ars scho ten al6 het ware uit den grond op. Hij bukte zich ën knielde, stak in den waren zin-den neus in alle hoekjes eu gaatjes en schudde heb hoofd, want alles was in de beste orde. Plotseling werd het hem dui delijk. „Pardon", glimlachte hij gedwongen, sprong weder op zijn plaats en weer ging het voorwaarts, nadat de hoorn zijn lieflijk geluid had doen weerklinken. Maar de volgende 6traat, dat spande de kroon. Nog nooit heb ik daar zooveel men schen en rijtuigen- gezien. De signaalhoorn was hier niet voldoende, maar de bestuur der gaf den naderenden koetsiers ook teeke nen met de hand, waaruit nu juist niet viel op te maken of hij daarmede de rioh- ting aangaf die de tuf zou volgen, dan wel of do koetsiers naar die zijde moesten uit wijken, ten einde een botsing te voorkomen Maar het liep gelukkig goed af. „Wacht maar, straks zuilen wij hem wel een handje geven", zei mijn vriend, die nu overmoedig begon te worden. En werkelijk, ©en eindje verder begon hij te toeteren alsof het jongste gericht was aangebroken. Het ging met verbazende snelheid. Maar dat duurde niet lang. Vanzelf ver minderde de vaart, de tuf verflauwde en eindelijk stonden wij weer stil. Opnieuw sprong mijn vriend uit den wagen en bekeek alles zeer nauwkeurigdraaide aan alle schroefjes eu stangen, goot olie in de vaat- er nu staat, met zijn ramen gloeiend van licht, ïs als hot hart van Antwerpen gé worden, waarin al liet bloed dor ScheWe- stad warm cn bruisend te zarncn stroomt. JIct gevaar is er, maar do nood nog niet. Nog in verre niet. Maar, moest ooit do nood aan den man komen ook do hoogste nood dan zullen, met hun geëerbiedigde vorstin in hun midden, do Antwerpenaren tot den laatste» man en do laatste,vrouw zich hot vertrouwen van do natie waardig toonon. Telegrafische verbinding met België. Do telegrafische verbinding met Brussel is thans ook verbroken. Nederiand beeft, wat België aangaat, nu nog slechts langs tclcgr'&tLchen weg communicatie met Ant werpen. Ook do telegraaflijn Brussel—Ant werpen is afgebroken. Een kasteel vermeld. BRUSSEL, 19 Augustus. Do Belgi sch© genio heeft het kasteel March©- lee-Dames iu do lucht doen springen. Hot kasteel was gelegen in het schootsveld van de forten orn Namen. Het zou verkeerd zijn echter andere conclusies uit deze mili taire handeling te trokken. De stelling van Antwerpen. Uit de weinige berichten, welke do Bel gische bladen daaromtrent bevatten, blijkt üat met groot© kracht gewerkt wordt, om d© belangrijke stolling van Antwerpen zoo krachtig mogelijk te maken. Doze stelling, die een omtrek heeft van 105 K.M. geldt voor d© sterkst© van Euro pa. D© laatst© jaren lieeft het parlement grootbedragen toegestaan voor do moder- ciseering van de vesting. Een gedeelte der verken kaa gedekt worden door inunda ties. Van groot belang is natuurlijk de toevoer van levensmiddelen enz. Janga de Schelde. De militair© autoriteiten hebben aan d< bevolking bekend gemaakt, dat d© stelling Antwerpen fchana zoo is toegerust, dat zij een langdurig beleg kan doorstaan. De Antwerpsche bladen stellen de bur- gerij gerust door te herinneren aan d© schit- V terende belegering van Antwerpen in de I zestiend© eeuw. Het Belgische leger trekt terug op Antwerpen. De correspondent t© Antwerpen van het Alg. Handelsblad seint, du. 20 Aug. De ochtend bladen publiceeren d-.- volgen de communiqués, welke ik zonder conuyagr. ï£ibn~ niëdédeel.' Op dit oogenblik teekent zich de alge meen© toestand op het Belgische oorlogs veld als volgt, na veel tijd, waarbij zij een groot getal manschappen verloren, alsme de belangrijk materieel, is het den Pruisi- sischen rechtervleugel gelukt veld te winnen op d© beide Maasoevers en kregen de Duitschers contact met het Belgische leger en de Fransch© voorposten. De Duitsche troepen ten noorden van de Maas bestaan uit fracties van verschillende korpsen, die Luik aanvielen en nu beschikbaar werden, waaronder ook ruiterij. Dank zij do laatste is het veld voor de Duitschers vrij en kon den zij doordringen tot ver'in de Kempen. De Duitsche legers zijn dua in contact met d© onze, die hen meer dan veertien dagen hebben doen verliezen, om dit resultaat te bereiken. Dit tijdverlies en de andere geleden ver liezen kunnen onberekenbar© gevolgen heb ben voor de verdere operaties. De normale ontwikkeling dezer operaties volgens het plan dat is opgomaakt tusschen de bond- genooten, kan net eene oi andere leger van stelling doen wijzigen, om de algemeen© voorwaarden te verboteren. De Belgen vormen den buitenvlcugal, waar zulke "be wegingen altijd onvermijdelijk zijn, hetzij voor rechtstrceksche bescüerming der flank hetzij voor trapsgewijze en ourechtstreek- sehe bescherming. Het Belgisch© le ger kan dus de eischen zijner pri mitieve stellingen wijzigen, volgens wel ke het de eerste roi van tijdwinnen moest kunnen vervullen. Er is dus geen jes, kortom, deed alierlei dingen waardoor zijn onkunde duidelijk aan den dag kwam. Maar all© levenslust was uit de machine verdwenen. Zoo stonden wij wel een kwar tier te morrelen, totdat ik alle hoop opgaf er weer leven in te brengen, terwijl de nieuwsgierig© menigte steeds iu omvang toenam en net niet aan spotternij liet ont breken. Niet zonder moeite gelukt© het mij, miju vriend ten laatste van het nutteiooze zijner pogingen te overtuigen en in een rijtuig met paard bespannen te doen plaats "imen. Zoo gingen wij langzaam, zeker en zon der een woord te spreken huiswaarts. „Mij dunkt dat wij uu onze brillen wel J konden afnemen zet ;k eonigszius spo(i, tend, terwijl ik de daad bij het woo,y;N - voegde. tkife, Hij was daartoe niet te bewegen, rrN. hij bekende mij aarzelend, dat dit zijn ste rit met zijn tuf was. Een volgenden L zou 't beter gaan. De hoop, dab niemand mij gezien of her-q kend had, werd niet verwezenlijkt, want u den volgenden dag ontving ik van een of anderen vriend ach, ae menschen zijn zulke groot© vrienden onder elkaar een briefkaart van den volgenden inhoud D e A utomob ieL Zoo'n ding doet wat hij wil, Loopt of houdt plotseling stil Tuf-tui" Wat er verder met d© machine gebeurd is, weet ik niet. Misschien staajj het dip." - nog op dezelfde plaat».

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1914 | | pagina 1