3IPS3
33%
RIJKSPOSTSPAARBANK
DE EERSTE
VIOOL
A
De Rijkspostspaarbank
deelt mede dat thans
de volgende
rentevergoedingen gelden voor
BELEGGINGSREKENINGEN RPS
voor bedragen met
een opzeggings
termijn van
12 maanden
voor bedragen met
een opzeggings
termijn van
6 maanden
ALG. NIEUWS BLAD
VOOR WEST ZEEUWS-VLAANDEREN
18e Jaargang Nr. 1003
Vrijdag 18 dec. 1964
Verschijnt iedere vrijdag
Abonnementsprijs
f 1,50 p. kw.; franco p. post f 1,90
Prijs der advertenties
12 ct. per m.m.; bij abonn. korting
Advertenties m. brieven onder nr.
of bij ons te bevragen 12 ct. extra
Telefoon (01172) 429
DRUKKERS-UITGEVERS Fa SMOOR DE HULSTER - DORPSSTRAAT 10 - BRESKENS - TEL.'
't SCHOOIERTJE.
't Is nu wéér de maand december,
Heerlijk, rustig bij de haard,
Moeder zorgt voor heel veel lekkers,
Zij Is méér dan alles waard.
Buiten is het koud en winden
snijden scherp door alles heen,
Velen mogen 't ondervinden,
God doet wond'ren, „HIJ" alleen!
Samen zitten we om het haardvuur,
Dankbaar voor hetgeen „HIJ" gaf
En bij 't naad'ren van het Kerstfeest
Staan er millioenen paf!
Zelfs in dubieuse huizen,
Ja, in bars en in café's
Staat er dikwijls nog een kerstboom
en, men schreeuwt zich schor en hees!
Daar zingt men óók van dien „Heiland",
't Is een dronkemans gebed,
Dansend zweeft men langs die kribbe,
Toch wordt niemand daar gered!
Maarrrr bij 't vreugdevolle Kerstkind,
Staat het schooiertje en zijn zus,
En zij knielen dicht bij „JEZUS",
Bidden bij „ZIJN" offerbus!
Ja, 't is feest en vele kind'ren
Krijgen thuis een kerstcadeau,
Jongens spelen met een bromtol,
Meisjes met een pop of zo!
Maar 't klein schooiertje en zijn zusje
Hebben honger en zomeer,
En zij zeggen: „Heilig Kindje,
Thuis is er geen eten meer".
„Vader, moeder hebben honger,
Laat ze heengaan want 't doet pijn,
Dan willen wij als twee wezen
gaarne in „UW WEESHUIS" zijn!"
Klokken van de kerkgebouwen
Kondigen „ZIJN GLORIE" aan,
Niemand zal het zich berouwen
Om bij ,,'t KRIBJE" stil te staan!
Als wij allen even knielen,
Bij „DIE KRIBBE" in „Bethlehem",
Vinden wij twee kleine zielen,
Want die horen óók bij „HEM!"
Dan zingen wij AL tesamen,
In dien „STILLEN, HEIL'GEN" nacht,
Want het schooiertje en zijn zusje
Hebben ons daar OOK verwacht
Kerstmis 1964
J.B.
BURGERLIJKE STAND
GEMEENTE SCHOONDIJKE.
over de maand november 1964
GEBOREN: 18, Freddy August Jannis,
zn. van Abraham Anthony Steurrijs en
van Maria Emma Hamelinck; 29. Fran-
?oise Helena, d. van Willem Hendrik
Frederik van Hardeveld en van Janna
Suzanna Ocké (geb. te Oostburg).
OVERLEDEN: Geen.
HUWELIJKEN: 20, Jannis Edial Scheele,
28 j„ wonende te Hoofdplaat en Corne
lia Adriana Quist, 24 j„ wonende te
Schoondijke.
INGEKOMEN: 3, Cornelis N. den Ha
mer, echtgenote en 2 kinderen, van
Aardenburg naar W 36; 5, Marie R.
Delnad, van Oostburg naar Pr. Beatrix-
straat 31; 27, Elza H. C. M. Haverbeke,
e.v. Cammaert, van IJzendijke naar
Pr. Beatrixstraat 3 a.
VERTROKKEN: 4, Cornelis N. den Ha
mer en echtgenote, van W 36 naar Oost
burg; 16, Franciscus L. M. Delnad, van
Pr. Beatrixstraat 31 naar Oostburg; 20,
Cornelia A. Quist, e.v. Scheele, van Pr.
Beatrixstraat 61 naar Hoofdplaat.
FEUILLETON
door L. van Schooten
„De koffie", zei Erika, „drinken we
bij de haard. Laat de tafel maar staan.
Die staat niemand in de weg".
Innig tevreden dronk Jaap de koffie
in het kleine, sierlijke kopje. „Steek als
jeblieft je pijp op", vroeg Erika, ..dat
vind ik zo gezellig staan. Net of je thuis
bent".
„Ik voel me hier ook thuis".
„Dat hoopte ik".
Zijn ogen dwaalden naar zijn pols
horloge. „Zeg, als we nog naar de soos
willen".
„Daar kunnen we altijd terecht. Zit
je niet goed?"
„Ik zit hier best".
„We laten die soos naar de maan lo
pen en we blijven hier vanavond gezel
lig met z'n teeën wat kletsen. Ik vind
het veel te fijn dat ik nu eens niet de
Het minimum-bedrag, waarmede een beleggingsrekening kan worden geopend,
bedraagtf1000,grotere bedragen afgerond op eenveelvoudvanf 100,
Verdere inleggingen dienen te geschieden in bedragen vanf 100,of een veel
voud daarvan. Het maximum-bedragwaarover rente wordt vergoed, bedraagt
f50000,—.
Nadere inlichtingen aan alle postkantoren en bij de
Van Baerlestraat 27, Amsterdam, tel. (020) 73 1271
deur uithoef om mensen te zien en te
praten. Weet je Jaap, uithuizige men
sen zijn de huiselijkste mensen. Dit
dit gezellig samen eten, samen koffie
drinken zo maar 'n man in die stoel
te zien zitten, die z'n pijp rookt
ze maakte de zin niet af, stak nerveus
een sigaret op. Dan wipte ze uit haar
stoel en liep met haar lange, elastische
passen naar de grote radiogramofoon
in de hoek.
„Waar hou je van?" vroeg ze. „Klas
siek, modern, jazz ik heb het hier zo
wat allemaal". En achteloos ging haar
hand langs het rek met platen in kleu
rige hoezen.
„Ik vrees dat je me een hopeloos
ouderwetse vent zult vinden", zei Jaap.
„Maar ik hou van Bach".
„Concert voor twee violen?"
„Heb je dat?"
„Van de twee Oistrakhs".
„Prima".
Ze zaten en luisterden. Het werd
langzaam donker. Alleen het groene
oog van het radiotoestel en de gloeien
de punt van haar sigaret waren licht
punten in de schemering, waarin de
zilverglans van haar japon mat op
lichtte. Erika zat verzonken naar de
muziek te luisteren en Jaap nam haar
op, zoals ze daar zat een mooie vlin
der nee, ze was juist helemaal niet
het vlindertype. Ze was veel serieuzer
dan hij had gedacht. En hij verwonder
de zich dat zij, als hij, van Bach kon
genieten een moderne keiharde jazz
pianist had hij aanvankelijk meer haar
type gevonden.
Met een klik stopte de muziek.
Geen van beiden durfde het stilzwij
gen verbreken tot Jaap aarzelend zei:
„Wat is het al donker".
„Wil je dat ik het licht opsteek?"
„Heb jij er geen last van?"
„Ik? Ik kan jou nog net zien. En jij
mij, hoop ik. Meer hebben we toch niet
nodig?"
„Nee, meer hebben we niet nodig".
Dit was, mijmerde Jaap, toch een ge
heel nieuwe gewaarwording. Hier was
hij nu voor de eerste maal te gast bij
een, die hem tot voor kort totaal vreemd
was en hij voelde zich thuis. Hij onder
ging een gevoel van welbehagen. O
zeker, thuis, in Meerloo, was het ge
zellig, maar altijd druk. Sandra, ak-
tief, steeds vol van alles wat ze gedaan
had of nog moest doen, de kinderen
met hun praten, hun eisen-van-aan-
dacht. Hij werd er zich van bewust dat
thuis eigenlijk niemand veel aandacht
voor hèm had. En hier was de aandacht,
de zorg, de belangstelling als een vo-
con om hem heen.
„Hoe ben je nu eigenlijk er toe ge
komen dat boek te schrijven?" vroeg
Erika. „Zit daar niet een goed stuk van
je eigen jeugdervaringen in?"