Breskens' Visserijfeesten zijn een groot succes geworden DE EEKSTE VIOOL r~ ALG. NIEUWS BLAD VOOR WEST ZEEUWS-VLAANDEREN 18e Jaargang Nr. 986 Vrijdag 21 augustus'64 Verschijnt iedere vrijdag Abonnementsprijs f 1,50 p. kw,; franco p. post f 1,90 Prijs der advertenties 12 ct. per m.m.; bij abonn. korting Advertenties m. brieven onder nr. of bij ons te bevragen 12 ct. extra Telefoon (01172) 429 DRUKKERS-UITGEVERS F- SMOOR ék DE HULSTER - DORPSSTRAAT<10 - BRESKENS - TEL. Met een bang hart heeft de Bresken- se bevolking en niet het minst dege nen, die een aktief aandeel hadden in de organisatie en de voorbereidingen van het 12e visserijfestijn, de laatste dagen de weerberichten gevolgd, zowel die van De Bilt als Ukkel, om te worden gerustgesteld in verband met het weer dat men tijdens de visserij dagen van zaterdag en zondag j.l. naar redelijk heid en billijkheid mocht verwachten. Men kan immers alles tot in de puntjes verzorgen en alle mogelijke activiteiten ontwikkelen om de feestelijkheden te doen slagen, maar als het weer geen medewerking geeft, zoals vorig jaar het geval is geweest, dan blijft het publiek, dat toch alles goed moet maken, thuis. Het heeft echter dit keer goed ge zeten met het weer en het heeft zelfs de meest optimistische verwachting overtroffen. De belangrijkste voorwaar de voor een goed geslaagd feest is de twee visserij dagen steeds aanwezig ge weest. Reünie Zevïbel. Het goede weer drukte zaterdagmor gen reeds zijn stempel op de reünie, welke Zevibel (de Zeeuwse Vereniging Visserij belangen) traditiegetrouw tij dens de Visserij dagen te Breskens houdt. Na een kort begroetingswoord door de voorzitter van Zevibel, de heer A. L. S. Lockef eer, waarin deze in het bijzonder de Commissaris der Koningin in de Prov. Zeeland, Jhr. Mr. A. F. C. de Casembroot, verwelkomde, kreeg de voorzitter van de Breskense visserijver eniging „Ons Belang", de heer C. Kos ten, het woord. Hij sprak er zijn grote vreugde over uit, dat Zevibel ook dit keer weer gast in Breskens wilde zijn. Het visserijfeest met zijn vele attrac ties en festiviteiten is een prachtig feest voor de mensen en het doel is mede re clame te maken voor het visserijbedrijf. Het is jammer, aldus de heer Kosten, dat het de laatste tijd niet zo best gaat met de visserij, waarbij men nog te kampen heeft met een bemannings tekort. Als oorzaak van het laatste zag spr. de zuigkracht die de kanaalzone op de arbeidskrachten uitoefent. „De Kanaalzone trekt als een magneet", al dus de heer Kosten. Wij moeten oppas sen dat onze Visserijfeesten in de toe komst geen fabrieksfeesten gaan wor den. Nog even stipte spr. de ontwikke ling van een garnalenpelmachine aan, die in een experimenteel stadium is en waarin de visserij als belanghebbende participeert. Als we het garnalenover- schot kunnen pellen, dan zullen zowel de vissers als het publiek er wel bij varen. Tot slot sprak de heer Kosten de wens uit dat het visserijbedrijf het goed zal mogen gaan. Hierna voerde de heer Lockefeer het woord. We beleven vandaag het derde visserijfeest in Zeeland dit jaar. Het is jammer, dat Yerseke met zijn mossel- feest is weggevallen. Spr. maakte ge wag van het feit, dat Breskens de Zeeuwse primeur is toegevallen van de FEUILLETON door L. van Schooten HOOFDSTUK 2. SANDRA Sandra Cranenburgh had Jaap van Santen op de Mulo leren kennen. Jaap was toen „het boertje van buuten" zo als de meisjes hem plagend noemden, omdat af en toe zijn Denderloo's dialekt zich niet helemaal liet weg drukken. Maar hij was een van de beste leerlingen van de klas en dus niet een van de drukste. Dat was Sandra wel. Ze was absoluut klasse-koningin. Ze kon haar vriendin nen kiezen. Knap, geestig, met een bij zonder gevoel voor wat haar goed stond, viel ze tussen de mussen van de klas als een parmantige krielhaan op. Ze wist de grens tussen vrijmoedigheid en brutaliteit altijd haarscherp te trek ken en vermeed daardoor ernstige con flicten met de onderwijzers, die haar allemaal lastig vonden, maar geen van visserij tentoonstelling van de V.E.Z. Sprekende over Zevibel zei de heer Lockefeer, dat wanneer er feest is de vlag op de schepen gehesen wordt om te tonen dat er solidariteit, eenheid, vriendschap en een goede verenigings geest heerst. In de loop der jaren is Zevibel gegroeid, sterker geworden en representatief voor Zeeland geworden, ook tot in Den Haag. Het lijkt moeilijk garnalenvissers en oesterkwekers in één vereniging onder te brengen, niets is minder waar. Door de gelijkgerichte belangen en door de nood gedwongen moet men de eenheid versterken. De Deltawerken gaan van jaar tot jaar onbarmhartig voort. Maar de vis sers moeten zich zelf redden. Ik ben fatalistisch geworden op dit punt. Wij staan voor een zeer hoge muur om te bestormen. Het is een Donquichot-ach- tige situatie waarin de vissers als het ware verkeren. Maak eens een vuist is mij gezegd, aldus de heer Lockefeer, dat hebben wij gedaan een vuist (je) gemaakt. We moeten blijven vechten tot de laatste snik en blijven trachten op constructieve wijze hulp te zoeken om te blijven bestaan. Breskens onder vindt niet die last van de delta als o.a. de mosselkwekers, maar betoont haar grote solidariteit. De garnalenvisserij heeft haar eigen problematiek. Hetbe- manningsvraagstuk speelt in Breskens heel sterk. In dit verband noemde spr. ook de zuigkracht van de Kanaalzone, terwijl hij het machinaal garnalen- pellen als een noodzaak voelde. Be langrijk voor de garnalenvisserij noem de hij het versterken en de verdere uitbouw van de coöperatie. In de coöperatie zijn zeer belangrijke zaken aan de orde. Tot slot wees de heer Lockefeer op de uitbreiding van de garnalenvloot van 180 tot 301 schepen. De heer J. A. Eekhout, burgemeester van Breskens, voerde hierna het woord. Meneer de Commissaris der Koningin, dames en heren. Het is voor mij een groot genoegen U namens het gemeentebestuur van Breskens op onze Visserij-dagen van 1964 te mogen begroeten. In het bij zonder U, meneer de Commissaris der Koningin. Reeds eergisteravond kwam U naar Breskens om in het kader van deze dagen de Visserij-tentoonstelling te openen. En thans mogen wij U weer in ons midden hebben. Eigenlijk zijn wij wel zeer egoïstisch geweest om zo veel van Uw tijd te vragen. Ons excuus hiervoor! We zijn er zeer trots op, dat U weer in Breskens bent. U geeft aan de Visserij-dagen de glans! De opzet van de visserij-dagen was en is nog steeds om de visserij jaar lijks eens in het volle daglicht te plaat sen. Voorts cm door dit evenement de middenstand en de horeca-bedrijven impulsen te geven voor verdere ont plooiing van haar aktiviteiten en van haar kunnen. Wij zijn de Vereniging Zevibel en de plaatselijke visserijvereniging Ons Be- allen een hekel aan haar hadden. Jaap kwam, zag en was verloren. Van de eerste dag af was Sandra het voorwerp van zijn stille, nochtans dui delijke verering. Ze had dat natuurlijk deksels goed in de gaten, plaagde hem er mee, profiteerde er van. Ze wist dat Jaap vereerd was, wanneer ze hem haar tas liet dragen, dat Jaap dankbaar was wanneer ze hem gestadig toestond haar sommen te maken als ze die te moeilijk vond of iets anders te doen had. En toch wist ze dat hij niet alleen maar een slome, slaafse vereerder was. Ze merkte wel zijn grote intelligentie, de speelse manier, waarop hij moeilijke opgaven onder de knie kreeg, ze zag ook wel dat onder de andere jongens Jaap, ofschoon zeker niet haantje de voorste, terdege werd geteld. Als er een schoolavond was, moest natuurlijk Hans Roorda de leiding hebben, maar het was Jaap die de eenakter in me kaar zette en achter de schermen re gisseerde. Bij de sport glorieerde Piet Wynia, maar bij de schoolwedstrijd vcor de radio was het Jaap, die de puntjes voor de klas binnenbracht. En hij kon soms erg volwassen uit de hoek komen. Jaap dacht na, merkte ze, wan neer de anderen zwetsten, meteen met hun oordeel klaar stonden. „De wijze in zijn schuilhoek", had meneer de Lange eens geschertst en lang erkentelijk, dat zij beiden door het houden van een reünie in zo'n hoge mate met het gemeentebestuur meewerken om deze dagen te helpen slagen. Tot dusverre is Breskens in zijn op zet geslaagd. De bij de overheidsinstan ties - voor zover nog nodig - gewekte belangstelling voor de visserij had tot gevolg, dat de gemeente Breskens zeer ingrij pende financieringsmaatregelen voor sanering van de vissersvloot kon nemen: een keurige, nieuwe vloot is het resultaat. En al ondervindt de gar nalenvisserij momenteel een terugslag en al zullen wij moeten afwachten, wat de liberalisatie in EEG-verband ons, zo wel ten aanzien van de garnalenvis serij als van de haringvisserij zal bren gen, over het geheel genomen, mogen wij tot nu toe tevreden zijn. Men zal echter om bij de tijd te blijven, steeds de vinger aan de pols moeten houden en onder meer, door verder gaande so ciale maatregelen en door opvoering van de kwaliteit van het product, trachten te voorkomen, dat de vloot ontvolkt wordt en dat het buitenland ons op de exportmarkt verdringt. Want de visserij is en blijft steeds een zeer wisselvallig bedrijf. Alleen al om de Stem van Zeeland hoorbaar te doen klinken bij de Overheid, is het zo goed geweest, dat de vissers via hun orga nisaties zich in groter verband hebben verenigd. De donkere wolken, die indertijd door de verplaatsing van de veerhaven bo ven ons dorpje hingen en die eigenlijk tot de jaarlijks te houden visserij-da gen de stoot gaven, ze zijn reeds lang verdwenen. Het toenemende vreemde lingenverkeer aan onze plaats en de recreatie deden hun entrée. De bevol king heeft zich met ijver en met door zettingsvermogen op dat vreemdelin- genbezoek en op de recreatie toegelegd. Wat een bewondering heb ik voor de inwoners en wat een respect voor hen dwingt dat af, dat zij elk jaar opnieuw door een bloemencorso een welkom wil len toeroepen aan allen, die bij ons willen verblijven. Tot diep in de nacht hebben zij weer gewerkt om met schit terende praalwagens een optocht te formeren. Mijn compliment en mijn dank! Dank ook aan de heer Seuss en zijn wakkere mede-bestuursleden van de Stichting Visserij-dagen, voor het vele werk dat zij weer hebben moeten verzetten en vanzelfsprekend ook aan de Breskense schonen, die als koningin en hofdames steeds aanwezig zijn. De mooie, met steun uit de infra- structuurp-t aangelegde duinprome nade, de campings, de, zij het dan nog wel zeer provisorisch ingerichte, jacht haven, kórtom het toerisme is voor Breskens een belangrijke bron van be staan geworden. Voeg daarbij nog de plaatselijke industriële bedrijven, die allen, zender enige uitzondering, volop werk hebben, dan mag ik met blijd schap vaststellen, dat er alleszins re- Sandra had opgekeken. Ja, meneertje, dat was een goede typering, had ze waarderend gedacht. Daardoor werd die verering van de kant van Jaap van Santen toch niet iets om vanzelfsprekend te aanvaar den. Hij was geen doetje, hij was geen kalf. Ritsen jongens hadden geprobeerd met Sandra aan te pappen, wilden haar thuis brengen, wilden met haar gaan fietsen. En enkele uitverkorenen had ze die gunst dan ook toegestaan. Jaap had daar een enkele keer ook wel eens bij gehoord. Maar geen van de jongens nam ze coit serieus: Jaap wel. Dat wilde niet zeggen, dat Jaap's verering door haar met bijzondere ge negenheid werd beantwoord. Sandra had andere plannen dan een onderwij zer te trouwen. O gunst! op een school- meesters-salarisje, een hardwerkende moeder haar niet gezien! Toen ze allemaal het einddiploma haalden (ze zaten in een uitstekende klas) was de eindfuif meteen hei einde. En ze liet zich door Hans Roorda thuis brengen die avond. Geen sentimentali- teiten van Japie van Santen! Ze zag zijn trouwe hondenogen wel, maar gaf hem geen kans. Sandra Cranenburgh ging eerst eens heerlijk logeren bij haar tante in En geland en toen kreeg ze een baan als secretaresse bij een grote maatschappij den voor is om de Visserij-dagen 1964 opgewekt te vieren. Voor de verdere uitbouw van Bres kens wil ik deze gemeente niet blijven zien als een begrensd territoriaal ge bied, een langs de kust gelegen strook grond van ongeveer 700 ha, waarop ca. 3700 mensen wonen. Ik besef n.l. zeer goed, dat alleen dan een gemeente tot blijvende welvaart kan komen, indien de streek, waar zij een belangrijk on derdeel van vormt, een zelfde evolutie doormaakt. West Z.-Vlaanderen komt echter de laatste tijd wel zeer zwaar in de branding. Wij liggen hier nogal sterk in de schaduw, ingedamd als we zijn tussen de industriële grootmach ten Walcheren, het Sloe en de Kanaal zone. En er zijn weinig planten, die zonder zonlicht gedijen kunnen. Als het ware dagelijks sloven allerlei geleerden, zoals economen, sociologen, planologen, verkeersdeskundigen met veel verve, met curven en met progno ses zich uit om aan te tonen, wat een belangrijke plaats voor de economie van Nederland en van West Europa het Wester-Schelde-bekken betekent. Vol komen terecht, ik ben het geheel en al met hun stellingen eens. Maar wat me bij al hun betogen steeds weer op nieuw opvalt, is, dat in hun gedach- tengang de Wester-Schelde bij Vlissin- gen begint en dat deze rivier via het Sloe en het Bergen op Zoomse Kreekrak zich al bij de Kanaalzone in de Noord zee stort. Nu zou ik er vrede mee kun nen hebben, dat West Z.-Vlaanderen buiten dat Wester-Schelde-Bekken- Idee gehouden wordt (in de geografie verandert de laatste jaren toch al zo veel). indien het op onze streek geplak te etiket van Probleemgebied voor deze salto de nodige compensatie zou geven. Het allereerste probleem voor ons Probleemgebied lijkt me om middelen te vinden de beginnende erosie tegen te gaan. De zuigkracht van de in dustriële randgebieden, alwaar, door een groter finantieel draagvlak en een hoger opgevoerd bestuursapparaat ook de leefbaarheid sterk kon worden op gevoerd, is reeds zo groot geworden, dat alleen nog het gemis aan woon ruimte in die gebieden een exodus voorkomt. West Z.-Vlaanderen in zijn geheel zal moeten werken om het reeds merkbare vergrijzen van de streek te gen te gaan. Of dit kan gebeuren door het scheppen van één grote bestuur lijke eenheid dan wel in de vorm van een voor alle gemeenten gezamenlijk geldende en bindende schema van ont wikkelingswerkzaamheden (hiervoor ben ik nogal geporteerd), is een vraag, die ik gaarne ter overdenking geef. Hoofdzaak en nood/aak lijkt mij. dat de 14 gemeenten van onze streek met om-en-om 25C00 inwoners, als een één heid naar buiten treden en dat zij als dan met de andere ontwikkelingsgebie den van Zeeland als gelijkwaardige partners kunnen optrekken. Zolang iets dergelijks er niet is, zal elke ge en zag kans uitgezonden te worden naar Zürich, naar het bijkantoor en in jaren zag ze Jaap van Santen niet meer. Ze maakte kennis met vele jongelui en ze werd zeer gevierd. Soms was ze een beetje verliefd, maar meer op de ver liefdheid zelf, ze vond dat een heerlijke toestand. Meestal hield ze de aanbid ders netjes op sleeptouw, om, wanneer ze wat al te sentimenteel werden, zon der meer de tros door te kappen: heel elegant en heel tactvol, maar doorge kapt was-ie. Toen solliciteerde ze naar een baan in Londen, die ze kreeg, en daar ont moette ze Jimmy Meredith. Eigenlijk w^s ze verwonderd dat een vent als Jimmy, omtrent wie allerlei verhalen (en schandalen) de ronde deden, zo volk men van haar ondersteboven was. Jimmy was een musicus, een heel be kende jazzpianist, er waren al veel pla ten van hem gemaakt, hij had „fans", er gingen verhalen over een lady-croo ner waar hij mee naar de Rivièra was geweest en over een jong hertoginnetje dat door hem was geschaakt de zaak was door de hertogelijke familie netjes in de doofpot gestopt. Jimmy capituleerde meteen voor San dra, de Hollandse schoonheid, die hij tijdens een feestje had leren kennen. Hij zond haar bloemen, cadeaux, hij ging met haar eten, werd samen met

Krantenbank Zeeland

De Schakel | 1964 | | pagina 1