BRILLEN J HET ONMOGELIJKE HUWELIJK de jchakel ALG. NIEUWS BLAD r ALG. NIEUWS BLAD VOOR WEST ZEEUWS-VLAANDEREN DRUKKERS-UITGEVERS F" SMOOR DE HULSTER - DORPSSTRAAT 10 -BRESKENS- TEL. 18e Jaargang Nr. 976 Vrijdag 12 juni 1964 Verschijnt iedere vrijdag Abonnementsprijs f 1,50 p. kw.; franco p. post f 1,90 Prijs der advertenties 12 ct. per m.m.; bij abonn. korting Advertenties m. brieven onder nr. of bij ons te bevragen 12 ct. extra Telefoon (01172) 429 PLAATSELIJK NIEUWS Breskens Belgische Jachtclub vierde het 10-jarig bestaan van de Stichting Jachthaven. Onder grote belangstelling vierde de Belgische jachtclub de BRYC uit Brus sel, te Breskens het 10-jarig bestaan van de jachthaven te Breskens, waar vele jachtbezitters hun thuishaven hebben. 's Middags werd in de grote hal van de vismijn een ontvangst gehouden, waar notaris A. H. M. v. d. Hoek uit Groede een kort begroetingswoord sprak' namens het ontvangcomité. Nadat kof fie was aangeboden werden de gasten uitgenodigd gebruik te maken van het prachtige weer en met een van de vele jachten, die in de haven bij de nieuwe, nog in gebruik te nemen ponton lagen, een tochtje over de Westerschelde te maken. Alvoren ingescheept werd op de jach ten, knipte mevrouw M. Eekhout-Kools een green-rood lint door, dat de ponton nog scheidde van een regelmatig ge bruik door de jachten. Ze kreeg een prachtig boeket rode rozen aangeboden. Nadat allen genoten hadden van de bijzonder mooie tocht, sprak burgemees ter J. A. Eekhout tijdens de officiëele ontvangst door het gemeentebestuur over de grote ontwikkeling die de jacht haven van Breskens, dank zij de vesti ging van de Brusselse jachtclub, door maakt. Dames en heren, Namens het gemeen tebestuur zeg ik U allen hartelijk wel kom! Het is voor de raadseden, de wet houders en voor mij een grote eer U op deze officiële ontvangst te mogen be groeten. Zeer gestreeld voelen wij ons, dat zo vele prominenten uit denlande en uit het buitenland met hun dames bij ons een ogenblik willen verblijven. Wij vieren thans het 10-jarig bestaan van onze jachthaven. Alhoewel een 10- jarig tijdvak in zijn algemeenheid niet zo'n denderende gebeurtenis is om of ficiéél te herdenken, dit is in ons geval echter wel zo. Wij willen n.l. uiting geven aan onze vreugde en dankbaarheid. Wij dienen hiervoor in gedachten te rug te gaan tot de tijd, de 6e juni 1954, toen de beginstap gezet werd om Bres kens een nieuwe bestaansbron te geven. Döor de oorlog was de gemeente zwaar getroffen. Het lot van Caen in Norman- dië was ook het onze geworden. De ge hele gemeente was één puinhoop. Dankbaar grepen wij dan ook het aanbod aan van de Koninklijke Jacht club te Brussel (de BRYC), geïnspireerd door onze heer Frans Vroon, die hier voor het watertoerisme haar zomer- thuishaven wilde houden. Veel pour- parlé's waren niet nodig om tot een ac- ccord te komen. Men behoefde slechts enkele vlotten te hebben om daaraan de jachten te kunnen meren. En hoe wel in die tijd nog geen sprake was van rente-gamma's en investeringsbeper FEUILLETON Een Groningse familieroman door Henk van Heeswij k. Toen er koffie gedronken was en iedereen van de taart snoepte, gaf Bep haar man een knipoogje en Arie haalde een koffertje te voorschijn waaruit de kadcotjes kwamen, die ze samen voor de kinderen en voor hun ouders ge kocht hadden. Arie keek lachend naar de verrukte gezichten van het viertal en hoewel alle vier de volgende morgen weer op tijd naar school moesten, kneep hij een oogje dicht wat de bedtijd be trof. Om half tien nam Bep evenwel zelf het initiatief. „Zo, jongens, nu hebben we allemaal van de heerlijke taart gesmuld en bij al die heerlijkhe den de tijd vergeten. Kijk eens naar de klok? Afmars, knullen, naar boven. Handen en gezicht wassen, tanden poetsen en onder de wol. Wie het eerst in zijn bed ligt, krijgt nog een extra verrassing van me Laat in de avond gingen man en vrouw gearmd naar hun slaapkamer. Toen Arie de deur gesloten had, sloeg Bep haar armen om zijn hals en keek kingen (die woorden hadden bij de ge meente nog geen ingang gevonden)toch was het niet zo gemakkelijk om het be nodigde bedrag van om-en-om f 5000, bij elkaar te brengen. Plaatselijke vere nigingen, de gemeente Breskens en ook de Bryc legden botje bij botje en zo kon het gebeuren, dat voor het eerst na de totale verwoesting van Breskens, op D- day-1954 de vlag weer in top ging. De jachthaven Breskens was een feit geworden. De gunstige ligging van onze gemeente aan open vaarwater trok reeds direkt veel jachten aan. Het vreemdelingenver keer bloeide op. Het werkte zeer stimu lerend op de aktiviteiten van de plaatse lijke middenstand en op de horeca-be- drijven. Breskens werd een plaats waar de vreemdeling gaarne vertoefde. De jachthaven was ook de stimulans vcor de vestiging van enkele jachtwer ven. Werven, aanvankelijk opgezet voor reparatie-werkzaamheden, doch reeds vrij spoedig omgevormd tot nieuwbouw- bedrijven. Indien wij nu, na 10 jaar, de balans opmaken, dan mogen wij met vreugde constateren, dat de jachthaven-Bres- kens voor onze middenstand een rijke inkomstenbron betekent; dan kunnen wij vaststellen, dat door het watertoe risme zich enkele jachtwerven hebben kunnen vestigen, die aan ruim 20% van ons totale arbeidspotiëel vast werk ge ven. Zoals de vlag van ons eigen land sa men met de vlaggen van België, Frank rijk, Duitsland en Engeland aangeven, welke nationaliteiten tot de bezoekers van onze jachthaven behoren, zo staan al deze landen ook te boek in de order portefeuilles van onze jachtbouwbedrij- ven. Wij hebben alle reden om dankbaar te zijn voor de in deze in 10 jaar bereik te resultaten. Onze erkentelijkheid gaat dan ook naar de vele overheidsinstanties, die ons op het gebied van de recreatie hebben geholpen en ons de weg hebben gewezen om vooruit te komen. Zeer spij tig vind ik het hedenmorgen van de waarnemend Commissaris der Koningin te moeten vernemen, dat hij verhinderd is hier aanwezig te zijn. Ik had hem gaarne persoonlijk de dank van het ge meentebestuur willen overbrengen. Met deze groei van het vreemdelingen verkeer, met de enorme toename van het watertoerisme meest ook groeien de verantwoordelijkheid van ons gemeente bestuur. De tijden zijn allang voorbij, dat de individuele gemeente zich be schouwde als een eilandje met duidelijke afgebakende grenzen en werkzaamheden een stukje territoir, dat men te bestu ren en te beheren had met een gezichts veld tot aan de grens der eigen gemeen te. De daden der gemeentebesturen wor den thans beoordeeld naar de mate van aktiviteit om de leefbaarheid op te voe ren. Wij zijn geworden of althans wij die nen er naar te streven, dat wij het wor den: een onderdeeltje van een grote mo tor, die Nederland economisch op gang houdt, die ook op rekreatief gebied de leefbaarheid voor allen bevordert. Breskens met zijn daarvoor enig ge legen haven heeft een taak te vervullen hem diep in de ogen. „Man van me, we zullen iedere dag hier gelukkig zijn, hè? Met de knul letjes?" „Natuurlijk, lieveling". „En we gaan nooit op elkaar moppe ren, hè? Nooit ruzie maken?" „Geen sprake van, Bep." Ze verborg haar hoofd aan zijn borst en fluisterde: „Ik ben zo ontzettend ge lukkig, met de jongens, maar vooral met jou, mijn enige, lieve man De taart was spoedig op en het groen en de bloemen verwelkten. Het najaar viel al vroeg in en als de kinderen naar school waren, maakte Bep de kamers aan kant, stofte met een van de meisjes de kamer en ging dan bij het grote raam zitten, waartegen de wind de regenvla gen striemde. Soms keek ze naar het portret tegenover haar en dan fluisterde ze, haast onhoorbaar:,, Riet, ik ben erg lief voor hem en voor jouw lekkere knul letjes. Ik zal alles doen wat mogelijk is om jouw plaats hier in huis in te nemen. Ik doe het ook voor jeu hoor Riet we rullen je echt nooit vergeten Hoofdstuk 16 Weer zijn er twee jaren verstreken. Jaren, waarin de liefde oppermachtig heerste in huize Schras. In het najaar 1959 werd Bep in allerijl naar het zie kenhuis in Groningen gebracht. Daar „l&e ^rfltemacfter" OOSTBURG op het- landelijk vlak van de rekreatie, in het service-verlenen aan hen, die onze mooie Wester-Schelde tot hun va kantie-gebied hebben gekozen. In het kader van de zgn. infra-struc tuur worden alom in den lande cam pings, bungalowterreinen, wandelpaden en bossen aangelegd, ja, zelf Euro-mas ten en wandelpieren helpen mede om de vakantiemens de nodige ontspanning te geven. In datzelfde kader hebben wij hier in Breskens nodig een jachthaven, die vol doen zal aan de eisen van deze en de eerstkomende tijd. Een haven, los van de bestaande handels- en vissershaven, in welke wij nu, dank zij de grote mede werking van de rijkswaterstaat enkele maanden per jaar enige tientallen me ters vlotten mogen leggen. Nodig is be sloten terrein, waar, evenals op een camping, de jachtmensen hun eigen leven kunnen leiden. Een jachthaven, waar tevens plaats is voor ruime win- terberging en voor enkele bedrijfjes, die daarvan een onderdeel vormen. De aanleg van een jachthaven is een belangrijk object. Het is mijn vaste overtuiging, dat bij verwezenlijking daarvan de Overheid een taak zal heb ben vervuld, waar zij vele tientallen ja ren later nog met voldoening op zal te rugzien. Er zal dan iets goeds, iets sta biels gewrocht zijn. De Overheid zal dan een daad van importance gesteld hebben, van vèr-strekkende economi sche mogelijkheden. Zou een jachthaven er niet komen, dan vrees ik voor Breskens, dat het op het gebied van het watersporttoerisme het hoogtepunt bereikt is. Dit vanwege de geringe capaciteit en het provisorisch karakter van de bestaande aanlegplaat sen de jachten wel verplicht zullen zijn om onze gemeente te mijden, met de grote terugslag, die dit zal berokkenen. Het is U allen bekend, dat de Ge meente Breskens pogingen aanwendt om een Jachthaven te krijgen. Dames en heren. Laten wij terugke ren tot de werkelijkheid van de 6e juni 1964. De grote toeloop van de jachten maakte het voor ons noodzakelijk om uit te zien naar een plaatsje in de haven, waar nog enkele vlotten gelegd konden worden. Wij zijn de Rijkswaterstaat er kentelijk, dat het vcor ons nog een ruimte-tje, al is het dan slechts tijdelijk, gevonden heeft. Het ligt wel een eind weg van de plaats, waar wij in 1954 zijn ge start en met enige overdrijving zou den wij kunnen zeggen, dat we nu al 2 jachthavens hebben), maar wij zijn toch blij, dat we het hebben. Aan deze vlotten em- en debarkeerde U zoëven. Sta mij toe, tot slot, nog enkele woor den te spreken tot de Commodore van de BRYC. U, meneer de Commodore, U en Uw medebestuurderen zijn wij nog steeds dankbaar, dat U ons in 1954 de weg hebt gewezen om toen uit de impasse te ko men. Het verheugt ons steeds weer op- werd diezelfde avond nog een dochtertje geboren, een fijn, teer poppetje en teen Arie van de zuster vernam, dat het een meisje was, kon hij zijn ontroering haast niet meester blijven. Even mocht hij bij Bep, die weliswaar uitgeput in de kus sens lag, maar toch haar hand oplichtte en die van Arie pakte. „Ben je blij, Arie dat het een dochter is?" Hij boog zich over haar heen en druk te zacht een kus op haar lippen. „Dank je lieve vrouw, voor dit geschenk. Mijn liefste wens heb jij in vervulling ge bracht". „Arie?" „Ja, liefste?" „Ik vind je het goed, als we haar naar Riet noemen? Henriëtte Johan na?" Hij was getroffen en stamelde:,, Ik. ik had precies hetzelfde willen vragen, maar durfde niet goed Ze drukte zijn hand en lachte. „Dan zijn we het hierover ook weer eens. Ter nagedachtenis aan onze lieve Riet, hè Arie". „Dank je Bep, voor je grote hart, dat boordevol liefde is. Onze dochter heet Riet". Tien dagen later was Bep weer thuis, met de baby. Nog wel zwak, maar geluk kig en blij, dat ze haar jongens weer om zich heen had. Het viertal was overigens dol op het nieuw, dat zovele van Uw jachten Bres kens als hun thuishaven blijven be schouwen. Wij, het gemeentebestuur van Breskens geven U gaarne de verzekering dat wij alles zullen doen om Uw verblijf fo aangenaam mogelijk te maken. Wij vinden het prettig dat U met onze ge meenschap medeleeft en dat U door zitting te willen nemen in het Bestuur van de Stichting Jachthaven-Breskens ons met uw deskundige voorlichting steeds van dienst wilt blijven. Onze gelukwensen met dit jubileum, dat eigenlijk en in even grote mate toch ook Uw jubileum is. Mag ik als erkentelijkheid van het Ge meentebestuur U een geschenk aanbie den dat U wel in Uw clubhuis te Brussel - en hopelijk later in het club huis van de jachthaven-Breskens - een plaatsje zult willen geven. Het is maar een klein cadeau, maar U weet het, me neer de Commodore: Les petits cadeaux entretiennent 1' amitié. Het is een wim pel in de kleuren Groen en Rood. De kleuren van het dorpje Breskens; de kleuren ook van de metropool Brussel. Monsieur le Commodore, vous, dans votre belle capitale peut-être dans 1' avenir la capitale de I' Europe - vous avez voulu venir a notre simple commune pour chercher ici du repos, pour entreprendre d' ici vos excursions sur 1' Escaut et la mer du Nord. Vous êtes tous les bienvenus. La métropole Bruxelles et la petite commune Bres kens elles se tendent la main 1' une a 1' autre et Breskens donne par ce serre- ment a sa plus grande soeur 1' assurance qu' elle aura soin du Bryc et ses intéréts autant que possible. Car vous a Bruxel les et nous autres ici a Breskens nous avons les mêmes intéréts. II y a sans doute un lien par notre drapeau avec ses belles couleurs, e rouge - l'aurore - et le vert de 1' espoir. La municipalité de Breskens exprime le souhait que vous aurez bien longtemps le port de Bres kens comme votre port Yacht et que vous aurez la certitude que vous serez toujours les bienvenus a Breskens. U dames en heren, zeg ik dank voor Uw aandacht. De heer Lambrechts uit Brussel, voor zitter van de Brusselse jachtclub, dank te allen voor de grote medewerking en zeide zeer dankbaar te zijn dat de BRYC te Breskens haar thuishaven mag hebben. Er werden verversingen aangeboden, terwijl daarna nog een langdurig ge noeglijk samenzijn volgde. EXAMENS Bij de gehouden examens der rijks kweekschool te Middelburg, slaagden voor de tweede leerkring: de dames W. A. Ekkenbus te Breskens en M. J. van der Hooft te Groede en de heren Th. P. Bril te Breskens: H. Cornelis te IJzen- dijke; J. J. A. F. Faas te Biervliet: J. I. le Grand te Oostburg; J. de Hullu te Aardenburg; P. J. Koster te Breskens. kleine zusje. En als Bep er niet dadelijk een stokje voor gestoken had, zouden ze uit schcol vandaan het liefst meteen maar naar de slaapkamer lopen om zus je te bekijken. Als Bep het kind voedde stonden de twee jongsten er naar te kij ken, vol verbazing over dit wonder. Arie had er aanvankelijk aanmerkingen op gemaakt, doch Bep had haar hoofd ge schud. „Arie, nu wou ik je toch wijzer hebben. Kinderen zijn op deze leeftijd gelukkig onbedorven, die zien alleen het mooie. Wat ze met eigen ogen gezien hebben, kan in hun gedachtengang nooit meer iets minderwaardigs zijn, in tegendeel. Ze krijgen er eerbied voor en zullen het aLs iets gewoons, als vanzelf sprekend aanvaarden". Een paar da gen later kwam Hennie, de 13- jarige onverwachts de kamer in, terwijl Bep het zusje voedde. ..Sorry tante Bep. ik wist niet, dat Ze glimlachte hem vriendelijk toe. „Kom gerust verder, Hennie, het is toch ook jouw zusje?" Hij kwam bedremmeld een paar stap pen nader en keek toe. „Jawel, maar ik bedoel jou Enige tijd stond hij te kijken en dan opeens zei hij „Goeie, tante Bep, dat zou ik wel willen teke nen". „Waarom doe je het dan niet, knul letje?" Hij keek haar verrast aan. „Meent u

Krantenbank Zeeland

De Schakel | 1964 | | pagina 1