BRILLEN
V
Opruimingsfeesi
Ontspanningsavonden voor de vissers ie Breskens
1 1
9 bij
S Maakt dat U erbij komt.
Spotkoopjes in alle afdelingen. I
jg Maandag a.s. de gehele dag geopend f>
De zoon van de burgemeester
de Qhakel
ALG. NIEUWS BLAD
r~
ALG. NIEUWS BLAD
VOOR WEST ZEEUWS-VLAANDEREN
16e Jaargang - Nr. Sji
Vrijdag12 Januari 1962
Verschynt ieder» vrijdag
A bonnementsprij s
t 1,15 p. lew.; franco p. post f1,50
Prijs der advertenties
10 ct. per m.m.bij abonn. korting
Advertenties m. brieven onder nr.
of bij ons te bevragen 10 ct. extra
Telefoon (01172) 429
VJ
DRUK KERS-UITGEVERS: 8": SMOOR DE HULSTER - DORPSSTRAAT 10 - BRESKENS - TEL.'
Belde haringwimpels in handen van de Gebr. J. en L. van den Berg.
Vrijdag en Zaterdag j.l. werd in zaal
„Casino" de jaarlijkse ontspannings
avond voor de vissers gegeven.
Het organiserend comité had alle zei
len bijgezet om er iets groots van te
maken en zij is in haar opzet dan ook
volkomen geslaagd. Beide avonden was
er een verschillend cabaretprogramma,
terwijl de belangstelling overweldigend
was.
De voorzitter van het comité, de heer
Abr. van Haneghem, opende Vrijdag
avond met de volgende woorden:
Namens het organiserend comité van
deze ontspanningsavond voor de vissers
heten wij U in de allereerste plaats
hartelijk welkom. Het doet ons ook nu
weer groot genoegen U hier in zo'n gro
te getale aanwezig te zien.
Een bijzonder woord van welkom ook
aan de Edelachtb. Heer Eekhout, bur
gemeester van Breskens, alsmede aan
de heren wethouders Zegers en Van
der Hooft, de gemeente-secretaris, de
heer Woittiez en de bijna voltallige le
den van de Raad met hun echtgenotes.
Geacht gemeentebestuur, in Uw aller
aanwezigheid zien wij ook nu weer de
niet aflatende wil om de visserij te
steunen en Uw blijvende aandacht te
wijden aan deze voor Breskens zo be
langrijke economische bedrijfstak in al
zijn geledingen.
Wij herinneren ons nog zeer goed
toen in 1955, het jaar waarin de ha
ringvangst reeds 10 jaren in Breskens
uitgeoefend werd, de heer burgemeester
zich wendde tot enkele ingezetenen van
Breskens om te trachten een feestavond
in te richten, in samenwerking met het
Breskense bedrijfsleven dat direct be
trokken is met de visserij, voor de be
manningen van de schepen die hier in
Breskens de haringvangst uitoefenden.
Dit had ten doel deze opvarenden, die
toendertijd vele weekenden in Breskens
verbleven, als attentie een ontspan
ningsavond aan te bieden. In datzelfde
jaar is toen ook door het gemeente
bestuur besloten om op deze ontspan
ningsavonden een wimpel beschikbaar
te stellen voor diegenen die de eerste
haring zouden aanvoeren en tevens
voor hen die de meeste haring aan de
wal zouden brengen.
Het is dus nu reeds het zevende ach
tereenvolgende jaar dat een feestavond
voor de vissers plaats vindt en bij deze
opening wil het organiserend comité
dan ook niet nalaten om zijn dank te
betuigen aan de groothandelaren en het
verdere Breskense bedrijfsleven die dit
comité elk jaar in de gelegenheid stel
len een ontspanningsavond als deze te
kunnen organiseren.
Een woord van dank ook aan het ge
meentebestuur van Breskens voor de
steeds weer terugkerende wijze van
nauwe samenwerking op deze feest
avonden. Een samenwerking die elk
jaar opnieuw weer tot uitdrukking komt
door het uitreiken van de door het ge
meentebestuur beschikbaar gestelde
wimpels met oorkonde aan de hiervoor
in aanmerking komende bemanningen
van de schepen die in Breskens de ha
ringvangst, uitoefenen.
Zo zullen dan ook hedenavond door
de Heer Burgemeester Eekhout weer
de wimpels worden uitgereikt aan die-'
genen die de eerste haring in dit sei
zoen aan de wal hebben gebracht en
tevens aan diegenen die in het afgelo
pen seizoen de meeste haring hebben
aangevoerd.
Het is ons dan ook een bijzonder ge
noegen onze eregasten hier vanavond
te kunnen ontvangen en begroeten, t.w.
de heren: schippers J. v. d. Berg en L.
v. d. Berg van de UK 60 en UK 61 en
hun hierbij behorende bemanningsle
den. Heren opvarenden van deze sche
pen, namens alle aanwezigen een har
telijk welkom op deze bijeenkomst en
met de wens dat U in de toekomst nog
meermalen bij deze wimpeluitreiking
zult mogen vertegenwoordigd zijn.
Met zoveel te meer genoegen richten
wij deze wens tot U (firma v. d. Berg!
omdat het, sinds de instelling van deze
wimpelwaardertng, dit jaar reeds de 5e
maal is (een lustrum dus) dat U hier
aanwezig bent voor het in ontvangst
nemen van deze wimpel voor de eerste
aangevoerde haring Wij durven U van
hieruit dan ook zeer zeker begroeten
als de pioniers van deze bedrijfstak, te
meer omdat U dit jaar ook nog de
meeste haring in Breskens heeft aan
gevoerd. Het uitvoerend comité van deze
feestavond wil U met Uw bemanningen
dan ook hedenavond van harte geluk
wensen met dit door U behaalde resul
taat.
Dat er tenslotte na de inspanning
van het officiële gedeelte ook aan
de ontspanning aandacht is besteed,
spreekt natuurlijk vanzelf. Het spreekt
natuurlijk ook vanzelf, dat in de tegen
woordige tijd en mede in het kader van
deze bijeenkomst, het niet zo eenvoudig
is om een passende omlijsting voor deze
wimpeluitreiking te vinden. Om één en
ander te bereiken is het ons dan gelukt
om hedenavond de medewerking te ver
krijgen van het gezelschap Coos van de
Velde, die hier met hun programma
„Alle Hens" nu eens de zonzijde van het
zeemansleven voor U naar voren zullen
brengen. Wij zijn er, gezien de reputatie
van deze artisten, dan ook wel van over
tuigd U hiermede enkele genoeglijke
uurtjes te kunnen bezorgen.
Dames en heren, met tot slot de wens
te willen uitspreken dat ook deze bij
eenkomst zal mogen bijdragen tot een
nog nauwere samenwerking tussen ge
meentebestuur, bedrijfsleven en vis
serijgemeenschap, en, indien nog nodig.
Uw aandacht te willen vestigen op de
jaarlijkse actie ten bate van de
K.Z.H.R.M.. willen wij dan deze avond
voor geopend houden.
Hierna verzocht de heer v. Haneghem
de burgemeester, mijnmeester Jacobs,
de schippers J. en L. v. d. Berg met hun
vader, alsmede de aanwezige beman
ningsleden op het podium te willen ko
men voor het uitreiken van de wimpels.
De burgemeester sprak hierbij als
volgt:
,,©e ®riHemaefter"
OOSTBURO
Het is
BOBBE
uw modehuis in Vlissingen
I t
(58><SB<3B(SBx3e><5G)<6Bt3öx36><5e'<3®<3B®B®®<3ö E<36:<3e(96<SR«©<g©<8e<SS:<5e<S6>®e<SB<36>
Meneer de Voorzitter van het Ont-
spancingscomité, dames en heren.
Meneer de Voorzitter. Zoals U in Uw
openingsrede naar voren hebt gebracht,
is het thans de 7e maal, dat deze Vis
serij-avonden worden gehouden. En
steeds opnieuw valt het me op, met
welk een genoegen en met welk een am
bitie Uw Comité dit aanpakt en organi
seert. U en Uw wakkere comité-leden
trachten steeds met iets nieuws, en
met iets origineels voor de dag te ko
men om vooral te voorkomen, dat een
Visserij avond een doublure zou zijn van
zijn voorganger in het afgelopen jaar.
Opdat men er steeds van doordrongen
zal zijn, dat een Visserijavond voor
Breskens een evenement van grote be
tekenis is.
De dank en de lof, die U aan het ge
meentebestuur en aan de velen, die U
in enigerlei vorm hielpen, toezwaait,
geeft Uwerzijds wel een zeer grote mate
van bescheidenheid te zien. Immers,
wij, de bevolking van Breskens, moeten
U erkentelijk zijn voor al datgene, wat
U ons weerom biedt. U vat dan ook Uw
werk weel zeer consciëntieus op en U
blijft in deez stijl tot en met de gelde
lijke verantwoording toe, welke U reeds
enkele weken na een Visserijavond in
het gemeentehuis ten overstaan van
een groot aantal belanghebbenden, w.o.
het gemeentebestuur, aflegt.
De haringvisserij is voor Breskens een
zeer belangrijke economische bron. Juist
in de tijd, dat - door de winter - vele
werkzaamheden verminderen, begint
voor ons deze visserij. De Noordzee-kot-
tervloot zakt dan naar het zuidelijke
gedeelte van de Noordzee af. naar de
visgronden nabij de Franse kust. De
aanvoerhaven. die voor deze schepen
het dichtst bij is, is Breskens. Ziedaar,
geheel en al en in het kort de reden,
dat onze gemeente de aangewezen
plaats is, waar de haring aangevoerd en
verhandeld kan worden.
Doch een gemeente, een haven, kan
door de ligging nog zo vanzelfsprekend
de aangewezen plaats zijn, doorslagge
vend is dat niet altijd. M.i. moet er ook
bij zijn de wil van alle belanghebben
den om daaraan intensief mee te wer
ken. Om zóveel service te bieden, dat
men er niet aan denkt om naar een
andere aanvoerhaven om te zien. Hier
voor is de medewerking nodig van ons
allen. En die medewerking is er in Bres
kens in zeer grote mate. Het lossen
moet snel gebeuren; de verkoop moet
vlot verlopen en de afvoer van het pro
duct moet aan een en ander navenant
zijn. Alle deze drie factoren zijn hier
aanwezig.
Volgens dit systeem wordt elk jaar
hier gewerkt. Vanzelfsprekend zijn er
in deze nog vele wensen. Ik heb hier
vooral het oog op de outillage van de
vissershaven. Deze haven is veel te
klein. Zij moet haar toch reeds beschei
den ruimte delen met een jachthaven,
een bankhelling van de gemeente, en
kele scheepswerven en kaderuimten
voor diverse bedrijven. Zij biedt overi
gens geen mogelijkheden voor uitbrei-
Feuilleton
door TOM LODEWIJK
13
„Drie dochters, bij m'n weten", had
de advocaat geantwoord. „Hoezo?"
„Er kwam zo-even iemand de wagen
terugbrengen en ik gaf hem een paar
kwartjes en hij stond er net naar te
kijken of hij ze nooit gezien had! En
de manier waarop hij bedankte! Zo
correct! Ik zal toch geen blunder ge
slagen hebben, dacht ik en de zoon van
de baas twee kwartjes fooi gegeven
hebben".
„Hij heeft geen zoon", stelde de ad
vocaat beslist vast, „maar je vergeet,
Margot, dat beleefdheid en goede ma
nieren tegenwoordig een uitzondering
vormen
Rob moest achteraf glimlachen. Hij
leerde gestaag. Nu weer, om in een fooi
niets vernederends te vinden. Vroeger
gaf hij ze zelf. Nu wist je eens hoe dat
voelde. Het was eerder het bewijs dat
hij helemaal in dit leven was onderge
dompeld.
Zo peinzend, liep hij langs de winkels,
toen hij twee bekende gezichten ont
dekte, een lange en een roodharige. Zijn
beide kwelgeesten van de garage. Plots
besloop hem de neiging, een andere weg
te kiezen. Zijn trots evenwel kwam
daartegen op. Hij behoefde die kerels
toch zeker niet uit de weg te gaan?
Maar de Lange en de Rooie hadden
het te druk. Ze zagen er voor hun doen
piekfijn uit, met spuuglokken, lichte re
genjassen, lichte bruine schoenen, si
garetje in het hoofd, hele meneren. En
tussen hen in liep een meisje. Meisjes
waren niet al te kieskeurig, vond Rob.
Of ze hadden niet genoeg mensenken
nis om met één oogopslag te zien, welk
ranzig vlees ze hier inde kuip hadden.
Een schok voer door hem heen, toen
hij, achter het drietal aanlopend, het
meisje nauwkeurig opnam. Die rechte
rug, die kordate stap .maar dat was
dat was Rie Koster! De dochter van
zijn chef! Zou zij Hij kreeg er een
nare smaak van in de mond. Dat flinke,
beschaafde, onafhankelijke meisje zou
die zich afgeven metzulke misbaksels
als zijn beide collega's één en ander
maal getoond hadden te zijn?
Hij keek scherper toe en begon toen
ook wat sneller te lopen. Want het ge
sprek tussen de beide nagemaakte he
ren en het meisje scheen niet zo bijster
vriendschappelijk. Hij zag hoe het
meisje sneller ging lopen en de beide
anderen haar probeerden bij te blijven.
Hij zag hoe de lange haar aan haar
mouw trok en het meisje met een drif
tige beweging zijn hand afschudde. Hij
begreep: de heren waren aan het „sjan-
zen" zoals ze dat zelf noemden en pro
beerden met dit „grietje" aan te pap
pen. Rob's lange benen verkleinden nu
snel de afstand tussen hem en het drie
tal en weldra was hij vlak achter ze.
Het meisje keek, als om hulp zoekend,
om toen ze die vastberaden stap hoor
de en opeens zag ze hem in 't gezicht.
Haar grijze ogen lichtten op.
„Rob!" zei ze verrast en stond met
een stil, haar hand uitgestoken.
„Wel, wel", lijsde de lange, „daar
hebben we de jonkheer. Komt zich met
onze zaken bemoeien. Ook al achter de
meiden aan. Wie had dat gedacht van
moederszoont j e
„Met z'n schijnheilige sm vulde
de rooie fel aan.
„Waar moet je naar toe?" vroeg Rob,
die deed als hoorde hij zijn beide col
lega's niet.
„Naar huis", antwoordde Rie Koster,
„breng je me zo ver?" Ze kleurde maar
wierp een verontrustende blik in de
richting van het nobele tweetal, dat de
sigaretten bungelend van de lippen,
grijnzend stond te kijken.
„Kom lange, wij zijn de dame te min",
zei de rooie en voegde er toen een uit
drukking aan toe, die Rob het bloed
naar het hoofd deed stijgen. Liefst had
hij ze beiden op hun gezicht geslagen,
maar de tegenwoordigheid van het
meisje weerhield hem en knokpartijen
op straat dat was te banaal, vooral
met zulke mannekes.
„We spreken elkaar wel!" dreigde de
lange en toen gingen ze op zoek naar
andere buit.
Uit de drukte van de Lange Zijl kwa
men ze opeens in een stille straat.
„Neem me niet kwalijk", zei Rie Kos
ter, „ik vroeg maar of je me thuis wou
brengen om van hun gezelschap af te
zijn. Die twee ploertjes. Als je de ge-
menigheden gehoord had
„Ik ken ze", zei Rob rustig, „het zijn
eh collega's van me".
„Werken ze bij vader in de zaak?"
viel het meisje in. „Dan zal ik eens
„Alsjeblieft niet", raadde Rob af. „Je
zoudt me moeilijkheden bezorgen. Als
je vader er over begon, zouden ze den
ken, dat ik geklikt had, Nee, laat maar.
Je bent nou van ze af. Dan zal ik maar
hij stak zijn hand uit.
Opeens speet het hem, dat ze het ge
zegd had: „Ik vroeg maar om van hun
gezelschap af te zijn". Dat ze niet echt
had bedoeld dat ze wilde dat hij haar
thuisbracht.
Ze scheen zijn gedachten te raden
en nu was ze verlegen.
„Ik heb me ongelukkig uitgedrukt",
verontschuldigde ze zich. „Ik bedoelde
niet ik bedoel, je hebt misschien wat
anders te doen".
„Ik heb niets om handen", zei hij en
glimlachte.
„Nou ja", ze aarzelde nog, „als 't jou
hetzelfde is alleen is maar alleen".
Het klonk opzettelijk onverschillig.
Rie Koster wist voor het eerst van haar