BRILLEN Het was van ons. de jchakel ALG. NIEUWS BLAD VOOR WEST ZEEUWS-VLAANDEREN ije Jaargang - Nr. Sjj Vrijdag 8 September '61 Verschijnt iedere vrijdag A bonnementsprijs fi,iop. kw.; franco p. post fi,>5 Prijs der advertenties io ct. per m.m.; by abonn. korting Advertenties m. brieven onder nr. of bij ons te bevragen 10 ct. extra Telefoon 419 DRUKKERS-UITGEVERS F4 SMOOR DE HULSTER - DORPSSTRAAT 10 - BRESKENS - GIRO 358296 Mensenredder J. SLIS nam afscheid van de Reddingmaatschappij De elementen, waarmede schipper J. Slis van de reddingboot „President Wierdsma", steeds in zijn 38-jarige loopbaan heeft moeten kampen, speel den Zaterdagmiddag tijdens zijn offi cieel afscheid van de Koninkl. Zuid- Hollandse Maatschappij tot het Redden van Schipbreukelingen, een lelijk spel letje mee. Het was erg mistig en de gasten, de directie van de Mij., konden niet tijdig de oversteek VlissingenBreskens ma ken. De reddingboot zorgde echter zelf voor uitkomst en haalde de heren op in Vlissingen, zodat de plechtigheid, zij het dan bijna een uur later, toch kon beginnen. De heer Murk Leis. president van de Mij., schetste de betekens van schip per Slis, de oudste in jaren en ook de gene die de meeste jaren, n.l. 38, in dienst van de maatschappij geweest is, voor het reddingwezen. In de meest ge vaarlijke omstandigheden, aldus de heer Leis, is schipper Slis er steeds op uit getrokken. Hij heeft, vooral met de red dingboot „President van Heel", een aantal spectaculaire reddingen op zijn naam gebracht. Op het beruchte Noor- derhoofd aan Hoek van Holland, een van de gevaarlijkste plaatsen voor de scheepvaart, redde de schipper ruim 80 mensenlevens. Totaal heeft hij 378 men sen gered in 63 hulpverleningen. Na de oorlog werd Slis overgeplaatst naar Breskens en was zijn taak meer bijstand verlenen aan vissersschepen en jachten die in moeilijkheden kwa men te verkeren. Schipper Slis kwam, na al jaren als opstapper zijn diensten te hebben ver leend, in Mei 1923 in vaste dienst van de reddingmaatschappij. Oorspronke lijk was hij schipper van de stoomred- dingboot „President Jan van Heel". La ter schakelde de mij. over op motor boten en kreeg de schipper het com mando over de „President Jan Leis". Voor zijn belangrijk werk mocht schipper Slis een groot aantal onder scheidingen ontvangen. Zo ontving hij al in 1928 de grote zilveren medaille van de maatschappij. In 1941, na de hulpverlening aan de Fritzen, kwam daar de gesp, een zeer hoge, weinig uit gereikte onderscheiding, bij. In 1948 kreeg hij een onderscheiding voor 25- jarige trouwe dienst en in 1956 werd hem de zilveren medaille, verbonden aan de Orde van Oranje-Nassau, toe gekend. Hiernaast kreeg hij vier bui tenlandse hoge onderscheidingen. De meest belangrijke reddingen zijn o.m. geweest: 5 Oct. 1923: De Stuart Stad, die in de mond van de Nieuwe Waterweg in ernstige moeilijkheden was geraakt. Op 5 Oct. 49 mensen, 10 Oct. 31 mensen. In de nacht van 9 op 10 Maart 1925 was het de Soerakarta die op het Noorderhoofd in nood was. 9 Maart werden 30 mensen aan land gebracht, 10 Maart 10 mensen. 25 Nov. 1928 werd tijdens een N.W.-storm met hevige regenbuien het Noorse s.s. Christian Michielsen nabij de Water weg van zijn ankers geslagen en dreef snel naar de kust. Het schip vroeg om assistentie. Door het noodweer kon de sleepboot Ganges niet uitvaren, doch de reddingboot „President van Heel" slaagde er in buitengaats te komen. Het vereiste bovenmenselijke inspanning om de reddingboot dicht bij het schip te brengen en verschillende malen dreig de deze dan ook te pletter te slaan. Een gedeelte van de bemanning hing bij de nadering van de reddingboot al in touwladders en aan touwen buiten boord. Ondanks het noodweer wist men 24 mensen met een zwaar gehavende boot aan land te brengen, waarbij men helaas niet had kunnen verhinderen, dat een aantal bemanningsleden van de Christian Michielsen, w.o. de Ne derlandse loods, verdronken. Na de oorlog kreeg Slis, aldus de president van het reddingwezen, het wat gemakkelijker door zijn overplaat sing naar Breskens. De vele onderschei dingen die schipper Slis in de loop der jaren heeft ontvangen, zijn welver diend. Hij is een goed zeeman, bekwaam en deskundig, in staat om op de meest kritieke ogenblikken goede leiding te geven, daarin steeds bijgestaan door een goede bemanning, aldus de heer Murk Leis, die uitvoerig inging op de mens Slis, die een warm hart heeft. De oude garde verdwijnt langzamerhand om plaats te maken voor jonge krach ten, die opgeleid door de ouderen, in staat zijn het redding-werk op even be kwame wijze voort te zetten. De presi dent betrok mevrouw Slis in de hulde „®e 23tülemaefier" OOSTBURG en zei dat zij tijdens zwaar weer, als de reddingboot uit was, vaak in angst moet hebben gezeten. Het woord richtende tot de nieuwe schipper, de heer W. van den Broecke, zei de president de verwachting te heb ben dat hij zich even bekwaam zal to nen als zijn voorganger. Burgemeester J. A. Eekhout, agent der reddingmaatschappij, bracht schip per Slis dank voor de goede medewer king en zijn deskundige uiteenzettingen bij het opmaken van de rapporten. Van die rapporten, aldus spr., heb ik nooit veel begrepen. Wel weet ik, dat Slis een flinke kerel is die hart heeft voor zijn werk en in dienst van de maatschappij de vlag steeds heeft hoog gehouden. Hij noemde mevrouw Slis de tweede schipper, die steeds de telefoonwacht had. Als persoonlijk cadeau bood hij de heer Slis een grote kist sigaren aan. Als burgemeester sprekende, bracht de heer Eekhout veel dank aan schip per Slis voor het bewaken van de vis sersvloot. Voor de visserij van Bres kens is het een enorme geruststelling, dat de reddingboot in Breskens gesta tioneerd is. Als er maar een vermoeden is, dat een schip overtijd is, vaart de reddingboot uit om op zee te gaan zien wat er aan de hand is. Zo is al menig maal een vissersschip, dat de netten in de schroef had gekregen en afdreef, door de rddingboot tijdig binnenge bracht. De bemanning van de „President Wierdsma" bood de schipper een fraai schilderwerk aan, uitbeeldende de red dingboot buiten de haven en vervaar digd door de Breskense kunstschilder A. Nicolai. De gebruikers van de jachthaven bo den de schipper een prachtige mi niatuur-botter aan, de BR. 6, een zelfde soort schip als waarop dhr. Slis vroeger schipper is geweest. Burgemeester Eekhout bracht ten slotte, op verzoek van schipper Slis die beter kan varen dan spreken, allen dank voor de waarderende woorden en mooie cadeaux. Nog geruime tijd bleef het gezelschap genodigden gezellig bijeen Meteen LASITA HORL9GE is U zoals schipper Slis steeds op tijd. Horlogerie J. HOVESTADT Plaatselijk Nieuws Oostburg Raadsvergadering De Raad der gemeente Oostburg kwam vorige week in openbare verga dering bijeen. De heer Dekker was we gens vacantie afwezig. De notulen der raadsvergaderingen van 29 Juni en 5 Juli werden vastgesteld. Onder de ingek. stukken was een schrijven van de secretaris van Z.K.H. Prins Bernhard. Hierin werd namens de Prins dank gebracht voor de ontvangen gelukwensen ter gelegenheid van zijn verjaardag. Van G.S. waren verschillende goed keuringen ingekomen op eerder geno men raadsbesluiten. Eveneens wasgoed keuring ontvangen op het raadsbesluit tot aankoop van grond in het uitbrei dingsplan, van de fam. Risseeuw-Nor- tier. Gelijktijdig overlegde burgemeester van Leeuwren aan de raad het plan voor de bouw van bungalows op dit perceel grond, dat is opgemaakt door de fa. van Hasselt en de Koning. Voorts was er de goedkeuring op de begroting 1960. De voorz. deelde de raad mede, dat hierin verschillende zaken zijn die nu spoeidg kunnen worden uit gevoerd. Zo zal spoedig aangepakt wor den de uitvoering van de eerste fase van het verlichtingsplan voor de nieu we wijken, waartoe de raad reeds in 1959 besloot. Tot zijn teleurstelling moest de voorz. er gelijk bij vertellen, dat het wel enige tijd zal duren eer de bestelde apparatuur aanwezig zal zijn. Hij wees er op dat het niet mogelijk zal zijn dat deze wijken nog voor de komen de winter licht zullen krijgen. Voorts had bij de raadsstukken ter inzage gelegen een brief van het toen malig college van B. en W., gericht aan G.S. inzake de stichtingskosten van het nieuwe gemeentehuis. De heer de Vuijst informeerde van wie dit schrijven in dertijd is uitgegaan, van de toenmalige burgemeester of van het college van B. en W. Dit bleek van het college van B. en W. te zijn geweest. De heer Leen- houts stelde een aantal schriftelijke vragen in het vooruitzicht van B. en W. over deze kwestie, doch stelde nu reeds, dat G.S. in deze gehele kwestie beslist niet vrijuit gaan. Zij hadden bij het nazien van de wijzigingen van de begrotingen en de begroting zelf moeten kunnen constateren, dat voor een be drag van ruim f 138.600 geen raadsbe sluiten of begrotingswijzigingen aan wezig waren. De algemene politieverordening werd gewijzigd. Aan dhr. H. Vis werd voor een termijn van 1 jaar de vergunning voor de kiosk voor verkoop van patates frites en ijs verlengd. Bij deze verlen ging werd bepaald, dat de nieuwe on langs goedgekeurde verordening pre cariorechten van toepassing is. Vorige jaren betaalde dhr. Vis f 60,- precario rechten. Thans blijkt hij f 1241,- te moeten betalen aan de gemeente. De heren Barendregt en de Vuijst wezen er op, dat door een verkeerde voorlich ting aan de raadsleden deze allen inde veronderstelling waren, dat dhr. Vis f 500 a f 600 precariorechten verschul digd was. Men vond het bedrag wel erg zwaar, hoewel de verordening moet worden toegepast als deze er is. De heer Barendregt wees nog op een ver keerde berekening die gemaakt zou zijn. Vervolgens werd de brief van G.S. in zake de autovergoeding aan de burge meesters in Zeeland behandeld. G.S. informeerden bij de raden of een ver goeding van f 1200,- voor het gebruik Feuilleton STREEKROMAN door HANOL SPOOR. 30) De Verhagens stonden perplex. On danks zijn vele plagerijen zagen ze in Sternhout toch altijd nog de vertegen woordiger van een oud en eerbiedwaar dig geslacht. Ieder bleef in eigen gedachten ver zonken. Lydia had wel van schaamte en ergernis door de grond willen zin ken. Paul begreep het eerst wat er door haar moest heengaan. Langzaam drong het tot allen door wat dit voor Lydia betekende. In gedachten zochten zij al naar een aanvaardbare oplossing om Lydia te kunnen sparen. Alleen Mia kon niet begrijpen waar om men niet vrolijker keek. Volgens haar was er toch alleen maar reden tot blijdschap, omdat ze schuld beken de. Dat ,ze Sternhout meesleepte was aan zijn eigen gedrag te danken. Lydia was de eerste die sprak. .We zullen dit aan de politie moeten over geven", zei ze. Verhagen, anders eenN-man van wei nig woorden, meende dat Tiaar eerst wel eens over beraagdaagd n worden. Mia protesteerde zo heftig als haar toestand dit toeliet. Zij gunde Stern hout zijn ondergang. Daar Mia over vermoeid raakte, trok men zich terug in de huiskamer, na eerst Mia beloofd te hebben dat zij de uitslag van de be sprekingen zou horen. Het was tenslotte Frank die voorstel de dat men, zolang hij niet als dader aangewezen zou worden, geen gebruik van de bekentenis zou maken. In het dorp was er niemand die in zijn schuld geloofde. Bovendien kon men beter eerst de toestand van Mia afwachten; waar om haar laatste dagen verzwaren? Mis schien dat Lydia haar broer nog tot ze kere voorwaarden zou kunnen krijgen. Mia gaf later gelaten toe. Zij had be kend, omdat Frank haar gered had. Nu was ze nog- verzorgd, ginds in het water zou ze als een dier gestorven zijn. Als Frank zijn doodsvijand wilde sparen, waarom moest zij dan tegen werken? Zij voelde wel dat ze al die emoties niet zou kunnen dragen en gaf zich verder rustig aan hun beslissingen over. HOOFDSTUK XXIV. Sternhout in razernij Lydia ging weer opweg naar Duins fort. Zij vond dat iedere gang naar dit .huis haar zwaarder begon te vallen. Ze 'nam zich voor geen genoegen te nemen met wat vage beloften. Tegenover de - grootmoedigheid van deze duinbewo ners moest iets positiefs komen te staan. Op een afstandje volgde Joke. Zij had het vastberaden gezicht van Lydia gezien en was haar ongerustheid geen baas. Paul had ook willen meegaan, maar Lydia had gesmeekt dit niet te doen. De kennismaking tussen beide mannen had ze voortdurend uitgesteld, omdat ze niet ten onrechte vreesde, dat het bot singen tengevolge zou hebben. Nu, ter wijl er een onaangenaam onderhoud te wachten was, vond ze het helemaal stuitend om tot een ontmoeting over te gaan. Zij vroeg zich af of haar broer door de langdurge eenzaamheid nog niet tot inkeer gekomen zou zijn. Waarom ging hij toch niet naar de stad terug? Al peinzende was ze Duinsfort gena derd. Joke was ongezien vlak achter haar. Lyda ging door de hoofdingang en zag haar broer in de salon zitten. Hij was ongeschoren. Hij degenereert nog harder dan ik kon vermoeden, dacht Lydia. Gemelijk keek hij op. Sinds hun laat ste ontmoeting wist hij zeker dat ze hem tegenwerkte. Bovendien was het hem bekend geworden op welke manier Frank was vrijgekomen en hij vond die celstraf juist zo geschikt om die dwars kop murw te maken. Zijn zuster kwam hem natuurlijk weer aan zijn hoofd izaniken. Van Mia's on geluk en ziekte was hem niets bekend. Hij dacht dat ze al in de stad ontboden was. Eerst was hij wat ongerust ge weest over de eventuele gevolgen van een bekentenis van Mia. Maar hij ver trouwde op haar geslepenheid en be greep dat ze zich niet onnodig in moei lijkheden zou begeven. Rustig alsof er niets gebeurd was, be groette Lydia haar broer. Hij bood haar op tamelijk norse manier een stoel aan. „Ik kom nog eens met je praten, Ri chard". „Zo, ik ben anders duidelijk genoeg geweest". „Dat wel, maar er zijn nieuwe feiten aan het licht gekomen". „Dat moeten dan wel heel bijzondere zijn, die mij van gedachten zouden ver anderen". „Is ook zo. Er is een briefje in mijn bezit dat ik zou willen ruilen voor het afstand doen van jouw plannen". „Sinds wanneer leent mijn zuster zich voor marchanderen als een markt koopman?" Zijn stem klonk hatelijk, doch Lydia had zich voorgenomen zich niet van haar stuk te laten brengen. „Als ik me moet vernederen, is dit jouw schuld". „Ik ben niemand rekenschap schul dig", zei hij trots. „Geen mens staat zo hoog dat hij on gestraft het recht kan verkrachten".

Krantenbank Zeeland

De Schakel | 1961 | | pagina 1