Geslaagde Visserijfe
esten te Breskens
Feuilleton
Het was van ons.
de ichakel
Al G NIEUWS BLAD
ALG. NIEUWS BLAD
VOOR WEST ZEEUWS-VLAANDEREN
DRUKKERS-UITGEVERS F* SMOOR DE HULSTER - DORPSSTRAAT 10 -BRESKENS
zjtf Jaargang - Nr. 830
Vrijdag 18 augustus'61
Verschijnt iedere vrijdag
A bonnementsprij s
f 1,10 p.kw.; franco p. post f1,25
Prijs der advertenties
ïo ct. per m.m.; bij abonn. korting
Advertenties m. brieven onder nr.
of by ons te bevragen 10 ct. extTa
Telefoon 429
GIRO 3SB296
Stralend scheen Zaterdagmiddag de
zon, toen Breskens Visserij-koningin,
mevr. Anneke Verschoor - Vermeulen
vergezeld van twee hofdames, 'staande
op de BR. 14, de vissershaven binnen
voer. De Visserij-koningin, gekleed in
een fraaie met kant en tule gedrapeer
de witte japon, waarover een sjerp in
de Breskense kleuren rood-groen. kon
nauwelijks aan land komen, zo druk was
het bij de vismijn, waar haar komst
werd afgewacht.
Zij werd op een speciaal hiervoor ver
vaardigd podium begroet door burge
meester J. A. Eekhout, die in zijn toe
spraak benadrukte, dat Breskens de
visserij en zijn charmante vertegen
woordigster een goed hart toedraagt.
Warme hulde bracht de burgemeester
aan het Visserij-comité, dat kosten
noch moeite spaart om een goed vis
serijfeest te brengen.
De voorzitter van het Visserij-comité,
de heer R. v. Quekelberghe, verwelkom
de de Visser-koningin in een zeer
sympathieke toespraak. Hierna reikte
de Visserij-koningin aan de bemanning
van de BR. 54 de groen-rode wimpel
uit, voor het behalen van de gemiddel
de hoogste prijs voor de in 1960 te
Breskens aangevoerde garnalen.
Voordat de Visserij-koningin haar
feestelijke entree maakte, heerste er
aan de vissershaven al een hele drukte.
De vissersschepen werden gepavoiseerd.
In het dorp werden de vlaggen uit
gehangen, en bloemen in de versierin
gen van de straten aangebracht, kort
om Breskens was in feesttooi, gereed
om zijn gasten te ontvangen.
Heel wat mannen verbeten hun slaap,
omdat ze die nacht het bed niet hadden
gezien door een laatste hand te leggen
aan de praalwagens en heftig te mop
peren op de leveranciers van de 178.000
dahlia's, die het deze keer lelijk hadden
laten zitten. De storm van de laatste
dagen had Breskens voor zijn praal
wagenoptocht parten gespeeld, waar
door er slechts ene derde van de be
stelde bloemen Vrijdagavond werd aan
gevoerd. Een belangrijke pech, waarin
niet was voorzien. Ijlings werd naar di
verse plaatsen getelefoneerd achter
bloemen, doch het mocht niet meer ba
ten. 's Morgens stond al vast dat de
praalwagenoptocht 's middags niet com
pleet zou zijn. Met, kunst en vliegwerk,
met gladiolen en schorrebloemen wer
den nog enkele wagens met vereende
krachten afgewerkt.
Terwijl dit alles zich in de garages,
schuren etc. afspeelde, maakte Bres
kens gemeentebestuur zich op om de
eerste gasten, bestuursleden van Zevi-
bel, het bestuur van de visserijvereni
ging „Ons Belang", burgemeesters van
vissersgemeenten in Zeeland, etc. te
ontvangen in het gemeentehuis. Het was
een zeer groot gezelschap en burgemees
ter Eekhout had, zoals hij even later in
zijn begroetingstoespraak stelde, al
eens angstig naar de vloer van de raad
zaal gekeken, of die op zoveel extra
vracht nog wel berekend was.
Speciaal werden door de burgemees
ter begroet de heer L. P. van Oorschot,
de nestor van Zevibel, de aanwezige bur
gemeesters en de bestuursleden van Ze
vibel. De visserij, aldus spr., is van Bres-
kens bevolking en het gemeentebestuur
een troetelkind. Hij gewaagde van de
gemeentelijke steun, waannede het mo
gelijk is de oude houten vissersschepen
te vervangen door grotere stalen kot
ters, die een veel betere accommodatie
bieden aan de bemanning. Daarnaast is
al in de praktijk gebleken, dat de nieuwe
schepen betere waar aan de wal kun
nen brengen dan de oude schepen. De
visserijwimpel, zo voorspelde de burge
meester, zou die middag dan ook uitge
reikt worden aan de schippers van een
nieuw schip, n.l. de BR. 54, eigendom
van de heren Asard en Moelker.
De heer A. L. S. Lockefeer, burge
meester van Hulst en voorzitter van
Zevibel, bracht het gemeentebestuur
dank voor de officiële ontvangst en
sprak daarbij de wens uit, dat de ge
meente Breskens spoedig aan de bouw
van het nieuwe gemeentehuis zal kun
nen beginnen. Hij roemde het gemeen
tebestuur van Breskens voor de daad
werkelijke hulp die zij geeft voor de sa
nering van de vissersvloot. Er wordt in
de kringen van de visserij en de visserij-
gemeenten, aldus spr., veel over de
Breskense regeling gesproken. In lande
lijk verband heeft men al verschillende
commissies ingesteld. In afwachting van
de landelijke regeling is de Breskense
regeling zeer gunstig, aldus de heer
Lockefeer. Er zijn ook in landelijk ver
band maatregelen nodig, om de vloot
blijvend te laten varen. Met de wens dat
Breskens' visserij zich voorspoedig moge
ontwikkelen, werd het glas op de toe
komst van Breskens geheven.
Daarna begaven allen zich naar de
grote vismijnhal, waar de tafels met
kostelijk zeebanket gedekt stonden en
allen zich aan de koffietafel verenigden.
De heer Lockefeer sprak een welkomst
woord, o.m. tot de heer M. J. van Poelje,
lid van G.S., de heer A. Vriens, secr. van
het Visserijproductschap, B. en W. van
Breskens en vele andere genodigden, en
de leden van „Zevibel".
De voorzitter van „Zevibel" sprak er
zijn genoegen over uit, dat het Bresken
se feest in het teken van de visserij
staat en constateerde daarbij, dat de
visserij in de belangstelling komt te
staan, mede door de vele feesten, welke
In Zeeland rondom de visserij worden
georganiseerd. Spr. zei o.m. nog, dat het
van groot belang is, dat de Breskense
vissers een inkiOopcombinatie hebben
gevormd. Hij sprak de wens uit, dat er
spoedig een oplossing gevonden mag
worden voor de deelvissers, die thans
niet bi) de sociale voorzieningen zijn
betrokken. De heer Lockefeer brak een
lans voor de gedachte van een collec
tieve verzekering voor de bemanning
van de schepen. Tenslotte bracht spr.
de visserij school ter sprake, die overal
elders ln het land bloeit, doch in Zee
land maar ternauwernood aan zijn leer
lingental kan komen. Een beroep werd
gedaan op de ouders om de j ongens het
noodzakelijke onderwijs te doen ont
vangen, waarbij men vooral moet be
denken, dat het niet onwaarschijnlijk
is, dat binnen niet al te lange tijd het
vissen aan vergunningen onderhevig zal
zijn. Deze vergunningen zullen in de
toekomst slechts afgegeven worden, als
men over voldoende theoretische vak
kennis beschikt. Het onderricht is voor
de visserij een noodzaak, aldus beklem
toonde de inleider zijn woorden.
Na de maaltijd besprak drs. L. Locke
feer uit Hulst het onderwerp: de schip
per, visser en de zee in de letterkunde.
Spr., die zijn inleiding begon met de
wordingsgeschiedenis uit Genesis droeg
tenslotte een gedicht voor van Kees
Stip Diewertje Diekema, waarom harte
lijk werd gelachen in de grote vishal.
De heer C. Kosten, voorzitter van de
visserij vereniging ,,On Belang" te Bres
kens, sprak tenslotte een dankwoord
tot allen die aan het welslagen van de
visserijfeeten hadden meegewerkt en
deed een beroep öp de vissers om Zevi
bel zoveel mogelijk te steunen.
Aankomst van de Visserij-koningin.
Be wimpel voor J. Asard en L. Moelker.
Terwijl de maaltijd in de vishal nog
aan de gang was, voeren de Breskense
vissersschepen de haven uit om de Vis
serij-koningin met haar gevolg in te
halen. Mevr. Anneke Verschoor-Ver-
meulen met haar hofdames Ria de Lo-
bel en Ria van Haneghem, gekleed in
zacht crème gewaden, veroverden de
harten van de reikhalzende Bressiaan-
ders en andere belangstellenden, die
van de aankomst van het hoge gezel
schap niets wilden missen. Zo groot was
de drukte aan de kade, dat men slechts
met moeite een weg kon banen voor
de Visserij-koningin, die later op het
platvorm door de burgemeester en de
voorzitter van het Visserij-comité in
de allerhartelijkste bewoordingen werd
begroet. Ook de Visserij-koningin zelf
liet zich niet onbetuigd. Zij bracht dank
aan het ijverige Visserij-comité en aan
het gemeentebestuur voor de steun die
de vissers steeds ontvangen. Ook ging
haar dank uit naar de bevolking van
Breskens, die zo eendrachtig samen
werkt om de visserijfeesten onvergete
lijk te maken. Daarna reikte zij, op ver
zoek van de burgemeester, de visserij-
wimpel uit aan de schippers J. Asard
en L. Moelker, die in het afgelopen sei
zoen de hoogst gemiddelde besomming
kregen voor de aangevoerde garnalen,
n.l. f 3,06 p. kg. Zij spelde de schippers
en bemanningsleden de herinnerings
speldjes op.
Zeer veel belangstellenden maakten
hierna van de geboden gelegenheid ge
bruik om met de gepavoiseerde vissers
schepen een kleine rondvaart op de
Schelde te maken.
Ondertussen was de stoet praalwagens
opgesteld en bleek, dat slechts 3 praal
wagens niet aanwezig waren. Er was
veel voorbereidend werk aan de wagens
gedaan, doch de aandachtige toeschou
wer kon goed waarnemen, dat enkele
niet volledig „af" waren. Jammer voor
Breskens, jammer vooral voor de buurt
verenigingen, die weken lang ijverig aan
de wagens bezig geweest zijn.
De drukte en het plezier waren er
echter niet minder om. Met een 5-tal
muziekkorpsen trok de stoet door de
straten van Breskens, waarbij ook de
turnver. „D.I.O." acte de precente gaf
en een bijzonder frisse indruk maakte
door de mooie heldere witte turn-
costuumpjes. De Visserij-koningin en
haar hofdames, gezeten in een mooie
grote open auto, opende de stoet en
wuifde vriendelijk naar de vele belang
stellenden, vooral op het Spulplein,
waar de bejaarden van Breskens een
zitplaatsje hadden gekregen om de
stoet te kunnen gadeslaan. Van enkele
wagens was bijzonder veel werk ge
maakt. Ieder jaar gaat de stoet ln kwa
liteit vooruit, temeer als men de pech
welke er dit Jaar was, buiten de schuld
van Breskens, in aanmerking neemt.
De diverse muziekkorpsen hielden
het straatbeeld van Breskens, dat over
spoeld was met belangstellenden, nog
geruime tijd bijzonder levendig.
Op het Spuiplein werden diverse con
certen gegeven, terwijl op het Oranje
plein veel belangstelling was voor de
skelterwedstrijden. Dit was een geheel
nieuw evenement voor Breskens en viel
zeer in de smaak.
Na deze wedstrijden volgde nog het
optreden van het korps Albert Heijn uit
Zaandam met tot slot een taptoe op het
Oranjeplein door dit muziekkorps.
Het ofifciële gedeelte van deze eerste
dag werd besloten met een woord van
dank door de Visserij-koningin.
Er heerste tot laat in de avond een
gezellige drukte in Breskens, waarbij de
Rijkspolitie, die veel versterking had
ontvangen, met grote soepelheid voor
een vlotte aan- en afvoer van de vele
auto's zorgde.
Visserij-koningin maakte tuimeling.
De Visserij-koningin heeft tijdens de
optocht van Zaterdag een lelijke tuime
ling gemaakt in haar luxe auto. Deze
moest vrij plotseling stoppen en de Vis
serij-koningin die boven op de rugkus
sens zat, was hierop niet bedacht. Zij
schoot naar voren en kwam met haar
gezicht in aanraking met de voorbank.
In een naburige woning werd zij be
handeld en kon. hoewel licht gewond
aan het gezicht, haar trlomph-tocht
voortzetten, gelukkig ook de andere dag
Mej. Ria de Lobel werd des Zondags als
hofdame vervangen door haar zuster.
Zondags werden de visserijfeesten te
Breskens voortgezet.
's Middags waren er zeilwedstrijden,
n.l. de aankomst in de haven van de
Jachten aan de wedstrijd Zeebrugge—
Breskens en de start voor de wedstrijd
BreskensZeebrugge. In de haven
heerste een prettige drukte van aan- en
afvarende jachten, terwijl een water
sportdemonstratie gegeven werd met
speedboten en waterskiën. De belang
stelling was groot.
Ondertussen waren de wagens voor
het bloemencorso aangekomen aan het
visserssteiger en werd de stoet gefor
meerd. Zij werd, evenals Zaterdag, ge
opend door de plaatselijke muziekver
eniging met daarachter de open auto
van de Visserij-koningin met haar ge
volg. De stoet werd opgeluisterd door
een 6-tal muziekkorpsen, w.o. De Unie
uit Breda en een jeugddrumband uit
Haarlem.
Voordat de stoet vertrok werd bekend
gemaakt, dat in verband met de moei
lijkheden met de bloemen, er dit jaar
geen prijzen zouden worden toegekend.
Voor iedere wagen was er een herinne-
ringsbeker. Ondertussen vernamen wij
van de zijde van het Comité Visserijda-
gen dat alle maatregelen genomen zul
len worden om een herhalen van het
gebeurde te voorkomen.
Langzaam trok, ondanks de pech, de
toch fraaie stoet door het dorp, waar
STREEKROMAN
door HANOL SPOOR.
27)
Onmiddellijk begreep zij dat er verband
moest bestaan tussen de komst der
freule en de overspannen toestand
waarin Joke verkeerde. Feitelijk was ze
blij met de onderbreking. Misschien zon
ze nu op een meer normale manier ho
ren wat er eigenlijk gebeurd was.
Lydia gaf moeder Verhagen alleen
even een glimlachje als begroeting en
liep regelrecht op Joke toe.
„Joke, kind, het spijt me zo; kun je
me vergeven?"
Joke hief het hoofd op. Haar blik had
iets van een konijntje, dat in een strik
was geraakt.
„Moet ik U stamelde ze.
„Natuurlijk; ik had niet dadelijk zo
moeten opvliegen en moeten begrijpen
dat schijn bedriegt".
Het gezicht van Joke klaarde zien
derogen op. Ook haar moeder slaakte
een zucht van verlichting.
Lydia vertelde nu aan Joke's moeder
welke vergissing er had plaats gevon
den. Ze nam alle* schuld óp zich en
verontschuldigde hdar broer, die te veel
op zichzelf was aangewezen. Ze lachte
Joke, die meer en meer opklaarde,
vriendelijk toe en zei: „ik hoop dat me
zoiets niet meer overkomt. Laten we
nu liever al onze energie gebruiken om
Frank uit zijn benarde positie te be
vrijden".
Lydia had niet tactischer kunnen
spreken om Joke weer helemaal op
dreef te helpen. Nu werd ze weer met
nieuwe moed bezield, vooral toen de
freule vertelde dat Paul en zij uitslui
tend voor Frank waren gekomen.
Intussen was Paul, vergezeld van
Verhagen, ook binnen gekomen. Ernstig
werd beraadslaagd. Het beste was om
zich in verbinding te stellen met Pauls
vriend, daar Paul overtuigd was dat
deze al de eerste stappen ondernomen
zou hebben om voorlopige invrijheid
stelling te krijgen.
Om tijd te besparen bestelde men
een taxi en met Joke tussen hen in
vertrokken Paul en Lydia naar de stad.
Langzaam kwam de oude veerkracht
bij Joke terug en met spanning keek ze
uit naar het ogenblik dat zij Frank zou
weerzien.
Zo gemakkelijk was de zaak echter
niet. Werkelijk had de vriend van Paul
al vele pogingen in h.et werk gesteld
en hij meende ook aardig te vorderen,
maar toch was de gehele dag er nog
mee gemoeid om diverse instanties te
bezoeken.
Bijna werd men moedeloos onder de
voortdurende besprekingen en toen nog
tamelijk onverwacht stond Frank voor
hen, wel iets bleker, maar zeer verheugd.
Joke wierp zich in Franks armen en
klemde zich aan hem vast. Tegelijk
schudde Frank de handen van zijn
vriend en van Lydia.
Natuurlijk waren alle zwarigheden
nog niet opgelost, doch opgewekt werd
de terugtocht aanvaard. In vrijheid
zou Frank allicht meerdere bewijzen
van zijn onschuld kunnen ontdekken.
Toen het montere gezelschap onver
wacht bij de Verhagens binnenstapte,
slaakte Mia bij het zien van Frank een
snerpende gil, en vluchtte het huis uit.
Men haalde de schouders op. Mia deed
de laatste tijd wel meer zonderling.
Moeder Verhagen vroeg zich af, waar
om Mia toch zo'n angst toonde om weer
naar de stad terug te keren. Het was de
laatste tijd toch overduidelijk dat zij
het hier niet meer naar haar zin had.
Rusteloos was Mia door de duinen
gaan dwalen. Ondanks dat zij nog vlug-
haar jas had gegrepen, rilde ze alsof ze
het koud had. Even had ze gemeend
dat haar misdaad was uitgekomen,
maar door de onthutste gezichten bij
haar vreemd gedrag, begreep ze dat het
nog niet zo ver wa,s.
Toch werd de toestand nu gevaarlij
ker voor haar; wel zou ze Sternhout in
haar ondergang kunnen meetrekken,
maar dat leverde voor haar ook geen
voordeel op, hoewel ze hem niet sparen
zou.
Bovendien, hij was zo geslepen. Hoe
had ze ooit zo dom kunnen zijn om zich
met hem in te laten. Dit was erger dan
de zaakjes, die, ze met vrienden in de
stad organiseerde. Toch was de laatste
smokkelzaak ook niet mis geweest, en
ze wist dat er nog steeds een onderzoek
gaande was.
Wat had ze toch van haar leven ge
maakt? Echte vrienden bezat ze niet.
daarvoor was ze te veel van de een naar
de ander gefladderd. En hier was ze van
de regen in de drup gekomen door zich
met Sternhout in te laten. Hier had zij
zich, die in de stad de naam had van
geraffineerd te zijn, door een doodge
woon landjonkertje in de vingers laten
snijden.
In de duinen hing een lichte waas. In
de verte hoorde ze de brulboei, ten te
ken dat het mistig was. Ongemerkt
was ze in de omtrek van Duinsfort ge
komen. Donker en onheilspellend doem
de het gebouw op uit de lichte ne:els.
Tot nu toe was het haar niet gelukt om
op Duinsfort toegang te krijgen. Nu ze
toch haar spelletje vrijwel als verloren
beschouwde, kwam het bij haar op om
nog een laatste troef uit te spelen.
Met een grote cirkel liep ze om het
gebouw heen en bekeek het eens op haar
genaak aan de achterkant. Hier was de
indruk nog doodser. De ramen waren
geblindeerd, het gras groeide tussen de
stenen, het geheel zag er verveloos en