BOBBE
V isserijfeest' N ieuws
BOBBE
Witte
NappaJasjes
f59,50
Terlenka
Rokken
27,50 en 33,50
Feuilleton
Het was van ons.
de jchakel
ALG. NIEUWS BLAD
r~
ALG. NIEUWS
VOOR WEST ZEEUWS-VLAANDEREN
15e Jaargang - Nr. 822
Vfijdag 23 Juni 1961
Verschijnt iedere vrijdag
A bonnementsprij s
f 1,10 p.kw.; franco p. post f1,35
Prijs der advertenties
10 ct. per m.m.; bij abonn. korting
Advertenties m. brieven onder nr.
of bij ons te bevragen 10 ct. extra
Telefoon 439
DRUKKERS UITGEVERS f» SMOOR DE HULSTER DORPSSTRAAT 10 - BRESKENS - TELT» - GIKO 358296
DE OPTOCHT.
Als op Zaterdag 12 en Zondag 13
Augustus a.s. na de opening van de vis
serijfeesten de optocht zich zal presen
teren, zal weer één der hoogtepunten
der feestelijkheden een aanvang nemen.
Een optocht, met aan het hoofd de vis
serij-koningin, die ook dit jaar weer
zeer veel beloofd en aan de bezoekers
een aanblik zal bieden, die nog lang in
de herinnering zal voortleven.
Reeds nu treffen al een 12-tal buurt
verenigingen voorbereidingen om aan de
optocht met een praalwagen deel te
nemen. Hierin zal ook dit jaar de buurt
vereniging Nieuwe Sluis vertegenwoor
digd zijn.
Diverse muziekgezelschappen en ver
enigingen zullen deze stoet completeren
Evenwel is er nog plaats voor vele
groepen, groot of klein, om aan de op
tocht deel te nemen. Laat elke buurt of
straat hierin vertegenwoordigd zijn.
Voor alle inlichtingen betreffende de
optocht kan men zich wenden tot het
secretariaat „Comité visserij dagen", F.
van Luijck, Boulevard, tel. 777.
Het comité.
Plaatselijk Nieuws
Cadzand
Raadsvergadering
De Raad der gemeente Cadzand ver
gaderde vorige week in openbare zit
ting, onder voorzitterschap van burge
meester J. A. Leenhouts.
De notulen der vorige vergadering
werden ongewijzigd vastgesteld.
De voorzitter beantwoordde de tijdens
de laatste vergadering gestelde vragen,
waaruit bleek, dat het probleem der
straatverlichting nog steeds een punt
van overweging uitmaakt in het college
van B. en W., zodat nog geen nadere
mededelingen terzake gedaan kunnen
worden.
De presentiegelden van de woonruim
te-adviescommissie zijn inmiddels uit
betaald, aldus kreeg mevr. J. Adriaan-
sen-de Neef ten antwoord. Het punt
badmeester, waarnaar mevr. Adriaan-
sen had geïnformeerd, zou ter vergade
ring aan de orde komen bij de behande
ling van de begrotingswijziging 1961. De
woning-we twoningen, waarvan mevr.
Adriaansen de opleveringsdatum wilde
weten, blijken thans reeds betrokken te
zijn.
De heer de Bruijne had gewezen op
de noodzaak een slijtlaag aan te bren
gen op het nieuwe parkeerterrein. De
voorz. zei, dat hij zich reeds met de
Minister in verbinding heeft gesteld om
de slijtlaag aan te mogen brengen in
het kader van het wederopbouwplan en
de kosten ad f 3500,- ten laste te mo
gen brengen van de wederopbouwreke-
ning.
Tijdens de vorige vergadering was de
wens uitgesproken het bruggetje in het
duinpad van een leuning te voorzien.
De voorz. zei, aan Fokke reeds opdracht
te hebben gegeven een eenvoudige leu
ning te maken.
De begroting 1961 is inmiddels door
G.S. goedgekeurd. Hierin is de tweede
gemeentewerkman opgenomen, zodat
men thans tot aanstelling van deze
functionaris kan overgaan. B. en W.
brachten aan de raad een aanbeveling
uit van 3 alfabetisch gerangschikte na
men, n.l. A. A. Bril, A. D. van Houte en
A. J. W. Kommers. De heren de Hullu en
de Bruijne fungeerden als commissie
van stemopneming. Bij stemming bleek
de heer A. A. Bril met 4 stemmen te
zijn benoemd. 3 stemmen werden op de
heer A. D. van Houte uitgebracht. In
totaal waren er voor deze functie 17
sollicitanten. De voorz. feliciteerde de
heer Bril met zijn benoeming.
Bepaalde salarisherzieningen ten aan
zien van de reeds in functie zijnde ge
meentewerkman werden genomen, als
mede voor de ambtenaar ter secretarie.
Ook de uitkering ineens, de z.g. franje
uitkering, zal aan genoemde ambtena
ren worden toegekend. Tevens werd het
salaris van de zo juist benoemde 2e ge
meentewerkman vastgesteld op f 4461,46
per jaar, terwijl daarboven nog een kle.
dingtoelage van f 100,- zal worden ver
leend.
Tijdens de vorige raadsvergadering
staakten de stemmen over het voorstel
van B. en W. de presentiegelden voor de
raad van f 7,50 op f 10,- per bijgewoon
de vergadering te brengen. Thans stond
dit voorstel weer op de agenda. De heer
Bril, die toen niet aanwezig was, zei
het wel vreemd te hebben gevonden,
waar de wedde van de wethouders wel
door de raad werd verhoogd en dat om
trent de verhoging van de presentiegel
den de stemmen staakten. Hij wilde wel
de noodzaak onderstrepen dat men voor
zowel de wethouders als de raadsleden
één lijn moet trekken. Ik ben de vorige
keer tegen verhoging van de wethou-
derswedden geweest. Aangezien de raad
ze toch verhoogde, heb ik nu een ge
wijzigd standpunt ingenomen. Bij stem
ming bleek het voorstel van B. en W.
met 4 stemmen te zijn aangenomen.
Tegen stemden de heren de Bruijne, de
Hullu en Kools.
Op voorstel van B. en W. werden de
subsidie-aanvragen van het Phil Har
monica-orkest „Flandria" Z.-Vlaande
ren, alsmede van de Stichting Katho
liek Vormingscentrum en van de Stich
ting tot steun van de Prot. Geestelijke
Verzorging van het Nederl. Leger, afge
wezen.
De begroting 1960 werd gewijzigd. De
post voor onvoorzien is thans nog groot
f 1251,02, terwijl een bedrag van f 2000,- j
overgebracht kon worden naar reserve
voor de wegen of het uitbreidingsplan, j
De begroting 1961 werd gewijzigd in
verband met de aanstelling van een
badmeester voor het badseizoen 1961.
De voorz. zei, dat er op de oproep 1
sollicitant zich heeft aangemeld. Deze
candidaat heeft zijn akte gehaald, ter
wijl hij niet met motoren kan omgaan
en ook geen E.H.B.O.-diploma heeft. De
eisen, die B. en W. aan een dergelijke
functionaris moeten stellen, zijn: dat
het een goed zwemmer moet zijn, hij
dient te beschikken over de nodige mo
torkennis om de vlet te behandelen en
te besturen, terwijl hij in het bezit
dient te zijn van het E.H.B.O.-diploma.
De polder Tienhonderd en Zwarte is be
reid de heer L. van Grol, die deze capa
citeiten wel bezit, af te staan tot 2 Sep
tember a.s. De heer van Grol, die in de
zomermaanden werkzaamheden verricht
aan de stenen glooiingen en uit hoofde
daarvan een flink salaris verdient, is
wel genegen de gemeente uit de im
passe te helpen, indien hem het gelijk
waardige loon van f 130,per week
wordt uitbetaald. De sollicitant vroeg
f 100,per week. Het verschil van
f 30,is zeker verantwoord, wanneer
men weet, dat Van Grol ook de Zater
dagen en Zondagen dienst wil doen, ter
wijl hij des middags niet naar huis gaat,
maar aan het zeebad blijft. Hoewel B.
en W. de capaciteiten van de heer Van
Grol naar waarde weet te schatten, zal
ze er toch naar streven voor het sei
zoen 1962 een oplossing te vinden, die
niet zulke hoge financiële offers vraagt
van de gemeente. Maar juist het feit,
dat we alles willen doen om de veilig
heid van het strand te bevorderen, al
dus B. en W„ stellen we voor de heer
Van Grol aan te stellen, waarmee de
raad accoord ging. Voorts werd de be
groting gewijzigd in verband met de
door de raad bepaalde tariefsverhoging
voor gebruik van het zeebad. Voor een
volwassene werd het tarief van f 0,30
op f 0,50 gebracht, terwijl het tarief
voor kinderen beneden 14 jaar op 50
pCt. hiervan of f 0,25 werd vastgesteld.
Voor het plaatsen van tenten aan het
zeebad zal in plaats van tot nu toe 50
cent, thans f 0,75 per dag in rekening
worden gebracht. Een windscherm met
1 zijde van langer dan 1 meter wordt als
tent berekend.
De brandbluseenheid, die binnenkort
zal komen is een kapitaal geval, waar
voor het brandweerpersoneel en de
brandmeester de nodige zorg moeten
weten op te brengen. De huidige brand
meester, de heer W. L. Hamelink, die
de zestigjarige leeftijd heeft bereikt,
heeft zijn ontslag genomen. In overleg
met de brandweerinspectie hebben B.
en W. naar een vervanger gezocht en de
keus is gevallen op wethouder I. van
Houte. De functie van wethouder is ver
enigbaar met die van brandweercom
mandant. Hij zal een vergoeding van
f 100,per jaar genieten, evenals de
vorige commandant. B. en W. zijn van
mening, dat ze een goede keus heeft
gedaan en dat de heer Van Houte het
in hem gestelde vertrouwen zeker niet
zal beschamen. De voorzitter bracht
hulde aan de heer Hamelnk voor zijn
vele jaren dienst als brandweercom
mandant en zei erkentelijk te zijn voor
hetgeen hij gedurende die tijd voor de
brandweer van Cadzand heeft gedaan.
Tijdens de rondvraag informeerde
mevr. Adriaansen-de Neef naar het rap
port van de schoolartsendienst. De
voorz. deelde hieromtrent mee, dat 30
leerlingen zijn onderzocht. Bij 18 wer
den geen afwijkingen geconstateerd. 9
leerlingen werden naar de huisarts ver
wezen. 28 leerlingen waren tegen pok
ken ingeënt en ook tegen diphterie. 7
kindleren hadden een goed gebit, 11 een
matig en 10 een slecht gebit. De heer J.
Kools informeerde ernaar, wanneer de
weg door de polder onder de duinen ge
asfalteerd zou worden. De voorz. zei,
blijkens een mededeling van de op
zichter van de polder, goede hoop te
hebben, dat dit nog vóór 1 Juli zal
plaats vinden. De heer A. A. Bril dankte
de raadsleden voor zijn benoeming tot
gemeentewerkman. Hij dankte de raad
voor de prettige samenwerking gedu
rende de lange periode, die hij raadslid
is geweest. Hij hoopte in zijn nieuwe
VERRAST U
MET EEN
exclusieve
aanbieding
voor een uitzonderlijk
lage prijs van
(Deze jasjes zijn niet
van echt leder te
onderscheiden).
Bijpassende
rechte en geplooide
modellenmaten
38 tot en met 48)
Voor Uw betere damesconfectie
eerst
kijken
bij
Uw Modehuis
in Vlissingen
functie op dezelfde samenwerking te
mogen rekenen.
De heer I. de Hullu bracht het bou
wen aan de kust ter sprake. Hij vond
dat het daar wel wat te internationaal
wordt. De voorz. zei, dat dit zeker de
volle aandacht van B. en W. heeft en
in het verleden heeft gehad.
Breskens
Nieuw vissersvaartuig.
Zaterdagmiddag is bij de machinefa
briek Reijnhoudt v[h J. de Bruijne, te
Breskens. het voor een Belgische reder
gebouwde vissersvaartuig Z 410 „Marco
Polo", nadat het Vrijdag voor het be
proeven van machines en werktuigen
heeft proef gevaren en gevist, aan de
opdrachtgever, de heer Derudder, over
gedragen.
Het vaartuig, een gamalenkotter, is"
nu aan de Zeebrugse vloot toegevoegd
en mag als een van de modernste vaar
tuigen van deze vloot worden be
schouwd. Het schip, dat geheel door de
fa. Reijnhoudt is ontworpen, heeft een
lengte van 16,75 m., een breedte van
STREEKROMAN
door HANOL SPOOR.
19)
Zij wankelde even en met een ver
schrikt kreetje verdween ze in de diep
te. Paul was zo vlug hij kon het duin
opgesneld en keek over de rand van de
steile helling. Het water had dit ge
deelte van de duinen ondermijnd en bij
het betreden daarvan zakte de top weg,
de argeloze wandelaarster meevoerend.
Paul zag haar worstelen om uit het
zand te komen en vond het nu tijd om
in te grijpen. Met een sprong plofte hij
naast haar neer.
Enigszins dwaas keken ze elkaar aan.
Dan kleurde een dieprood het gelaat
van Lydia, want zij was de onfortuin
lijke zanddrenkeling die zo de belang
stelling van Paul had opgewekt.
„Paul", stamelde ze, „waar kom jij
vandaan?"
„Van boven", zei hij droog, „ik ben
ridder Loophart en snel mijn heldin te
hulp".
„Doe niet zo flauw en help me liever
om uit dit kriebelige zand te komen".
Paul moest eerst zichz.elf. loswerken
en hielp daarna* Lydia uit haar nete
lige positie. Ze keken elkaar aan en
schaterden het plotseling uit om de
grappige situatie, waarin ze verkeerd
hadden.
„Dat juist mij dit moest overkomen",
lachte Lydia, „terwijl ik zo goed weet
dat dit op een steile helling ieder ogen
blik kan gebeuren. Vroeger als kind
zochten we juist dit soort hellingen uit
om er glijbaantje te spelen".
„Heb jij hier dan gewoond?" vroeg
Paul verbaasd.
Lydia beet zich op haar lip. Dat was
waar ook. Paul kende niet eens haar
ware naam. Beiden waren leerling op
een academie geweest. Haar voogd had
zich daartegen eerst sterk verzet. Hij
vond het in haar stand niet te pas ko
men om samen met allerlei excentrieke
types les te nemen in een lichtzinnig
vaak als kunstschilderen.
Lydia's betoog, dat er degelijke en
hardwerkende jongelui op de academie
'waren, werd niet aanvaard en tenslotte
kreeg ze toestemming onder voorwaarde
dat ze zou worden ingeschreven onder
een aangenomen naam. Onder deze
naam had ze dus Paul leren kennen en
er was een hechte vriendschap ont
staan.
Paul had van haar een schets ge
maakt, welke op een tentoonstelling zo
de aandacht trok, dat' de pers er gewag
van maakte. Het frappante kopje stond
in vele kranten afgebeeld. Lydia moest
hierna onmiddellijk naar het buiten
land. Ze verdween als het ware in rook
uit Paul's leven. Hij had haar echter
nooit kunnen vergeten.
Diep beledigd over haar plotselinge
verdwijning had hij zijn schilderstudie
er aan gegeven en was zijn vaders wens
om voor landbouwingenieur te stude
ren, gaan vervullen.
„Ben je hier met vacantie?" probeer
de Lydia nog even het bekendmaken
van haar identiteit uit te stellen.
„In zekere zin wel", zei Paul, „mis
schien een heel lange vacantie, mis
schien voor altijd".
„Wil je zeggen dat je hier woont?"
vroeg ze verbaasd.
„Ja en het bevalt me hier uitstekend".
Daarna vertelde Paul dat hij bij zijn
vriend woonde en hoe deze moest wor
den bijgestaan om zijn pachtheer te
weerstreven.
Lydia vond de situatie nu nog moei
lijker worden. Zij wist niet veel van de
plannen van haar broer. Zij verweet
zichzelf dat ze Richard veel te veel zijn
gang had laten gaan. De bezittingen
behoorden hen beiden, maar ze maakte
nooit gebruik van haar medezeggen
schap. Dat er onrechtvaardige dingen
konden gebeuren, was nooit bij haar op
gekomen. Met zachte stem vertelde ze
Paul alles, vanaf de laatste dag van
hun vriendschap tot aan het moment
dat ze naar het landgoed toeging. Toen
het Paul langzaam duidelijk werd dat
Stemhout haar broer was, stond hij
perplex. Daarna viel er een veelbeteke
nende stilte. Lydia werd het bang te
moede. Natuurlijk dacht Paul dat ze
met alles op de hoogte was. Het -was
ook niet goed te praten dat ze zich door
haar broer als een debiel kind had laten
leiden.
Lydia, die bij al haar kennissen als
de ongenaakbare doorging. smeekte
Paul nu om haar omstandigheden te
begrijoen. Paul, die zielsgelukkig was
dat hij haar had teruggevonden, genoot
van haar lieve stem. Hij bedacht, hoe
hij een zeker tijdverlies van Frank ver
oordeeld had en moest bekennen dat hij
zelf hard op weg was om alle records
op dit gebied te slaan. Geen minuut
meer, ging het door hem heen en hij
sloot haar in zijn armen. Hun wat late
geluk was begonnen.
HOOFDSTUK XIV.
De jachtpartij.
Wekenlang gingen Paul en Lydia op
in het genot van hun samenzijn. Het
tere punt, het beheren van het land
goed, had zij nog niet met haar broer
besproken. Het leek ook niet nodig. Be
richt van vorderingen bleven uit. Daar
Lydia besefte, dat het onderhoud niet
aangenaam zou zijn, wachtte ze steeds
op een goede gelegenheid. Haar broer
was bijna altijd in een slechte stem
ming. Zo goed en zo kwaad als het ging,
had hij zich door de zomergeworsteld.
Het platteland begon hem tegen te