I BRILLEN vJ Uw auto en uw ogen! „Liefde ziet geen Licliaainsgeiirek." ,/Be 2&ffHemaefter" de \chakel ALG. NIEUWS BLAD r~ ALG. NIEUWS BLAD VOOR WEST ZEEUWS-VLAANDEREN "N ije Jaargang - Nr. 803 Vrijdag 10 februari 1961 Verschynt iedere vrijdag A bonnementsprij s fijiop, kw.; franco p. post fi,»5 Prijs der advertenties ro ct. per m.m.; bij abonn. korting Advertenties m. brieven onder nr. of by ons te bevragen 10 ct. extra Telefoon 419 DRUKKERS-UITGEVERS T SMOOR DE HULSTER - DÖR PSSTRAAT 10 - BRESKENS - TEL." Aan onze Lezers! Volgende week beginnen we met een nieuwe feuilleton, getiteld: „Het was van ons". Dit is een spannende streekroman, geschreven door Hanoi Spoor. Het verhaal gaat over de liefde, niet alleen van mens tot mens, maar ook van de mens tot het land waar hij ge boren is. Dit wordt dan ook tot het laatste toe verdedigd. We zijn er van overtuigd, dat ook deze feuilleton onze lezers weer van be gin tot eind zal boeien. De Redaktie. Wat staat ons te doen? Een trieste lijst van afschuwelijke on gevallen moet jaarlijks worden opge maakt. De oorzaak van vele van deze is toe te schrijven aan het falen van de ogen op kritieke ogenblikken! Dat hebben onderzoekingen uitgewe zen. Daarmee staan we voor een verant woordelijkheid, die zwaar weegt. Te meer omdat een deel van de oplossing voor de hand ligt. Een groot percentage? Bijna een jaar lang is in Nederland een ogentestwagen van de Vereniging „Veilig Verkeer" langs de weg. Dit test station is een uniek onderzoekcentrum waar „slachtoffers" onderzocht worden naar hetgeen er mogelijk aan hun ge zichtsvermogen hapert. De resultaten van het onderzoek dat in de ogentest wagen gehouden wordt, zijn nog niet bekend. De Vereniging „Veilig Verkeer" en het „Centraal Bureau voor de Sta tistiek" zijn nog doende de verworven gegevens in keiharde getallen vast te leggen. Vooruitlopen op die resultaten is onmogelijk. Wel kunnen wij het ver moeden uitspreken, dat een groot per centage van de chauffeurs op de weg, zoals eerder gebleken was bij militaire keuringen, lijden aan oogafwijkingen die de diepte-waarneming moeilijk of onmogelijk maken. Snijden. En wat dat betekent kunnen we vast stellen wanneer we op de grote weg de ene wagen de andere zien „snijden". En dan vragen we ons af: Zijn alle chauffeurs zich bewust, dat het inhalen op de grote weg, statis tisch zeker, de meeste gevaren met zich meebrengt? Weten zij, dat onge lukken, die dan gebeuren, de ongeluk ken zijn met het grootste aantal slachtoffers? Ook al, omdat een aan rijding, onder dergelijke omstandig heden, meestal niet tot twee auto's beperkt blijft? Kennen zij de oorzaak van het kwaad? Het gevaarlijke „snijden" is vaak het gevolg van een gebrek aan dieptewaar neming bij de automobilist. Hij kan niet bepalen, hoever een tegenligger van hem verwijderd is. Dit is b.v. het geval bij mensen, die slechts over één wer kend oog beschikken. Zij ontberen het dieptebeeld. Zij zien alles vlak en plat. Welke gevaren het met zich meebrengt, indien zo iemand een voor hem rijden de auto wil passeren en dus niet kan bepalen hoever een tegenligger van hem verwijderd is - is duidelijk. Het vermogen tot schatten van de af stand waarop de tegenligger nadert en de snelheid waarmee hij rijdt, faalt bij velen. Feuilleton door Maartje Zeldenrijk. Slot. Even later komt re terug met een pyamajas en een -broek. Zonder enige scrupules hijst ze hem overeind, slaat het dek een eind terug en trekt hem de pyamajas aan. Ze legt de broek er bij en zegt: „Ik ga kruiken halen, trek jij intussen dat ding aan en dan de dekens weer over je heen. Wel foei, als dat niet op longontsteking uitloopt Een half uur later ligt Berend te ril len tussen de hete kruiken, terwijl Mar- rigje hem half overeind getrokken heeft en hem ondersteund met één arm. Met de andere hand houdt ze een glas voor zijn mond en beveelt: drink op. het is een hete wijngroc. Vooruit, achter el kaar. Misschien kunnen we er nog wat aan doen". Als Berend de groc op heeft en hij prinsheerlijk tussen de wol en de war me kruiken ligt, ziet hij dat Marrigje zijn natte goed in een mand doet en er mee de kamer uitgaat. Vlak bij hem, op de grond, staat een electrische kachel en hij voelt de gloed er van op zijn gezicht. Buiten is het onweer uitgeraasd. De regen heeft opgehouden en er breekt Installatie nieuwe burge meester van Oostburg, de heer J. L. van Leeuwen Onder grote belangstelling werd Vrij dagmiddag burgemeester J. L. van Leeu wen aan de grens van de gemeente Oostburg, bij de watertoren, door de burgerij als eerste burger van Oostburg begroet. Het comité van ontvangst bestond uit de heren J. v. d. Tempel, P. v. d. Plas, P. Catsman en de dames mevr. Zuidweg en mevr. Ouwendijk. De 11-jarige Rosita Rijk en Gerard v. d. Tempel boden, ge stoken in Cadzandse dracht, mevrouw Van Leeuwen een bouquet prachtige anjers aan. Ook de kleutertjes van de kleuterschool stonden gereed met bloe men. De stoet auto's werd omstud door padvinders van de beide Oostburgse groepen en vooraf gegaan door de Oost burgse Harmonie, trok het gezelschap direct naar het gemeentehuis. In de raadszaal was reeds een groot aantal genodigden aanwezig. Hieronder bemerkten wij alle burgemeesters van Schouwen, raadsleden en wethouders uit Brouwershaven, een groot aantal burgemeesters uit W. Z.-Vlaanderen, alsmede een aantal hoofden van dienst uit Middelburg, de volledige Oostburgse raad en ook het voltallige gemeente- personeel. De gehele plechtigheid werd bijzonder sober gehouden. Slechts een beperkt aantal bloemstukken sierden de raads zaal. Dit op uitdrukkelijk verzoek van de nieuwe burgemeester, die de geno digden had verzocht het geld, dat men bij een installatie van een nieuwe bur gemeester aan bloemen besteedt, te be stemmen voor een Oostburg's televisie- fonds. Uit dit fonds zullen langdurige zieken en chronische patiënten een t.v.- toestel tot him beschikking kunnen krijgen. Door de heren J. Barendregt, en J. Broodman werd de burgemeester en zijn echtgenote Oostburg's raadszaal binnengeleid. Het was de loco-burgemeester, de heer A. P. Modde, die de installatie ver richtte en de heer en mevrouw van Leeuwen als eerste in de gemeente officieel toesprak. Hij schetste de Z. Vlaamse bevolking als „goed Zeeuws, goed rond," gemoedelijk en openhartig. De taak die Oostburg's burgemeester opgelegd krijgt, is geen eenvoudige. Men zegt wel eens, de burgemeester vindt hier een gespreid bedje, maar als de sprei wordt weggehaald, blijkt er nog heel wat te doen te zijn, al ls de gemeente heropgebouwd en heeft Oost burg een schitterend raadhuis. Het ge brek aan woningen is een der eerste vraagstukken waarmede Oostburg's burgemeester geconfronteerd zal wor den. Dan is er het zwembad. In een be roepskwestie met de eigenaar van de grond waar dit gebouwd moet worden, werden de vertegenwoordigers der ge meente reeds 9 maanden geleden ge hoord door de Raad van State. Een uit OOSTBURO weer een zonnetje door. Dan valt Be rend langzamerhand in een sluimering. De groc en de vermoeidheid van de on gewone tocht laten zich nu gelden. Als hij wakker wordt, kijkt hij ver baasd in het rond. Aan zijn bed zit Marrigje en zij houdt zijn hand vast. Verbeeldt hij het zich of lachte ze naar hem? Zij moet even zijn hand loslaten, want hij wil zijn ogen uitwrijven. Dan kijkt hij nog eens. Ja, verdraaid, ze lacht werkelijk. „Zo, mannetje, uitgeslapen? Laat me nu je pols eens voelen. Hmmm, lichte verhoging, maar dat kan ook van de emoties komen. Laten we hopen, dat het hierbij blijft. Moet je wat te eten hebben? Of drinken?" Hij wil kijken hoe laat het is, maar zijn horloge heeft ze zeker van zijn pols gehaald. Ze raadt zijn gedachten. „Het is bijna twee uur," zegt ze. „Nou, ik lust wel wat," bekent hij. Marrigje heeft een blad met heerlijk heden boven gebracht: een kop soep, biefstuk, gebakken aardappeltjes en sla. Hij laat het zich heerlijk smaken. Ook de pudding, die ze nog na brengt. Al die tijd zit Marrigje bij hem en kijkt naar hem, af en toe zijn hand strelend. Als ze alles heeft gebracht en weer bij hem zit, zegt ze - en ze poogt een strenge toon in haar stem te leggen - „Zo, mannetje en vertel me nu maar spraak is er nog steeds niet. Het uit breidingsplan, de bouw van midden standswoningen en bungalows zullen in de toekomst des burgemeesters aan dacht vragen. Voorts is verbetering van de straatverlichting gewenst, terwijl de z.g. onrendabele gebiedn op aansluiting wachten van electriciteit en waterlei ding. Het onderwijs zal van Oostburg's eerste burger veel aandacht vragen, te meer daar in Oostburg een aantal streekscholen gevestigd zijn. Voorts is er de vrijetijdsbesteding voor de jeugd en de algemeen culturele vorming van oud en jong. Na de burgemeester verzekerd te heb ben dat, wanneer hij het vertrouwen der bevolking en de ra ad zal weten te winnen, voor de problemen een juiste oplossing gevonden kan worden, bracht de loco-burgemeester dank aan allen, die hem op voortreffelijke wijze hebben bijgestaan om zijn taak als loco-burge meester zo goed mogelijk te verrichten. Vervolgens hing de heer Modde de heer Van Leeuwen de ambtsketen om de schouders en verklaarde hem als burgemeester van Oostburg geïnstal leerd. Burgemeester J. L. van Leeuwen bracht bij zijn installatie allereerst dank aan H.M. de Koningin voor de benoeming, alsmede aan allen, die tot deze benoe ming hebben bijgedragen. De wijziging van de gemeentelijke indeling op Schou wen en Duiveland, aldus de heer Van Leeuwen, heeft mij er toe genoodzaakt te streven naar een benoeming elders. Het ambt van burgemeester vergt een groot aanpassingsvermogen. Het vraagt veel kennis en veel begrip. Het eist het geven van leiding, het verlangt vertrou wen en betrouwbaarheid. Een burge meester heeft eigenlijk voor een deel afstand gedaan van een eigen persoon lijk leven. Hij wordt dikwijls geleefd, want ieder verwacht van hem en ook van zijn vrouw een persoonlijke aan wezigheid, een praatje, een schouder klopje. Men wacht vaak op zijn ini tiatief. Al deze punten heb ik, aldus de burgemeester, getracht toe te passen tijdens mijn werk in Brouwershaven. Met deze ervaring daar opgedaan hoop ik in staat te zijn deel te nemen aan het bestuur van de gemeente Oostburg. De burgemeester sprak vervolgens over de onmisbare samenwerking met de raadsleden, die de vertegenwoordi gers der bevolking zijn. Hij beloofde steeds objecti ef te zullen zijn in zijn handelen en boven alle partijen te zul len staan. Het prachtige herbouwde Oostburg is herrezen uit de verwoesting op een wij ze, die een meesterhand verraadt. De heer Hoekzema, de oud-burgemeester van Oostburg, verdient voor deze her bouw, die onder zijn leiding tot stand kwam, alle lof. Hij heeft met zwier, doorzettingsvermogen en goede smaak richting gegeven aan wat in deze mo derne tijd van een gemeente wordt ver langd. De nieuw benoemde burgemees ter sprak de hoop uit, dat dei heer Hoek- zema zijn ontijdig afgebroken maat schappelijke loopbaan opnieuw zal kun- eens, wat je komt doen Zijn gezicht betrekt: „Marrigje," zegt hij zacht, „ik ik heb er spijt van heel veel spijt en ik kan niet buiten je, Marrigje zouden we zouden we Langzaam buigt ze zich naar hem toe. kijkt dan in zijn verlegen, beangst gezicht en dan vertederen haar trek ken: „Domoor van me, ik kan er niks aan doen. Eigenlijk had ik je eigen lijk had je een pak ransel moeten hebben dat verdien je. Weet je dat?" Hij knikt. „Doe het maar, Marrigje, ik heb het verdiend, echt ik meen het: ik heb het verdiend Sla me maar, Marrigje, maar ga dan niet meer bij me vandaan. Ik heb je zo verschrik kelijk gemist al die weken Dan breekt er iets in de vrouw. Wild valt ze op zijn gezicht en overdekt hem met zoenen. „Berend," fluistert ze, tussen de zoenen door, „heerlijke dom oor van me ik kan je evenmin mis sen akelig jong, wat is dat met me, dat ik niet meer buiten je kan 's Avonds zijn de kleren gedroogd en opgeperst. Er is een verpleegster in het pension en Marrigje heeft haar advies gevraagd. De zuster neemt zijn temperatuur op en knikt tevreden. Ze luistert naar de maatregelen, die Mar rigje heeft genomen en knikt dan nog eens tevreden. „Voor alle zekerheid nen aanvangen. De burgemeester zegde alle medewer king toe aan bestaande plannen, als ook aan de gemeentelijke samenwer king, die er reeds bestaat. In hartelijke bewoordingen bracht spr. dank voor het beleid dat de heer Modde de afgelopen 13 maanden als burgemeester van Oostburg heeft ge voerd. De burgemeester beëindigde zijn toe spraak met een gedeelte aan te halen uit de toespraak van H.M. de Koningin, gericht aan gemeentebestuurders t.g.v. het 100-jarig bestaan van de gemeente wet, waarin Zij o.m. als volgt sprak: „In de gemeente klopt de polsslag van het leven van een volk. Burge meesters, wethouders en secretaris sen, Gij zijt als wachters over uw steden en dorpen. Gij hebt nauw contact met Uw burgerij". Na uitvoerig uit deze toespraak geci teerd te hebben, besloot de burgemees ter met te zeggen, dat hij hoopte te kunnen streven naar al hetgeen Oost burg van hem verwacht. De heer J. J. Leenhouts sprak als oud ste lid van de gemeenteraad woorden van welkom tot de nieuwe burgemeester. Namens het gehele secretarie-perso neel sprak de heer A. Bril, gemeente secretaris, er zijn blijdschap over uit dat Oost burg weer een burgemeester heeft. Hij zei bijzonder verheugd te zijn dat er eindelijk weer iemand is, die men in Oostburg Burgemeester kan noemer- Namens het gehele ambtenarencorps zegde hij de nieuwe burgemeester alle< hulp en steun toe en sprak ook bijzon-' der hartelijke welkomstwoorden tot mer vrouw van Leeuwen. Nadat het grote gezelschap in de burgerzaal koffie was aangeboden, werd de lange rij van sprekers geopend door de heer A. H. Vermeulen, burgemeester van Brouwershaven. Deze bood namens de gemeenschap een prachtige oude kaart van het eiland Schouwen aan en sprak de wens uit, dat de burgemeester in Oostburg een goede tijd tegemoet mag gaan. Deken A. Lievegoed uit Oostburg voerde het woord namens de R.K. bur gerij de heer van Glerum, Hoofd-ir. Directeur van de Bouwnijverheid in Zeeland, wenste de burgemeester op het gebied der volkshuisvesting in Oost burg een even arbeidzame tijd toe als hij in Brouwershaven heeft afgesloten. De heer A. C. Crevecoeur uit Voorburg voerde het woord namens de adopte rende gemeente Voorburg, die zulke prettige contacten met de gemeente Brouwershaven had. De heer J. Harriot, Groepscommandant der Rijkspolitie, vroeg de aandacht van de burgemeester voor de belangen van de politie; Ds. J. W. van Mechelen vertolkte de gevoelens der geref. bevolking, terwijl Ds. Hugo van Dalen dit deed voor de Herv. be volkingsgroep. De rij van sprekers werd vervolgd door de heer J. M. Goemans uit Zonne- maire, de heer J. Dekker, weth. van Brouwershaven, de heer A. P. Kostense een paar dagen binnenblijven, niet in de avondkilte en vroeg naar bed. Dan zal het wel loslopen". Als de zuster weg is, mag Berend overeind zitten. Marrigje voert hem nogmaals een warme groc en geeft hem nieuwe warme kruiken. „Meid," zegt hij, „ik verbrand haast. Ik transpireer als een polderjongen". „Zoveel te beter," zegt ze voldaan. „Dan komt de kou eruit. Wat heb ik aan een zieke man?" Als de zon ondergegaan is, zitten ze, de armen om elkaar heen, bij elkaar. Berend overeind in bed en Marrigje op de stoel naast hem. Hun wangen zijn dicht tegen elkaar en ze zien het dag licht langzaam wegzakken achter de bomen. „Is nu alles weer goed tussen ons, Marrigje?" vraagt hij zacht. Ze draait haar gezicht naar hem toe en kust hem op zijn wang. „Berend," antwoordt ze, met haar mond dicht bij zijn oor, „ik ben ver schrikkelijk kwaad op je geweest. Ik had je die morgen wel door elkaar kunnen rammelen van woede Maar ik heb je ook gemist, Berend, al die tijd dat ik hier was. Ik ik heb dagen en nog eens dagen beneden in de serre naar buiten zitten kijken. In de hoop, dat je plotseling uit het bos te voor schijn zou komen. En toen je in die stromende regen ineens bij de serre

Krantenbank Zeeland

De Schakel | 1961 | | pagina 1