I BRILLEN BOBBE BOEKBESPREKING Feuilleton „Liefde ziel geen Lichaamsgebrek." Burgerlijke Stand MANTEL f149,50 ALG. NIEUWS BLAD VOOR WEST ZEEUWS-VLAANDEREN ije Jaargang - Ar. 786 Vrijdag 14 October 1960 Verschijnt iedere vrijdag A bonnementsprij s fi,iop. kw.; franco p. post f1,25 Prijs der advertenties 10 ct. per m.m.bij abonn. korting Advertenties m. brieven onder nr. of bij ons te bevragen 10 ct. extra Telefoon 429 DRUKKERS-UITGEVERS F» SMOOR DE HULSTER - DORPSSTRAAT 10 - BRESKENS - TEL.'» - GiRO 358296 A. M. de Jong: opgehemeld, ver guisd - maar altijd gelezen! In de sombere herfst van 1943 be richtten de kranten met enkele regels dat de schrijver A. M. de Jong op 18 Oc tober 's avonds in zijn huis te Blaricum was overvallen en vermoord. Naar de onbekende daders werd gezocht. In werkelijkheid waren de daders al lerminst onbekend. De laffe sluipmoord was door de Duitse S.D. voorbereid en door twee „Nederlandse" handlangers tot volle tevredenheid uitgevoerd. Zich voordoende als controleurs van de ver duistering kwamen de beide mannen een gemoedelijk praatje maken. Ze hadden het over de moeilijke tijden en over Merijntje, kregen een kopje thee aangeboden en schoten bij het afscheid de schrijver als een hond neer. Pas enkele jaren na de bevrijding zijn ze voor hun rechters gekomen. Van Gog, één van hen, werd een paar maan den geleden voorwaardelijk in vrijheid gesteld. Ach ja, de tijd gaat snel en wij zijn een barmhartig volk. Dat juist A. M. de Jong door een ver raderlijke N.S.B.-buurman bij de Duitse bazen werd voorgedragen als slachtof fer van de eerste veemmoord hier te lande, behoeft niet te verbazen. De Jong was een uitzonderlijk populaire Nederlander. Ook financieel had hij een ongewoon succes gekend - ongewoon al thans voor een schrijver in Nederland. Dat alléén is al ruimschoots voldoende om de ongeneeslijke haat op te roepen van afgunstige mislukkelingen. En als zo'n beroemdheid dan bovendien nog een felle bestrijder van het nationaal socialisme is Een A.M. de Jong Omnibus. Vijfenvijftig was A.M. (zoals hij veelal werd genoemd) toen hij stierf. Hij was een van Nederlands meestgelezen schrij vers, en dat is hij nog steeds. Het zal daarom velen hebben ver baasd dat er nog alijd geen A. M. de Jong Omnibus is verschenen in de be kende Omnibussen-reeks van de Arbei derspers (drie romans in één band voor de luttele prijs van f 3,95)Aar van de Werfhorst (1953), Herman de Man (1954), Antoon Coolen (1955), Johan Fabricius (1956), Willy Corsari (1957), Jan Mens (1958) en A. den Doolaard (1959). Maar dit jaar is het dan zo ver. De naam A. M. de Jong is aan de rij toegevoegd, met een Omnibus die op 8 October in de boekhandel kwam en die zelfs vier werken bevat: Het ver raad, De rijkaard, Frank van Wezels roemruchte jaren en De schotel. En ook dit jaar zal de Omnibus-oplage wel weer wegsmelten onder de kooplust van het publiek als verse sneeuw onder de brandende zon, hoewel die oplage ieder jaar groter wordt en in 1959 (A. den Doolaard) met 235.000 exemplaren al aardig het ongehoorde aantal van een kwart millioen begon te naderen. Armoede en rijkdom. Over De Jong's zucht naar roem en geld is tijdens zijn leven wat te doen geweest! Waarlijk niet alleen in de kring van politieke tegenstanders werd veelbetekenend gesproken over zijn ivo ren schaakspel, zijn kostbare Perzische tapijten, izijn vele buitenlandse reizen, zijn dure liefhebberijen als paardrijden, door Maart je Zeldenrijk. 26 Berend verzweeg, dat Dinie verant woordelijk was voor de uitvinding en toen hij bleef zwijgen, vervolgde ze: ,,Zo'n naam zou in Purmerend geen ef fect hebben. Maar in Amsterdam „Wat denk jij er van?" vroeg hij. „Ik? Wel, dat doet niets terzake. Maar nu u 't mij vraagt: doen natuurlijk. Een naam kan soms wonderen doen. Een slagzin eveneens". „Goed," zei hij op besliste toon. „Ik zal er werk van maken. Als ze dus ko men, weet je dat het in orde is". Een week later stond in gloeiende letters op de gevel: „Broodje van Be rend" en de klanten vonden het ver draaid goed gevonden, hoewel ze er dikwijls aan toevoegden dat ze niet wis ten, wie Berend was. En Gootje vertel de gedurende die dagen tientallen ma len, dat Berend de voornaam was van de eigenaar. Intussen lieten de klanten zich de „broodjes van Berend" goed smaken en de omzet bleef stijgen, mede dank zij het feit, dat Gootje zich populair had weten te maken in haar zaak. Vooral in de avonduren richtten velen hun zijn exotische rashonden. De Jong zélf heeft altijd royaal toegegeven dat hij van het goede der aarde genoot als een opgetogen kind. Had hij het vroeger niet arm genoeg gehad? En had hij voor zijn rijkdom' niet hard genoeg moeten zwoegen? Twee vragen die men slechts met een volmondig „en of!"kan beantwoorden. Frank van Wezel Bekendheid en zelfs grote bekendheid verwierf A. M. de 'Jong zich voor het eerst tijdens de mobilisatie 1914-1918. Ondanks alle tegenwerking was hij in 1916 schoolmeester geworden in Amster dam. In Juni 1917 moest hij als land stormman in dienst. Hij was getrouwd en liep al tegen de dertig. Met zijn leef tijdgenoten van de lichting Bosboom (genoemd naar de minister van oorlog- die het plannetje had gemaakt) werd hij opgeroepen om de grenzen van het vaderland te helpen beschermen. Zij voelden zich al oude heren en gezeten burgers, die mannen van de landstorm. En de meesten ontpopten izich dan ook als bijzonder merkwaardige soldaten Gniffelend las Nederland hun dienst- avonturen in de „Notities van een land stormman", waarvan iedere dag een af levering in Het Volk verscheen. Soms waren het alleen maar dwaze stukjes, maar heel dikwijls ook werden bekrom pen officieren in het zonnetje gezet, ergerlijke misstanden over de hekel ge haald, belachelijke maatregelen ge hoond. Ze keerden zich niet tegen het leger zelf, maar des te sterker tegen machtsmisbruik en schijndiscipline. De populariteit van de stukjes steeg voort durend. Ook in het leger, waar ze wer den gespeld door hoog en laag, veroor zaakten ze een enorme deining. Offi cieren die er in voorkwamen, herken baar door iedere ingewijde, zochten ra deloos naar de auteur van deze tergen de lectuur. Tevergeefs. Want al werd A. M. de Jong vaak genoeg verdacht, het beslissende bewijs bleef altijd ont breken. Zelfs toen hij veertien dagen de cel was ingewerkt, zag hij nog kans iedere dag in Het Volk present te zijn, met voorvallen die hij dus niet zelf be leefd kon hebben. Enfin, men leze het zelf in de nieuws Omnibus. Vele jaren na de mobilisatie, in 1928, heeft De Jong zijn notities om gewerkt tot de roman „Frank van We zels roemruchte jaren", die ook nu nog bijzonder goed in staat is de golven van vrolijkheid in beweging te zetten! De schrijver. Het lijkt niet nodig over de laatste periode van De Jong's leven nog veel te vertellen. Het zijn achttien werk zame jaren geweest, die hem tot de meest gelezen schrijver van Nederland hebben gemaakt. Een enquete, in 1954 door het Centraal Bureau voor de Sta tistiek gehouden naar de leesgewoon ten van het Nederlandse volk, bracht aan het licht dat hij elf jaar na zijn dood nog onbetwist de meest geliefde auteur van Nederland was, in vrijwel alle kringen van onze samenleving. In deze nieuwe Omnibus vindt men een aantal onomstreden hoogtepunten bijeen van zijn vertelkunst. Een mense lijke, geestdriftige en manlijk gevoe lige vertelkunst, vol rijke afwisseling, doorleefd en meeslepend, niet in de laatste plaats in de natuurbeschrijvin gen van het Brabantse land met zijn ,,<©e S&rfllemaefter" OOSTBURG grijze ochtenden, zijn zomerse driften, zijn nachten dicht van donkerte of hoog van sterren wijdte. Hier is De Jong op zijn best - een schrijver uit duizenden. GEMEENTE SCHOONDIJKB over de maand September 1960 GEBOORTEN: 2, Ronald Clementinus Prosper, zn. van J. J. van Weijnsbergen en van C. M. ThUleman; 12, Johan Hi- lair, zn. van U. A. C. van Waes en van E. L. Paridaen; 14, Sara Maria Eliza beth, d. van J. S. Huigh en van E. F. IJsebaart; 21, Adriana Clara, d. van J. A. Moggré en van M. d Feijter. HUWELIJKEN: 2, P. J. WUlemsen, 25 j. en J. C. Dees, 20 j.; 20, K. de Keoijer, 59 j. en S. M. de Bruijne. 50 j.; 29, J. J. Vasseur, 21 j. en S. M. de Smit, 19 j. OVERLEDEN: 7, J. van Strien, 84 jaar, INGEKOMEN: 6, J. W. Scherpenzeel, van Gorinchem naar Prinses Beatrix- straat 1; 26, A. St. Martin, van 's-Gra- venhage naar Prinses Beatrixstraat 1 29, S. J. Kouwer, van 's-Heer Arends- kerke naar Willemsweg 15. VERTROKKEN: 1, M. E. de Lijzer, van Prins Bernhardstraat 35 naar Breda; 1, D. A. Wilschut, van Dorpsstraat 49a naar Katwijk; 2, J. C. Dees, van W 12 naar Aardenburg; 1, C. E. Herrebout, van Prinses Irenestraat 21 naar Se- rooskerke (W.)29, J. Meulblok, van O 3 naar Heinkenszand29, J. C. van den Broeke, van W 33a naar Cadzand; 29, M. Contant, van Willemsweg 39 naar Amsterdam; 29, S. M. de Smit, van W 29 naar Cadzand. MILLIOENEN IN DE WERELD LIJDEN HONGER. Anti-Honger-Actie kan uitkomst brengen. Af en toe lezen we in de dagbladen feiten en cijfers over de honger in de wereld. Men leest dan zelfs over mil- lioenen, die honger lijden of onder voed zijn. Zulke berichten maken wel licht even indruk, vooral als er een plaatje van een uitgehongerd kind bij staat, maar de inbraak in het naburige dorp, het auto-ongeluk op de rijks straatweg of het gebroken been van de buurvrouw krijgen veel meer aandacht dan de vreselijke hongersituatie van millioenen in verre werelddelen. Na het lezen van zulke berichten gaan we over tot de orde van de dag. Wij, in ons wel varende Nederland, kunnen ons immers nauwelijks of in het geheel niet voor stellen wat honger lijden betekent. Of kunnen we dat misschien wèl? Is het toch mogelijk om ons er een idee van te vormen, hoe de toestand in grote delen van de wereld is, bijvoorbeeld door nog eens terug te denken aan de hongerwinter 1944-45? In die honger winter sierven er in ons land dagelijks mensen van de honger, oude mensen, jonge mensen, kinderen hiervan letter- schreden naar de broodjeszaak van Berend. Niet zozeer om Berend dan wel om de inwendige mens te versterken en menige man, jong of ouder, was van mening, dat een broodje bijzonder lek ker smaakte als Gootje het voor hem klaar gemaakt had. En dan lachte ze vriendelijk, want was Gootje sedert die ongelukkige dag in Purmerend spaar zaam geworden met haar glimlachjes voor haar baas, voor haar klanten had ze er nog volop. En omdat ze deson danks respect wist af te dwingen, wist iedere bezoeker wel tot hoever hij met Gootje kon gaan. En dat was niet zo heel ver. HOOFDSTUK XX. We slaan een jaar over. Een jaar, waarin niets anders voorviel, dan dat er in Amsterdam en in Purmerend geld werd verdiend. Een jaar, waarin Be rend in arren moede een boekhouder in dienst moest nemen, omdat hij het zelf niet meer bij kon sloffen. Het bij houden van de boeken en de loonbelas ting, de ziektewet en alle andere sociale rompslomp, die men tegenwoordig op het dak van de kleine en grote midden stander, de éénmanszaak en het groie concern schuift. Berend klaagde wel eens: Ik ben gewoon een verlengstuk geworden van het ministerie van finan ciën, van economische zaken en wie weet welk ministerie meer. Dus kwam er een vakkundige boekhouder, die on middellijk begon met de achterstand in te lopen en ééns in de maand naar Amsterdam toog om samen met Gootje de financiële zaken op orde te stellen. Niet dat Gootje daartoe niet de nodige capaciteiten bezat, maar ze kon meer verdienen achter het buffet dan voor overgebogen over haar kasboek. Dus was ze dankbaar, dat ze van deze werk zaamheden ontheven werd en prees het besluit van haar baas als „zeer ver standig". Maar dat was dan ook wel alles, wat vermeldenswaard was. In Purmerend zorgden Dinie, Aagje en de kleine Greet- je uit de polder er voor, dat iedere klant op tijd z'n natje en z'n droogje kreeg en voor wat dit laatste betreft zorgde in de keuken de kok er voor, dat zulks van goede kwaliteit was. Op gezette tijden, bijgestaan door de baas zelf, die tenslotte niet z'n diploma gehaald had om het papiertje, maar ook om de ver worven theoretische kennis in praktijk te brengen. O zo. Nu ja, van klanten hadden ze verno men, dat Jager gerant was geworden, ergens in Brabant en dat ze met een grote verhuiswagen uit de Beemster waren vertrokken. En dat veroorzaakte bij Berend een zucht van verlichting, want hij had er toch steeds mee geze ten. Als de man dan niet zuiver op de graat was, in de regel werd het gezin de dupe en dat was een vervelende ge schiedenis. Maar Berend had zo nu en PARIJS zegt: „Langharige Stoffen voor Mantels". Een p rachtige van heerlijk war me, vederlichte Moarella, met aparte, grote a f- staande kraag Wij brengen een zéér uitgebreide collectie mantels in langharige Italiaanse Moarella, in modellen en kleuren zo goed gekozen, dat het een lust is om uit zo'n col lectie uw mantel te kunnen kiezen Voor Uw betere damesconfectie eerst kijken bij Uw Modehuis in Vlissingen 1 lijk van de honger. Bij ons duurde die noodtoestand een half jaar. In vele landen vormen honger en ondervoeding een blijvend probleem. Blijvend? Dat hangt mede van ons af. Wij kunnen helpen dit probleem op te lossen. De aarde kan overvloed voortbrengen voor al haar bewoners, voor 2800 mil lioen mensen. In feite wordt maar de helft voldoende gevoed. Het ondervoe de, hongerende deel woont in wat wij de onderontwikkelde gebieden zijn gaan noemen. Maar ook die arme landen heb ben vaak natuurlijke rijkdommen, die ontgonnen kunnen worden. Hun be volkingen weten echter niet of onvol doende, hoe daarvan gebruik te maken. De mannen hebben niet genoeg te eten, omdat ze niet voldoende produceren. Wij, de volken uit het welvarende deel van de wereld, moeten de volken van de minder-ontwikkelde landen Ieren zichzelf te helpen. Daartoe zullen we hun machines en kapitaal, maar ook technische kennis ter beschikking moe ten stellen. Dan zullen ze hun bodem schatten leren ontdekken en gebruiken. Ze zulllen leren hoe hun landbouwgron den te bewerken, hun vee te behande len, hun voedsel te bereiden, hoe de heersende ziekten te bestrijden, enz. dan een enveloppe met inhoud laten bezorgen. Daartoe was Tinus, de dorps gek, de aangewezen persoon. Hij had enkele malen de opdracht op discrete wijze volbracht door de envelop in de donkere avond in de brievenbus te la ten glijden en Berend heeft nooit ge weten, hoe welkom die enkele briefjes van vijf en twintig gulden dikwijls wa ren in het gezin Jager. Maar je moet je linkerhand nooit laten weten, wat je rechter doet, meende Berend. Och, een jaar is eigenlijk zo omge vlogen als je het druk hebt. De vaean- tieperiode bracht een paar kleine pro blemen met izich mee, want per slot van rekening wilde iedereen vacantie en iedereen in het hoogseizoen. Dinie was nog wel de gemakkelijkste. Ze had Gootje in Amsterdam drie weken ver vangen en de klanten waren best te vreden geweest met de remplacante. Dit hadden Berend en de boekhouder wel gemerkt aan de omzet. Daarna was Dinie er drie weken tussenuit getrok ken en had Berend de zaak met de beide andere meisjes zo goed en zo kwaad als het kon op gang gehouden. De meisjes in Amsterdam en Purme rend hadden daarna van een welver diende vacantie kunnen genieten, ieder op haar beurt en toen de September maand was aangebroken, was iedereen bruin en vol herinneringen teruggekeerd op hun basis. Maar dat zijn eigenlijk geen feiten,

Krantenbank Zeeland

De Schakel | 1960 | | pagina 1