ALG. NIEUWS BLAD VOOR WEST ZEEUWS-VLAANDEREN Goed geslaagde Visserijfeesten te Breskens e u 1 I I e t o n Jaargang - Nr. 778 Vrijdag 19 Aug. 1960 Verschijnt iedere vrijdag A bonnementsprij s i 1,10 p.kw.; franco p. post fi,t$ Prijs der advertenties io ct. per m.m.; bij abonn. korting Advertenties m. brieven onder nr. of bij ons te bevragen 10 ct. extra Telefoon 419 DRUKKERS-UITGEVERS F« SMOOR DE HULSTER - DpRPSSTRAAT 10 - BRESKENS - TEL."»» - Gi.RO 3bb296 Onder grote belangstelling is Zater dag te Breskens het Visserijfeest ge opend. Hoogtepunten tijdens de ope ningsdag waren vooral het appèl dat de Zeeuwse vissers hielden en het eerste optreden van een charmante garnalen- Koningin, mej. Jane E. Jacobs, met twee jeugdige hofdametjes, n.l. Ria van Haneghem en Ria de Lobel. Ook het uitreiken van de wimpel aan de schin- per die in het afgelopen jaar de hoogst gemiddelde prijs voor de aangevoerde garnalen heeft ontvangen, was een evenement. Vrolijk wapperden al van heel wat huizen de vlaggen, toen de eerste gas ten voor de bijeenkomst, welke „Zevi bel" ter ere van de visserij dagen te Breskens hield, arriveerden. Vissers, die gewend zijn aan het vrije natuurleven op en om het water, voelden zich in de grote zaal van „De Uitkomst" gauw thuis. Ervaringen wer den alom uitgewisseld. De enkele offi ciële gasten, o.m. een visserij-deskun dige van het departement van Land bouw en Visserij, het Breskense ge meentebestuur, etc. voelden zich al spoedig in dit vriendelijke gezelschap thuis. De voorzitter van „Zevibel," burge meester Lockefeer uit Hulst, sprak een begroetingswoord, waarin hij de voor zitter van de Breskense visserijvereni ging „Ons Belang," de heer C. Kosten, geluk wenste met het feit, dat hij na het hem overkomen ongeval de bijeen komst kon bijwonen. De visserij, aldus de voorzitter, is een belangrijke econo mische bedrijfstak, die historisch zijn bestaansrecht in het verleden heeft be wezen. Er zal in de toekomst voor de visserij nog veel bevochten moeten worden. In dit verband besprak de heer Lockefeer de organisatie van de vissers. Was de visserij zo goed georganiseerd als de landbouw, dan zou er meer voor de visserij gedaan kunnen worden. Ge lukkig valt er in de vrije organisatie een groei te constateren. De organisatie van de visserij is een der moeilijkste za ken op organisatorisch gebied. Dit ligt niet aan de mensen, doch aan de pro blemen waarmede de visserij te worste len heeft. Bijzonder gelukkig was de Zeeuwse visserij dan ook met een vaste Tweede Kamer-commissie voor de visserij. Ook in Zeeland is men bezig een visserij - commissie te formeren. Een verzoek om een interdepartementale visserij - commissie te vormen, ligt ter tafel. Het is van het grootste belang dat de Zeeuwse visserij bij deze commissie be trokken wordt om over de gevolgen, welke de Delta-wet voor de Zeeuwse vissers zal hebben en de middelen om de behulpzame hand te kunnen bieden, mee te kunnen spreken. Na deze inleiding begroette de voor zitter een aantal genodigden, w.o. bur gemeester van Dongen uit Aardenburg, lid van de Tweede Kamer der Staten - Generaal. De voorzitter deelde mede, dat de Commissaris der Koningin tot zijn grote spijt wegens ziekte verhin derd was de bijeenkomst bij te wonen. Vervolgens voerde de heer Gillis uit Oostende visserij-deskundige, het woord. Deze besprak de garnalenvisserij in het algemeen en ging dieper in op j de oorzaken, waarom er het ene jaar veel meer garnalen gevist worden dan het andere. In 1935 waren er in België 285 vissersvaartuigen, nu in 1960 zijn er nog 159. De vermindering van de vaar tuigen gaat echter gepaard aan een toename van de tonnage en de PK- kracht. De vaartuigen zijn dus over het algemeen thans groter en sneller dan voor de oorlog. Er is een opmerkelijke vermindering aan te tonen in de gar- nalenstand. Als één der oorzaken noem de de heer Gillis de te kleine maas wijdte van de netten, waardoor veel te kleine garnalen geen kans krijgen om te ontsnappen. Mede hierdoor roeit de visser d.e garnaal zelf voor een deel uit. Wordt thans gevist met een maaswijdte van 18 tot 20 mm., een maaswijdte van 24 mm. zou een ontsnappingsmogelijk heid van ruim 20 pCt. der garnalen ten gevolge kunnen hebben. Grotere ma zen betekent dus een bescherming van de garnalenvisserij. In Benelux-verband zou in dit opzicht misschien een rege ling te treffen zijn. Het heeft geen zin. aldus spr., dat een dergelijke maatre gel alleen voor de Belgische vissers ge troffen zou worden. Een onderzoek naar beschermende maatregelen door Belgi sche en Nederlandse deskundigen zou zeer zijn aan te bevelen. Na deze interessante lezing sprak de voorzitter een kort slotwoord. In hetzelfde gebouw volgde hierna een ontvangst van het „Zevibel"-con gres door het gemeentebestuur van Breskens. Burgemeester J. A. Eekhout verontschuldigde op charmante manier de gemeente Breskens. dat men een der gelijke belangrijke vergadering niet in een passende omgeving, het gemeente huis. kan houden. Op het volume van „Zevibel," aldus de burgemeester, is ons oude gemeentehuisje niet berekend. In de strijd om haar bestaan heeft Breskens de wind niet altijd meegehad. Doch de stroom tegen geeft Brsskens steeds opnieuw de kracht om door te zetten. Een wandeling door de gemeen te zal de congressisten leren, dat er ook te Breskens op economisch en sociaal terrein heel wat veranderd is. Denkend over de mogelijkheden, welke er voor Breskens weggelegd zijn, heeft de ge meente een nieuwe bron, n.l. de re creatie aangeboord. Maar het troetel kind, de visserij, staat in Breskens bo ven alles. De visserij mag zich voort durend in een blijvende belangstelling verheugen. Is het het verlangen om net te zijn als de visserman: onbezorgd en zo dicht bij de natuur te leven? In Gods vrije natuur de rust te vinden die ons jachtige leven niet geven kan? Economisch is de visserij een der be langrijkste kurken, waarop het leven in Breskens gerichtis. Immers met een grondkapitaal van enkele tienduizen den guldens slaagt de visser er in 4 a 5 gezinnen, alsmede een aantal aan verwante bedrijven, van een goede bo terham te voorzien. Hiernaast is een bloeiende groothandel ontstaan, die ook in Breskens aan heel wat handen werk biedt. De burgemeester betreurde het met de heer Lockefeer, dat het Rijk geen maatregelen getroffen heeft om de vis serij krachtdadig te steunen, om tot de zo nodige sanering van de vloot te ko men. Wat het Rijk niet doet, doen we in Breskens zelf. De raad heeft een re geling aanvaard, waardoor het mogelijk is dat vissers voor vernieuwing van hun boten een garantie krijgen van de ge meente, die rente en aflos garandeert. Hierdoor verkrijgt men dat de vissers hogere leningen kunnen opnemen dan anders het geval zou zijn. De burgemeester vond het bijzonder prettig, dat de visserijfeesten thans door de aanwezigheid van zoveel vissers een bijzonder cachet kregen. Verversin gen werden hierop aangeboden. De heer Lockefeer bracht in een sympathiek toespraakje het gemeente bestuur van Breskens dank voor de ontvangst, en voor de grote steun, welke de visserij steeds van het gemeentebe stuur ontvangt. Hij deed een warm be roep op de vissers van Breskens, waar op visserij gebied al zo vaak het spit is afgebeten, een sterke en hechte coöpe ratie te vormen voor de inkopen en de verkopen. De voorzitter meende, dat de Zeeuwse vissers veel gebrek hebben aan een hechte samenwerking. Na afloop van de ontvangst verenig den allen, vissers, gemeentebestuur, het bestuur van „Zevibel", met hun dames zich aan een gezamenlijke maaltijd, waar, hoe kan het anders, een garna len hors-d'oeuvre de hoofdschotel van vormde. Deze garnalen waren geschon ken door de vissers van Breskens. En ze zijn hun geld heus wel waard, merk te de heer Lockefeer op, tijdens een toespraakje, toen alle deelnemers met hun sinaasappel aan het worstelen wa ren. In afwachting van de dingen die ko men gingen, spoedden allen zich hierna naar de haven, waar een groot geïm proviseerd pedium stond opgesteld en Breskens' muziekvereniging „Uit het Volk - Voor het Volk" al stond te wach ten. Breskens in het teken van de Visserijfeesten. Aan de haven bij de vismijn lag de feestelijk versierde vissersvloot gereed om met de vele gasten van de visserij- dagen een tochtje op zee te gaanmaken. Voordat de schepen uitvoeren, werden de visserij dagen door de heer C. A. Vis senberg, de voorzitter van het Visserij- comité, geopend. Hij bracht bijzondere dank aan de vele mensen, die in de weer geweest zijn om de visserijfeesten te doen slagen. Spr. gewaagde van de grote medewerking, welke men voor de feesten steeds weer ondervindt van de buurtverenigingen. Deze immers ma ken de praalwagens in een prettige on derlinge strijd om dit jaar eens de mooiste te zijn. Bijzonder verheugd was het Comité met de aanwezigheid van zoveel leden van „Zevibel". Bestuur en gemeentebestuur werden allerhartelijkst begroet. Burgemeester Eekhout hield een toe spraak waarin hij zijn spijt uitsprak, dat de Commissaris der Koningin we gens ziekte verhinderd was de feesten bij te wonen. Hierop werd onder grote spanning bekend gemaakt dat de heer M. Faas, schipper van de BR 55, de groen-rode Breskense visserijwimpel ge wonnen had door de hoogste gemiddel de prijs te maken van de aangevoerde garnalen in het afgelopen jaar. Ook de bemanningsleden, de heren Meul- meester en Clement, werden in deze hulde betrokken en ontvingen beiden een herinneringsspeldje. Onder grote belangstelling hees de burgemeester de visserijwimpel in de top van de mast van de Breskens 55, daarbij geassisteerd door de voorzitter van het visserijcomité, de heer Vissen berg en de schipper zelf. Nadat de wim pel gehesen was kwam tot ieders ver rassing de garnalenkoningin, mej. Jane Jacobs en haar beide hofdames uit het ruim van het schip naar boven. Gehol pen door heel wat behulpzame handen kwam zij, in zacht geel gekleed met veel tule, aan de wal. De hofdametjes met hoepelrokjes, in rose japonnen, vormden een allerliefste aanblik. In een toespraakje richtte de garnalen- koningin zich tot de burgemeester en dankte hem voor zijn bijzondere belang stelling voor de visserij te Breskens. Zij sprak de wens uit, dat volgend jaar de vloot nog verder zou zijn aangepast, zodat de vangsten en de opbrengsten voor de vissers nog groter zouden zijn. Mevr. Eekhout mocht als dank van de garnalenkoningin een prachtig opge maakte schotel van de beste kwaliteiten zeebanket ontvangen. Een zelfde scho tel werd aangeboden aan mevr. Locke feer, echtgenote van de voorzitter van „Zevibel", terwijl eveneens een schotel werd aangeboden aan de voorzitter van het visserij comité, met het verzoek deze te doen bezorgen bij de Commissaris der Koningin, daarbij de wens uitspre kend, dat het zeebanket zou mogen bij dragen tot een spoedig herstel van de zieke. Direct daarop is een deputatie, onder leiding van schipper C. Kosten, naar Middelburg vertrokken om ten huize van de Commissaris de schotel met zeebanket aan te bieden, waar zij werden ontvangen door zijn echtgenote. De Commissaris was zo getroffen door deze belangstelling, dat hij uit bed kwam om de vissers persoonlijk te dan ken voor de bijzonder sympathieke geste Hij betuigde er zijn spijt over, dat hij wegens ziekte de visserijfeesten niet kon bijwonen. We zullen maar hopen een volgende keer beter, aldus de Com missaris. In afwachting van de stoet met praal wagens had de vissersvloot met vele be langstellenden zee gekozen om een rondvaart te maken langs de kust. Aan de haven, waar de stoet werd opgesteld, heerste een prettige drukte. Vooraan de stoet liep het muziekcorps van Breskens met drumband, met hier achter, in een open auto, prachtig met bloemen versierd, de garnalenkoningin en haar gevolg. Darna volgden een 10- tal praalwagens, waaraan ook nu weer veel zorg was besteed en voor het eerst allemaal waren vervaardigd van leven de bloemen, hetgeen een zeer fleurige aanblik bood. In bonte kleurenmenge ling trokken de wagens aan de ogen van duizenden toeschouwers voorbij 's Avonds waren er op het Spuiplein concerten door de muziekverenigingen „Veronica," Zuidzande; „Ons Genoe gen," Vlissingen en de Oostburgse Har monie, met als afwisseling cycloball- wedstrijden door de club Gent, op het Oranjeplein. Tot laat in de avonduren heerste er in Breskens een bijzondere drukte, die de algemene feestvreugde belangrijk verhoogde. Zondagmiddag werd het visserijfeest voortgezet. Aan de ingangen van het „liefde ziet peen Licfiaamsgebrek." door Maart je Zeldenrijk. 18 Berend klapte zijn boek dicht en keek het meisje aan. Hij haalde zijn sigarettenkoker te voorschijn en pre senteerde een sigaret. Toen ze beiden rookten, knikte Berend bedachtzaam en antwoordde: „Ja, ik moet nodig eens een keer naar Amsterdam. Maar ja, hoe gaat dat „Morgen ben ik zowat de hele dag hier," zei het meisje. „U kunt dan, zon der u zorgen te maken over het werk, een dagje naar Amsterdam gaan, Pak u goed in en doe kalm aan. Pik een bioscoop je dat verzet de mens wat. Denk er om, dat u ook op tijd ontspan ning moet hebben". Berend glimlachte en keek haar vriendelijk aan. „Dank je wel, Gootje, dat je zo bezorgd voor me bent. Dat behalve thuis dan deed nooit iemand". „Onzin, meneer. Mijn moeder zegt altijd: Mannen kunnen niet op eigen benen staan. En ik weet het, want ik heb nog twee broers". „Ik ook," antwoordde Berend. „Maar ik vind het wel fijn, dat je aan m'n ge zondheid denkt. Goed, je hebt gelijk. Ik smeer 'm morgen. Jager en jij zullen het best met elkaar rooien". De volgende dag ontmoette Berend in de binnenstad een oude collega van hem uit de oorlogsjaren. Ze drukten el kaar de hand en Prins wilde met alle geweld op de oude vriendschap drinken. Berend meesmuilde, want Prins was vroeger niet bepaald een zacht gekookt eitje, als het op zaken aankwam en Berend wist dat hij over lijken ging, als hij zijn doel wilde bereiken. Bij een glas bier vertelde Berend, dat hij nu een eigen zaak had in Purme- rend, een cafetaria, „En loopt het?" „Ik mag niet mopperen". „Man, zoiets moet je in Mokum be ginnen. Hier kun je vandaag de dag goud verdienen. Vooral in het zomer seizoen. Als je het maar goed aanpakt". Berend lachte een beetje, maar de ander vervolgde: „Geef me je adres. Als ik denk iets te weten, wat voor jou geknipt is, laat ik het je weten". Wekenlang hoorde Berend niets, maar op een Woensdagmorgen riep men hem naar beneden: telefoon. Het was Prins. „Heb je vanmiddag tijd om even naar Mokum te komen? Ik heb misschien iets voor je. Maar ik wil, dat je het zelf bekijkt". Berend, die de hele historie al ver geten was, herinnerde zich nu het ge sprek en zegde toe om drie uur aan wezig te zijn. Prins haalde hem af bij het bootje van Bergman en liep met hem de Nieu- wendijk op. Halverwege wees hij hem op een café. „Dat ding is finaal verlo pen. De eigenaar is te oud en heeft geen opvolger. Het pand is zijn eigen dom. Voor zover ik heb kunnen na gaan, vraagt hij er niet teveel voor. En is bovendien genegen om als eerste hypotheekhouder te fungeren. Maar het moet natuurlijk opgeknapt wor den". Berend bekeek vanaf de overkant de kroeg. Veel bijzonders was het niet, maar als hij terugdacht aan het vroe gere pakhuis op de Kippemarkt en de tegenwoordige cafetaria, zag hij wel kans er iets van te maken. In stilte re kende hij uit, over hoeveel contanten hij zou kunnen beschikken. Dat was weliswaar een flink bedrag, maar hij had geen idee hoeveel dat huis zou moeten kosten. Ze gingen naar binnen en bestelden een glas bier. Prins stelde hem voor aan de eigenaar en ze kwamen met elkaar in gesprek. Het bedrag dat ge noemd werd, viel Berend dusdanig te gen, dat hij onmiddellijk en zonder meer „nee" zei. Het was het dubbele, wat hij gedacht had. Prins drong aan en Berend kreeg hoe langer hoe meer tegenzin. „Je moet natuurlijk die zaak in Purmerend ver kopen," zei hij. „Dubbele zaken is niks waard. Hier kun je een goudmijn van maken". Berend wuifde met zijn hand, haal de zijn portemonnaie voor de dag, be taalde de vertering en zei kort en bon dig: „Ik heb liever één vogel in de hand dan niks. M'n cafetaria in Pur merend is m'n broodwinning en die gooi ik niet weg voor een avontuur met deze zaak, die om te beginnen hele maal verbouwd moet worden. Dank je wel voor de moeite". Hij verliet het café, een verblufte Prins en een verbolgen caféhouder achterlatend. Ja, hij liet zich daar in de boot nemen. Waar zagen ze hem voor aan? Voor een sufferd? Hij had zijn leerschool in de oorlogsjaren goed doorlopen. Hem zouden ze niet meer nemen. Toch had Prins onbewust iets in hem wakker gemaakt: een zaak in Am sterdam zou toch werkelijk niet gek zijn. Maar dan moest hij zijn cafetaria in Purmerend er bij houden. Geen ouwe schoenen weggooien voor hij nieuwe had. Enkele weken later, toen hij monde ling examen had gedaan, liep hij nog even bij een makelaar aan. Het was een vroegere inwoner van Purmerend en hij kende de man oppervlakkig. Er had een lang gesprek plaats en het resul-

Krantenbank Zeeland

De Schakel | 1960 | | pagina 1