OUWENDIJK
rnR^FTT
r
alg. nieuws blad
VOOR west zeeuws-vlaanderen
Plaatselijk Nieuws
Li 11 OOSTBURG
Feuilleton
Het Meisje uit de Molenpolder
de \chakel
ALG nieuws blad
ise Jaargang - Nr. yss
Vrijdag 4 Maart 1960
Verschijnt iedere vrijdag
Abonnementsprijs
f 1,10 p. kw.franco p. post f 1.25
Prijs der advertenties
10 ct, p. mm.bij abonn. koriing
Advertenties met briev en onder nr.
of bij ons te bevragen 10 ct. extra
Telefoon 429
DRUKKERS-UITGEVERS; R SMOOR DE HULSTER - DORPSSTRAAT 10 - BRESKENS - TEL. S* - GIRO 358296
Breskens
Raadsvergadering
Maandagavond heeft de oppositie in
de gemeenteraad van Breskens, aange
voerd door de heren Goethals en Car els,
een zeer felle persoonlijke aanval ge
richt op weth. van der Hooft. Een felle
aanval, die op nog fellere wijze gepa
reerd werd. Het was aan het einde van
de rondvraag, die eerst na het midder
nachtelijk uur aan de orde kwam, dat
de heer Goethals in felle bewoordingen
het beleid van B. en W. hekelde inzake
de toewijzing van een woning aan weth.
van der Hooft, die volgens hem nog
geen jaar voorkomt op de lijst van wo
ningzoekenden. Dat weth. van der Hooft
deze woning heeft geaccepteerd, noem
de de heer Goethals beneden de normen,
daar weth. v. d. Hooft hiermede een wo
ning heeft aanvaard, die door een ge
zin met kinderen bewoond zou kunnen
worden. Voorts herinnerde dhr. Goet
hals er aan, dat de raadsleden van de
P.v.d.A. blijkbaar in een sterk bevoor
rechte positie verkeren wat de woning
toewijzing betreft, daar in het afgelo
pen jaar aan drie raadsleden woningen
werden toegewezen, waarvan slechts
één een noodzakelijke en verantwoorde
toewijzing was. Dhr. Goethals vroeg zich
af, of de uitspraak van dhr. v. d. Hooft
bij de aanvaarding van zijn wethouder
schap, n.l. het dienen van de gemeen
schap, hiermede gebaat zou zijn. Voorts
herinnerde spr. er aan, dat de woonad-
viescommissie met 33 stemmen het
advies voor het toewijzen van de woning
had uitgebracht. Ook meende dhr. Goet
hals dat in de toekomst de gemeente
secretaris, die deel uitmaakt van de
wooncommissie, geen stem zou mogen
uitbrengen.
De heer Carels betrok bij de woning
toewijzing aan weth. v. d. Hooft het be
leid van B. en W. inzake de uitzetting
bij gerechtelijk vonnis van de fam.
Monjé uit de woning van v. Haneghem,
welke door de gemeente werd aange
kocht. Hij hekelde de aanbieding van
een noodwoning aan dit gezin, die hij
niet gelijkwaardig achtte aan de woning,
welke verlaten moest worden. De aan
vaarding van de woning door weth. v. d.
Hooft noemde dhr. Carels een belediging
voor de gemeenteraad van Breskens en
een zich stellen van de weth. boven de
gezinnen met kinderen, welke woon
ruimte nodig hebben. Weth. v. d. Hooft
heeft, aldus dhr. Carels, zijn zin in het
college doorgedreven.
Weth. v. d. Hooft pareerde de aanval,
welke in zeer beledigende woorden was
gesteld, op nog fellere wijze en noemde
het spel dat de heren Carels en Goet
hals in de gemeenteraad spelen, een lu
guber spel. Eerst hebben deze heren
mevr. Niermans als candidaat voor het
wethouderschap naar voren geschoven
en de verkiezing van een wethouder
uitermate bemoeilijkt. Ik heb, aldus
de wethouder, deze woning ontvangen,
omdat de noodwoning welke ik thans al
jaren bewoon, niet geschikt is om men
sen die mij in mijn kwaliteit als wet
houder bezoeken, te ontvangen. Het is
nu vaak zo, dat mijn vrouw 's avonds
weggaat als er iemand komt om me te
spreken, omdat ik geen gelegenheid
heb om met deze mensen vertrouwelijk
van gedachten te kunnen wisselen. Dat
dhr Carels mij deze woning niet gunt,
daar ben ik van overtuigd, maar mijn
vrouw kan niet steeds de deur uitgaan
als er mensen b.v. over een steun uit de
gemeentekas komen spreken. De poli
tiek welke er thans in de huisvestings
commissie wordt bedreven, aldus dhr.
v. d. Hooft, is er één van het laagste
soort.
Burgemeester J. A. Eekhout betreur
de de wijze van discussiëren, de gehele
woningtoewijzing aan de wethouder is
hiermede getrokken in een vlak, waar
dit niet thuis hoort. In alle gemoede
vroeg de burgemeester zich af, of de
huisvestingscommissie met haar beleid
wel op de goede weg is. Woningen ver
delen is een zeer moeilijk en moeizaam
werk, maar het is toch ongewenst dat-
daags na de vergadering der commissie
het halve dorp van de besluiten en ad
viezen van de commissie op de hoogte
is en dat men precies weet te vertellen
wie voor en wie tegen de toewijzing ge
weest zijn. Spr. betreurde het, dat dit
geval door dhr. Carels op de spits gedre
ven is. Er zijn in deze vergadering woor
den gesproken die in een raadscollege
niet thuis horen. Zowel weth. Zegers als
ik persoonlijk, aldus de burgemeester,
zijn van mening, dat voor een goed
functionerende overheidsdienst ook de
wethouder recht had op een ruimere wo
ning. De gemeentezaken en de proble
men waarmede Breskens wordt gecon
fronteerd, zijn van dien aard, dat de
wethouders vaak uitvoerig moeten stu
deren op de stukken, waarvoor afzon
dering zeker noodzakelijk is. Wij zijn
bij de toewijzing van deze gedachte uit
gegaan. De taak van een wethouder is
zo belangrijk, dat een goede accomodatie
voor de uitoefening van het ambt nodig
is. Wat betreft de uitzetting volgens
rechterlijk bevel merkte de burgemees
ter op. dat de gemeente deze woning
van de familie van Haneghem heeft
aanvaard. De verpleegkosten van deze
familie zijn echter zo opgelopen, dat de
woning zo snel mogelijk moet worden
verkocht. Dit huis moet vrij worden op
geleverd om een zo groot mogelijke op
brengst te krijgen. Een stenen noodwo
ning achtte de burgemeester gelijk
waardig aan de bovenverdieping, welke
de familie thans bewoont.
Als weerlegging van de woorden „Ca-
relskliek" in de woonruimtecommissie,
merkte dhr. Carels in zijn dupliek aan
het adres van weth. v. d. Hooft nog op,
dat heel wat woningen reeds zijn toege
wezen aan leden van de P.v.d.A. Hij
bleef bij zijn mening, dat het niet ge
past is dat een wethouder zonder kin
deren bij woningtoewijzing voorgaat
boven gezinnen met kinderen die al
langer op de lijst staan.
De heer Cambier bedankte staande de
vergadering als lid van de huisvestings
commissie, zodat er een oneven aantal
leden van deze commissie is in de toe
komst.
Voordat dit alles zich voltrok en de
burgemeester met een forse hamerklap
het wat onfrisse einde van de raads
vergadering afsloot, had de raad een
zeer lijvige agenda afgewerkt.
Bij de aanvang werd medegedeeld dat
weth. Zegers en de raadsleden de Jonge,
de Baare en de Boer wegens ziekte afwe
zig waren.
MEDISCHE
P frï Burchtstraat 13
0o^ u u n u ij 11
Onder de ingek stukken was een
schrijven van de ingenieur van Rijks
waterstaat waarin deze mededeelde,
dat langs het talud aan de Noordwest
zijde van het Veerplein inplaats van
een betonnen trap een voetpad zal ko
men. Aan dhr. M. A. Manneke werden
1024 fruitboompjes en 510 boompalen
verkocht voor f 1500.-. Tussen de heren
Carels en B. en W. ontspon zich een
discussie of de hoogste prijs wel ge
vraagd was voor deze boompjes.
De riolerings- en bestratingswerken
in het nieuwe uitbreidingsplan werden
gegund aan de laagste inschrijver Lie-
vense en Huibregtse te Westkapelle, be
houdens hogere goedkeuring v. f 296.000.
Bij informatie door dhr. Cambier werd
medegedeeld, dat de raming van dit
werk ruim 1 ton hoger lag. Ondanks het
feit, dat de aannemer geen lid is van de
Bond B.S.B. werd de gunning toch ver
strekt. Dhr. Carels wees er op. dat dit
inconsequent is, daar in de vorige ver
gadering een aannemer, welke ook geen
lid was van deze organisatie, was ge
passeerd.
Besloten werd een subjectieve verho
ging der algem. uitkeringen aan te vra
gen bij de Minister van Financiën in
verband met de vele werken waartoe de
raad reeds besloot, die nog uitgevoerd
moeten worden.
Nu Breskens niet als kerngemeente is
aangewezen, aldus de voorz. en bestaan
de bedrijven aan uitbreiding toe zijn,
wil het gemeentebestuur trachten de
bestaande industrie vooruit te helpen.
Het gemeentebestuur meende hierbij de
zelfde weg t emoeten bewandelen als
met de financiering van de vissersvaar
tuigen. B. en W. stelden thans de raad
voor als eerste principiële stap in deze
richting een geldlening te garanderen
op rente en aflos voor de fa. Luteijn te
Breskens. Dhr. Goetha^ vond inzake de
financieringsgevallen de voorlichting,
welke de raadsleden ontvangen, te sum
mier. Hij vroeg om 'n accountantsrap
port en balansen over de laatste jaren.
De heren Goethals en Carels meenden
dat de beraadslagingen over deze finan
cieringsgevallen beter in een besloten
zitting behandeld kunnen worden. De
beraadslagingen werden echter in de
openbare zitting voortgezet. Dhr. Goet
hals zou het juister gevonden hebben
als de Amsterdamsche Bank voor het
bedrag dat zij anders toch zou lenen,
b.v. f 50.000,- het volledige risico zou lo
pen en de gemeente slechts over het
overblijvende gedeelte f 25.000 een 2de
hypotheek zou aanvaarden, onder ga
randeren van rente en aflos.
Nadat de voorz. in een zeer rustig be
toog de mening van B. en W. had uit
eengezet en een 2e hypotheek op de ge
bouwen niet gewenst achtte, bleven de
heren Goethals en Carels staan op een
accountantsrapport. De voorz. zette uit
een, dat de gemeentelijke deskundige in
deze zaak het E.T.I. is geweest, die de
gemeente adviseerde. Het verzoek om
het voorstel terug te nemen tot de ba
lansen en het accountantsrapport aan
wezig zouden zijn, werd niet ingewilligd.
De raad nam met algem. st. het be
langrijke principe-besluit, dat men uit
breiding en vestiging van bedrijven,
welke voor Breskens belangrijk zijn, zal
steunen door het garanderen van de
rente en aflossing op de aan te gane
geldleningen. De raad zal alsnog de ge
vraagde bescheiden in de vorm van een
deskundig rapport voorgelegd krijgen.
Nadat men nog zeer uitvoerig had stil
gestaan bij de al of niet deskundigheid
van het E.T.L, waarin B. en W. volko
men vertrouwen, werd de discussie ge
sloten.
Een eerder genomen raadsbesluit voor
garandering van rente en aflos, voor de
gebr. Fenijn, groot f 40 000.-, werd in
getrokken, daar deze drie gebroeders
thans inplaats van 1 nu 2 schepen zul
len gaan bouwen. Voor de gebroeders J.
P. en H. A. Fenijn werd een geldlening
groot f 55.000,- gegarandeerd voor de
financiering van het vissersvaartug BR
15. De totale bouwkosten van dit schip
bedragen f 81.000,-. Door dhr. A. A. Fe
nijn zal een nieuwe stalen schip worden
gebouwd voor ca. f 100.000,-. Voor dit
schip werd een geldlening groot f 70.000,-
gegarandeerd, bij de Amsterdamsche
Bank te Breskens.
Minder te spreken was de raad over
het ombouwen van een oud schip door
dhr. J. A. Vermeulen-Basting, waarvoor
de raad eerder een geldlening groot
f 40.000,- garandeerde. De toezegging
was n.l. dat in dit schip een nieuwe
motor zou komen. Later hoorde de raad
bij geruchte, dat in dit schip een gere
viseerde motor zou worden gebouwd. B.
en W. vroegen inlichtingen aan deskun
digen. De motor heeft de verklaring van
de scheepvaartinspectie inmiddels ver
kregen. Toch meende de raad bij monde
van dhr. Carels, dat men er nauwlettend
op moet toezien, dat de gemaakte af
spraken nagekomen worden.
Onder punt 7 van de agenda stelden
B. en W. de raad voor hen te machtigen
grond voor het bouwen, van woningen
in het nieuwe uitbreidingsplan in optie
te kunnen geven. Mevr. Niermans meen
de, dat wat ter competentie van de
raad is, van de raad moet blijven. Ook
de heren Goethals en Carels vonden dit
en maakten er een voorstel van, dat ge
steund werd door dhr. Cambier en mevr.
Niermans, waarmede het voorstel van
B. en W. verworpen was. Wel werd
goedgekeurd het voorstel om aan het
verlenen van optie bepaalde voorwaar
den te verbinden, opdat men niet zon
der meer goede bouwgrond gedurende
een lange periode in beslag kan nemen.
Op eerste aanzegging van B. en W. moet
worden beslist of men de grond al dan
niet gebruiken zal. Voorts wordt voor
een tijdsduur langer den 6 maanden 1
pCt. van de koopsom van de grond in
rekening gebracht.
Voor de verdere voltooiing van het
uitbreidingsplan op te maken door het
adviesbureau Schat en Schut werd
door
HENK VAN HEESWIJK.
41
De lamp brandde al, toen Hugo einde
lijk in de huiskamer kwam. Geertje was
al een poosje weg. Hij gaf haar een zoen
en toen ze zijn lippen op de hare voelde,
moest ze onwillekeurig denken aan de
woorden van Geertje. Maar onmiddellijk
bande ze die gedachten weer uit zich
weg.
De volgende avond was Heieen op de
fiets naar de stad gegaan om enkele
noodzakelijke dingen te kopen. Ze was
nog even bij haar schoonmoeder aan
geweest en kwam zodoende wat later
dan gewoonlijk thuis. Het begon al te
schemeren, toen ze met de fiets aan de
hand het plaatsje kwam oplopen.
Nadat ze de boodschappen in de keu
ken had gelegd - ze zou ze morgen wel
uitzoeken en opbergen, daar was ze nu
te moe voor - liep ze de kamer in.
„Dag!" begroette ze vrolijk, ,.een
beetje laat, hè? Ik ben nog even bij je
moeder geweest. Ze had het zo stil".
Heieen kuste hem en hij kuste haar
koel terug, iets wat haar verwonderde.
Anders was hij veel onstuimiger, maar
ze besloot net te doen alsof ze niets be
merkte. Nadat ze hoed en mantel had
afgedaan, zette ze melk op voor de kof
fie en bracht die na enkele minuten
binnen. Gewoontegetrouw streek ze
Huug even over zijn hoofd, nadat ze de
koffie bij hem had neergezet, maar ook
ditmaal reageerde hij niet. Ze zuchtte
even en ging in haar hoekje zitten met
een handwerkje. Hugo rookte een siga
ret en las de krant. Af en toe keek hij
echter verstrooid op en het viel haar op,
dat hij bijzonder stil was.
Na een poosje legde hij de krant op
zij en haalde een brief uit zijn zak, die
hij begon te lezen. Daarna borg hij de
brief weer op en trommelde met z'n
vingers op het tafelblad. Toen ontmoet
ten hun blikken elkaar. Heieen lachte,
maar hij vertrok geen spier.
Eindelijk verbrak hij de ondraaglijk
geworden stilte. „Zeg," begon hij eens
klaps, een beetje weifelend. Het scheen,
alsof hij naar de juiste woorden zocht-
„hoe lang is je vader al dood, Heieen?"
„Vader?" Ze had wel vermoed, dat er
iets bijzonders aan de handwas, maar
wat had haar vader daar mee te maken?
„Vader?" herhaalde ze, „dat is ruim
een jaar geleden, dat hij overleed." Ze
haperde even, toen ze het laatste woord
uitsprak, maar het ontging hem niet.
„Ik wil geen droeve herinneringen op
rakelen, maar hoe is je vader ei
genlijk overleden?"
Het bloed week uit haar gezicht en ze
werd langzaam krijtwit. Toch trachtte
ze zich te beheersen en borg de handen
in de schoot om niet te laten merken,
hoe ze plotseling beefde.
„Men neemt aan van zelfmoord."
Haast onmerkbaar kwam het over haar
kleurloze lippen.
Hij knikte. „Dat meende ik ook. Het
spijt me, dat ik je leed deed door de her
innering. Maar vind je niet, dat je het
me eerder uit je eigen mond had moeten
vertellen?"
„Waarom?"
„Waarom? Nu, dat is nogal duidelijk
zou ik zo zeggen."
Nu keek ze hem verbaasd aan. „Meen
je 't?" vroeg ze.
„Ja zeker meen ik dat," antwoordde
hij kregel. „Een man en een vrouw moe
ten geen geheimen voor elkaar hebben."
„Dat ben ik volkomen met je eens,"
zei ze koel.
„Ja, maar ook vóór hun huwelijk. Ik
bedoel: je moet niet met geheimen sa
men naar het stadhuis gaan."
„Maar vind je het dan zo erg?"
„Erg, dat is te zeggen Ik vind het
niet in de haak, dat ik het nu van an
deren te weten moet komen."
„Van wie?"
Hij kleurde. „O, dat doet er niet toe.
Trouwens, ik weet niet eens, wie het me
geschreven heeft. Het was een anonieme
brief."
„Mag ik die brief ook lezen?"
„Ik vind het beter van niet."
„En je zei zoëven, dat een man en een
vrouw geen geheimen voor elkaar moe
ten hebben."
Hij werd kwaad. „Dat is een insinua
tie. Ik heb je toch al verteld, wat de
brief behelst?"
Heieen wachtte een poosje. Ze wilde
geen inzie hebben. Ze hadden nog nooit
ongenoegen gehad en hij werd al zo
gauw driftig. Ze liep naar de keuken en
schonk een tweede kop koffie in. Toen
ze het bij hem neergezet had, ging ze
op de rand van z'n leunstoel zitten en
vroeg: „Heb jij nooit geheimen gehad,
voordat we trouwden?"
„Nee, geen enkele." Hij sloeg, alsof
hij het bezegelen wilde, met de vuist
op tafel.
Ze stond op en ging een pas van hem
vandaan. Hun blikken ontmoetten el
kaar, die avond voor de tweede keer,
als wilden ze in eikaars zielen zien. Toen
zei Heieen: „Zo, en waarom heb je mij
vóór ons huwelijk nooit de reden ver
teld, waarom je vóór de eerste mei ge
trouwd wilde zijn? Was dat, omdat je
me wtrkelijk liefhad? Of was het, omdat
het één van de bepalingen was, waar je
als chef aan gebonden was? Was dat,
omdat je ongetrouwd nooit chef zou ge
worden zijn? Zeg mij dan eens, waar
om je me dat nooit verteld hebt?"
Hugo was opgestaan en doodsbleek