BOBBE Een moderne bouclémantel i 127,50 fN Tlauk U-chió madame alg. nieuws blad Wegbeeld zonder oogkleppen o n Het Meisje uit de Molenpolder deQhakel 14e Jaargang - Nr. 736 VRJDAG 23 OCT. 1959 Verschijnt iedere vrijdag Abonnementsprijs f 1,10 p. kw.franco p. post f 1.25 Prijs der advertenties 10 ct. p. mm.bij abonn. korting Advertenties met brieven onder nr. of bij ons te bevragen 10 ct. extra Telefoon 429 VOOR west zeeuws-vlaanderen DRUKKERS-UITGEVERS: FA SMOOR DE HULSTER - DORPSSTRAAT 10 - BRESKÈNS - TEL.,*». - GIRO 358296 Er zijn tijden geweest, waarin onze wegen nog de romantiek kenden van de paardentractie. Het was toen nog alles behalve een volle boel op de weg. Wat niet wegnam, dat men de paarden oog kleppen voorbond om te zorgen, dat zij alleen zagen wat er recht voor hen ge beurde en niet werden afgeleid door wat links en rechts voorviel. De tijden ver anderen, de paarden verdwijnen en de oogkleppen ook. Maar die laatsten zou den voor veel weggebruikers misschien geen overbodige luxe zijn. Want al zijn wij de laatsten om te suggereren, dat wij ons het liefst met oogkleppen in het helse verkeer zouden willen storten, er zijn toch altijd nog hele slagorden automobilisten, fietsers, ja zelfs wande laars die zich op de weg te veel laten af leiden door wat links of rechts van hen gebeurt. Die - om het zo maar eens te zeggen - de WEG niet of onvoldoende in het oog houden. Het is een eerste vereiste voor veilig verkeer, dat een ieder die - niet letter lijk maar figuurlijk - „op de weg zit" zich leert concentreren op die weg met alles wat „daarop en daaromheen" is, zoals onze Oosterburen dat plegen te zeggen. Wij moeten leren, ons een goed dus volledig wegbeeld te vormen. Con centratie en observatie dus. U kent ze wel, de new-comers op de weg, die even krampachtig in de verte turen als zij krampachtig het stuur om klemd houden en die nog opzichtig het hoofd naar links of naar rechts draaien voor alles wat zij willen waarnemen buiten hun nog op de wegas geconcen treerde blikveld. Zij vormen het an dere uiterste. De ervaring zal hun moe ten Ieren dat een starre blik in het verkeer eveneens uit den boze is. Zoals meestal ligt ook hier de juiste weg in het midden. Iedere weggebrui ker - ook de fietser en de wandelaar - moet zich een „soepele" blik aanmeten, die nu eens ver af, dan weer dichtbij zich concentreert en waarvoor geen de tail - zelfs geen steentje op de weg of een stofwolkje of een zijweg - ongezien blijft. Waarvoor die oogkleppen dan wèl eens nuttig zouden zijn? Voor de auto mobilist. die het blijkbaar een aparte onbeleefdheid vindt om tijdens de con versatie niet van tijd tot tijd de passa gier naast (of zelfs achter!) zich aan te kijken en daarvoor graag even het wegbeeld loslaat. Hetzelfde gebeurt bij het presenteren en-of aansteken van een sigaret, bij het prutsen aan een schuifdak, het draaien aan de radio knoppen, enz. enz. Maar al te dikwijls ziet men automo bilisten en ook fietsers die een ogenblik hun wegbeeld volkomen vergeten en zich in de vreemdste bochten wringen om een pakkende bioscoopreclame, een fraaie étalage of een mooi meisje te kunnen zien. Bij de wandelaars kan men de meest komische situaties en botsin gen zien, die door dergelijke onop^t- tendheden worden veroorzaakt. Maar realiseert de automobilist, de bromfiet ser, de fietser en de scooterberijder zich wel, welke risico's hij neemt? Helaas zullen de ongevallenstatistie- kenwel nooit gedetailleerd antwoord kunnen geven op de vraag, hoeveel on gevallen in feite werden veroorzaakt door het nodeloos loslaten van het weg beeld. Maar dat het wegbeeld van het grootste belang is voor de veiligheid op de weg, is zonder meer duidelijk. De ervaren weggebruiker immers weet dit wegbeeld te „vertalen" in een aan tal reacties, die via zijn bovenkamer, ledematen, het stuur en de pedalen zijn rijstijl bepalen. Plaatselijk Nieuws Breskens Eerste nieuwe stalen kotter. Zaterdagmiddag had te Breskens de proefvaart plaats van de BR 54, de eer ste nieuwe stalen viskotter voor de Breskense vloot. Op een bijeenkomst voor pers en ge nodigden, in hotel „Scheldezicht", schetste de heer C. van de Sande, fir mant van de machinefabriek Gebr. van de Sande te Breskens, de totstandko ming van dit voor de vissersvloot zo belangrijk project. Hij bracht daarbij hulde aan de heren J. Asard en L. Moel- ker, die het aangedurfd hebben een der gelijk vaartuig in de vaart te brengen. Het vaartuig heeft een lengte van 17,5 meter, een breedte van 4,80 meter en een diepte van 2 meter. Door middel van ballasttanks kan de diepgang vari ërend gemaakt worden, hetgeen van be lang is voor het vissen op de Wester Schelde en de Noordzee. De hele afbouw is verzorgd door de fa. Gebr. van de Sande, waarbij het houtwerk is uitge voerd door de heer Meeusen en het elec- triciteitswerk door de heer Pleijte, bei den te Breskens. Het schip is modern uitgerust met dieptemeter, zend- en ontvanginstallatie, richtingzoeker en be zit prima woongelegenheid. Het wordt voortgestuwd door een 120 pk. diesel motor, welke is afgesteld op 100 pk., daar men voor de garnalenvangst niet meer pk. mag hebben. Burgemeester J. A. Eekhout sprak eveneens zijn voldoening uit over het initiatief van de eigenaars en hoopte dat deze proefvaart het begin zal mogen zijn van een vernieuwing der Breskense vissersvloot. Hij wenste de heren Moel- ker en Asard veel succes bij de uitoefe ning van hun beroep. Tot slot sprak de heer De Ridder van de Zaandamse scheepswerf, waar het casco is gebouwd. De hierop volgende proefvaart verliep tot aller tevreden heid. Reeds wordt eenzelfde schip voor de Gebr. Fenijn door de fa. Gebr. van de Sande afgebouwd, dat zeer waarschijn lijk nog dit jaar in de vaart zal komen. N.V.V. besprak E.T.I.-rapport. In een bijeenkomst in café „Centraal'' te Breskens kon de heer C. Hoek namens het N.V.V. een woord van welkom spre ken tot een aantal bestuursleden van het -NV.V., raadsleden van de Partij van de Arbeid en enkele genodigden, die in verband met een bespreking ove~ het recente E.T.I.-rapport, over de economi sche ontwikkeling in West Z.-Vl. samen kwamen. De directeur van het E.T.I. in Zeeland, drs. M. C. Verburg, gaf een inleiding over dit rapport. Hij meende, dat het rapport een zeer goede basis is voor de ontwikkeling van de streek en zeker niet bestemd om in de ijskast te worden ge zet. Iedere streek in de provincie heeft zijn eigen problemen en het streven is om deze stuk voor stuk onder de aan dacht te brengen van bevoegde instan ties. Speciaal legde hij de nadruk op een doorbreking van het plaatselijk chauvi nisme. Zo is het mogelijk dat een bepaalde gemeente geschikt is als cultureel cen trum, een andere als industriecentrum. Op deze wijze kunnen de streekbelangen het best gediend worden. De taakverdeling onderling is datgene waar het rapport met nadruk op wijst. Men heeft zich afgevraagd of het niet beter is één rapport samen te stellen voor Oost- en West Zeeuwsch-Vlaande- ren, doch de economische ontwikkeling van deze beide delen is zo volkomen he terogeen, dat dit in de practijk niet mo gelijk was. Speciale aandacht vroeg hij voor het ziekteverschijnsel in de streek: de grote werkloosheid. Na de inleiding van drs. Verburg werd een forum samengesteld onder leiding van de heer Verburg, M. C. van Poelje, lid van Gedeputeerde Staten van Zee land voor de Partij van de Arbeid, wet houder W. C. van der Hooft te Breskens en de heren C. Hoek, J. van der Hout en A. Lucaerd, districtsbestuurders voor het N.V.V. Tijdens deze discussie werden ver scheidene details van het rapport op een aangename wijze met elkaar be sproken. V erg adering ivinkeliersvereniging. Maandag j.l. hield de winkeliersver eniging „Ons Belang" te Breskens in hotel „Het wapen van Breskens" een ledenvergadering. De voorzitter, de heer T. van Laar hoven, heette allen hartelijk welkom en noemde de opkomst bevredigend. Hierop las de secretaris, de heer P. Vergouwe, de notulen, die onveranderd werden goedgekeurd. Bij de ingekomen stukken en mede delingen kwam de kwestie, die is ont staan naar aanleiding van de gehouden actie voor de vogelvereniging „De vink" ten bate van de dorpsvolière, ter tafel. Genoemde vereniging bleek een tekort van f 600,te hebben op de bouw van de dorpsvolière. De door de winkeliers vereniging gehouden actie hiervoor slaagde uitstekend, zodat zij „De vink" f 650,schonk om het tekort te dekken. „De vink" zond hierop een dankbetui ging aan het bestuur der winkeliersver eniging. Naar aanleiding van deze actie kwam in Febr. van B. en W. het verzoek om inzage der bescheiden en om het overige batig saldo ook aan „De vink" af te dragen, daar voor deze vereniging de actie gehouden werd. Het bestuur der winkeliersvereniging gaat hiermee niet accoord, daar zij de mening is toegedaan aan haar verplichtingen te hebben vol daan door het tekort op de bouw van de natuurlijk gracieus vrouwelijk Dat is hetgeen vakmensen van de nieuwe mode zeggen. En... her accent ligt op de kragen, met en zonder bontgarnering. in de nieuwste kleuren, leveren wij U voor Zojuist ontvingen wij een geheel nieuwe collectie winter mantelkostuums in diverse aantrekkelijke prijzen. Voor uw betere damesconfectie eerst kijken bij Uw Modehuis in Vlissingen dorpsvolière te dekken. De vergadering bleek in deze achter het bestuur te staan Vervolgens deelde de voorzitter mee in „De schakel" te hebben gelezen, dat de gezamenlijke marktkooplieden besloten hebben om op 30 Nov. a.s. een extra markt te houden in verband met het St. Nicolaasfeest. Hij zei dat het bestuur der winkeliersvereniging van mening is, dat de marktkooplieden zich moeten houden aan de vaste 14-daagse mark ten en stelde voor hiertegen te protes teren bij het gemeentebestuur en de Centrale Vereniging voor de markt-, straat- en rivierhandel, waarmee de ver gadering accoord ging. Besloten werd om, evenals vorige ja ren, weer het St. Nicolaasfeest voor de kinderen te organiseren. Bij de bespre king van het punt actie zegt de voor- e u liet door HENK VAN HEES WIJK. 23 Hoewel het autoverkeer in de Molen polder nu juist niet druk is, gebeurt het toch wel eens dat een autobus een melk- auto of een andere vrachtwagen moet passeren en dan is de enige oplossing, dat één van beide voertuigen bij een boerderij op rit zoveel mogelijk aan de kant van de weg gaat staan, zodat de ander kan passeren. Ook de wielrijders stappen dan in de regel af, wanneer er een auto passeert, aangezien dit voor beiden het veiligst is. Het laatste deel van deze weg, over de spoorlijn, behoort aan de gemeente Achterkerk: dit ge deelte is dan ook behoorlijk bestraat en enigszins breder. Deze weg was het nu, die Heieen moest gaan en het was derhalve geen overbodige vrees die Dirk voor het meis je had, temeer daar het een donkere avond was en straatverlichting langs de Molenweg ontbrak, hetgeen het veilig rijden ook al niet bevorderde. Toen ze zo langs de weg fietste, kreeg ze onwillekeurig een onbehaaglijk ge voel over zich als van een naderend on heil en in stilte verwenste zij haar kop pigheid die haar had doorgedreven naar Achterkerk te gaan. Toch gebeurde er in de heenreis niets en vlug deed ze haar inkopen in de stad om daarna meteen weer op de fiets te stappen en huis waarts te gaan. Even buiten de stad kwam er iemand naast haar fietsen, die haar begroette met een „goeienavond". Heieen keek op zij en tot haar niet geringe ontsteltenis bemerkte ze, dat het Thijs Kuiltje was. Doch ze beheerste zich en zei even kalm een groet terug, maar onwillekeu rig begon ze harder te trappen. „Dat is toevallig, Leentje. dat ik je hier ontmoet; ik wist niet, dat je ook naar de stad was geweest". „Zo," antwoordde ze kortaf en ze wenste vurig, dat het inderdaad toeval was, dat Thijs haar achterop was gere den, hoewel ze vermoedde, dat hij haar met speciale bedoeling had opgewacht, want achteraf herinnerde ze zich nu, dat Thijs in het achterhuis had gestaan toen ze de opdracht van de boerin kreeg om naar de stad te gaan. „Ja, ik begrijp wel Leentje, dat je mij nu iuist niet vriendelijk gerind bent. nadat ik je gezoend hebt, maar het was een ongeluk en wie zou dan niet van de gelegenheid hebben geprofiteerd? Je hebt me toen wel bespottelijk gemaakt door me met een stuk wasgoed om de oren te slaan, maar dat zal ik maar door de vingers zien. Ik ben nu eenmaal niet haatdragend van aard. Maar apro pos, wanneer gaan we samen nu eens een keertje uit?" „Thijs, ik heb je al eens eerder ge zegd, dat jij je geen illusies moet ma ken wat dat uitgaan met mij betreft. Bovendien behoor je te weten, dat ik nog in de rouw ben". „Zo," merkte Thijs droogjes op. „En als de rouwtijd voorbij is?" „Dan zullen we wel weer zien". „Ja, ja, mooie smoesjes, maar mij neem j*e daar niet mee. Zeg maar liever, dat je te verwaand bent om met een ge wone boerenarbeider uit te gaan". Hel een trachtte kalm te blijven, hoe wel ze inwendig angstig begon te wor den. Desondanks had ze een scherp ant woord klaar, doch ze beheerste zich. „Onzin, Thijs, ik ben toch ook maar een gewone boerenmeid". „Ja, dat probeer je mij wijs te ma ken; de jonge Belboer zegt het wel an ders. Die noemt je een huisgenoot in- plaats van een werkmeid en dat is je in je kop geslagen. Prinses, nou kijk je ons geen van allen meer aan, hè? Je wilt zeker boerin worden op de Beldam hé?" sarde hij. Heleen's geduld was thans uitge put. De drift overwon de angst. Het Groningse bloed ging spreken. Ten slotte was ze ook een boerendochter. Ze had ondanks alles haar trots. Reso luut remde ze en sprong van haar fiets, zo snel, dat Thijs eerst nog enkele me ters doorreed, maar hij keerde onmid dellijk weer tot haar terug. „Thijs, als je zo spreekt, luister ik niet meer naar je en wil ik liever alleen naar huis fietsen". Men was vlak bij de onbewaakte over weg van de spoorlijn gekomen en in de verte naderde een trein, zodat ze nu wel genoodzaakt was om althans te wach ten tot de trein voorbij was. „Zo," brieste Thijs, „je wilt niet meer naar me luisteren, hè Prinses? Maar je zult naar me luisteren. Ik ben je niet voor niemendal nagereden, maar om je eens goed de waarheid te zeggen. Ik heb al lang in de gaten, dat die ver vloekte gek van de Beldam, jou boerin op de steê wil maken, als hij baas ge worden is. Het was beter geweest, dat in de varkensschuur z'n kop verplet terd was geworden, maar vandaag of morgen zal ik hem nog wel krijgen en voordat jij er boerin bent zal ik je nog eens spreken". Bij deze woorden smeet hij z'n fiets aan de kant van de weg en greep het meisje beet. Heieen trachtte zich los te rukken, terwijl haar fiets met bood schappen over de straat rolde. Doch Thijs had haar in zijn ijzeren greep stevig vast en boven het geraas van de voorbijsnellende trein klonk z'n hese stem: „Ja, Prinses, nu heb ik je in m'n

Krantenbank Zeeland

De Schakel | 1959 | | pagina 1