BOBBE opruimingsfeest A De Economische Ontwikkeling van West Zeeuws-Vlaanderen Een Feest van Koopjes zonder tal. VLISSINGEN e u 11 I e t o n Het Meisje uit de Molenpolder ALG. NIEUWS BLAD VOOR WEST ZEEUWS-VLAANDEREN 14e Jaar %an% - Nr. 723 VRIJDAG 24 Juli 1959 Verschijnt iedere vrijdag Abonnementsprijs f 1,10 p. kw.franco p. post f 1,25 Prijs der advertenties 10 ct. p. mm.bij abonn. korting Advertenties met brieven onder nr. of bij|ons te bevragen 10 ct. extra Telefoon 429 DRUKKERS-UITGEVERS F# SMOOR DÉ HULSTER - DORPSSTRAAT 10 - BRESKENS - TEL, In dit no. zijn wij weer begonnen met een nieuwe feuilleton, getiteld ,,Het Meisje uit de Molenpolder" waarvan we hieronder een korte in houd laten volgen. In de goede jaren na de eerste wereld oorlog ontstond er onder vele mensen in ons land de zucht om via speculaties veel geld te verdienen. Men dacht op de ze wijze slapende rijk te worden en ver gat, dat men soms met nog meer kans, slapende arm kon worden. Dit onder vond Heieen Tammes, een rijke boeren dochter, die door een noodlottig ongeval plotseling haar vader verloor en enkele dagen daarna tot de ontdekking kwam, dat de eens zo rijke boerderij, de Tam- mes-state, zo zwaar verhypotheekt was, dat een faillissement niet meer was te voorkomen. In ons nieuwe feuilleton maakt u met deze Heieen kennis, die binnen enkele weken van schatrijk komt tot straatarm. Wanneer dan nog haar moeder kort na de dood van haar vader van verdriet sterft, blijft haar niets anders over om de uitnodiging van haar moeders vroe gere vriendin aan te nemen en te ver trekken naar de boerderij „Beldam" in Zuid-Holland. Dit is voor haar een grote vernedering, want hier moet ze het werk doen der andere dienstboden. Hier leert ze ook de „Belboer" kennen, de bullebak van de Molenpolder, alsmede de enige zoon Dirk, die de stille teruggetrokken Heleen wel mag. Maar ook Thijs Ver meulen, een boerenarbeider, heeft een oogje op Heieen. Als hij het meisje op een donkere avond poogt aan te randen, redt Hugo Kastelein, een typograaf, haar uit de handen van de onverlaat. Is Hugo „de ware Jozef" voor Heleend Wordt ze gelukkig? Of past ze beter bij Dirk? Het verhaal, waarmee we in dit nummer beginnen, geeft hierop ant woord. Van het eerste tot het laatste vervolg blijft „Het meisje uit de molen polder" in het middelpunt der belang stelling. Ja, haar weg gaat door de diepten van het leven. Maar uiteindelijk komt dan toch de grote verrassing. Op kerstavond, als de klokken het „vrede op aarde" verkondigen, komt het geluk de eenvoudige, haast armoedige woning van Heieen binnen. Dit bijzonder boeiende verhaal, dat tot een dramatisch hoogtepunt gaat, zal u met spanning doen uitzien naar ieder vervolg. Bijeenkomst van verschillende vooraanstaande personen uit ons gewest ter bespreking van het E. T. I.-Rapport gehouden te Breskens Het is voor West Z.-Vl. heden een his torische dag, nu na 40 jaren de West Z.-Vlaamse gemeenteraden in een geza menlijke vergadering weer bijeengeko men zijn om de problemen rond de ont wikkeling van de streek als geheel on der de ogen te zien. Het was voor ons allemaal een ontchoocheling, toen de Minister van Economische Zaken er geen aanleiding toe vond Breskens als ontwikkelingskern aan te wijzen. Onze ogen zijn hierdoor open gegaan. Dit be sluit van de Minister heeft bereikt, dat de gemeenten nader tot elkaar kwamen en men het er over eens was, dat voor ontwikkeling van de streek samenbun deling der krachten eerste noodzaak was. Het is verheugend, dat in tegen stelling tot het verleden, toen de West Z.-Vlaamse gemeenten evenzovele ei landjes vormden, thans economisch re gionaal is gaan denken. Ook in andere sectoren, o.a. op cultureel en maat schappelijk terrein is samenwerking niet alleen mogelijk, maar ook noodzakelijk. Zoals in het verleden de vereniging van Burgemeesters, secretarissen en ontvan gers in West Z.-Vl. herhaalde malen het trait d'union is geweest, heeft ze ook nu weer de handen ineengeslagen en de ontwikkelingscommissie West Z.-Vl. uit haar midden in het leven geroepen, wel ke het E.T.I. heeft opgedragen een rap port over de ontwikkeling van West Z.- Vl. samen te stellen, om aan de hand hierva.n vast te kunnen stellen, welke maatregelen genomen kuimen en moe ten worden om die welvaart van de streek te kunnen bevorderen. Deze woorden sprak burgemeester Eekhout van Breskens, als voorzitter van de ge combineerde vergadering, welke Vrijdag j.l. in het „Casino" te Breskens werd ge houden en waar ook het E.T.I.-rapport aan de gemeenteraden werd aangeboden en daardoor aan de openbaarheid werd prijsgegeven. Bij de aanvang der vergadering had burgemeester Eekhout van Breskens de aanwezigen van harte welkom geheten, in het bijzonder de Commissaris der Ko ningin in de Provincie Zeeland, Jhr. Mr. de Casembroot, de leden van G.S., de heren A. A. M. Mes (tevens voorzitter van het E.T.I.) en A. Schout. Onder de aanwezigen bevonden zich naast de bur gemeesters, wethouders en raadsleden der West Z.-Vl. gemeenten, vele verte genwoordigers van vervoersorganisaties, land- en tuinbouworganisaties, visse rijwereld. waterstaat, volkshuisvesting, Kamer van Koophandel, enz. Drs. Verburg, directeur van het E.T.I. voor de Provincie Zeeland, die in sa menwerking met J. Bom, technisch op zichter visserijen, K. van Dijk, hoofdin specteur-directeur van het Districtsbu reau voor de Arbeidsvoorziening in Zee land. Dr. C. Galan, econoom bij het Landbouw-Economisch Instituut, gesta- tionneerd bij het E.T.I. voor Zeeland, Ir. J. Haenen, Rijkslandbouwconsulent voor Z.-Vl.. Ir. J. van Hennik, Rijkstuinbouw- consulent voor Zeeland en N. W. Bra bant, K. Later, Rijkshoofdinspecteur voor het verkeer in het district Zeeland, G. Oskamp, directeur provinciale V.V.V., het rapport heeft samengesteld, gaf een kort exposé. Het rapport bevat naast een inventarisatie van wat de streek op diverse terreinen te bieden heeft een aantal redelijke verlangens, die, als er aan wordt voldaan, het welvaartsniveau van het gehele gewest zullen verhogen. Het rapport sluit aan bij een soortgelijk onderzoek voor Oost Z.-Vl. Een fout in het rapport is, dat geen, in elk geval weinig aandacht is besteed aan sociale faktoren. Ook zag Drs. Verburg de nood zaak, dat Oost- en West Z.-Vl. een vorm van samenwerking vinden met de kanaalzone. Het rapport geeft ook een antwoord op de vraag waardoor de be volkingstrek wordt veroorzaakt. De landbouw, die sterk gemechaniseerd zijnde steeds meer arbeiders afstoot en een wegtrekken der bevolking, die geen ander emplooi kan vinden, versnelt. De tuinbouw, die door de strakke handha ving der teeltregeling weinig kansen heeft tot uitbreiding, hoewel alle facto ren (klimaat en grondkwaliteit) gunsti ge perspectieven inhouden. Verzachting- der teeltregeling is dan ook noodzakelijk De visserij met zijn probleem van de haringvisserij, de kleine schepen die ge bruikt worden. Vergroting der schepen is noodzakelijk waarbij een credietrege- ling van de overheid sterk gewenst zou zijn. De ligging ten opzichte van Frank rijk en België is gunstig. De recreatie., welke economisch gezien voor de streek van grote betekenis is. Om tot toename van het toerisme te komen is het nood zakelijk naast detail voorzieningen aan het strand over te gaan tot de bouw van moderne logiesruimte, zoals bungalows en caravanterreinen, de inrichting van de jachthaven te Breskens en de aanleg van een goede wegverbinding (Bou/e- vard) langs de kust. De accomodatie dient zich meer te richten op het soci ale toerisme. Het verkeer en vervoer, betere outillering van de havens van Breskens en Hoofdplaat, terwijl het rap port meent, dat het op grond van de on derzoekingen verantwoord lijkt voor 1970 te streven naar een vervanging der veerdiensten over de Wester Schelde door een vaste verbinding. De indus trievestiging, waarmee bedoeld wordt de vestiging van toeleveringsbedrijven voor de landbouw en lichte metaalindustrie. De arbeidsmarkt, welke sterk is over voerd, waardoor West Z.-Vl. het gebied is met relatief de hoogste werkloosheid in geheel Zeeland. Na de uiteenzettingen van Drs. Verburg kwam het forum aan het woord. Dit was samengesteld uit de deskundigen, hiervoren genoemd, die meewerkten aan de totstandkoming van het rapport. Er werden een aantal vra gen gesteld, die de forumleden met gro te deskundigheid beantwoordden. Zo stelde de heer Lansu uit Aardenburg de eisen voor het uitoefenen van het tuin bouwbedrijf aan de orde, welke afhan kelijk wordt gesteld van 5 jaar practijk in de tuinbouw. In Eede zijn diverse vlasbedrijven, die vanwege de sterke te ruggang van de vlasserij, op de tuin bouw willen overschakelen, maar hierbij met het gezicht tegen de muur lopen. De georganiseerde tuinbouw, die de teeltregeling in het leven riep, zal, om hierin verbetering te brengen, de rege ling moeten verzachten. De heer W. C. v. d. Hooft, wethouder van Breskens, bracht het probleem Breskens ontwik kelingskern ter sprake. Burgemeester Mr. K. Hoekzema uit Oostburg, wees op de moeilijkheden met betrekking tot het aantrekken van geschikte arbeiders voor nieuwe industriële vestigingen. Bij on derzoekingen door een industrie, d,ie zich in Oostburg wilde vestigen bleek, dat personen, die bij D.A.C.W.-werken waren ingedeeld, van de arbeidsreserve Het is (Seizoenopruiming) Wij móéten ruimte maken Onze gehele collectie moet weg I MANTELS f29,50, f39,50, f49,50 JAPONNEN f 9,75, f 12,75, 119,75 MANTELKOSTUUMS f29,50, f49,50, f59,50 BLOUSES f 4,95, f 5,95, f 6,95 Ook in onze Stoffenafdeling kunt U nu koopjes halende mooiste stoffen en cottons, alles van dit seizoen, worden tegen spotprijzen uitverkocht, f 1,39, f 1,59, f 1,89 per meier, alles 90 cm breed Wij hebben GEEN oude voorraden, alle modellen zijn van DIT SEIZOEN!! Het is OPRUIMINGSFEEST bij UW MODEHUISIN werden afgetrokken. Dit is niet juist, aldus Mr. Hoekzema. Het forumlid K. van Dijk zei, dat diverse industrieën een bepaalde leeftijdsgroep wensen aan te trekken, b.v. in verband met een in te stellen bedrijfspensioenfonds. Onge schoolde krachten zijn veelal niet ge wenst en bovendien houden genoemde bedrijven rekening met uitbreidingsmo- gelijkheden.D.A.C.W.-arbeiders kunnen wel degelijk aan dat wgrk worden ont trokken, wanneer zij geplaatst kunnen worden in voor hen passende arbeid. Voorts kwam de recreatie aan de orde. De heer G. W. Oskamp zei, dat het tot ontwikkeling brengen van recreatiege bieden grote problemen op financiëel door HENK VAN HEESWIJK. 1 Er was zojuist een reizigster uitgestapt, met een grote handkoffer bij zich, weike ze met een smak neerzette op het stof fige grint van het kleine stopplaatsje. En terwijl de puffende machine met een zucht de drie wagons weer optrok om bij de eerst volgende halte opnieuw een wij le te wachten, bekeek de enige passagie- re, die in de Lage weide 't lokaaltje ver laten had, het eenzame perron, waar geen andere sterveling dan zijzelf en de stationchef - controleur - wisselwachter vertoefde*, terwijl de laatste haar nieuwsgierig opnemend, haar kaartje aannam. „Is hier niemand om me af te halen?" vroeg ze ten lange leste, nadat ze er zich van overtuigd had, dat er een kilo meter in de wijde omtrek niemand was dan de wegrijdende trein en hun twee- en. „Nee, juffrouw," antwoordde de spoor- man, terwijl hij deftig de grote pruim uit zijn mond nam en die heel voorzich tig in een koperen tabaksdoos deponeer- de „hier is de laatste paar uur niemand geweest. Waar moet U heen?" „Naar de „Beldam", antwoordde ze. Men wist daar, dat ik met deze trein zou komen. Ik heb het hun geschreven; ik verwachtte, dat men mij tenminste zou afhalen. Ik ben helemaal onbekend in deze streek. Hoe zal ik het nu vinden?" Hopeloos keek ze om zich heen. „Nu", meesmuilde de man, ,,'t is hier geen stad; verdwalen zult u allicht niet. Is u soms familie van de boer?" „Neen, in het geheel niet, mijn moeder was in haar jeugd vriendin met zijn vrouw. Ik kom daar nu op de boerderij wonen." „Alleen?" vroeg hij weer, maar toen hij de gefronste wenkbrauwen van het meisje zag, bedacht hij zich en voegde er aan toe: „u moet me maar niet kwa lijk nemen, dat ik wat nieuwsgierig ben, maar dat komt omdat wij niet elke dag zulke reizigers in ons dorp krijgen zoals u. Maar kom, ik zal de weg wijzen. De koffer moet u dan morgen maar laten halen. Kijk, als u hier het pad langs gaat het mag eigenlijk niet, want het is een dienstpad, maar daar er voorlopig toch geen trein langs komt, wil ik voor u wel een uitzondering maken dan komt u bij gindse stee op de grindweg. Die volgt u dan tot de school; dat is een groot nieuw gebouw aan uw rechter hand. U zult het vanzelf wel zien. Dan gaat u rechtsaf het dorp in. Dat is de Lage weide, Dan gaat u alsmaar recht door, de brug over, de polder in. Bij een tweesprong neemt u de weg aan uw rechterhand en dan is het de eerste boerderij aan uw rechterhand. U zult het zelf wel zien; het staat met grote letters op het hek. Is een half uurtje lopen, laten we zeggen drie kwartier op je gemak en het is lekker weer. Als u de straatweg om moet, had u zeker een uur werk." „Gaat er geen autobus naar toe? Het lijkt me nog al een aardig eindje weg." Ze zuchtte, 't Lokte haar niet erg aan, om met deze hitte de lange wandeling te beginnen. „Een autobus?" de man krabde zich eens achter het oor. ,N ee, dat is te zeg gen, niet hier vandaan. Dan had u be ter in Achterkerk kunnen uitstappen. De bus naar Groenendaal komt door Achterkerk en gaat naar Lage weide. Maar dan had u op 't ogenblik toch nog een paar uur moeten wachten, want de laatste bus vertrekt om vijf uur uit de stad." „Nu, dan zal er wel niets anders op zitten, dan dat ik ga lopen. Maar als ze nu straks eens met een rijtuig komen en ik ben onderweg, wat dan?" „Dat zal wel niet, denk ik," was het antwoord; want ze zijn in de drukke hooitijd en dan kunnen de boeren geen paarden missen, 't Is nu nog droog en zonnig weer, maar het kan elke dag ver_ anderen. En droog hooi binnen is heel wat waard. Maar als ze komen, dan zal ik de koffer meegeven; en dan rijdt men u wel achterop." Toen ging ze dan maar het zandpad op langs de spoorbaan, zoals de halte chef in zijn trouwhartigheid had toege staan. Hij keek haar na, zo ver hij kon. Dan ging hij met de koffer naar de oude goederenwagen, die, zonder onderstel, langs de lijn geplaatst was en dienst deed als bagagebergplaats en rijwiel stalling. Hij was een stevige jongeman, nog niet lang in dienst bij de spoorwegen, maar toch al geruime tijd als chef op deze halte, waar dagelijks vele treinen voorbij snelden, terwijl er enkele lo kaaltjes per dag stopten, hoofdzakelijk voor het personeel van een nabij gelegen grote drukkerij, en eens in de week, Woensdag, voor enkele boeren, die naar de markt in het naburige stadje Achter kerk gingen. Vreemdelingen kwamen hier zelden, ook niet in de zomer, en daarom was hij meer verwonderd dan nieuwsgierig, een zo bekoorlijke jongedame hier aan te treffen. Hij schudde het hoofd, toen hij er over nadacht. Afhalen? Nou, de boer van den „Beldam" was me nogal een mooie daarvoor. Verleden winter had hij niet eens zijn vrouw van de trein ge haald, terwijl de sneeuw een voet hoog stond en het vroor dat het kraakte. Laat staan, dat hij nu zijn wagen uit de

Krantenbank Zeeland

De Schakel | 1959 | | pagina 1