Esso
ilijft niet bil de
pakken neerzitten
alg. NIEUWS BLAD
VOOR WEST ZEEUWS-VLAANDEREN
eïu-aunyen
F e u i 11 e t o
n
Hanneke's verleden
PETROLEUM voor OLIEHAARDEN
oliehandel - Breskens
WIM FENIJN
de jcha kei
ije Jaar gang - Nr. 676
Vrijdag 15 augustus'58
Verschijnt iedere vrijdag
Abonnementsprijs
f 1,10 p. kw.franco p. post f 1,25
Prijs der advertenties
10 ct p. mm.bij abonn. korting
Advertenties met brieven onder nr.
of bij ons te bevragen 10 ct. extra
Telefoon 429
DRUKKERS-UITGEVERS: FA SMOOR DE HULSTER - DORPSSTRAAT 10 - BRESKENS - TEL.;* - GIRO 358296
(Slot).
Van Engeland's paviljoen togen wij
naar Israël. Wel zeer zijn de Israëliërs
er in geslaagd hier de toeschouwer de
vereiste sfeer te doen aanvoelen. En ge
zeten in geriefelijke fauteuils kan men
er een paar goede films zien. Een aardig
joods meisje, een kind van het einde
der aarde naar haar nieuwe vaderland
Israël getrokken, legde ons aan de hand
van een maquette uit, hoe daar de
woestijn wordt bevloeid. Het omlaag
vloeien van het levenbrengende water
werd aanschouwelijk voorgesteld. Toen
we zeiden nederlanders te zijn, hoorden
wij tot onze voldoening dadelijk: „Your
people have always been very kind to
the Jews. We have many good friends
in Holland".
Het was op de tweede dag van ons be
zoek aan Brussel dat we aldus Frank
rijk, Engeland en Israël „deden" bene
vens enkele kleine landjes o.a. San Ma
rino een klein paviljoen op een vrij hoge
heuvel, vanwaar men een aardig uit
zicht heeft. Gegeten hebben wij deze
dag bij de argentijnen. Zonder tot culi
naire uitweidingen te vervallen menen
wij toch de heerlijke ommelet naar cow
boy-recept te mogen aanbevelen.
Kostelijke tapijten zijn te bewonderen
bij de turken. Ook de nargilez of water
pijp, waarnaast men zich gaarne een
nederzittende antieke turk denkt, ge
noeglijk de rook door het water naar
zich toezuigend, een turk, in fraaie kle
ren, tulband op, pantoffeltjes met hoge
punten aan. Maar die zou hij alvorens te
gaan zitten en de benen te kruisen toch
wel uitgeschopt hebben.
Laat in de middag zaten we fijn uit
te rusten in de koele hal van het cir-
corama der russen. De voorstelling zelve
zal naast de bekende propaganda zeker
ook haar kwaliteiten hebben, doch wij
konden de energie niet meer opbrengen
om ze alsnog bij te wonen. Vermoeidheid
gevoelden we niet. Die zou zich later wel
melden. Doch door het vele geziene, door
de verschillende snel op elkaar volgende
indrukken wordt het waarnemingsver
mogen ten laatste minder scherp. De
lust ontbreekt dan om nogmaals de lijn
trachten te trekken tussen louter pro
paganda en „iets echts" en is men veel
meer tuk op een zitje in een gemakke
lijke fauteuil in een koele hal. En we
hadden niet meer te doen dan de ontel-
baren te bekijken, die kwamen voor de
voorstelling. Jong en oud stroomden bin
nen, dikke tantes, militairen, negers,
arabieren, pastoors, artisten van alles'
Vanuit de ruimte waarin zij verdwenen,
klonk nu en dan felle dondermuziek,
uitschietend als korte windstoten. Och
ja, waarom niet? Die westerlingen moe
ten maar eens flink overbluft worden,
moeten maar eens zien hoe 't hoort,
niet?
Nog anderhalf uur hadden we voor
de boeg alvorens het voldoende duister
zou zijn om het juiste effect te treffen
van de verlichting. Deze tijd besloten wij
door
JOKE DE VALK
40
„Dus als ik het goed begrepen heb,"
onderbrak Josien, die tot nu toe zwij
gend had geluisterd, „was jij degene,
die de kastanjes voor een ander uit het
vuur haalde".
Hanneke knikte. „Inderdaad. Over die
drie maanden dat ik in de gevangenis
zat, zwijg ik liever. Het was in één
woord: een verschrikking. Het enige
wat me een beetje moed gaf, waren de
bezoeken van een oudere dame. 'Ze was
van de reclassering en heette mevrouw
De Geest Van Swinderen. Minstens eens
in de week bezocht ze mij en dan bab
belde ze een half uurtje met me. En
tenslotte zei ze, dat ze me zou helpen
als ik weer vrij was. Ze zou voor een be
trekking zorgen. Toen vond ik haar heel
aardig. Ze was inderdaad daar erg
vriendelijk.
Op de morgen dat ik ontslagen werd,
stond ze te wachten met een taxi. Ze
nam me mee naar haar huis en zei, dat
ik bij haar in betrekking kon komen.
Ze had net plaats voor een tweede meis
je. Ze woonde in een kast van een huis
De haardolie
met het hoogste rendement
zuinig,
geen roet, meer warmte
Boulevard 38
Telefoon 506
zoek te brengen in Vrolijk België. Al da
delijk stonden we daar voor een straat
toneeltje, 't welk een kring van omstan
ders zo te zien nogal in spanning hield.
Een straatartiest scheen het publiek zo'n
beetje voor te bereiden op enig hevig
knaleffect. Een stortvloed van woorden
liep hem van de tong zo rad, dat ik be
halve het meermalen herhaald woord
„courage" er niets van kon wegdragen.
Dat: „couraasj-couraasj moest een
aanmoediging zijn voor het publiek om
geldstukken op een tapijt te werpen,
want zolang de frankenregen niet de
gewenste dichtheid vertoonde, hadden
wij het wachten op de ontknoping van
het drama, waaraan een teraarde lig
gend vrouwspersoon medogenloos ge
kluisterd in een respectabel aantal ste
vig aangehaalde leren riemen ogen
schijnlijk haar medewerking zou verle
nen. Een boeienkoningin? Meer had ze
eigenlijk van een mummie in haar hou
ding en omstrengeld als zij was door al
die stevige windsels. Doch wat al die
dolken en rapieren naast haar op de
grond te beduiden hadden, leek voorlo
pig een somber raadsel. Zou de man
straks optreden als messenwerper? Ake
lig hoor voor dat mens. We hoopten er
maar het beste van en gingen verder.
In een klein poppenspel gaven Jan
Klaassen en Katrijn een dansnummertje
weg. Toch boterde het niet erg in hun
huwelijk. Want een volgend ogenblik
gaven )ze elkaar opstoppers die er zijn
mochten. Daarna was het weer dansje,
dansje. In mijn prille jeugd was het ge
beuren in een poppenkast iets positiefs
en keurde ik het af, dat Jan zulke mep
pen gaf op de houten kop van Katrijn
zodat deze even door de knieën ging.
Omgekeerd was het eventjes fijn, dat de
duivel er zo van langs kreeg. Van die
bekoring uit de jeugd is nog altijd wat
achtergebleven bij ons.
Het was een leuk rondlopen in de
kromme straatjes van allemaal houten
en papieren huisjes, met wat echte er
tussen. En men kan er ongeveer net zo
veel kroegjes tellen als in Watervliet. In
sommige werd kip gebraden aan het
spit en er werd gedanst. Een neger deed
zijn voeten op de dansvloer kletteren
met een geluid dat denken deed aan de
roffel van de aardappelsorteerder in het
nederlandse paviljoen. Enkele dans-
paartjes traden naar buiten. De blous-
jes der dames lagen geplakt op de be
zwete schouders. Er waren nog een paar
attracties, doch wij vonden het welletjes,
zodat we een aardig zitje opzochten op
het marktplein. Mijnheer Courage was
bezig zijn ponjaards in een kistje te
smijten. De boeienkoningin bleek het
drama veilig en wel doorgekomen te zijn
en putte nieuwe krachten uit een beurs
je frites. Jan Klaassen en Trijn gaven
elkaar nog altijd meppen.
Verschillende groepjes passeerden in
meerdere of mindere pretstemming. En
en al gauw ontdekte ikdat er hard ge
werkt moest worden. Maar daar was ik
niet te beroerd voor. Ik heb altijd mijn
handen weten te gebruiken. Ook toen
was ze erg vriendelijk. Ik had - behalve
mijn uitgaanskas - geen geld en ze stak
me meteen in de nieuwe kleren. Er
moest nog zwart en katoen worden ge
dragen met smetteloos witte schorten.
Maar ze bekostigde alles. En dat vond
ik natuurlijk erg lief. Ik was natuurlijk
nog onder de indruk van hetgeen ik die
drie maanden had doorgemaakt en nu
was ik immers weer vrij. Door de ramen
van de grote kamers kon ik naar buiten
kijken en zag ik het verkeer, zonder tra
lies voor de ruiten. Ik kon wel zingen
en ik deed het die eerste tijd ook vaak.
Ik waande me volkomen gelukkig.
Maar al heel gauw werd het anders.
Er waren nog twee dienstmeisjes, Jopie
en Tine. De ene was altijd in de keuken
en Tine maakte me wegwijs in huis.
En toen ik er een maand was, leerde ik
mijn weldoenster met andere ogen be
kijken. Aanvankelijk was er over geen
loon gesproken. Door de emoties die ik
had meegemaakt en de overgang van
de gevangenis naar de vrijheid, de har
telijkheid van mevrouw De Geest Van
Swinderen en haar gulheid om me met
een de nodige dienstkleding te verschaf
fen, had ik helemaal vergeten om over
het loon te praten. Doch toen ik er ruim
een maand was en nog geen cent had
toch leek ons de echte vlaamse leut nog
niet aanwezig. Wellicht maakten de
stevige prijzen voor consumptie het voor
sommige feestvierders minder gemak
kelijk zich een pretstemming „aan te
drinken". Een gewoon potje bier voor
één gulden 20 cent zegt ten deze nogal
wat!
Na een rondrit met het leuke lokaal
treintje over het tentoonstellingsterrein,
waar vooral de fonteinen een toverach
tig schouwspel leverden in een zee van
kunstlicht, zochten wij onze bus op. Op
de terugreis sloofde onze chauffeur zich
nogmaals uit door ons langs de fraaist
verlichte punten van Brussel te voeren.
Te Draaibrug kregen wij een reserve-
bus, die het even buiten Retranchement
echter vertikte. Daar stonden wij, te
één uur in de nacht. Het euvel leek niet
zo spoedig te verhelpen, zodat wij de
wandeling naar Kadzand aanvaardden
na belofte aan de chauffeur thuis te
zullen bellen naar het hoofdkantoor
om een andere bus, die onze medereizi
gers thuis zou brengen.
Een gordijn van mist lag over het
landschap, waarboven een helder
maantje zijn witte schijnsel wierp. Hier
en daar kwam het landschap uit de ne
vel op. Het was een fijne wandeling.
Naast ons hoorden wij op de kanaaldijk
twee maal de roffel van een wegstuivend
haas.
Bijna thuis vernamen wij een aan
zwellend geraas achter ons en zagen wij
hoe een lichtgloed boven de nevel werd
uitgeworpen. 'Zou het toch nog onze
bus zijn?
Warachtig! Met de krachtdadige hulp
van een jong energiek medereiziger -
een Spakenburger - was het mankement
verholpen.
„Rijdt U nog een eindje mee?!"
„Dank U, we zijn maar honderd me
ter meer van huis af".
„Welterusten!"
„Welterusten!"
En thuis? Lag er nu niet in de brie
venbus correctiewerk, dat te 8 uur weer
de deur uit moest?
Zich wat opknappen, eten, nog een
poosje voor de schrijftafel en toen het
wijzertje sedert de aanvang onzer Brus
selse reis bijna rond was, kon de kooi
opgekocht worden - vier uur.
Expo! Als een machtige magneet trekt
ze de volkeren tot zich. Hoe gaarne zou
men zich scharen naast de idealisten,
die in de wereldtentoonstelling dé wil
tot samenwerking tussen de volken zien,
een ontwakend besef van wederzijds be
grip.
Materialistisch is er ongetwijfeld aar
dig wat bereikt. Er zijn waarschijnlijk
belangrijke contacten gelegd op han
delsgebied.
Doch zolang er wroetend communisme
is; zolang fanatieke Arabieren niets lie
ver wensen dan de Israëliërs de hals af
te snijden; zolang de wereld wordt over
gezien, vroeg ik het haar. Ze lachte me
in m'n gezicht uit en wees me op het
feit, dat ze het geld voor de dienstkle
ding had voorgeschoten. Kom over en
kele maanden nog maar eens terug, zei
ze en daarmee was het onderhoud afge
lopen.
Mijn ogen gingen toen wat meer open
en voeg daarbij nog hetgeen de beide
andere meisjes vertelden, dan ligt het
voor de hand, dat de filantropie van
mevrouw De Geest Van Swinderen in
werkelijkheid niets anders was dan pa
rasiteren. Ook Jopie en Tine hadden in
de gevangenis gezeten, feiten, waarover
ze zich in het geheel niet schaamden.
Beiden hadden, net als ik, voorwaarde
lijke bij straffen gekregen en moesten
nu de drie jaren proeftijd uitdienen bij
mevrouw De Geest Van Swinderen. In
de tweede maand bleek me overduide
lijk, dat onze werkgeefster parasiteerde
op ontslagen vrouwelijke gevangenen.
Het was hard werken voor weinig loon
en hadden practisch geen vrijheid. Vrije
avonden werden niet gegeven, vrije da
gen nog minder. Toen ik na het eerste
jaar het woord „vacantie" te berde
bracht, lachte ze me opnieuw in m'n
gezicht uit. „Kind, waar denk je aan.
Je vergeet zeker, dat je onder toezicht
staat en dat ik je toezichthoudster ben.
Eén woord van mij en je gaat weer te
rug naar de gevangenis om de resteren
de drie maanden uit te zitten". Ik hoor
schreeuwd met valse leuzen; zolang er
Egyptische machtswellust bestaat; zo
lang Indonesische armoede zich zoekt
te dekken met roverijzolang enz. enz.
enzzolang blijven wij nog hope
loos ver verwijderd van wederzijdse ach
ting tussen de naties.
Maar komDe Expo gaf ons veel moois
te zien. Ondanks de vermoeidheid die
,zich de volgende dag onvermijdelijk
aandient. Doch waar het oude spreek
woord zegt, dat kermisgaan een buitslag
waard is, zo is dei Expo dat minstens
ook wel
Aldus zij er de hoop spoedig door
eigen waarneming te kunnen vaststel
len of het atomium nog op zijn zelfde
plaatsje is. L. B.
Maandagmiddag ontvouwde het Ac
tie-Comité Breskens voor de pers een
aantal plannen, welke men in nauwe
samenwerking met het directoraat voor
de Middenstand van het Ministerie van
Economische Zaken heeft ontwikkeld.
De voorzitter van het Actie-Comité,
de heer T. van Laarhoven, ontvouwde
deze plannen. Hij begon met de sympa
thieke mededeling dat, ondanks dat
door de verplaatsing der veerhaven
Breskens van haar levensader is beroofd,
men toch algemeen verheugd is dat de
grootste en modernste veerboot van
Europa de dienst met Breskens onder
houdt.
Dit neemt niet weg dat men in Bres
kens de verplaatsing van de veerhaven
zonder meer aanvaard en nu geen maat
regelen treffen zal voor haar verdere
ontplooiing.
In een gesprek dat de directeur-gene
raal voor de middenstand, de heer
Groenveld-Meijer, met de leden van het
Actie-comité had, heeft hij de toezeg
ging gedaan dat men Breskens verder
zal helpen, mits men in Breskens zelf
met initiatieven komt en er ook wat
voor over heeft om van Breskens een
badplaats van enige betekenis te maken.
Indien Breskens zelf wil en hier volledig
achterstaat, kan men op medewerking
rekenen.
Er moet echter, aldus dhr. van Laar
hoven, haast achter al deze plannen
geizet worden. De door de Minister toe
gezegde boulevard had al klaar moeten
zijn, terwijl het voor Breskens toch wel
erg teleurstellend is dat het rijk alleen
maar voor het kunstduin zorgt en de ge
meente voor de rest opdraait. Dit houdt
in, dat het gemeentelijk uitbreidings
plan gewijzigd moet worden, er moet
aldaar een wegdek geprojecteerd wor
den, hier moeten goedkeuringen opko-
het haar nog zeggen".
Josien keek de vrouw in bed ontzet
aan. „Hanneke, wat heb jij mee moeten
maken
„Ik zei al, dat over loon niet werd ge
sproken. Maar na een half jaar had ik
er meer dan genoeg van. Weliswaar
waren er dikwijls dinertjes en partijtjes
en dan kregen we van vriendelijke gas
ten stikum wel eens een fooitje, maar
dat was ook alles. En toen ik een half
jaar er diende, vertelde ik m'n werk
geefster kort en bondig, dat ik opening
van boeken wenste. Ze probeerde me te
overbluffen en dreigde me als gewoon
lijk weer met de bekende stok achter de
deur, maar ik had nu wat meer zelfver
trouwen gekregen en dus hield ik voet
bij stuk. Tenslotte rekende ze me voor
wat m'n dienstkleding gekost had. Bo
vendien had ik in dit eerste halfjaar
wel eens wat gebroken. Ze zei op zo'n
ogenblik wel: „Dat kan iedereen over
komen en we zullen er maar niet te
veel woorden over vuil maken". Maar
toen bleek me dat alles, wat ik gebro
ken had, van mijn loon was afgetrok
ken. Voor ieder meisje hield ze een boek
je bij: zoveel geld uitgegeven voor
dienstkleding, zoveel vergoeding voor
gebroken artikelen. Samen zoveel. En
aan de andere kant het maandloon en
mijn deel van de fooienpot. Samen zo
veel. Ik behoef je wel niet te vertellen,
dat het een schijntje was. Na zes maan-