BRILLEN
BOBBE
Suède
ALG. NIEUWS BLAD
VOOR WEST ZEEUWS-VLAANDEREN
ft
Het viertal
Feuilleton
Hanneke's verleden
t25rüïemaefter'
Stempels en Deurplaatjes
Plaatselijk Nieuws
de (chakel
12e Jaar gang - Nr. 667
Vrijdag 8 nov. 1957
Verschijnt iedere vrijdag
Abonnementsprijs
f 1,10 p. kw.franco p. post f 1,25
Prijs der advertenties
10 ct p. mm.bij abonn. korting
Advertenties met brieven onder nr.
of bij ons te bevragen 10 ct. extra
Telefoon 429
DRUKKERS-UITGEVERS: Fa SMOOR DE HULSTER - DORPSSTRAAT 10 - BRESKENS - TEL.,*** - GiRO 358296
önó nieuwe
0
HANNEKE'S VERLEDEN.
Hamieke Schoneveld is ondanks het
feit, dat ze geen getuigschriften heeft,
als steno-typiste aangenomen bij advo
caat Dubois. Hij weet verder niets van
haar, maar omdat haar werk goed is,
mag ze na de proeftijd blijven.
Tijdens een vacantie in Lunteren ont
moet Hanneke de weduwnaar Grobbe,
die werk van haar maakt. Zeer tegen de
zin van haar baas, die ook in Lunteren
met vacantie is. Twee mannen dingen
om haar gunst en Hanneke wil geen van
beiden aanmoedigen. Ze moet uiteinde
lijk een beslissing nemen en een vriendin
helpt een handje. Hanneke kiest Dubois,
haar baas. Doch er is een verleden en de
dreiging daarvan komt terug als ze en
kele maanden getrouwd is. Iemand pro
beert chantage op haar te plegen en het
net wordt steeds nauwer om haar heen
getrokken. Haar levensgeluk wordt be
dreigd en Hanneke kan tenslotte de strijd
niet meer aan. Ze vlucht.
Dubois is een expert in huwelijksza
ken, maar zijn eigen huwelijk is nu stuk,
omdat hij achter het verleden van zijn
vrouw is gekomen. Zal ieder voortaan
zijn eigen weg gaan?
In een boeiend verhaal heeft Joke de
Valk de levensloop van deze twee men
sen beschreven, in gelukkige en moei
lijke tijden. En natuurlijk is er ook voor
de moeilijkheden in het leven van Dubois
en zijn vrouw een oplossing. Hoe die op
lossing is, zult u in de komende maanden
kunnen lezen in het prachtige, boeiende
en dikwijls ontroerende verhaal dat Joke
de Valk, een jonge Nederlandse schrijf
ster, voor ons blad reserveerde.
De uitgever.
„O, dat doet den onzen ook" hoor ik
lezeressen al zeggen. Maar lieve moe
ders dan moet U mij ook niet vragen,
wanneer ge weer iets te lezen krijgt over
het buurjongetje, dat reeds eens in deze
kolommen behandeld werd.
Joop, het buurjongetje dan, heeft het
rijk lang niet meer alleen. Op 's werelds
schouwtoneel verscheen Hanneke, zijn
zusje, een potelinge, nu al van drie jaar.
Voor ons heet ze Poppediertje. Ze houdt
van vooruit, een kalme wandeling zegt
haar niets. Alles gaat bij haar in de
looppas.
En dan is er Piet, het kameraadje van
Joop - een gare! Als 'hij voor zijn moe
der winkelen moet, zal hij heus niet met
knollen thuiskomen als het citroenen
moeten zijn. Piet is ook geen kniesoor;
geeft b.v. grif een handje. Eigenerbewe
ging geeft hij daar een zoen bij, als hij
tenminste met dames te doen heeft.
Eens wierp het noodlot een kortston
dige schaduw op Piet's levensweg. Moe
der had hem een zusje beloofd. En
brengt me nu die dokter daar op een
morgen niet zo maar weer een broertje!
En hij had er al een. Je reinste woord
breuk! Want ook dokter had een zusje
beloofd. Hij en die ooievaar - nou! En
moeder lag ziek te bed. Die had zich met
door
JOKE DE VALK
„Zijn er nog meer sollicitanten, juf
frouw Derks?"
„Er zit nog één dame te wachten, me
neer," antwoordde de aangesprokene.
„Dame? Dames kan ik helemaal niet
gebruiken," mopperde de man, er geen
erg in hebbende, dat hij zodoende indi
rect zijn eigen secretaresse beledigde.
„Nu ja, een juffrouw dan," verduide
lijkte juffrouw Derks met een zucht. Ze
zou blij zijn, als het een maand verder
was. Brrr, als hij van die buien had
„Laat maar komen. Het zal ook wel
niks zijn, doch laten we haar in ieder
geval een kans geven. En tikt u hier
naast dit concept even over. In vier
voud".
„Jawel, meneer".
Jan Dubois, advocaat en procureur,
haalde zijn zilveren sigarettenkoker voor
de dag en stak een sigaret op, terwijl hij
met vooringenomen blik naar de vrouw
keek, die door juffrouw Derks in de werk
kamer werd binnen gelaten. De vrouw
boog en zei: „Goede middag, meneer".
Dubois wees met een handgebaar naar
ff
OOSTBURO
de verkeerde bestelling ook niet kunnen
bemoeien
Toch heeft Piet de tegenslag gedra
gen als een man. Waarschijnlijk hebben
ouderen hem hierbij geestelijk support
verstrekt. Want hij verklaarde kort na
dien: „Een zusje? Niks gedaan hoor,
zusjes piessen toch maar in d'r kousen".
Rinus, het andere broertje trekter
trouw met Piet op uit en samen liggen
ze al op hun buik op de sluismuur om
krabben te vangen met een stukje vis
aan een touwtje.
Over diezelfde sluis zwiert Joop op
zijn autoped met Poppediertje staande
vóór zich. Of wel, hij volgt bij ons met
gespannen aandacht de avonturen van
Arretje Nof, van de reus, de sultan en
het ezeltje Kaditsja. Zijn kleine bi
bliotheek onder in onze boekenkast is
zijn onbetwist eigendom. Zijn helden be
tekenen voor hem nog meer dan Klein
Duimpje c.s.
Maar versjes lezen is Joop's fort niet.
In „Daar buiten in de biezen" komt hij
nooit over Lijsje Lonken heen. En van
Jan de timmerman valt hij steeds on
vermijdelijk terug op Jan de slager. Na
een jaar lang tevergeefs te hebben be
proefd hem de schoonheid van gezegde
dichtregelen te doen aanvoelen hebben
wij het maar opgegeven. Lijsje bleef de
eeuwige struikelblok. Wel vroeg hij soms
nadere bizonderheden over dat vrouws
persoon en de twee Jannen. Dus wezen
wij hem op een morgen op de monu
mentale gestalte van onze Zuidzandse
slager zeggend: „Kijk, dat is nou Jan de
slager". Joop's gezichtje tekende verba
zing. Doch toen onze slager zijn mor
gengroet door ons huis klaroende, week
Joop een beetje terug. Op zijn trekken
lag diep ontzag. Dat was „hem" dus
Ook toen Joop voor het eerst getuige
was van ons gebed voor de maaltijd,
wist hij niet hoe hij kijken moest. Maar
bij het einde klapte hij uitbundig in zijn
handen en riep: „Doet 't nog is!"
Eén ding is jammer. Joop krijgt meer
en meer de knepen onzer Nederlandse
spraakkunst te pakken. Het klonk zo
guitig: „Dadènk gedoet" of „waar ei je
da gekööpt?" Daar tegenover vroegen
wij hem eens, toen „Opa Bresjes" nog
op de boerderij was, of die veel kippen
had. „Nee," zei hij „niks as oenders".
Zijn tijd vooruit kreeg Joop op zijn
verjaardag een fiets. Aanleiding voor
Piet intussen om „zijn" fiets voor de dag
te rukken en eventjes een paar acroba
tentoeren ten beste te geven, waar Joop
alsnog dan toch maar af bleef.
In muziek is Joop nog niet sterk. Alle
toonschalen haalt hij wanhopig door el
kaar. Toen wij laatstleden Zondag een
heerlijk pianoconcert van Mozart aan de
radio wilden beluisteren, kwam Joop
binnenvallen. Toen konden wij alle mu
zikale genieting wel aan de balk schrij
ven. Weliswaar was het plaatjeskijken,
maar zijn luide opmerkingen sneden
telkens door het pianoconcert heen.
Vergeefs verzochten wij om stilte. Mo
zart kon hem gestolen worden. Waar hij
de stoel aan de andere zijde van het bu
reau: „Gaat u zitten. Hoe is uw naam?"
„Hanneke Schoneveld, meneer".
„Zo, juffrouw Schoneveld, mag ik uw
diploma's zien?"
De vrouw opende haar tasje en haalde
er een enveloppe uit, die ze aan de man
aan de overzijde overhandigde. „Hier zit
alles in, meneer".
Dubois nam de enveloppe en opende
haar. Hij haalde er drie brieven uit en
vouwde die open, waarna hij er vluchtig
in keek. „Zo, typen en dit is steno
En wat is dat? O, handelscorresponden
tie Nu, dat laatste hebt u hier niet no
dig. Dus typen kunt u en steno ook. En
nu uw getuigschriften?"
„Het spijt me, meneer, maar die heb
ik niet".
Meester Dubois hief als in wanhoop
zijn handen boven het hoofd, zodat de
diploma's op het bureau vielen. „Maar
wat doet u hier dan eigenlijk?"
De vrouw fronste haar wenkbrauwen,
maar met beheerste stem antwoordde
ze op rustige toon: „Wel, u vraagt een
steno-typiste, dus kom ik solliciteren".
De man keek haar verbaasd aan. „Ja,
maar u«begrijpt toch wel, dat ik niemand
aanneem, die niet minstens twee getuig
schriften kan tonen? Waarom bent u
uit uw vroegere betrekking weggegaan?"
„Ik heb nog geen betrekking gehad,
meneer. U bent de eerste waar ik solli
citeer".
wel sterk in is - automerken. Zonder
mankeren wijst hij mij ten detze terecht:
„Neen, dat is geen Citroën, maar een
Peugeot en dat is geen Morris, maar een
Jaguar". Van tractoren, kranen en
auto's droomt hij. Wijd slaat zijn fanta
sie uit. In zijn verbeelding legt hij per
auto reuze afstanden af. „Daar gaan we
Hanneke" zegt hij dan tot Poppediertje
en even later: „Maar ik ben toch al ver
re zeg, veel verder dan Potjes". Hetzelfde
tumult, dezelfde loeiende geluiden maakt
Poppediertje al, wanneer zij in de geest
kranen en vrachtauto's zien zeulen in
en uit hun zandput.
Gaarne speelt onze kleine buurman
ook een bakkersrol. Aan fabelachtige
prijzen biedt hij ons zijn denkbeeldige
broden aan.
„Bakker - brood nodig vandaag?"
„Ja bakker, eentje maar, een witte,
wat kost het?"
„Een gulden".
„Dat eten wij er niet af bakker; maar
kom". En in Joop's handje tellen wij tien
denkbeeldige dubbeltjes af.
Een minuut later is hij er al weer met
brood.
„Hoeveel?"
„Tien gulden". U ziet Joop lapt de
prijsbeheersing aan zijn laars.
„Zoveel geld hebben we niet bakker.
Wat denk je van twee kwartjes?"
„Ook goed".
„En zul je het brood wat langer in
de oven houden. Het vorige was nog zo
zacht. We konden het helemaal indruk
ken".
„Ook goed".
Maar als hij een ogenblik later al weer
aan de deur is zeggen we, dat onze kast
nu propvol met brood zit en we wel voor
drie maanden genoeg hebben. Bakker af
met de inheemse groet „Da-ag!" Nu kon
hij zulke goede broodklanten toch wel
met twee woorden aanspreken, inplaats
van met dat domme „da-ag". Enfin,
dat prenten wij hem later wel in.
Met zijn zusje kan Joop het best vin
den. Zelden komt het tussen de twee tot
een vuistgevecht. Maar gezien de vorde
ringen die Poppediertje maakt naar
geest en lichaam, mitsgaders haar ge
vatheid en zin voor felle actie, voelen
wij het tijdstip snel naderen dat zij
broer kan leveren en verkopen. Nu bren
gen zij de dag nog zoek met duizend
dingen en vaak worden wij aan de hei
ning geroepen om te zien wat zij heb
ben gewrocht in hun zandput of op hun
speelvloer. Wij zijn dan gehouden he
vige bewondering aan de dag te leggen.
Bij al hun doen en laten oreren zij
voortdurend. Piet en Rinu$, eveneens
mannen van de daad, zijn wat minder
aan 't woord.
En als het muziekje hunner stemming-
opeens eindigt en de bende een ander
operatieterrein zoekt, valt er plots een
wat vreemde stilte. L. B.
Fa. SMOOR DE HULSTER. Breskens
„Hoe oud bent u dan?"
„Vier en twintig, meneer".
Nieuwe verbazing bij de man. „Maar
u hebt toch zeker wel eens gewerkt in
uw leven?"
Er kwam een lichte glimlach op het
gepicht van de jonge vrouw tegenover
hem, maar meteen beheerste ze zich weer
en antwoordde: „Vanzelfsprekend, me
neer, maar nog nooit als steno-typiste".
„Wat deed u dan eerder?"
„Ik was thuis, meneer. En in mijn vrije
tijd heb ik gestudeerd en zo geleidelijk
aan m'n diploma's gehaald. De laatste
is die van de handelscorrespondentie.
Derhalve meende ik nu wel te kunnen
solliciteren. Per slot van rekening moet
eens de eerste keer zijn".
De man keek haar lange tijd aan.
„Juffrouw Schoneveld, ik heb hier een
druk kantoor en ik behandel, als advo
caat en procureur, dikwijls zeer discrete
gevallen. Ik moet daarom vertrouwd
personeel hebben. Diploma's zijn natuur
lijk een eerste vereiste, vervolgens ge
tuigschriften. Maar die hebt u niet. Wat
weet ik van u? Wie bent u?"
„Ik ben, sinds de dood van mijn ouders,
inwonend bij een familie in de Lijnbaan
straat, Verkerk is de naam. Daar ben ik
nu ongeveer twee jaar. U kunt dus vrij
naar mij informeren. En wat getuig
schriften betreft ze stak haar handen
uit - dit zijn mij getuigschriften. U zoudt
een proef met me kunnen nemen. Is die
MATERIAAL VAN
STANDING.
Waarom zou U „zo maar''
een suède-jasje kopen als U
iets bijzonders kunt krijgen?
U weet toch ook, dat de groot
meesters van de haute couture
zich over het fluweelzachte
suède hebben ontfermd? Hun
genie herschiep het „gewone"
suède-jasje in een modieuze
creatie. BOBBE, van oudsher
de beste op mode-gebied,
heeft een unieke collectie
INCA suède-jasjes die stuk
voor stuk modieuze creaties
zijn. En de prijzen zullen U
meevallen.
Wij brengen reeds zo'n apart
suède-jasje in diverse mode
kleuren voor
149,50 159,50
Voor Uw betere DAMESCONFECTIE
eerst kijken bij
UW MODEHUIS
COOSJE BUSKENSTR. 63, VLISSINGEN
De bus van boot en trein etoptvoor onzezaak
Cadzand
Raadsvergadering
De Raad der gemeente Cadzand kwam
Maandagavond in openbare vergadering
bijeen, onder voorzitterschap van burge
meester J. A. Leenhouts. De heer Riete-
ma was niet aanwezig wegens verblijf in
Engeland.
De voorzitter deelde mee, dat naar
aanleiding van de door de heer Bril ge
maakte opmerkingen, de opzichter van
de Centrale Dienst opdracht heeft ge
kregen de gemeentelijke woningwetwo
ningen te controleren om zo mogelijk
geconstateerde gebreken te kunnen ver
helpen. Onder de ingekomen stukken
bevond zich de Koninklijke goedkeuring
op de door de raad vastgestelde winkel
sluitingsverordening. Voorts heeft G.S.
enige raadsbesluiten tot wijziging van de
begroting, dienst 1957, goedgekeurd, als
mede de slotwijziging begroting 1956.
De rekening 1956 werd de raad aange
boden. De gewone dienst heeft een to
taal aan inkomsten van f 277.517,56 en
een uitgaaf van f 274.175,24, derhalve
een batig slot van f 3.342,32. De kapi-
niet naar uw genoegen, wel, dan kunt u
me altijd nog wegzenden".
De man keek haar opnieuw enige tijd
aan. Misschien zag hij iets amusants in
dit geval, hoe het ook zij, er kwam een
ironische blik op zijn gezicht en hij knik
te. „Ik heb in ieder geval respect voor uw
voortvarendheid. Ik eh mag dat
wel. Nou, laten we dan maar eens gaan
onderzoeken wat u in uw mars hebt.
Daar ligt wel ergens een stenobloc en
een potlood
De vrouw diepte de genoemde attribu
ten uit haar tas op. „Ik heb zelf alles bij
me, meneer".
Hij knikte tevreden. „Mooi. Noteert u
dan maar eens: Eh laat eens kijken
Wacht, hier, een stukje uit de krant. Ik
lees u voor en u neemt op in steno
Klaar?"
„Jawel, meneer".
„Laat eens kijken wacht, dit stukje:
De Staatssecretaris van Sociale Zaken
heeft een Sociale Commissie voor Bin
nenschippers ingesteld. De Commissie zal
desgevraagd of eigener beweging advise
ren omtrent de instandhouding of tot
standkoming van goede sociale en so
ciaal-culturele voorzieningen ten behoe
ve van de opvarenden van de binnen
schepen gedurende hun verblijf aan de
wal - kunt u het bijhouden?"
„Ja zeker, meneer".
„Mooi. Waar was ik ook weer?"
„Binnenschepen gedurende hun ver-