BRILLEN Drie mannen in de sneenw ALG. NIEUWS- EN AC ALG. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WEST ZEEUWS-VLAANDEREN Feuilleton ^rlllemaefter' „Liefde's nazomer" de (cha kei 12e Jaar zang - Nr. 628 Vrijdag 8 februari 1957 Verschijnt iedere vrijdag Abonnementsprijs f 1,10 p. kw.franco p. post f 1,25 Prijs der advertenties 10 ct p. mm.bij abonn. korting Advertenties met brieven onder nr. of bij ons te bevragen 10 ct. extra Telefoon 429 J DRUKKERS-UITGEVERS F» SMOOR DE HULSTER - DORPSSTRAAT 10 - BRESKENS - TEL, GIRO 358296 ïlaAcfiü^t Naar aanleiding van enige van be langstelling getuigende vragen mij ge daan in verband met een vorig artikel, meen ik goed te doen de vragenstellers langs deze weg te antwoorden. Hoever dan ook verwijderd soms van ons landje, blijken deze oud-inwoners nog steeds benieuwd naar het wel en wee onzer samenleving. Evenwel vrienden geef ik de feiten in een wat beknopter vorm dan gij wenst, opdat ,,De Schakel" niet overbelast worde. Allereerst of wij hamsteren? Wij zelve niet anderen waarschijnlijk zo veel te intenser. Wij zitten heus niet met een baal suiker van 100 kilo of een zak zout van 40 in huis of met een museum van allerlei ingeblikt goedje. We zullen Nasser in zijn verwaandheid niet nog duidelijker laten merken, hoe hij de geesten verwart door de boel in het honderd te schoppen. Toch zakt de vrees voor oorlog al een beetje. En misschien brengt die baal suiker het er nog wel af zonder nat worden bij het vrij sappige weertje van tegenwoordig. De Amerikanen? Trokken zij de boel niet nog schever, zo scheef, dat ze hem met al hun dollars niet meer recht krijgen? Ook in Holland is er zo iets als een kleine oorlog en dreigt er wellicht een herhaling van de Sabijnse maagdenroof. Want Hellevoetsluis en Nieuw Helvoet liggen met elkaar overhopip om Teun tje Leeuwenstein. En weten jullie, dat een vrouwtje in Vlaardingen een berg snoepgoed in huis had van wel 30.000 gulden waarde? De kwaliteit was al een beetje aan de antie ke kant. Als wij in onze jonge jaren zo iets in onze nabijheid hadden kunnen be vroeden hé? Je weet wel lintendruk, lombokkers en die overheerlijke stroop- dodden van Mietje de Zeeuw! Als nu dat Vlaardingse vrouwtje maar niet vervolgd wordt wegens het onttrekken van zoveel heerlijks aan de circulatie. Dus net lijkt ook jullie gek, dat we de namen der maanden niet meer met hoofdletter zouden mogen schrijven? Is een Mei zonder hoofdletter niet een mei zonder romantiek? Neen dan zijn er wei schokkender dingen. Neem b.v. die sta king ergens in ons land wegens het ver schrikkelijke feit, dat ergeen cro- puetjes meer op het kantoor werden ver strekt bij de koffie. Voelt gij, hoe hart stochtelijk men zich in de strijd behoort te werpen voor het behoud van cropuet- jes? Zie, dat is nu Nederland op zijn best. En behoren wij niet te juichen, omdat die cropuettenvreters het nog gewonnen hebben ook? Dol zijn wij ook or> jubilea. Het is b.v. geen kleinigheid, dat iemand met ware doodsverachting gedurende vijf en twin tig jaar, zegge 25, de bezem heeft ge zwaaid in een schooltje om stof en papiertjes en stompjes griffel bijeen te vegen. En behoort zo iemand geen eer aangedaan te worden door publiek en feestcommissie met de burgemeester voorop? Als we zulke gewichtigheden in het oog houden is de natie nog niet ver loren. En de kranten ook niet, die ons van dergelijke jubilea keurig op de hoog door ERICH KASTNER 45 (Slot) Toen ze de eetkamer binnentraden, surak de Geheimraad: „Wij zijn natuur lijk weer de eersten. Dat die vrouwen ook zo lang kletsen!" „Ja zeker," sprak Hagedorn. „Je hebt een dochter, is 't niet? Hoe oud is dat ding?" Tobler meesmuilde. „Ze bevindt zich op de huwbare leeftijd en ze is sinds een paar dagen verloofd". „Fijn," vond Fritz. „Ik feliciteer je. Maar zonder gekheid: weet je heus niet waar Hilde woont?" „Zij heeft me haar adres niet ge noemd," antwoordde de Geheimraad di plomatiek. „Maar die zul je wel krijgen. Hilde zowel als het adres". „Dat geloof ik zelf ook," sprak de jon geman. „Maar wanneer ik haar te pak ken krijg, dan kan ze wat beleven! Dat uitknijpen van haar, daar moet ze geen gewoonte van maken. Anders denkt ze, geloof ik, dat ze na het huwelijk met mij doen kan wat ze wil. Men moet op tijd if OOSTBURO te houden met en zonder drukfouten. Over onze veronderstelde verveling moet gij u heus geen zorgen maken. Wel houden we niet, zoals ge abusievelijk denkt, van moderne muziek. De enkele ernstige componist niet te na gesproken verafschuwen wij dat moderne gedoe. Als ik voor een enkele minuut de folte ring verdraag als de radio zulke geest- verwarrende composities geeft, schaam ik. mij bijna nederlander te zijn. Men zoekt vergeefs naar iets dat melodie gelijkt en voelt medelijden met de musici, die zo iets moeten ten gehore brengen voor hun baantje. Men krijgt de indruk van het staren op een kwajongen, die alles kort en klein slaat in een porcelein- winkel. Al die neerkletterende stukken stel ik mij voor als de noten waar die modernen mede jongleren. Ja, Porgy en Bess hebben wij waar lijk gezien en gehoord, van Gershwin, hij van die blauwe rapsodie hé? Duidt mij mijn persoonlijke zienswijze niet euvel, want die is allerminst gunstig om trent die negeropera. Zonder de criticus te willen uithangen, moet ik zeggen niet te begrijpen, waar het publiek zich blauw om gelopen heeft, of 't zou moeten zijn om in de mode te blijven en alles te aanbidden wat maar nieuw is gek of niet. Die juffrouw Bess had een stem als een mes en het hele lawaaierige geval zat vol goedkope amerikaanse trucjes. Het was m. i. een slechte weergave van het leven van negers in een achterbuurt. De muziek had waarschijnlijk kwalitei ten en paste in het milieu. En voor een toneelverandering gedurende de voorstel ling werden wij maar eventjes in het halfduister gezet, terwijl de coulissen versjouwd werden voor onze ogen. Dan informeert een van u naar onze volksdansen. Nu, die worden druk be oefend en met succes. Alleen gaat het er soms wat te stijf naar toe en zou ik de leden een beetje meer gratie willen toe denken in bun houding. Weten jelui, dat we tegenwoordig druk aan het „bedwingen" van bergen zijn? Ja, zo verwaand zijn we al. Het mogen waarlijk flinke kerels zijn, die op het topje van de Mont Everest de sneeuw- bonken van onder hun klompen hebben geschopt, maar de Mont staat er nog net als tevoren, zo onbedwongen als het maar kan. En nu wilden de kranten ook dat juffrouw Meesters, die koene zwemster, het kanaal zou „bedwingen". Velen met mij vonden het intussen heel jammer dat die flinke meid het niet haalde. Met ons kanaal hier zou het een beetje fortuinlijker gegaan zijn. Aan de over kant woont Izac, onze leverancier van anthraciet. En als onze brandstoffen- voorraad nu moet aangevuld worden, heb ik maar even de ledige kit op te steken, dan weet Izac genoeg. Opvoeding der jeugd? Treurig om te zeggen, maar ondanks de loffelijke po gingen der leiders moet ik bij de ieugd hier met name het mannelijke gedeelte symptomen van verwildering constate- ingrijpen. Vind je ook niet?" Door een deur, die openging, werd een dientafel gerold. Daar achter liep een grijsharige knecht. Hij schoof de met chotels overladen tafel voor zich uit en hield het hoofd gebogen. Toen het voer tuig stilhield, hief hij het hoofd op en zei: „Goeden avond, meneer!" ,'n Avond," antwoordde Hagedorn. Op eens vloog hij op. „Meneer Kesselhut!" De dienaar knikte. „Inderdaad, me neer". .En de rederij?" ,Was maar geklets," verklaarde de Ge heimraad. „Johan is mijn oude knecht. Ik wilde niet alleen naar Bruckbeuren reizen. Daarom moest hij voor „scheep vaartlijneigenaar" doorgaan. Hij heeft zijn rol uitstekend gespeeld". Het was niet gemakkelijk," sprak Jo han bescheiden. Fritz vroeg: „Gaat het tegen de op vatting van uw beroepsplicht in. wan neer ik u hartelijk de hand schud?" „In dit zo speciale geval wil ik gaarne een uitzondering maken". Fritz drukte hem de hand. „Nu begrijp ik ook, waarom u zo ontzet was over de kamer van Eduard. Jullie hebt me lelijk beetgenomen!" Johan sprak: „Dat was geen kamer, dat was een strop". Fritz ging weer zitten. De oude ge distingeerde knecht zette de schalen op tafel. De jonge manbracht lachend te ren. Ja, bouwen doet men hier flink. Niet altijd even mooi. Kom je hier nog ooit terug, je zult op vrij vreemde architec turale bedenksels staren. Gelukkig is men hier nog niet zo verzot op vorstver let als elders, hoe aardig het ook is het volle loon te torsen voor niks doen. De vraag van een uwer aangaande de gangbare mening hier omtrent de Pu bliekrechterlijke Bedrijfsorganisatie is minder gemakkelijk te beantwoorden. Men spreekt van teveel inmenging, van een rem op de volkswelvaart. Hoe ook, ik hoor van een paar gevalletjes waarom trent verbittering heerst jegens genoemd of althans een dergelijk ordenend li chaam. Neen, voor vrije veren voel ik niets. Gelukkig gaat het ten deze nu de prac- tische kant uit. En nu stevenen wij weer vastberaden op het badseizoen af onder de beproefde leiding van V.V.V. Moge de natuur ons een beetje milder behandelen dan in het vorig* seizoen. De aanvragen om logies zijn legio. Ook bij de kampeerders ging het vorig seizoen vaak gezellig toe, zo lang de storm niet tussenbeide kwam, de tenten uiteen blies en de tenteniers deed vluchten al of niet met een griepje. Eens des nachts werd er aan het open staande venster van ondergetekende's slaapkamer gemorreld. Alles aan onze veste was echter normaal veilig gesteld, zodat ongewenst bezoek niet behoefde gevreesd te worden en vooralsnog geen pook of knuppel moest ter hand genomen worden. Veel moeite om zijn aanwezig heid te markeren gaf de morrelaar zich intussen niet. want hij verwijderde zich hoorbaar. Wel werden wij aan dit geval letje herinnerd, toen we van een poging tot inbraak hoorden in het dorp in de bewuste nacht. Al te best trof de inbre ker het intussen niet, terechtgekomen als hij was bij een onzer jonge athleten. Hij sloeg op de vlucht. Weggedoken in een sloot vonden zijn achtervolgers hem. Er moesten echter geen linkse of rechtse directen meer geplaatst worden, want de vluchteling, een fransman, zat al met de handen steil omhoog. Volgens hem was het slechts om logies te doen ge weest Zo lopen meerdere rare gasten hier rond in het seizoen, aangetrokken door ons nog vrij onschuldige badleven. Zo verschijnen er ook zekere doch ter en Eva's, van die stevig geverfde, U weet wel. Voorts zijn er badasten, die zich zeer voelen aangetrokken door de speelbank te Oostende. Gewoonlijk trekken dezul ken weer huistoe, ontdaan van een illu sie en aardig wat centen. Naar men zegt maakt Breskens zich al weer klaar voor zijn visserijfeest. Men weet daar van organiseren. En de op tocht vorig jaar was subliem; hij bracht de vreemdeling waarlijk tot verbazing over hetgeen eenvoudige dorpelingen voor elkaar kunnen brengen. Koerste de „Zwarte Zee" niet als een echte zeesle per onder sirenengeloei door de straten? berde: „En als ik dan bedenk, dat ik me om jou te gerieven, moest laten masse ren en dat ze hete bakstenen in mijn bed stopten. O ja, ik heb een oude tinnen kan voor je gekocht. En voor u, Johan, een kist havana's. En voor Hilde een paar oorhangers. Die kan ik me nu door mijn neusgaten boren". „Hartelijk dank voor de sigaren, me neer!" sprak Johan. Hagedorn gaf een klap op tafel. „O, dat weten jullie nog helemaal niet! Voordat ik vertrok, heb ik de direteur en de portier medegedeeld, dat ik helemaal geen verklede million nair was. Zulke lange gezichten als die trokken, dat kunnen jullie je helemaal niet voorstellen". Tobler vroeg: „Johan, heeft de direc teur-generaal Tiedemann nog opgebeld?" „Nog niet, Geheimraad". De dienaar wendde zich tot Hagedonr. „Het Tobler- concern zal vandaag of morgen het hotel in Bruckbeuren kopen en dan vliegen die twee er uit". ,^Maar Eduard," sprak Fritz. „Je kunt twee ondergeschikten toch niet laten boeten voor de verwaandheid van de gas ten! Toegegeven, het waren een paar lamme kerels. Maar jouw inval, om als een ingebeelde arme in een luxe hotel te gaan wonen, vind ik meer dan zwakzin nig". „Heeft hij gelijk, Johan?" vroeg de Ge heimraad. „Nou, zo min of meer," gaf de knecht Deed de verpersoonlijking van Ollie Bommel en Tom Poes de jeugd niet knet teren van enthousiasme? Doch laat ons eerlijk zijn ouderen genoten mede. De „Zwarte zee" heeft nog.triomfen gehaald te Knocke, doch het kasteel van Ollie en Co. werd op de tocht daarheen omvergeblazen door de storm. Ze hadden beter verdiend. Vrienden van verre na vermelding dezer episode eindig ik. Met hartelijke groet, L. B. UtinteAu-CucPit? De kalender wijst net Februari, Eén maand is nu weer al voorbij. Geen ijs- en sneeuwbui-periode Tijdens deez' wekelijks rijmelarij. De schaatsen nog in 't vet op zolder, Geen elf-steden-tocht in zicht. Geen oorklep, ijsmuts nu als kleding, Rivieren, sloten, zijn niet dicht, De kachel staat nu maar op half. De schoonmaak komt weer al ter spraak, De dekenkoopman heeft de pé in, Want bij dit weer failleert zijn zaak. De frite en snert doen heel gewoontjes, Die komen toch wel aan d'r trek, Ze houden de loop er in, te samen Met warme worstjes en spek. Maar ondertussen komt er leven. Ontwakend uit de winterslaap Verschijnt er plots, zo heel gewoontjes Het sneeuwklokje en het jonge schaap. Het zijn herauten van het voorjaar En boer en burger krijgen moed. Het wordt wat drukker op de straten. Een enk'ling denkt aan zomergoed. Zou heus de winter zo passeren? Of heeft hij toch nog iets bewaard Om gelijk te krijgen met 't gezegde: (Denk er niet aan) „Maart roert zijn staart. Dus winterjas, blijf aan de kapstok, Het wollen goed niet in de kast; 'k Vertrouw de Bilt nog maar een halfje, En de winter 't is een rare gast. WAVER. (onze nieuwe feuilleton). Na de dood van zijn vrouw, met wie hij 19 jaar getrouwd is geweest, staat Tom Boornberger alleen voor de taak zijn zaak in electrische artikelen en ra dio's te drijven. Zijn schoonzuster Bep. die na de begrafenis in huis blijft, wil met hem trouwen om zodoende de zaak te kunnen beheren, maar Tom bedankt. Na veel moeilijkheden verdwijnt Bep. Aanvankelijk gaat het goed, dank zij ook de hulp van het nieuwe winkelmeisje Ans de Leeuw. Maar na enkele maan den komt er een concurrent aan de over kant. En dan wordt het vechten. Tom wint het, via verschillende we gen. Hij wordt zelfs beheerder over de toe. „Alleen de uitdrukking „zwakzinnig" lijkt me wel wat overdreven". De heren lachten. Daar kwam Hagedorn's moeder bin nenlopen. „Waar gelachen wordt, daar moet ik bij zijn," sprak ze. Ze keek Fritz vragend aan. „Ik ben op de hoogte, mijn jongen. Juffrouw Tobler heeft me het eval uitgelegd. Ze is heel erg bang voor ie. Het is immers haar schuld dat men jou enkele dagen voor een millionnair heeft gehouden. Overigens een charmant meisje, Geheimraad!" .Mijn naam is Tobler," antwoordde hij. „Anders verzin ik ook een of andere titel voor u". „Een charmant meisje, meneer Tobler!" was de opinie van het oude dametje. ..Jammer, dat jullie allebei al verloofd bent. Fritz!" „We kunnen immers op dezelfde dag bruiloft vieren!" stelde Fritz voor. „Dat zal heel moeilijk gaan," sprak de Geheimraad. Op dat moment klapte de moeder van Fritz driemaal in haar handen. Daarop ging de deur open. Een jong meisje en een oude dame traden binnen. De jongeman stiet ongearticuleerde kreten uit, gooide een stoel om, rende op de ionge dame toe erw omarmde haar. „Eindelijk." fluisterde hij na een poosje. „Mijn lieveling," sprak Hildegard. „Ben je heel erg boos op me?" Hij drukte haar nog vaster aan zijn

Krantenbank Zeeland

De Schakel | 1957 | | pagina 1