vy CORSETTEN oSic rK,[irisl in Gefori Drie hun in de sneeuw ALG. NIEUWS- EN AC ADVERTENTIEBLAD VOOR WEST ZEEUWS-VLAANDEREN Burgerlijke Stand Feuilleton De Hongerbende Plaatselijk Nieuws de fchakel DRUKKERS-UITGEVERS F* SMOOR DE HULSTER - DORPSSTRAAT 10 - BRESKENS ne Jaar gang - Nr. óoj Vrijdag 31 aug. 1956 Verschijnt iedere Vrijdag Abonnementsprijs f 1,10 p. kw.franco p. post f 1,25 Prijs der advertenties 10 ct. p. mm.bij abonn. korting Advertenties metbrieven onder nr. of bij ons te bevragen 10 ct. exrta Telefoon 429 - GIRO 358296 MEDISCHE Op een blinde baksteenmuur aan de kant van een modern blok huizen in de nieuwe Haagse woonwijk „Morgenstond" is versierd met vier grote reliëfs. Zo op het eerste gezicht beeldhouwwerk zon der meer, doch in werkelijkheid van ge wapend beton, een geheel nieuwe tech niek op dit gebied. Ontworpen en ge maakt door de jonge Nederlandse kun stenaar Gérard H. van Remmen, die met dit soort scheppingen tot ver over de grenzen bekendheid geniet. Elk stuk weegt ongeveer 1000 kilo en is op een speciale manier in de muur verankerd. GEMEENTE BRESKENS over de maand juli 1956. GEBOREN: 3, Geertruida Johanna Ma ria, d. van Johannes Antonius Lenssen en van Josephina Maria van de Velde; 6. Jaocbus Alex, zn. van Cornelis Joris Babijn en van Erna Suzanna Ploegaert; 7, Jacobus Johannes, zn. van Dirk Mook- hoek en van Dina Adrinaa Roofack: 9. Anita Janny Suzanna, d. van Gijsbert van der Laan en van Elizabeth Pieter- nella de Meester; 18, Frank Edumond Bernard, zn. van Herman Augustinus Pijcke en van Maria Louias Martens; 26, Catharina Hendrika Jozina, d. van Hendrik Dijkslag en van Catharina Jo- zina de Kruijter; 30, Maria Magdalena, d. van Abraham Jacobus Ekkebus en van Maria Elizabeth Ritico. HUWELIJKEN: 5, Cornelis Jacobus De Wilde, 27 j. en Jenny Marie Oosterling, 24 j., beiden wonende te Bteskens; 12, Bastiaan Brand, 23 j., wonende te Bres- kens en Gijsberta Schraage, 21 j., wo nende te Leidschendam. OVERLEDEN: 13, Pieter Johannis de Baare, 70 j., wonende te Breskens; 28, Magdalena dc Roo, 82 j., wonende te Breskens. INGEKOMEN: 1, Tannetje L. Hooge- steger-Koole, van Middelburg naar N.- plan L 7; 2, Robert de Jonge, van Maas sluis naar Mercuriusstraat 33; 5, Cor nelia P. van Houdt, van St. Maartens dijk naar Noodplan G 22; 10, Ferdinand P. Koster, van Dordrecht naar Dorps straat 111; 10, Jacobus M. Groffen, van Halsteren naar de Hullustraat 5; 13, Pieter C. Leenhouts, van Vlissingen naar Dorpsstraat 75; 9, Levina A. Cappon, van Amsterdam naar W 25; 30. Sara J. Robesin-de Fouw, van IJzendijke naar W 47. door ERICH KASTNER 22 Ik heb de boel natuurlijk onmid dellijk opgeruimd en wat sigaren en appels voor hem neergelegd. Daar naast een vaas met dennetakken, ter versiering. Morgen koop ik in het dorp een electrisch kacheltje; dat zet ik stilletjes neer. Er is gelukkig een con tact. Want de Geheimraad wil niet hebben dat ik boven kom, omdat ik voor een rijk man moet doorgaan en niet weten mag hoe hij daar gehuis vest is. Hij heeft mij namelijk verteld dat zijn kamer heel aardig en bijzon der luchtig was. Nou luchtig is het er wel! Als hij maar niet ziek wordt! Hij heeft mij zelfs niet willen zeg gen, welk kamernummer hij heeft. Zijn kamer heeft helemaal geen num mer. Maar hij verzweeg het daarom niet alleen, doch ook opdat ik z'n rommelkamertje niet zou kunnen vin den. Hij had het dus niet kunnen zeggen, wanneer hij dat had gewild. Maar hij wilde het ook niet. Ik weet niet precies, wat ik zal doen. VERTROKKEN: 5, Gerard Korteknie, v. Noodplan F 11 naar Wolphaartsdijk; 9, Izaak M. Datthijn en gezin, van N.- plan D 3 naar Terneuzen; 11, Mathilda Geernaert, van Boulevard Z 8 naar Oostburg; 19, Walter J. Hoffmann en gegin, van Boulevard 49 naar Oost- en West Souburg; 19. Francois de Feijter en gezin, van Noodplan E 14 naar Zie- rikzee; 23, Abraham C. Leenhouts, van Dorpsstraat 75 naar Medan (Indon.). Honger! Men prijze zich gelukkig te wonen in een land, waar dit woord zijn noodlottige betekenis meer en meer ver liest. Men behoeft niet zo heel veel ja ren terug te gaan om, oorlogstijd daar gelaten, te ondervinden welk een gans ander beeld het leven op het platteland eens te zien gaf. En hoe verder terug hoe vreemder soms zulk een beeld wordt. Een honderdtal jaren geleden ver keerde het Kadzandse landje in onrust. Ware schrikverhalen van nachtelijke roof en mishandeling deden de ronde. Waren de meeste verhalen overdreven, zodat ook thans nog de navorser de gegevens voorzichtig moet hanteren, die de volksmond hem zo kwistig en kleurrijk verschaft, zeker is, dat toen tertijd stevig werd geroofd, drt meestal bij nacht. Vooral de landarbeidersstand had het kwaad. Laag waren de lonen, vaak zo laag dat niets kon terzijde ge legd worden tegen de kwade wintertijd en toen de aardappelziekte het vormen van een kleine wintervoorraad vrijwel onmogelijk maakte, was er honger. Mocht enige liefdadigheid hier en daar al goed werk doen, de ellende schijnt haar over het hoofd gegroeid te zijn. Bandietisme sloeg los. Waar voldoend voedsel ontbrak, ging men het halen - Want wanneer ik hem smeek ergens anders te gaan logeren of te vertrek ken, begint hij me altijd uit te schel den. Of hij stuurt me onmiddellijk naar Berlijn terug, en wat dan? U weet hoe hij is, al kent u hem niet zo lang als ik hem ken. In dat rommel kamertje zou zelfs nog geen knecht willen blijven, doch onmiddellijk bij de arbeidswet gaan klagen. Wat mijzelf betreft, heb ik verder niets te zeggen. Vandaag had ik voor het eerst ski-les. Die latten zijn ver schrikkelijk duur. doch dat hoorde voor mij hetzelfde te zijn. Ik moet immers het geld met handen vol uit het venster werpen. De man die mij leert skiën heet Toni Graswander. Toni wil zeggen: Anton. Ik vroeg het hem. - Hij heeft mij op een oefe ningsterrein willen leren, hoe of het moet. Hoe je je hielen moet lichten en met die stokken en nog zo 't een en ander. Helaas lag die ski-weg op een berg. En plotseling vloog ik naar beneden, ofschoon ik het helemaal niet van plan was. Het moet er ko miek hebben uitgezien. Ondanks dat, had ik angst, omdat het zo vlug ging. Ik ben niet ondersteboven gerold, waarschijnlijk door de schrik. Geluk kig stonden er geen bomen in de buurt. Ik suisde lange tijd bergaf waarts. Toen ging ik over een grote wortel. Ik nam een sprong en viel bij de boer. Er is geroofd door lieden van Kadzand, Oostburg, Breskens, Zuid- zande en Retranchement. Waren het meest individuele gevallen, in laatstge noemde gemeente vormde zich een ben de, waaraan de herinnering nog voort leeft - de bende van Nortier. Nochtans duidde deze naam niet op een aanvoer der, doch op een der slachtoffers n.l. de landbouwer Nortier wonend in de Veerhoekpolder te Oostburg. De overval had aldaar plaats in de nacht van 24 November 1845. Namefci te noemen van daders acht schrijver min der gewenst, nu zulks allicht de wrevel van nabestaanden zou kunnen opwek ken. Meestal werd vóór een overval gebe deld om voedsel door een of meer ben deleden. Werd dit verstrekt in de vorm van graan, brood of spek, of er werd enig geld gegeven, dan wist de boer het gevaar voor diefstal en plundering ge weken. Soms ook wanneer zekere teke nen op gevaar d. a. g. wezen, werden ter voorkoming hiervan enige gaven gede poneerd in een nis of half geopend luik. Het voedsel werd dan in de nacht weg gehaald. Vrees voor een hinderlaag be stond vrijwel niet bij die afhalers. Wel het bewustzijn, dat hun slachtoffer uit vrees voor wraak mondje dicht zou hou den. Een andere taktiek bestond hierin, dat men zich toegang verschafte tot (de graanschuur, waarin op de graanzolder, de z.g. „piezel," het koren gestort lag. In de vloer van die bergplaats boorde men gaten, waardoor het graan willig omlaag gleed in de door de inbrekers open gehouden zakken. Uit, men kan zeggen, practische overwegingen sloot men na de „aderlating" weer de gaten af met kurken. Sommige landbouwers wapenden zich met geweer en blaaspijp en hielden wacht tot de morgen aanbrak. Andere verzochten aan het plaatselijk bestuur om enkele leden van de schutterij voor de nachtwake. Nog wordt soms het ver blijf dezer schutters of althans de plaats waar zich dit bevond aangeduid als het „schutterskot". Intussen mocht men de gevechtswaarde van dit groepje niet te hoog aanslaan. Hun strijdlust schijnt het wel eens afgelegd te hebben tegen hun voorliefde om maar stilletjes te ver dwijnen in tegengestelde richting van die waaruit de bandeloze bende naderde De marechaussee trad meer doortas tend op en snapte rovers bij de land bouwers A. Salomé, J. Dossche en J. Wijffels. Nortier schijnt eens voedsel geweigerd te hebben, zodat de bende een formele aanval op zijn hoeve inzette. Met een boom als stormblok werd de deur ge rammeid. In het onstuimige geweld stortte de boom neer en brak een been van de aanvoerder. De bende drong in huis, stal naar hartelust en mishandel de Nortier, welke ten laatste in zijn bed stede werd opgesloten, waarvan de deu hals over kop in de sneeuw. Minstens een meter diep. Even later werd ik er door twee he ren uitgetrokken. Anders zou ik mis schien zijn gestikt. Die twee heren waren de Geheimraad en meneer Ha- gedorn. Het noodlot heeft het zeker zo gewild. Gelooft u ook niet? Morgen krijg ik de tweede les. Daar is niets aan te doen. Beste juffrouw Hilde. Nu ga ik m'n smoking aandoen en dan dineren. Voorlopig de hartelijke groeten. Ik laat deze brief nog even open liggen. Misschien gebeurt er straks nog iets, dat de moeite waard is om te schrij ven. Ik hoop maar van niet. Dus tot straks. Het avondeten verliep ongestoord. Hagedorn kreeg vermicelli-soep met runderballetjes. De dames en heren, die rondom hem zaten en hors d'oeuvre en getruffelde kippetjes oppeuzelden, ke ken toch naar Hagedorns soepterrien, alsof vermiceliisoep met rundvlees wel een uitgelezen delicatesse was. Schulze kreeg ook een bordje. Omdat hij vertelde, dat hij er verzot op was. Toen ging hij slapen. Hij was moe. Toen hij op zijn dakkamertje kwam, was hij niet weinig verbaasd. Hij kende het niet weer terug, hij voelde bewon dering voor de orde die er heerste, be snuffelde de sigaren en de appels en ren stevig werden dichtgetimmerd. De kundige wijze waarop dit laatste ge schiedde, ontging den gevangen Nortier niet, zodat hij later aan de marechaus see verklaarde, dat er bij de bende een beroepstimmerman moest zijn. Dit bleek werkelijkheid en leidde tot gevangenne ming der ganse bende. Straf volgde in de vorm van gevangenschap en boete. De bewering als zouden de ex-bende leden gegeseld zijn, berust op fantasie. Wel schijnen zij in het openbaar ge brandmerkt te zijn op het marktplein te Middelburg. Nog brengt men het feit dat enkelen der veroordeelden later naar Brazilië trokken in verband met de opgelegde straf. Het zou als een vorm van verban ning gegolden hebben. Enig verband tussen straf en emigratie heb ik echter niet kunnen ontdekken. Destijds ver trokken veel landverhuizers uit deze streek vooral van Retranchement naar Brazilië om daar werk te zoeken op de koffieplantages, een onderneming die zelden tot succes heeft geleid. Welwil lend zocht de heer Brakman, gemeente secretaris te Retranchement, de namen dezer landverhuizers voor mij op in ou de documenten. Een merkwaardige overeenstemming bleek tussen enige dezer namen en die van ex-leden dei- roversbende. Doch de emigratie was in zoverre vrijwillig, dat slechts ontstel lende armoede er toe heeft geleid. Intussen zij met een en ander tot wat bescheidener proporties terugge bracht, wat nog in de herinnering leeft omtrent de beruchte „bende van Nor tier". L. B. Schoondljke Raadsvergadering. De raad van de gemeente Schoon- dijke vergaderde onder leiding van bur gemeester F. A. van Rosevelt. In zijn openingswoord wees de voorzitter er op, dat deze vergadering de eerste was, welke in de raadszaal van het nieuwe gemeentehuis werd gehouden. De voor zitter hoopte, dat de huidige raad en de raden, die er in de toekomst zullen ko men, goede en wijze besluiten zullen mogen nemen, die alle de belangen van de gemeente zullen mogen dienen. De voorzitter zei, dat het hem zeer heeft gespeten de raadsleden op een zo onge woon tijdstip te hebben moeten bijeen roepen. Het is echter onmogelijk geble ken tot na zijn vacantie te wachten. Onder de ingekomen stukken was een schrijven van Z. K. H. de Prins der Nederlanden, waarin Hij zijn dank be tuigde aan de raad voor de hem per telegram gezonden gelukwensen ter ge legenheid van zijn verjaardag. Het verzoek van de raad aan de Mi nister van Binnenlandse zaken om een verhoogde uitkering uit het gemeente streek eens over de dennetakken. De gummikruik schoof hij verachtelijk ter zijde. Maar de deken van kameelhaar spreide hij over het bed. Hij was in zijn hart geroerd over de goede voorzorgsmaatregelen van Johan, maar hij nam zich niettegenstaande dat toch voor, meneer Kesselhut de vol gende dag een stevige reprimande toe te dienen. Hij maakte zich gereed om in bed te stappen, nam een appel van de tafel, draaide het licht uit een kroop met appel en al diep onder de dekens, onderdehand er stevig in bijtend. Net als in zijn kindertijd. Hagedorn en Kesselhut zaten in de hal en rookten. Zij sloegen het elegante va-et-vient der gasten gade. Karei de Koene trad op hun tafeltje toe en in formeerde of de heren die dag aange naam hadden doorgebracht. Hij bleef slechts kort, ging ook de andere gasten zijn compliment maken en vervolgens begaf hij zich naar de bar om zijn plicht als danspartner te vervullen. Juffrouw Marek danste altijd het liefste met hem. Hagedorn vertelde, wat of hij op de ijsbaan had beleefd. Meneer Kesselhut geraakte daardoor helemaal buiten zichzelf. Hij was niet in staat de con versatie verder voort te zetten. Hij maakte zijn excuses en ging recht streeks naar zijn kamer. Hagedorn werd even later in een ge sprek betrokken door een fabrikant uit

Krantenbank Zeeland

De Schakel | 1956 | | pagina 1