Canada adviseerl Ethiopië
De tentoonstelling
„Van Juliana tot Juliana"
komt in West Z.-Vlaanderen
DEZWARTEVLEK
E SCHAKEL
ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WEST ZEEUWSCH-VLAANDEREN
8e Jaargang Nummer 439
Vrijdas 19 JUNI 1953
Drukkers-UitgeverijFirma SMOOR DE HULSTER - Dorpsstraat 10 - BRESKENS - Teiefoor. 2- Giro 358296
Verschijnt iedere Vrijdag
Abonnementsprijs
f 1,per kwartaal; franco
per post f 1,15
Prijs der advertentiën
10 cent per m.m.
bij abonnement korting
Advertenties met „brieven
onder nr. of bij ons te
bevragen", 10 cent extra
De Canadees, Michael Miller, is on
langs benoemd tot landbouwkundig
adviseur van de keizer van Ethiopië.
Samen met jonge agronomen van de
Universiteit in Addis Abeba reist hij
nu het land rond en bezoekt verschil
lende boerderijen, om monaters te
nemen en te vertellen, hoe plaatselijke
moeilijkheden overwonnen kunnen wor
den.
Op de foto is de heer Miller (in het
midden) bezig met het keuren van een
hoeveelheid pas gemaaide rogge. De
boer (rechts) kijkt nog wat wantrouwig
toe.
J. P. de Klerk.
Belangwekkende expositie van voor
werpen uit hei Koninklijk Huisarchief.
II.
In chronologische volgorde vinden
wij een groot aantal voorwerpen, welke
alle Oranjevorsten, hun gemalinnen of
hun kinderen hebben toebehoord of
door hen zijn gebruikt.
FEUILLETON
6a. door NIEK VAN DER ZWAAN.
Terwijl ze regel na regel vulde,
werd de deur geopend en trad Balk
binnen. Enigszins geërgerd over deze
storing - Balk had de onaangename
gewoonte nog steeds overal zonder
kloppen binnen te lopen; dat vergat
hij uit verstrooidheid, had hij eens ge
zegd - legde ze het vloeiblad over
het geschrevene en klapte het schrijf
boek dicht.
De man had een manuscript in de
handen en legde dit met een „juffrouw
Jacobs' voor haar neer op het bu
reautje. Hij haalde een sigaar uit zijn
vestzak, beet nonchalant de punt er af
en stak er de brand in.
„Ik heb het dingetje gelezen," zei
hij op zijn gewone luchtige wijze, „en
hoewel het niet bepaald groots is, zou
ik zeggen, dat het een aardig jongens
boek kan worden. Het gegeven is
Naast een tinnen bierpul en het
zakmes van Willem de Zwijger ligt
een jachthoorn van Prins Maurits wij
zien eetgerei, sieraden, kledingstukken,
porcelein en aardewerk en wat niet al.
Daar liggen een vork, lepel en mes,
voorzien van het stadhouderlijk wapen,
reeds gebruikt door de Koning-Stad
houder Willem III (1650-1702). Dit
tafelzilver wordt thans nog gebruikt
bij officiële hofdiners.
Tussen prachtige voorwerpen in ligt
daar een eenvoudige brief spelden, ge-
wellicht een beetje afgezaagd, maar
hier en daar is het wel eens spannend,
vrij vlot en goed geschreven, maarzo
als gezegdhet steekt niet boven het
middelmatige uit. Als U het nog ge
reed kunt krijgen voor de feestdagen,
zal het wel te verkopen zijn".
Miep keek even vluchtig naar het
manuscript, afkomstig van een nieuwe,
onbekende schrijver en naar het blaadje,
dat er met een paperclips was aange
hecht en waarop Balk zijn bevindingen
had aangetekend.
„Mooi, Balk, dank je wel. Ik zal het
morgen ook nog even doorneuzen en
misschien neem ik dan wel. We heb
ben nog niet zoveel jongensboeken in
dit seizoen".
Hij ging nonchalant in een der cra-
pauds zitten en keek het meisje onder
zoekend aan.
„U weet ook niet van ophouden,"
zei hij, wijzend naar de vulpen, die
ze nog in haar handen had.
Ze glimlachte flauwtjes. „Voor een
eenzame vrouw als ik ben," antwoord
de ze, „is werken afleiding. Daarom
zit ik dikwijls nog laat hier".
bruikt voor het inbakeren van Prins
Willem IV bij zijn geboorte in 1711.
Direct weer daarnaast vinden we de
pracht van een aantal onderdelen van
het costuum van de Orde van de
Kouseband, gedragen door Prins Wiiiem
V (1748-1806). Dan valt ons oog op
een fraaie microscoop uit het jaar 1775,
welke ook aan deze Prins heeft toe
behoord.
De sabel van Waterloo.
Daar hangt een sabel. Deze heeft de
Prins van Oranje, de latere Koning
Wiiiem II (1792-1849) gedragen in de
slag bij Waterloo in Juni 1815. De
veldmaarschalkstaf van deze vorst wordt
ook getoond.
Bij dit beeld var strijd een beeld
van huiselijkheideen paar kleine
schoentjes, het eerste paar dat Koning
Willem I (1772-1843) heeft gedragen.
Welk een charme gaat er uit van
zo'n balboekje uit de 18e eeuw, een
fraai bewerkt huisje met een aantal
kaartjes. Er liggen er drieeen van
Prins Wiiiem V, een van zijn gemalin,
Frederika Sophia Wilheimma van Prui
sen en een van hun dochter, Prin.-es
Louise. Het zijn vaak de eenvoudigste
voorwerpen, een bril, een zakdoek, een
beurs, een heel gewone sigarenkist,
welke orze aandacht boeien en ons
een beeld geven van de tijd, waarin
deze zaken werden gebruikt.
Daar staat de ioopfi.ts, waarop Ko
ning Willem III en zijn broers als
jongens in de tuin van het paleis Soest-
dijk hebben rondgereden. En dan zien
wij weer met enige ontroering een jasje
van rood flanel met een zwart fluwelen
kraagje en met drie rijen vergulde
knoopjes, door deze Koning als kind
gedragen een rammelaar met belletjes,
met een fluitje en een benen bijtsteel,
waarmede de tweede zoon van Willem
III, Prins Maurits, die op. 7-jarige leef
tijd gestorven is, in de wieg heeft ge
legen het eerste paar schoentjes van
de derde zoon van deze Koning, Prins
Alexanderde schaatsen, waarop Ko
ningin Wilhelmina als meisje heeft
gereden.
De tegenwoordige tijd.
Zo komen we langzamerhand in de
tegenwoordige tijd. Prachtig is de doop
jurk, welke gebruikt werd bij de doop
van Koningin Wilhelmina, Koningin
Juliana en de Prinsessen Beatrix en
Marijke. Wij zien ook de aangifte-jurk,
sedert 1851 gebruikt bij de aangifte
van de geboorte van een Koningskind
„Ja," gaf hij dromerig toe, „een
zaam bent U. Dat moet ik erkennen,
want het is mij al opgevallen. Eerlijk
gezegd begrijp ik niet, dat zo'n aar
dige en bovendien niet onknappe
vrouw als U, nog nooit ten huwelijk
gevraagd is. Mij dunkt, er zullen toch
wei eens een paar mannen een oogje
op U geworpen hebben".
Miep fronste haar wenkbrauwen,
doch meteen herinnerde ze zich, dat
Balk een nogal eigenaardige persoon
lijkheid was. Hem moest men maar
wat door de vingers zien. Ze reageerde
dus op dezelfde wijze: „Och, al wer
pen ze een oogje op me, dan wil dat
nog niet zeggen, dat ze me wensen
als echtgenote".
„Er is er anders één, die U maar
wat graag naar het altaar zou willen
begeleiden".
Ze keek hem eerlijk verbaasd aan.
„Zo? Dat is voor mij iets nieuws".
„Kunt U zich dan niet voorstellen,
wie die man is?"
Ze lachte en schudde ontkennend
het hoofd. „Geen flauw idee," zei ze.
Maar vrijwel op hetzelfde ogenblik be-
bij de Burgerlijke Stand.
In een grote vitrine staat in alle
eenvoud de japon, welke Koningin
Juliana heeft gedragen op de dag van
Haar inhuldiging, 6 September 1948.
Begrijpelijkerwijze missen wij hierbij de
prachtige Koningsmantel en de juwelen,
welke deze japon sierden. Wel wordt
de japon opgeluisterd door de versier
selen van de Militaire Willemsorde te
klasse.
Al meldt de naam van de tentoon
stelling ook „tot Juliana", de expositie
zou niet compleet zijn wanneer daarin
ook Prins Bernhard en de vier Prin
sessen niet vertegenwoordigd zouden
zijn. Van de Prins zien wij een aantal
voorwerpen, welke betrekking hebben
op zijn arbeid, in het bijzonder in
oorlogstijd. Zo ligt daar het logboek
van de Prins als vliegenier uit de oor
logsjaren. Opengeslagen ligt het verslag
van de tocnt naar Afrika en Italië van
Juü 1944-
Van de Prinsesjes zijn er opstellen,
tekeningen, boetseerwerk, ja zelfs de
kleine Marijke is vertegenwoordigd
met een boek, waarin zij op de titel
pagina haar tekentalenten ontplooit
De inrichting van de tentoonstelling.
De Nederlandse Spoorwegen stelden
twee grote autobussen, z.gn. opleggers,
beschikbaar, welke door de N.V. Hyp-
sos te Biithoven in een voortreffelijke
tentoonstellingsruimte werden omge
toverd. Met de ruimte is gewoekerd,
doch er is dan ook een expositie ver
kregen, waarin iedereen, klein of groot,
de tentoongestelde artikelen goed kan
zien.
Deze zo bij uitstek nationale tentoon
stelling zal zeker veel bezoekers trek
ken omdat zij ons de gelegenheid biedt
uiting te geven aan onze belangstelling
voor ons Vorstenhuis. En het Neder
landse volk zal deze expositie waar
deren als een hernieuwd bewijs van de
openheid, waarmede H.M. de Koningin
Haar volk te allen tijde tegemoet treedt.
De tentoonstelling is te bezichtigen
te Breskens op 20 en 21 Juni Oost
burg 22 en 23 JuniSluis 24 Juni
Aardenburg 25 Juni en IJzendijke 9
en 10 Juli.
trok haar gezicht, want aan de uit
drukking in zijn ogen bemerkte ze,
dat hij zichzelf bedoelde.
Balk kwam overeind en liep naar
haar toe.
„Juffrouw Jacobs, Miep wil ik zeg
gen, U weet dat ik vrijgezel ben
en U weet ook, dat ik niet meer zo
heel jong ben. Maar ik geef U de
verzekering, dat er in mijn hart nog
steeds jeugdig vuur overgebleven is.
U kent me nu zo langzamerhand wel
een beetje. Ik mag misschien een ruwe,
onbehouwen kerel lijken, maar ik ben
nu eenmaal anders dan de doorsnee
mens. ik ben kunstenaar en als kunste
naar kan ik oordelen over Uw schoon
heid, maar ook over Uw karakter, dat
ik bestudeerd heb vanaf het eerste
ogenblik, dat ik hier mijn intrede
gedaan heb. Ik ben financieel geheel
onafhankelijk. Al zou ik voor de rest
van mijn leven geen steek uitvoeren,
dan zou ik nog in staat zijn om op
behoorlijke wijze een vrouw, een ge
zin te onderhouden. Ik heb een aardig
villatje in Aerdenhout, dat mijn eigen
dom is en voorts ben ik kerngezond.
Ik houd van je Miep en ik kan je als
eerlijk man de verzekering geven, dat
ik tot nu toe nog nooit zo van een
vrouw heb gehouden als nu het geval
is. Daarom vraag ik Uwilt U mijn
vrouw worden?"
Met stijgende ontzetting had het