V
CORSETTEN
V
Lucior ei Emeigo
Land- en tuinbouw
DE ZWARTE VLEK
Raadsvergadering teHoofdplaat
E SCHAK
ALGEMEEN NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WEST ZEEUWSCH-VLAANDEREN
8e Jaargang Nummer 427
Vrijdag 27 MAART 1953
Drukkers-Uitgeverij: Firma SMOOR DE HULSTER - Dorpsstraat 10 - BRESKENS - Telefoon 27 - Giro 358296
Verschijnt iedere Vrijdag
Abonnementsprijs
f 1,per kwartaal; franco
per post f 1,15
Prijs der advertentiën
10 cent per m.m.;
bij abonnement korting
Advertenties met „brieven
onder nr. of bij ons te
bevragen", 10 cent extra
De moed, waarmee de Nederlanders
zich herstellen van de catastrophale
ramp van i Februari j.l., dwingt aller
wegen veel respect af. Niet voor niets
noemt men ons volk een taai en vol
hardend volk. Door de eeuwen heen
was het water onze grootste vijand,
een vijand die hard en genadeloos toe
sloeg. Steeds weer wist het grote bressen
te 3laan in onze gelederen, maar steeds
weer wisten we ons te herstellen. Lange
tijd hielden we onze vijand binnen de
perken, tot het i Februari toesloeg
als nooit tevoren. Weer zal echter de
waarheid van de Zeeuwse wapenspreuk
„Luctor et Emergo" bewezen worden.
Wat is er immers bestand tegen onze
voortgeschreden techniek Deze maakt
het ons gemakkelijker ons te herstellen,
dan dit in vroeger eeuwen het geval
was. Des te beter kunnen we nu de
moed, waarmee onze voorvaderen de
zee wisten te bedwingen, waarderen.
Deze beschikten niet over een sterk
ontwikkelde techniek. Vooral ook onze
Zeeuws-Viaamse voorvaderen verdienen
de naam „taai en volhardend". Door
hun volharding wonen we in dit deel
van Nederland, door sterke zeeweringen
beschermd, veilig op door hen gewon
nen en verdedigd land. Vooral om het
behoud van de polders rond Breskens
is verwoed gestreden. Een drie honderd
jaar geleden, lag Breskens niet aan de
zee, zoals nu. Het lag zover van de zee
af, als op het ogenblik Cadzand. Van
geen wonder dat er toen landbouwers
en ambachtslieden woonden, maar geen
vissers en schippers. Denk dus niet dat
de Bressiaanders altijd een zeevarend
volk geweest zijn. Vóór het tegen
woordige Breskens lag een grote pol
der, de Elizabethpulder, die bij Nommer
Een van de zee gescheiden was door
de Stickepolder. De weg naar de zee
liep, waar thans de haven is, dwars
door de Elizabethpolder. Terwijl door
bedijking van het schorre bij Nommer
Een een 400 gemeten land gewonnen
werd, deed de zee verwoede aanvallen
op de Elizabethpolder. Zo zelfs, dat
de ingelanden van „Oud en Jong
Breskens" zich steeds verder achter
nieuwe inlaagdijken terug moesten
trekken. D.-ze lagen als nieuwe stel
lingen achter de voorste linies, die
echter stuk voor stuk door de vijand
genomen werden. De zee nam, wat de
ingelanden met zoveel moeite veroverd
hadden.
In 1671 weid Jong Breskens door
stormvloeden zodanig geteisterd, dat
men de hoop opgaf om het nog langer
te behouder. De ingelanden, die eigen
dommen hadden in dat gedeeite van
de polder dat nog geen onmiddellijk j
i? MEDISCHE
*r O
Langestraat 38 a
OOSTBURG
gevaar liep, gingen voor eigen rekening
schenkeldijken leggen, particuliere
dijken dus, die dienden om hun grond
te beschermen. Thans zien we nog,
dat overblijfselen hiervan voor de
boerderijen gelegen zijn. In 40 jaar tijds
werden acht inlagen gelegd. Logisch
was, dat de enorme kosten hiervan
de polderlasten zo hoog deden stijgen,
dat de waarde van de eigendommen,
mede door de grote mogelijkheid ze
te verliezen, zeer sterk daalde. Toch
heeft men de strijd voortgezet. Dit
werd mogelijk gemaakt doordat de
regering de eigendommen in de heer
lijkheid Breskens telkens voor vijf jaar
onthief van bepaalde landslasten. De
Elizabethpolder werd dus niet als ver
loren beschouwd, maar taai en vol
hardend bleef men verdedigen.
(Wordt vervolgd).
Aanleg en bemesting van het gazon.
Een belangrijk onderdeel van onze
siertuin is wel het gazon. Niets is
immers zo belangrijk en zo mooi in
een tuin dan een gazon.
In vele gevallen wordt te weinig
aandacht besteed aan bemesting en
grondbewerking.
De grond moet losgespit worden en
van alle onkruidwortels en vuil gezui
verd.
Men zaait zoveel mogelijk op een
windstille dag en zo mogelijk wanneer
er regen wordt verwacht. Men mag
vooral niet te dun zaaien, want dan
ontstaan dikwijls dunne plekken en het
gazon zou dan vol onkruid komen.
Neem het beste gazon-graszaad wat
er is en koop dit bij een vertrouwde
zaadhandel. In dit mengsel moeten
uitsluitend overblijvende zaden voor
komen.
Denk er om, dat alles zo gelijkmatig
wordt uitgezaaid en bij het inharken
opletten dat niet alles op een hoop
wordt geharkt.
Ook harken is niet zo eenvoudig al'
lijkt dat dikwijls zo. Na het opkomen
wordt het gras spoedig gemaaid of
geknipt, doe dit vervolgens eenmaal
per week. Dit is vooral nodig om een
mooie dichte stand te krijgen en te
houden.
En nu de bemesting. Deze speelt
bij een gazon een voorname rol. Tegen
woordig is dit wel heel gemakkelijk.
FEUILLETON!
50. door NIEK VAN DER ZWAAN.
Wijnandse voelde ergernis bij zich
opkomen, maar beheerste zich. „Mis
schien is het je bekend," zei hij op
ijskoude toon, „dat ik me gedurende
de oorlogsjaren buitenlands bevond.
Er was dus voor mij maar weinig ge
legenheid om aan de oorlog te ver
dienen".
„Nu ja, hier of elders. Menigeen
is er toch maar niet slechter op gewor
den. Je zult het geld, waarvan je nu
dit gebouw hebt neergezet, ook niet
verdiend hebben met pokeren, wel?"
„In ieder geval op een eerlijke ma
nier, mijnheer de Rooy. Maar was
dit de reden van Uw bezoek?"
Willem begreep, dat hij een beetje
tever gegaan was. „O nee," lachte hij
breeduit, „mijn bezoek is eigenlijk zui
ver zakelijk. Kijk eens, je weet, niet
waar, dat ik mijn practijk begonnen
ben. Wel, ik kwam je even vertellen,
dat je wel van mijn diensten gebruik
moogt maken als het nodig is. Per
slot van rekening heeft iedere grote
zakenman wel eens een advocaat no
dig. Zeg u zelf
„Wanneer het zover is, zal ik na
tuurlijk om je denken, al was het
alleen maar om je ouders een plezier
te doen," antwoordde Wijnandse op
enigszins snijdende toon. „Maar tot
Op heden heb ik geen rechtskundig
advies nodig gehad".
„Wat niet is kan komen," antwoordde
de ander luchtig. „Enfin, je weet m'n
adres en m'n telefoonnummer. Liefst
tussen 10 en 12 's morgens, dat komt
me het beste uit".
Wijnandse keek op zijn polshorloge.
„Wel, het is bij tienen, je moogt er
wel voor zorgen dat je in je kantoor
komt".
„O, ais er een cliënt komt, moet hij
maar even wachten. Ik zeg altijd maar
zo: je moet altijd laten merken, dat
men je nodig heeft, niet omgekeerd.
Want dan zou het hek van de dam
zijn en kwam men middernacht aan
bellen. Daar wil ik niet mee beginnen.
De beste bemesting kan men geven
in de vorm van Asef-gazonmest. Men
geve in het voorjaar per 100 m2 iedere
maand 3 kg bij voorkeur vlak nadat
het gras geknipt of gemaaid is, nadien
ï-i,5 kg. tot aan de herfst.
Deze meststof is wel zeer gemakke
lijk uit te strooien en men kan deze
direct herkennen aan de rode korrels.
Een geschikt ogenblik voor het uit
strooien is even voor de tijd, dat men
een flinke regenbui verwacht.
Het is dus we! heel eenvoudig om
een mooi gazon te vetkrijgen. Men
houde dan ook met bovenstaande reke
ning.
In de raadsvergadering die j.l. Vrij
dag te Hoofdplaat gehouden werd,
bracht burgemeester Temmerman har
telijk dank voor de vele en spontane
hulp, op de fatale Iste Febr., die
Hoofdplaat voor een ramp kon be
hoeden. In hartelijke, sobere woorden
onderstreepte de burgemeester dat de
hulp vaak tot het uiterste van het
menselijk kunnen ging, doch dat
wat bereikt werd zonder de goede
geest en de eendrachtige samen
werking nimmer tot stand had kunnen
komen. Deze goede geest maakte de
wapenspreuk uit het Zeeuwse Wapen
„Ik worstel en ontzwem" voor Hoofd
plaat waarheid.
Hoe zwaar de worsteling wel was,
zullen slechts zij die meehielpen, kun
nen weten. De heer Th. Wielernan
bracht namens de bevolking aan de
burgemeester hartelijk dank voor zijn
enorme steun aan zijn gemeente en
bracht zijn grote erkentelijkheid over
voor dat, wat in en na de rampnacht
is gepresteerd.
Onder de ingekomen stukken waren
o.m. de bekende verzoeken van de
Katholieke en Prot. militaire tehuizen
om een subsidie, die door de raad
werd afgewezen op grond der ge-
meenteflnanciën.
De door het ferificatiebureau van
Nederi. gemeenten gecontroleerde boek
houding en kas der gemeente-ontvanger
bleken in orde te zijn. Ook de kas en
de boeken van het Burgerlijk Armbe
stuur werden nagezien en in orde be
vonden.
De heren A. Calon, M. Vinke, A.
Spinnewijn, F. Alberts en J. I. Stuij
werden z. h. s. benoemd tot leden van
de commissie tot wering van school-
verzuim.
De heren C. de Ruijsscher, E. Steij-
aert en V. de Ruijsscher werden be
noemd in het coilege van het burger-
j lijk armbestuur.
Een gedeelte van het slachtveld werd
opnieuw verpacht.
De heer F. J. Dekker had wegens
zijn vertrek zijn mandaat als raadslid
ter beschikking gesteld. Namens de
raad sprak de voorzitter hartelijke
dankwoorden voor de prettige samen
werking, waartoe de heer Dekker met
zijn nobel karakter altoos bereid was.
De heer Dekker op zijn beurt dankte
de raad en zei met een prettige herin
nering aan de raadsvergaderingen naar
Breskens te vertrekken.
Tijdens de rondvraag vroeg de heer
Wieleman inlichtingen over het feit,
dat de werking van het Terlingenfonds
plotseling werd ingetrokken. Dit blijkt
een maatregel van hogerop te zijn,
waaraan de raad weinig kan doen.
De door de raad hiervoor uitgetrok
ken gelden kunnen ter beschikking van
de gegadigden gesteld worden, echter
kunnen de mensen beter wachten tot
het Terlingenfonds weer uit kan keren,
daar de gemeente slechts haar eigen
deel mag uitbetalen.
Ook over het brandweerpersoneel
was de raad niet te spreken. Wanneer
er alarm wordt gehouden komt slechts
de helft van de manschappen opdagen.
Ook de brandspuit blijkt niet steeds
perfect in orde te zijn.
Nadat nog geinformeerd was naar
de uitgifte van volkstuintjes, werd de
vergadering gesloten.
De wielersport
in West Z.-Vlaanderen
Het mooie voorjaarsweer heeft er
zeker toe bijgedragen, dat vele renners
hun stalen ros al vroeg voor de dag
hebben gehaald om aan hun training
te beginnen.
Dat onze Zeeuwsch-Vlaamse renners
wat in hun mars hebben is wel bewezen
door de nog heel jonge amateur P. v.
d. Lijcke uit Groede, die tweemaal een
ereplaats veroverde, resp. 8e en 6e in
de grote klassers van België tussen
Belgische beste liefhebbers. Dat belooft
dus wel wat.
O. van Quekelberghe, die Zondag
15 Maart eerste werd in de trainings-
rit te NieuwvlietG. van Boven, die
de Zondag daarvoor met de eer ging
strijken; R. Verhelst, K. Ingels, C.
Oosthoek, allen renners, die al heel wat
gepresteerd hebben.
Zij en vele anderen zullen Zaterdag
Orde en regel moet er zijn".
De ander stak een sigaret op om
zijn ergernis te verbergen. Hoe raakte
hij de kerel met goed fatsoen kwijt?
Hij kon toch moeilijk zeggen: „Hoepel
op, ik heb geen tijd meer voor je
Gelukkig werd de deur geopend en
Miep kwam binnen met een map. „O,
pardon," zei ze, „ik wist niet dat je
bezoek had".
De Rooy stond op en kwam met
uitgestoken hand naar het meisje.
Daar hebben we onze Miep ook weer
eens. Hoe gaat het er mee, meisje?
Je hebt promotie gemaakt, heb ik ge
lezen? Werkelijk, je hebt je kansen
wel benut. Mijn complimenten hoor!"
Hoewel het meisje geen aanstalten
maakte om de uitgestoken hand van
de jonge advocaat te drukken, greep
Wiilem, of dit vanzelf sprak, de hare
en schudde die enkele malen, zodat
het wel leek of er een pompzwengel
bezig was. Eindelijk slaagde ze er in
haar hand los te werken en met een
kleur van verontwaardiging legde ze
de map op Ger's bureau en verdween,
zonder verder nog een woord te zeg
gen, weer in haar domein.
Willem keek haar verbluft na „Nou,
ik moet zeggen, dat die het ook in
haar hoofd gekregen heeft. Ze ziet
niet eens een oude schoolkameraad
meer. Ach ja, als niet komt tot iet,
nietwaar?"
Wijnandse voeide zich bevriezen.
„Ik hoop dat je me niet kwalijk neemt,
als ik zeg, dat ik het erg druk heb.
Ik zal Oosterhout even bellen, dan
kun je de drukkerij bekijken. Zelf heb
ik, tot mijn spijt, geen gelegenheid,
zie je?"
Hij wuifde, ais gewoonlijk, even
luchtig mei zijn hand. „Geen veront
schuldigingen, mijn waarde, ik begrijp
best, dat je hier niet zit om vliegen
te vangen, hoewel, ik neem aan, dat
de orders hier binnen stromen en dat
je niet veel anders te doen hebt dan
ze te honoreren. Maar ik wil je niet
langer storen. Ik kom nog wel eens
aanlopen. Tot ziens en je weet het,
hè? Je kunt op me rekenen als het
nodig is! De drukkerij vind ik zelf
wel".
En voor Wijnandse het kon verhin-