BRILLEN v ,/Bz ^rilïemaeftec' Detectives voor Uw gezondheid DE ZWARTE VLEK Jules Verne Land- en tuinbouw De schakel ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WEST ZEEUW3CH-VLAAN DEREN 8e Jaargang Nummer 425 Vrijdag 13 MAART 1953 Drukkers-Uitgeverij: Firma SMOOR DE HULSTER - Dorpsstraat 10 - BRESKENS - Telefoon 27 - Giro 358296 r Verschijnt iedere Vrijdag Abonnementsprijs f 1,per kwartaal; franco per post f 1,15 Prijs der advertentiën 10 cent per m.m.; bij abonnement korting Advertenties met „brieven onder nr. of bij ons te bevragen", 10 cent extra OOSTBURG Op een goede morgen kunt u mis schien een oproep in uw brievenbus vinden om u op een bepaalde dag voor een onderzoek op het consultatiebureau voor tuberculosebestrijding te melden. Daar staat u waarschijnlijk wel even paf van. U mankeert immers niets En toch is die oproep wel degelijk voor u bestemd. Hoe komt dat Speurwerk. Tuberculose is een besmettelijke ziekte, veroorzaakt door de tuberkel bacil. De eerste vraag, die de arts van een consultatiebureau zich dan ook stelt iswaar is de patient besmet En dan komt het detectivewerk op gang. In de allereerste plaats worden de huisgenoten van de zieke opgeroe pen. Om twee redenen. Eén van hen kan de besmettingsbron zijn geweest. Bovendien kan, omgekeerd, ook de patient zijn omgeving hebben aange stoken. Ook wanneer verder niemand van het gezin tuberculose heeft, worden ze toch nog van tijd tot tijd voor con trole opgeroepen. Want in tegenstelling tot verkoudheid of griep, is tuberculose een sluipende ziekte, waarbij het lang kan duren eer er duidelijke verschijn selen zijn. En hoe eerder de behande ling begint, hoe beter en sneller veelal het resultaat ervan. Besmetting op het werk. Heeft de besmetting niet thuis plaats gevonden, dan worden de mensen op. geroepen, met wie de patient dagelijks in aanraking kwam. Dus zijn collega's op werk of kantoor. Ook in dat geval is het in het goedbegrepen eigenbelang van de opgeroepene meteen aan die oproep gehoor te geven. Want de patient kan ongeweten en ongewild door een der collega's besmet zijn, maar die collega's op hun beurt kun nen ook door de patient weer zijn aan gestoken. De consultatiebureaux werken dus in het belang zowel van de ge zonden als van de zieken. Met andere woorden voor uw persoonlijke gezond heid 1 Ook op school. Op de scholen werken de school artsen voor de gezondheid van uw kinderen. Daarbij speuren zij o. a. ook naar besmetting met tuberculose door middel van de tuberculineproef. De tuberculine wordt dan b.v. door een krasje in de huid gebracht. Gebeurt er in twee of drie dagen naderhand niets, dan spreken we van een nega tieve reactie. Het kind is dan niet met tuberculose besmet. Wordt de omgeving van het krasje na enkele dagen rood FEUILLETON «S. door NIEK VAN DER ZWAAN. Daan lachte schaapachtig en mom pelde zoiets als: „Altijd welkom". Vlug dronk Miep haar koffie, die Aagje had binnengebracht, nam een extra koekje van de schaal, wuifde op haar eigen jongensachtige manier ten afscheid en verdween. Haar aanwezigheid in het vertrek had hoogstens enkele minuten ge duurd, maar dat was voor Wijnandse lang genoeg geweest om ie weten te komen, wat er eigenlijk met Daan aan de hand was. De volgende dag - het liep tegen twaalven - wandelde Wijnandse het kantoortje van Miep binnen. Het meisje was pas teruggekeerd uit Utrecht en zat nu enkele proeven van het nieuwe kinderboek te corrigeren. Hij ging op de rand van haar bureau zit ten en speelde wat met een vouwbeen. en gezwollen, dan is de reactie positief. Dit betekent nog lang niet altijd, dat de onderzochte ook werkelijk ziek is. Maar het is wel een reden tot een nader onderzoek op een consultatie bureau. Voor uw gezondheid Zo werken artsen en consultatie bureaux in het belang van het gehele Nederlandse volk om de tuberculose te bestrijden. Gelukkig met heel goede resultaten. Maar zolang er nog be smettingsgevaar is in 1952 werden circa 15000 nieuwe gevallen van tuber culose geconstateerd is het werk nog steeds hard nodig. En dus ook uw medewerking, als u eens zo'n op roep mocht krijgen Kortgeleden herdacht men de ge boortedag van de beroemde franse schrijver Verne. Bij dergelijk feit flitsen te duidelijker weer herinneringen door de geest. Hoe nam Verne door zijn stoute fantasieën, sedert voor een deel tot werkelijkheid geworden, bezit van onze jonge zielen. Weinig zal men echter vermoeden, dat enkele inwoners van Breskens eens in aanraking kwamen met de be roemde schrijver. Het was in de vorige eeuw dat Veine met zijn fraai stoom jacht „Saint Michel" een reis maakte via Vlissingen naar Antwerpen, een reis door zijn broeder beschreven in een dagboek. In deze beschrijving komt Vlissingen er niet bepaald gunstig af. Verne moest zich daar van bunker kolen voorzien, waarvan de vrij hoge prijs zijn ontstemming zou gaande ge maakt hebben. Het mag echter be twijfeld worden, dat zich bij Verne die minder prettige mening over Vlis singen zou gevestigd hebben, vanwege die bunkerkoien dan. Op de bewuste dag bevond de vader van ondergetekende zich toevallig te Vlissingen. Een mijner broers was medegereisd en aan diens hand tip pelde ondergetekende mee. Van 't hele voorval herinner ik mij niets. Want mijn leeftijd kan welgerekend geweest zijn twee en een half jaar. Alles is mij later verhaald geworden. Voor het jacht in de Vlssingse haven trof mijn vader een driftig op en neer gaande fransman, die hem in zijn landstaal aansprak. Het bleek Jules Ze keek glimlachend op van haar werk. „Wat is er aan de hand, Ger?" vroeg ze, terwijl er een zachtere blik in haar ogen kwam. Onder elkaar heerste er altijd een min of meer ver trouwelijke sfeer. „Moeilijkheden?" Hij schudde ontkennend het hoofd. „Neen, of eigenlijk: ja. Er zijn inder daad moeilijkheden. Weliswaar heb ik er niets mee te maken, maar ik vind het toch een onprettige historie". Ze legde de papieren uit haar han den en leunde achterover in haar stoel. „Kom er mee voor de draad," no digde ze uit; „misschim kan ik er wat aan doen?" Hij lachte even en h aide een siga ret uit zijn koker, nadat hij er haar eveneens een had geprc sentoerd. Toen ze rookten, vervolgde hii„Dat is het 'm juist: jij bent de enige, die er wat aan doen kan". Miep trok haar wenkbrauwen om hoog en keek hem vragend aan. „Ver klaar je nader, want ik begrijp er geen snars van „Nou, gisteravond had ik Daan de Rooy een paar uurtjes bij me op be Verne te zijn, ongeduldig wachend op een beloofde lading bunkerkolen. Edoch, het was Zondag, weshalve de kolen- leverancier ongetwijfeld enige moeite had zijn mannetjes bijeen te trommelen voor de ongewone karwei. Van een afgelegen punt moesten de kolen aan gebracht worden met paard en wagen. En Verne had haast. Zijn reisplan, samenhangend met het vlug verlopende gunstige getij, dreigde in duigen te vallen. Mijn vader stelde de levendig geba rende fransman echter gerust. De bui zakte, de kolen verschenen ten laatste en och ja, Verne heeft lachend mij nog op de wang getikt en mij een paar woordjes toegevoegd, welke uiteraard voor ondergetekende zeer zeker „frans" moeten geweest zijn. Later verslond ik Verne's boeken. De schrijver zette de geest der jonge ren aan het denken, hield hem vast. En wilden wij ons al eens onderdom pelen in de spannende verhalen van schrijvers als Cooper, Maryat ofBiard, de boeken van Verne spanden de kroon. Waarlijk, zoals Herman Robbers het uitdrukte „Verne is niet dood". Hoe konden wij in de geest de Nautilus volgen opzijn onderzeese toch ten. Voor ons was het schip een levend wezen geworden. Hoe lieten wij ons medevoeren in de door Verne gescha pen wonderwereld. Niet voor niet heb ben wij Nemo's tragics einde dagenlang in onze gedachten medegesleept. Ons kindergemoed kreeg een gevoelige deuk nu we kapitein Nemo verloren. En men verbaze zich niet, dat wij, bejaarden, vaak nog een zin uit Verne's werken aanhalen, zij het gespeend van alle tragiek. We zullen b.v. staan op een nieuw strandhoofd, welks regelmatige zijden zich glooiend in de golven verliezen en het „Nautilus" noemen. We zuilen een jeugdig zeiler gewichtig zien manipuleren met een bootshaak en zeggen„Ned Land drilde een vreselijke harpoen". Of aangaande iemand met een ietwat boze gelaatsuitdrukking blonk een dof vuur in zijn ogen". Hector Servadac, Hatteras, Pencrofi nog doet Verne ze bij ons voort leven. Deze boeken, thans lezend (ze werden mij alle ontstolen) zouden we allicht kleine leemten ontdekken, sen te willige kans aan het toeval over gelaten, dingen, waarover eens onze jeugd heenjoeg. Doch waarom zouden wij zoek, weet je wel? Is het je niet op gevallen, dat hij er bijzonder slecht uitziet?" Ze dacht even na. „Opgevallen is het me niet, maar nu je het zegt, ja, inderdaad". „De oorzaak hiervan is me nu be kend". „Zo?" „Ja". Hij sprong van het bureau en ging het vertrek op en neer lopen. „En van tijd tot tijd verbaas ik me er over, dat het leven soms zulke inge wikkelde situaties kan scheppen. En waarom?" „Je spreekt in raadselen," zei het meisje hoofdschuddend, „kun je niet wat duidelijker worden?" Hij staakte opeens zijn wandeling en ging bij haar bureau staan, terwijl hij haar recht in de ogen keek. „Maar beste kind, heb je dan helemaal niet gemerkt, dat die jongen hopeloos ver liefd op je is?" „Op mij?" Ze keek hem ongelovig aan. „Doe niet zo gek!" „Ik doe helemaal niet gek. Daan aanbid je gewoon! Van nature is hij Moge de jeugd van thans gretig grijpen naar de schat, die Verne's genie ons naliet. L. B. Ritnaaldbestrijding in granen en bieten. Reeds enige jaren wordt in ons land ter bestrijding van ritnaalden of koper- wormen de zaaizaadbehandeling met H.C.H. of Lindaan toegepast. Deze bestrijdingsmethode is zo doeltreffend en zo goedkoop dat wij iedere land bouwer adviseren in alle gevallen, waar maar de geringste kans op ritnaald- schade bestaat, een zaadbehandeling toe te passen. De gehele bewerking komt hierop neer, dat door het zaai zaad van granen en bieten een kleine hoeveelheid van de speciaal voor dit doel gefabriceerde lindaan.middelen, zoals „Linda-rit" wordt gemengd. De benodigde hoeveelheid bedraagt voor 100 kg. zaaigraan'V2 kg. en voor bietenzaad 1 kg. per 100 kg. zaad. Het preparaat wordt eenvoudig ge mengd met het zaaizaad direct voor het uitzaaien, dus nadat ontsmetting heeft plaats gevonden. Linda-rit bevat als actief bestand deel 20 pCt. lindaan, waardoor kans op smaakbeïnvloeaing van eventueel volgende wortel- en knolgewassen uit gesloten is. Speelt smaakbeinvloeding geen rol, dan kan desgewenst ook ge bruik worden gemaakt van Hexyclan 25 pCt. spuit in hoeveelheden van 3 kg. per 100 kg. zaaigraan en 6 kg. voor 100 kg. bietenzaad. Mais mag uitsluitend met lindaanmiddelen wor den behandeld, teneinde kiembescha- diging te voorkomen. Een nieuw materiaal op de boerderij. Niet spoedig verovert nieuw mate riaal een plaats in hoeve en tuinderij. Men stelt daar hoge eisen aan alle gebruiksvoorwerpen en houdt zich het liefst zo lang mogelijk aan wat in het verleden bewees deugdelijk te zijn. Zodra in het huis van de burger een materiaal voldoet, komt het langza merhand ook op de boerderij. Nu echter maakt een r.ieuw artikel, nog niet zo lang bekend, uitzondering op deze regel. Zodra het op de markt verscheen, nam de boer het in ge bruik. Het materiaal, waarop gedoeld wordt, is schuimrubber. Voor hen, wier dagelijks werk ligt in het door stage arbeid en toegewijde zorg op akkers en in boomgaarden voortbrengen van landbouwproducten is het wellicht interessant te weten, dat schuimrubber uit een natuurpro duct wordt voortgebracht, door een zelfde arbeid en zorg van hen, die in Oost-Azië in de rubber„bongerds" werkzaam zijn. verlegen, dat weet ik. Een gesloten natuur. Maar gisteravond, toen jij bin nen kwam stuiven, bemerkte ik het. Hij is weg van je en aangezien hij zelf waarschijnlijk vermoed, dat zijn liefde voor jou hopeloos is, draagt hij dit leed alleen. En dat hij er onder lijdt nou, dat is op zijn gezicht wel te lezen". Wijnandse draaide zich om en ging in een der stoelen zitten. Een tijdlang was er stilte. Vaag drong het geluid van de draaiende persen door tot het vertrek en op het bureautje tikte het klokje gestadig. Ergens in het gebouw werd een deur geopend en gesloten. Er klonken voetstappen in de lange gang, die gedempt waren door de rubber loper. Miep loosde een diepe zucht. „Arme Daan," zei ze zacht. „Arme jongen". „Wat doen we er aan," vroeg hij lakoniek. Ze schudde langzaam haar hoofd, zodat haar lokken trilden. „Niets," antwoordde ze op dezelfde toon. „Hier aan zal ik niets kunnen doen, Ger". „Ik vreesde het al," antwoordde hij.

Krantenbank Zeeland

De Schakel | 1953 | | pagina 1