BRILLEN ilustelinii Ooft- DEZWARTEVLEK „We ^Srflfemaeftei' Hondenleed en -vreugd. E SCHAKEL ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WEST ZEEUWSCH-VLAANDEREN 8e Jaargang Nummer 418 Vrijdag 23 JAN. 19S3 Drukkers-UitgeverijFirma SMOOR DE HULSTER - Dorpsstraat 10 - BRESKENS - Telefoon 27 - Giro 358296 Verschijnt iedere Vrijdag Abonnementsprijs f 1,per kwartaal; franco per post f 1,15 Prijs der advertentiën 10 cent per m.m.; bij abonnement korting Advertenties met „brieven onder nr. of bij ons te bevragen", 10 cent extra 1878 te Groede 1953 In de ie heift van September 1953 zal te Groede do gewestelijke tentoon stelling der Mij. tot bevordering van Ooft- en Tuinbouw in Z.-Vl. West. Deel worden gehouden. Het wordt het volgend jaar 75 jaar dat de Maatschappij voor Ooft- en Tuinbouw bestaat. De heer Vorsterman van Oyen te Aardenburg was de op richter. Met zijn nimmer versagende kracht om tijdens zijn leven op te ko men voor de belangen en levensvoor waarden van West Z.-Vl., zag hij in het stimuleren van de tuinbouw per spectief. Langs de weg van het amateur isme wilde hij de beroepstuinbouw aanmoedigen. Dat andere delen van Zeeland in dit opzicht ons gewest verre zijn voorbij gestreefd, doet aan het edele pogen van onze voorgangers niets af. Via de tuinbouwcursussen zijn ver schillenden uit onze streek elders in het bedrijf of anderszins goed wegge komen. De landbouw kon lange jaren de betrekkelijk geringe bevolking aan een bestaan helpen. Het meer bepaalde vraagstuk naar tuinbouw in de vorm van boomgaarden, maar dan goede, is pas van de laatste jaren, nu ook hier een gebrek aan cultuurgrond voor de gegadigden zich gaat manifesteren. Onder verschillende maatschappelijke omstandigheden en dwars door de ont wikkeling der tijden heen is de Mij. voor Ooft- en Tuinbouw gehandhaafd gebleven, enerzijds door de goede grondslag in de particuliere liefhebbe rijen, anderzijds door een stevige ge westelijke traditie. Laten we, wisselend naar het getij, gezamenlijk daarop voortbouwen. In 1949, na de geweldige verwoesting, is onze tentoonstelling in Oostburg geslaagd. Het was toen er op of er onder. De geest bleek nog levend. Laat 1953 in Groede een ver beterde uitgaaf worden, ter ere van onze voorgangers, ter voldoening van ons zelf en ter lering van de jongeren in ons gewest. Dezen moeten straks de vaan overnemen, West Z.-Vl. wacht op hen. Laten ze goed beseften, dat ze hier een traditie kunnen overnemen en voortzetten, die in vele andere afge sloten lands- of provinciedelen niet bestaat. Maar de fakkel moet brandende blijvenzou hij doven, dan gaat er een prachtgeest verloren, ten nadele FEU1LLETOR 41. door NIEK VAN DER ZWAAN. „Ik zal je niet langer in onzekerheid laten. In Utrecht zit iemand op je te wachten. Zij is nu bereid om datgene te zeggen, wat je zo graag van 'haar wilt horen Wijnandse sprong als door de blik sem getroffen overeind uit zijn stoei en greep het meisje ruw bij haar polsen. „Wat? Tini toch? Meid, houd me niet voor de gek, is het is het werkelijk waar?" Ze klemde een moment haar lippen op elkaar om een kreet van pijn te weerhouden, want Wijnandse's vingers omsloten haar slanke polsen ais stalen schroeven. Maar de glimlach op haar gelaat bleef en ze antwoordde enkel „Ze wacht op je, Ger. Verlies geen tijd. Er staat een auto voor je klaar om je te brengen OOSTBURG van ons gewest op verschillend terrein. Houdt de traditie hoog en steunt onze tentoonstelling als één der uitingen van de goede West Zeeuws-Vlaamse geest. Dit is van evenveel waarde als de materiële voordelen, die een tentoon stelling van bloemen en fruit kan heb ben. Leven is werken, werken is bou wen aan de toekomst, de toekomst is voor de jongeren, waar we bij deze een ernstig beroep op doen. Op de tentoonstelling zullen zes af delingen zijn. Afdeling I. Inzendingen der afde lingen van de Maatschappijhet zo decoratief ihogelijk opstellen van groen ten, bloemen en fruit, in een afdelings stand. Afdeling II. Inzendingen van parti culieren, zowel leden als niet-leden. a. Groenten, van elks drie stuks, b.v. 3 kroten, 3 preien, enz. b. Potplanten, afgesneden bloemen van één soort, een collectie bloemen van meer soorten en variëteiten. c. een collectie dahlia's, asters, enz. d. een collectie fruit op naam, min stens drie stuks van elk ras dat men aanvoert. e. Bloemschikking bouquet, mand jes, veldbouquet. Afdeling III. Floraliaplanten van de jeugd, via de scholen, waarvoor speci ale schoolprijzen worden uitgeloofd. Afdeling IV. Inzendingen van be roepskwekers. Mooie verzameling en opstelling van a. Groenten. b. Bloemen en sierplanten. c. Fruit, minstens tien standaard kistjes. d. Heesters. Afdeling V. Inzendingen van han delaars. Inzendingen naar eigen keuze buiten mededinging, dus als reclame op te vatten voor eigen zaak. Afdeling VI. Inzendingen van alge mene aard en ter opluistering a. Bijenteelt. b. Voorlichtingsdienst. c. Plantenziektekundige dienst. d. Tuinarchitectuur. e. Tuingereedschappen en tuinbouw- materialen. Hi) ketk door het raam en zag de taxi, waarvan de motor regelmatig zoemde. Toen liet hij haar eindelijk los, greep zijn overjas en hoed van de kapstok en stormde het vertrek uit. Miep oogde hem na, zag hem in de wagen stappen en wegrijden. Zo bleef ze zitten, tot het geluid van de auto verdween en geabsorbeerd werd door de andere straatgeluiden. Langzaam zakte haar hoofd omlaag en haar blik bleef rusten op de twee rode striemen op haar polsen. H;el geleidelijk aan drongen er tranen in haar ogen. Toen bukte ze zich en drukte een kus op de twee rode plekken. Het gerinkel van de telefoon bracht haar weer tot zichzelf. Ze bette haar ogen en trok haar mantel uit, waarna ze weer zichzelf meester was. Op rustige toon sprak ze door de micro foon. Om half zes kwam Kees met een aantal drukproeven. Verwonderd keek hij rond. „De baas er nog steeds niet?" vroeg hij. „Neen, Kees," antwoordde ze, de stapel papieren van hem overnemende, Een deel van de tent zal beschik baar gesteld worden voor de landbouw zaai- en pootgoed en voorlichtingsdienst. Het bestuur A. Hoolhorst, voorzitter, Oostburg. D. M. Vermet, 2e voorzitter, Zuidzande. M. Maas, secr.-penningm., Biervliet. A. Lako, Zuidzande. A. H. M. van den Hoek, Groede. Mevr. E. Rosier-v. d. Waeter, Oostburg. J. A. Cransberg, Schoondijke. J. J. de Vogelaar, Biervliet (Driewegen). Joh. Ie Clercq, Sluis. G. P. H. Wijffels, Aardenburg. P. de Witte, Zuidzande. Vacature, Breskens. A. Salomé, Groede. Wie schrijft er nu over honden, over de vierbenige rakkers, die ons dagelijks bij de neus trachten te nemen Over honden, terwijl er zoveel over mensen te schrijven valt? Tegenover een der gelijke vraag zou men kunnen stellen, dat een hond in zijn doen en laten vaak ook iets menselijks heeft, ja, een beter kameraad blijkt te zijn, dan waar sommige lieden zich voor uitge ven. Kan een hond niet, als hij aan de ketting moet, juist als hij zich een fijne wandeling met de baas had voor gesteld, zich neergooien in zijn hok met iets nors in zijn wezen en er het zwijgen toe doen? Kan hij niet razend zijn van jaloezie evenals maar kom; waarom getracht een parallel te trek ken tussen dier en mens? Tommy, de achtergebleven engelse legerhond was een goede kameraad. Zijn grootste pleizier bestond in een tochtje door veld en duin met zijn tijdelijke meesters. Door zijn vreugde- geblaf zette hij dan de buurt op stel ten, ons daarbij veelzeggend aanstarend van over zijn witte snor alsof hij ons beduiden wilde: „Kijk, mijn hulde be treft uitsluitend jullie hoorZonder ons zei een wandeling hem niets, ten zij er wilde konijntjes in de buurt waren. Want dan veranderde hij als bij toverslag in een felle, niets ont ziende jager. „je kunt nu wel gaan. Ik blijf nog om de proeven na te zien. Laat de deur maar open". Toen het personeel vertrokken was, belde ze een naburig restaurant op en bestelde broodjes met koffie, hetgeen na een kwartiertje gebracht werd. Ze at wat, waarna ze een rondgang maakte door de drukkerij en sloot de achterdeur, die de jongens vergeten hadden. Daarna stak ze een sigaret op en zette zich achter het bureautje om de proeven te corrigeren. Om acht uur werd er gebeld. Ver wonderd keek Miep door een kier van het gordijn, maar de straat was te donker om te onderscheiden, wie er voor de deur stond. Ze legde haar vulpen neer en liep naar voren om de deur te openen. Daan de Rooy stond voor haar. Hij groette glimlachend en vroeg, of Wijnandse soms nog op kan toor was. „Weet je Miep, we zijn een beetje bang dat hij ziek is. Gisteren is hij niet komen eten en vandaag heeft hij ook al zo goed als niets ge geten. Én hij zag zo bleek. Vanmiddag is hij er niet geweest en dat verwon Heel precies wist Tommy te onder scheiden of hij beknord werd of ge prezen. Als zijn meesteres hem voor hield, dat ze hem gans geen lieve hond vond, dan gaf hij onderdrukt het treurigste gehuil ten beste, dat een hond bij gebreke van de gave des woords nu eenmaal maar kan voort brengen. Gewoonlijk ging Tom niet eigener beweging ter jacht. Maar als buurman's Billy hem meetroonde, was er geen houden aan. Eens vond ik hem met Billy en nog een derde hond naarstig doende een konijn uit te graven. Reeds van verre was mijn nieuwsgierigheid gaande gemaakt door het zand, dat onophoudelijk uit de kuil werd ge mept. De drie snaken arbeidden zo heviglijk, dat ze mijn nadering niet bemerkten, voor mijn roep ze op schrikte. Twee gingen er op de vlucht, maar de derde wrong zich zo diep in de kromming van de pijp, dat hij on zichtbaar werd. Voor hij in zijn onder aardse schuilhoek verdween, had ik hem herkend - Tommy! En of ik hem al bij me trachtte te roepen of gebood boven te komen, de slimmerd hield zich muisstil. Mijn wandelstok reikte niet ver genoeg om hem er uit te po ken, dus bleef Tom meester van het terrein. Of het konijn nog zijn prooi is geworden, weet ik niet. Och, het was het verkeerde gezel schap dat ook Tommy deed afdwalen van de weg des fatsoens. Had Billy lust in een strooptocht over de grens, dan kwam hij Tom halen, als de ene schooljongen de andere. Even een druk van de ene hondenneus tegen die der kameraden en weg draafde het tweetal, recht op het Zwin aan, het Zwin, waar voor hen het noodlot loerde. Billy hield er nog een ander ple ziertje op na, maar daarvoor moest het stormen. Als dan de vlokken zeeschuim door de wind over het strand werden gejaagd, zat hij deze achterna als een dolle. Die flarden vettig schuim wa ren voor hem wezens, die hij te lijf moest. Vaak was Barro, een verklein de uitgave van een overigens rasechte Gordonsetter, zijn medejager. De twee deugnieten nabij de branding hun felle jachtpassie te zien botvieren en hun snelle tanden te zien dichtklappen in de wegvliegende schuimflarden was een zeldzaam schouwspel. Het was op een Zondag, dat we derde ons ook al, want als hij weg blijft, geeft hij meestal een boodschap. En nu is hij er nog steeds niet". Miep lachte even en antwoordde: „Maak je maar geen zorgen om mijn heer Wijnandse, Daan. Hij is in Utrecht voor een belangrijke aangele genheid; wanneer hij terugkomt, kan ik ook niet zeggen. Waarschijnlijk zal het wel laat worden". „O, dan is het natuurlijk in orde". Hij maakte nog even een praatje, sprak over het nieuwe stuk dat ze op de zang in studie hadden genomen, maar toen Miep hem niet binnen liet en tekenen van ongeduld begon te vertonen, verviel hij weer in zijn schuchtere terughoudendheid, groette een beetje houterig en verdween in de duisternis van de winteravond. Met een medelijdende glimlach sloot ze de deur achter hem toe. „Welk een aardige jongen dacht ze. Elf uur was Miep klaar met haar werk. Ze had Wijnandse nog ver wacht, maar nu het al zo laat was ge worden, veronderstelde ze, dat hij wel rechtstreeks naar zijn pension zou

Krantenbank Zeeland

De Schakel | 1953 | | pagina 1