BRILLEN
in voor
DE ZWARTE VLEK
,/êe 2&rülemaeftei:"
Stijgende productie door
goed Landbouwonderwijs
KEES
E SCHAKEL
ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WEST ZEEUWSCH-VLAANDEREN
8e Jaargang Nummer 386
Vrijdag 13 JUNI 1952
Drukkers-Uitgeverij: Firma SMOOR DE HULSTER - Dorpsstraat 10 - BRESKENS - Telefoon 27 - Giro 358296
Verschijnt iedere Vrijdag
Abonnementsprijs
f 1,per kwartaal; franco
per post f 1,15
Prijs der advertentiën
10 cent per m.m.;
bij abonnement korting
Advertenties met „brieven
onder nr. of bij ons te
bevragen", 10 cent extra
De vraag, welke waarde het bestaan
van de Organisatie der Verenigde
Naties heeft, is helaas nog steeds ac
tueel. We kunnen niet ontkennen, dat
de Westerse mogendheden te veel ver
trouwen hebben gehad in bepaalde
Oost-Europeie en Aziatische regeringen
en dat, in meerdere gevallen, van de
handhaving van recht en wet niets
terecht is gekomen. Toch zouden we
verscheidene onderdelen van de V.N.
niet gaarne missen. We denken b.v.
aan de V/ereldgezondheids-organisatie,
die haar zetel te Genève heeft, in een
vleugel van het vroegere VoKenbonds-
paleis.
Gezondheid voor allen, is een leuze
die de Wereldgezondheids-organisatie
terecht voert. Overal in de wereld treft
men groepen doktoren, verpleegsters
en laboranten aan, die door haar zijn
uitgezonden. In het zich snel ontwik
kelende Turkije werken speciale
„teams", die in splinternieuwe zieken
huizen onderricht geven aan het nog
maar sinds kort gerecruteerde perso
neel. In het jonge India wordt met
alle macht aan allerlei projecten tegelijk
gewerkt ziekenhuizen, consultatie-
bureaux, vaccinaties, sanatoria, rust
huizen, opleidingscentra, wijkverpleging,
algemene gezondheidsleer en huwelijks
voorlichting, enz. In Perzië richt haar
FEUILLETON
9. door NIEK VAN DER ZWAAN.
„Maar ik was toch blij, dat ze toe
zegde, binnenkort eens mijn zaak te
zullen komen bekijken. Mijn moeder
woont in Utrecht en af en toe ga ik
er wel eens een dagje heen, want ik
kan soms echt naar haar verlangen.
Als het hier goed blijft gaan, laat ik
haar misschien wel overkomen naar
Willemspoort, hoewel het te bezien
staat of ze het doen zal, want moeder
hecht erg aan haar huis in Utrecht.
Vader heeft er vroeger, voor zijn In
dische jaren gewoond, zie je, en daar
om heeft ze er dierbare herinneringen".
„Dat spreekt vanzelf. Uw moeder
zal het anders wel heel eenzaam heb
ben, zo helemaal alleen in de stad".
„Och, dat valt wel mee. Ze heeft
een dienstbode, die al meer dan vijf
en twintig jaar bij ons in dienst is en
die is langzamerhand meer een huis
genote geworden dan een onderge
OOSTBURG
activiteit zich in de eerste plaats op
massale bestrijding van de malaria-
vliegen, waarvoor systematisch hele
steden en dorpen met D.D.T. behandeld
worden. Direct nadat een plaats ge
zuiverd is, komt een groep medici een
centraal bureau voor zuigelingenzorg
inrichten, een zaak die, vooral bij de
Perzische plattelandsbevolking op de
achtergrond was geraakt. We kunnen
ons dan ook de vreugde van de Engelse
dokter op bovenstaande foto begrijpen,
terwijl hij afscheid neemt van een
welgeschapen jonge Pers, die door hem
vanaf de geboorte met alle moderne
middelen werd verzorgd.
(J. P. de Klerk.)
Dinsdagmiddag had in de ieraren-
kamer van de Rijkslandbouwwinter-
school te Schoondijke een persconfe
rentie plaats, waar de directeur van
genoemde school, de heer L. van Dijk,
een uiteenzetting gaf over de ontwik
keling op het gebied van het land
bouwonderwijs, vnl. in Zeeuws-Vlaan-
deren. Spr. ging terug naar het jaar
1878, toen wijlen Vor3terman van
Oyen te Oostburg een aanvang maakte
met het houden van 14-daagse lezin
gen over de landbouw. Thans in 1952
zijn er in Zeeuws-Vlaanderen vier
lagere Landbouwscholen en twee Rijks-
landbouwwinterscholen. Een theore
tische scholing, die volkomen op de
practijk is gebaseerd.
In 1893 werd te Goes de eerste
landbouwwinterschool geopend, onder
leiding van wijlen de heer I. G. J.
Kakebeeke, met behulp van de dorps
onderwijzers.
Een belangrijk jaar voor het land
bouwonderwijs was 1863 toen bij de
wet op het middelbaat onderwijs werd
besloten, dat er een landbouwschool
moest komen. In 1907 kon men reeds
goed merken dat door het onderwijs
op die school de landbouw vooruit
ging-
In 1918 ontstonden de lagere Land
bouwscholen en in 1920 kon in Axel
een dergelijk instituut worden geopend
In 1924 volgde Schoondijke, terwijl
het in 1942 een Rijkslandbouwwinter-
school kreeg.
Bij het onderwijs, aldus spr., zijn
twee fundamentenhet natuurweten
schappelijk gedeelte en het economisch
schikte. De beide oudjes kunnen uit
stekend met elkander overweg. En
verder heeft moeder verschillende ken
nissen in de stad, die haar dikwijls
bezoeken".
„Zo, mijnheer Wijnandse, we zijn
er. Jammer genoeg hebben we op het
ogenblik niet zo heel veel bloemen
meer, maar er zijn toch nog tamelijk
mooie bij".
Wijnandse bewonderde even de
kwekerij en stapte daarna achter zijn
jeugdige gastheer naar binnen.
De begroeting was hartelijk en on
gedwongen. Mevrouw De Rooy trad
naar voren en drukte hem de hand,
alsof hij een oude kennis was. De
Rooy zelf, nog in werkkleding, waar
voor hij zich verontschuldigde, veegde
eerst even met zijn hand over zijn
broek, voordat hij die van de gast
drukte. Daan stelde zijn beide zusters
voor en Wijnandse drukte ook hen de
hand. En toen Wijnandse op Daan's
plaats bij het raam zat en uit het
„goeie" kistje van De Rooy een si
gaar had genomen, kon Jo niet na
laten haar zuster in het oor te fluiste
gedeelte. Vooral dit laatste heeft zich
na de oorlog krachtig ontwikkeld.
Spr. gaf enige cijfers over de prac-
tische resultaten. De tarweopbrengst
steeg in 75 jaar van 1750 tot 3500
kg. per h.a. De melkproductie bedroeg
in 1910 per koe per jaar 2530 kg.
(3.1 pCt. vetgehalte); in 1940 was deze
gestegen tot 3720 kg. (3.6 pCt. vet
gehalte).
De suikerbietenproductie bedroeg van
1908- 1917 per ha. 6490 kg. Over het
algemeen kan men rekenen dat de
productie jaarlijks I pCt. toeneemt.
De bruto-landbouwproductenwaarde
voor W Z.-Vlaanderen bedroeg ruim
32 millioen gulden. In 1950 waren in
W. Z.-Vlaanderen 4030 mannelijke en
1090 vrouwelijke krachten in de land
bouw werkzaam.
De heer v. Dijk wees er op dat een
middelbare landbouwscholir g beslist
noodzakelijk is en vestigde dan ook
de aandacht op de vele facetten, o.a.
kennis van plantenziekten, bodem- en
bemestingsleer, enz. Al deze facetten
worden op deze scholen belicht door
deskundige docenten met behulp van
moderne leermiddelen. In deze school
staat een ingenieus apparaat, dat de
gang van het grondwater bij drainage
demonstreert. Slechts een 3-tal van
deze instrumenten zijn er in geheel
Nederland. De heer v. Dijk deelde ons
mede, dat dit instrument zal te be
zichtigen zijn op de Z.L.M.-tentoon
stelling te Axel.
Bij de school is een proeftuin aange
legd, de enige in Zeeland die er op
het ogenblik zeer mooi bij staat.
Jaren later zou ik eerst aan de weet
komen, dat hij eigenlijk Marinus heette.
Zijn bijnaam, Kees, bleef me echter
dierbaar tot op de huidige dag. Ze
paste bij hem. Ook de zwarte smeuren
op zijn gladde open snoet behoorden
er zo'n beetje bij evenals zijn donkere
haren, zijn snelle besliste bewegingen.
Ja, voor mijn kinderoog stond Kees
daar als een grote forse kerel, forser
wel, dan hij in werkelijkheid was. En
sterk moest die Kees zijn, ongelofelijk
sterk. Hoe konden hij en zijn vader
beuken met zware hamers op het
gloeiende oogverblindende ijzer. De
kring van bliksemende vonken weg
spattend van het aambeeld maakte hen
niets. Onder een doffe klap werd het
ren: „Vind je hem niet knap?"
Maar Oonnie stootte haar zuster
berispend aan.
De Rooy, die al spoedig merkte,
dat Wijnandse een eenvoudig mens
was, opende het gesprek met een
praatje over het weer, waarna men
overging op de bloemen en zo bij
Wijnandse's bedrijf terecht kwam.
„Gaat het in Üw vernieuwde druk
kerij nogal naar wens? informeerde hij.
„Ja, boven verwachting zelfs. Ik heb
aanvankelijk gedacht weinig of geen
handelsdrukwerk te krijgen, maar dat
is me meegevallen. Dagelijks komen
er nieuwe orders binnen, zodat ik op
het ogenblik, naast de boeken, ook
veel ander werk heb".
Jo schonk thee in en presenteerde
koek. De gedwongen houding die er
meestal is, als men een vreemdeling
als gast heeft, verdween al spoedig en
weldra zat men rond de tafel in een
genoeglijke stemming te luisteren naar
de verhalen van Wijnandse over zijn
ervaringen gedurende de oorlogsjaren.
Mevrouw De Rooy keek hem eens
van terzijde aan. Hij is toch nog erg
nog hete ijzer dan in een koelbak ge
worpen. Het sputterde nog fel, maar
had zich te schikken naar de wil van
Kees, zonder meer en hield mokkend
op met sputteren. Voor mijn kinder
oog was een wonder gebeurd.
Bij Kees kon ik geen kwaad doen,
wel andere jongens, grotei e. Als zo'n
belangstellende schare de smidse haast
vulde en wat al te lastig werd, als er
gijntjes werden gemaakt, voer soms
opeens de strijdlust in Kees.
„D'r uit
Nu, dan wisten de snaken, dat ze
maar zo gauw mogelijk het onder
deurtje der smidse moesten openruk
ken om aan Kees' harde knuisten te
ontkomen of aan de sintels, schroef-
moeren en stukjes ijzer die hij in keu
rige worp op hen afzond. Een troep
lachende belagers tuimelde dan let
terlijk naar buiten.
Eens kwam ik juist ter plaatse bij
zulk een overhaaste uittocht. Een klu
wen van jongens ontwarde zich voor
mijn ogen; een in het tumult verloren
klomp werd ze nog door Kees, die in
de deuropening verscheen, nagezonden.
Zijn gezicht stond strak; ik had hem
nog nooit zo gezien.
Was dat dezelfde Kees die thuis bij
ons samen met mijn zusters en broers
zulke aardige liedjes uit van Santen's
zangschool kon meezingen? Of mij
kunstjes leerde, zomaar met de vingers
Op zijn vraag: „Wel kon ik
er maar haperend uitbrengen„Een
stikje pik, Kees Doch met een
ruk haalde hij al de puts van het
boord, gaf er een por in met een
beitel en „Hier, is 't genoeg?"
„Nou, fijn Kees, dank je wel". Want
een grote glimmende schilfer pek was
al over de rand gesprongen en door
mij bemachtigd het heerlijke „kauw
gom" uit die dagen.
Een lelijk ding voor Kees en voor
't hele smidsgezin was echter, dat Kees'
vader niet van de borrel kon afblijven.
De oude smid, hoewel ruw, was niet
zo kwaad, als de rampzalige drank
maar niet in het spel kwam. Dan was
het mis, zoals al spoedig ook de nieuwe
burgervader ervoer, die besturend met
grote gestrengheid meende zijn volkje
betere begrippen te kunnen bijbrengen.
De botsing kwam al gauw, nog wel
voor de smidswoning. De smid op
strenge wijze tot de orde geroepen,
had al spoedig de haren overeind en
roerde de tong. En toen de dorpsheer
het ongeluk had te zeggen „Schelden
mag je slechts in je eigen huis," riep
de smid: „Nou mag ik dat, daar dan
En met zijn vuist een ruit inslaande
stak hij zijn hoofd naar binnen en ja -
't stond niet mooi - doch hij zond een
vloed van scheldwoorden straatwaarts.
Een vondst was het van de smid,
jong, dacht ze en al zoveel meege
maakt. Hoe oud zou hij zijn? Zeven
en twintig? Ouder vast niet.
Wat zij echter niet durfde, deed haar
man. De Rooy kuchte eens, legde zijn
pijp voor zich neer en vroeg: „Als ik
niet onbescheiden ben, mijnheer Wij
nandse, hoe oud bent U?"
„In December wordt ik negen en
twintig. Ja, ik ben gelukkig nog jong,
voel me althans nog jong, ondanks al
hetgeen ik de laatste jaren heb mee
gemaakt. Misschien wat te jong, om
nu al de verantwoording van een be
drijf op me te nemen. Maar mijn
vader heeft me al vroeg geleerd op
eigen benen te staan en toen ik ging
studeren, kreeg ik een maandgeld,
waarmee ik me moest zien te redden.
Ik kon er ruimschoots van komen, als
ik tenminste geen buitensporigheden
uithaalde. En aangezien ik veel met
m'n studie op had, liep dat wel los.
Jammer genoeg meest ik door het
plotselinge overlijden van mijn vader
de studie afbreken, omdat ik gedwon
gen was naar Indië te gaan om daar
de zaken in orde te brengen. En ja,