Arbeidsvoorziening in de Landbouw.
,MAG IK U VOORSTELLEN
m zi
na 1 Januari J952 gereedmaken.
Het verlaten eiland
V
Vrachtstukgoederen worden 24 en 31 Dec.
a.s. niel aangenomen.
De schakel
ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WEST ZEEUWSCH-VLAANDEREN
7e Jaargang Nummer 361
Vrijdag 21 DEC. 1951
Drukkers-Uitgeverij: Firma SMOOR DE HULSTER - Dorpsstraat 10 - BRESKENS - Telefoon 27 - Giro 358296
Ja 't lijkt wel wat
op een receptie, deze
portretgalerij van acht
vooraanstaandefiguren,
in de vergaderingen
van de Verenigde Na
ties, te Parijs. Hun na
men komen regelmatig
voor in de nieuws
berichten.
(V.l.n.r.)
Bovenste rijde Presi
dent van de Algemene
Vergadering L. P.
Nervo (Mexico); de
Voorzitter van de
Politieke Commissie
Finn Moe (Noorwegen);
de Voorzitter van de
Commissie Ad Hoe,
Selim Sarper (Turkije);
de Wnd.-Voorzitter
van de Economische
Commissie, Z.K.H.
Prins Wan Waithaya-
kon (Siam).
Onderste rij de Presi
dente van de Com
missie voor Sociale
Zaken, Mevr. A. Figue-
roa (Chili); de Secreta
ris van de Beheer-
schapsraad, Wnd.
Voorzitter, M. Henri-
quez Urena (Domini
caanse Republiek); de President van het College van Budgetaire en Administratieve Zaken, T. A. Stone (Canada)
Voorzitter van de Commissie voor Rechtszaken Manfred Lachs (Communistische Republiek Polen). (d. K.)
Onderzoek door het Landbouw
Economisch Instituut.
In de maand Januari zal het Land
bouw Economisch Instituut beginnen
met het instellen van een onderzoek
naar het arbeidsaanbod dat men in de
toekomst in de landbouw kan ver
wachten. De indruk bestaat, dat het
aantal landarbeiders in Nederland vrij
sterk terugloopt en dat dus in de toe
komst het arbeidsaanbod gering zal
worden, misschien wel te gering. Dit
is slechts een indruk, feiten en gege
vens die dit zouden kunnen bevestigen,
heeft men niet. Daarom hebben zowel
het Ministerie van Landbouw als de
Stichting voor de Landbouw de wens
te kennen gegeven dat deze zaak onder
zocht zou worden. Dit onderzoek is
opgedragen aan het L.E.I. Na het
vraagstuk van de kleine boerenbedrij
ven, waarover het bekende rapport
verschenen is, zal het L.E.I. dus een
onderzoek gaan instellen naar het niet
minder belangrijke vraagstuk van de
landarbeiders. Dit instituut zal nagaan
of de indruk juist is, dat er steeds
minder landarbeiders komen. In dit
verband worden ook de kinderen van
de landarbeiders in het onderzoek be
trokken, en wel het aantal, hun toe
komstplannen en het onderwijs dat zij
volgen. Tevens zal dit instituut een
onderzoek instellen naar de seizoen-
werkloosheid in de landbouw. Dit laatste
vooral in verband met het zoeken naar
aanvullende werkgelegenheid.
Het spreekt vanzelf, dat dit vraag
stuk zich hoofdzakelijk voordoet in de
provincies met de grotere bedrijven,
dus in Groningen, Friesland, Noord-
Holland, Zuid-Holland, Utrecht, Zee
land en het westelijk gedeelte van
Noord-Brabant. Omdat het onmogelijk
is een onderzoek in te stellen in al
deze provincies heeft het L.E.I. 61 ge
meenten uitgekozen die als voorbeeld
genomen kunnen worden voor het ge
hele gebied waarin zij gelegen zijn.
In deze 61 gemeenten zal een vra
genlijst worden verspreid onder de
landarbeiders om de nodige gegevens
te verkrijgen.
Dit onderzoek is zowel voor de werk
gevers als voor de arbeiders van groot
belang. Het is voor de boeren immers
van belang te weten of zij in de naaste
toekomst kunnen rekenen op voldoende
arbeiders en voor de arbeiders is het
van niet minder groot belang te weten
of zij in hun vak werk zullen kunnen
vinden.
Juist om het grote belang dat dit
onderzoek voor allen heeft, rekent het
L.E.I. er op, dat het zowel van de
werkgevers als van de landarbeiders
volle medewerking zal verkrijgen.
Daar het jaar 1951 teneinde spoedt,
is thans het moment aangebroken om
aan de werkgevers in de land- en tuin
bouw het verzoek te doen, de loon
lijsten 1951 voor de bedrijfsverenigingen
en de zegelbladen over het vierde
kwartaal 1951 voor het Bedrijfspen
sioenfonds 20 spoedig mogelijk in ge
reedheid te brengen.
De loonlijsten dienen n.l. reeds be
gin Januari in het bezit van de bedrijfs
verenigingen te worden gesteld, terwijl
FEUILLETON
37) door P. DE VRIES.
HOOFDSTUK XXV.
Gedurende enige tijd zocht Kees
naar een veilige schuilplaats en hij
vond deze op een wat lager gelegen
gedeelte van het eiland, dicht bij de
baai, goed verborgen achter de blade
ren van dat kreupelhout. Zelfs ai zou
de bezitter van de iaars langs zijn
schuilplaats lopen, dan zou hij hem
niet kunnen ontdekken. Bovendien zat
hij hier goed beschut tegen de zonne
hitte, want de bladeren gaven vol
doende schaduw en koelte. Slechts
eenmaal verliet hij gedurende de dag
zijn schuilplaats om wat te drinken in
het kleine meertje met regenwater, dat
hij die morgen ontdekt had. Voorzich
tig naar alle kanten spiedend, het ge
weer zo dragend, dat hij het onmid
dellijk zou kunnen gebruiken. Nu had
hij in ieder geval nog eens profijt van
zijn militaire opleiding. Vlug reageren
op ieder moment en bij ieder ver
dacht geluid was hem tot in den
treure toe geleerd. Nu was hij er
dankbaar voor. Dat snelle reageren
was als het ware een tweede natuur
geworden. Een eventuele aanvaller zou
hem niet gemakkelijk kunnen over
rompelen. Hij was op alles voorbereid,
nu zeker.
Maar er gebeurde de gehele dag
niets. Niets hoorde hij, wat ook maar
enigszins kon lijken op de' aanwezig
heid van mensen. Geen stemmenge
luid, geen voetstappen, niets. Het eiland
bleef de gehele dag vredig en rustig,
in de bomen hoorde hij de vogels
zingen en fluiten en hij zag kleine,
bont gekleurde zangertjes van de ene
tak op de andere springen, die nieuws
gierig hun kopjes alle kanten uit
draaiden, als ze zijn aanwezigheid be
merkten.
Aanvankelijk had hij scherp uitgeke
ken naar de aanwezigheid van slangen,
maar die schenen op dit eiland niet
te zijn, want hij bemerkte er niets van.
Ook van de aanwezigheid van andere
dieren bemerkte hij niets. Het was
inderdaad een verlaten eiland. En het
zou hier zelfs prettig zijn, als hij die
voetafdruk niet gezien had. Dit belette
hem om een onderzoek te gaan instel
len. Maar goed ook, want wie weet,
had hij misschien de verblijfplaats van
de moffen ontdekt. Want dat deze
hier vertoefden, stond nu bij hem als
een paal boven water.
De dag duurde Kees eindeloos lang.
Tegen het vallen van de avond waag
de hij zich opnieuw uit zijn schuil
plaats en nadat hij er zich van over
tuigd had, dat alles veilig was, be
klom hij opnieuw de berg om uit te
zien over de zee. Hij leefde opnieuw
in de overtuiging, dat er wel een ge-
gegronde reden zou zijn voor het
wegblijven van de „Snow-flake" en
hij was er van overtuigd, dat het
jacht nu in de komende nacht wel zou
komen. Maar toen hij in het licht van
de ondergaande zon, die het water
vlak als het ware in brand zette, naar
alle kanten tuurde, kon hij nog steeds
niets ontdekken. En hij troostte zich
met de gedachte, dat de komende
Verschijnt iedere Vrijdag
Abonnementsprijs
f 1,per kwartaal; franco
per post f 1,15
Prijs der advertentiën
10 cent per m.m.;
bij abonnement korting
Advertenties met „brieven
onder nr. of bij ons te
bevragen", 10 cent extra
met het innemen der zegelbladen even
eens bijzondere spoed betracht dient
te worden.
Hoewel de districtsagenten onmid
dellijk na i Januari a.s. een aanvang
zullen maken met het innemen der
zegelbladen, zullen zij daarmede slechts
dan tijdig gereed komen, indien de
werkgevers zorgen dat de zegelbladen
volledig ingevuld en beplakt op de
distriktsagenten liggen te wachten. De
werkgevers worden dan ook dringend
verzocht het in gereedheid brengen
der zegelbladen niet uit te stellen tot
de komst van de districtsagent.
De noodzaak tot het tijdig gereed
maken der zegelbladen houdt mede
verband met de verwisseling van de
lopende premiekaarten tegen die voor
1952.
Deze verwisseling zal evenals vorig
jaar plaatsvinden op door de Sociale
Verzekeringscommissies te houden zit
tingen. Deze zittingen, waarvoor de
arbeiders een oproep ontvangen, zullen
zo spoedig mogelijk in het nieuwe jaar
worden gehouden.
Vanzelfsprekend dienen de strookjes
over het vierde kwartaal 1951 vóór de
verwisselingsdatum in het bezit van de
arbeiders te zijn, opdat deze de strook
jes nog op hun premiekaarten 1951
kunnen aanbrengen.
Op de arbeiders wordt dan ook een
beroep gedaan om ervoor te zorgen,
dat alle strookjes over 1951 tijdig op
hun premiekaart worden aangebracht.
Tenslotte kan nog worden medege
deeld, dat op de zittingen voor de
verwisseling der premiekaarten, voor
zover mogelijk, tevens de mededelingen
van premietegoedschrijving over de
periode 1 Mei 1947 t/m 31 December
1949 aan de arbeiders zullen worden
uitgereikt.
Wel wagenladingen en expres-
en snelstukgoed.
Op de Maandagen 24 en 31 Decem
ber a.s. worden wegens sluiting van
vele bedrijven vrachtstukgoederen niet
aangenomen en afgeleverd, doch wel
wagenladingen en goederen, die voor
vervoer als expres- en snelstukken zijn
toegelaten.
Aanneming geschiedt alleen aan de
stations en niet aan de factorijen en
van Gend Loos-agentschappen.
Expres- en snelstukgoed wordt zo
veel mogelijk afgehaald en besteld.
24 en 31 December tellen niet mede
voor de leveringstermijnen van vracht
en snelstukgoed.
De stations en handelsagentschappen
der N.S. verstrekken nadere inlichtingen.
nacht wel de oplossing van het raad
sel zou brengen.
De overgang van de dag in de
nacht ging betrekkelijk snel. De sche
mering duurde niet lang en toen het
nagenoeg donker was geworden, zakte
Kees weer naar beneden en hernam
zijn post bij de inham van de baai,
onderwijl scherp oplettend, want hij
zou niet graag willen, dat men zijn
aanwezigheid op het eiland zou ont
dekken. Voetafdrukken zou men van
hem niet vinden. De gummilaarzen
met plade hakken lieten geen afdruk
ken na en hier aan de rand van het
water zou de zee zelve de afdrukken
binnen enkele minuten weer weg
spoelen.
Het strand was breed en Kees
moest zich met geweld bedwingen om
een wandeling te gaan maken langs
de kust. Waarschijnlijk was het nu eb
en zou straks het water weer op
komen.
Hij at zijn laatste koek op en prees
zich gelukkig, dat hij op zijn tocht
naar omlaag aan een boom enkele
vruchten had zien hangen, die smake-