UNITED NATIONS DAY October 24 Me mei ile lappen DAG DER VERENIGDE NATIES Het verlaten eiland De schakel ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WEST ZEEUWSCH-VLAANDEREN 7e Jaargang Nummer 354 Vrijdag 2 NOV. 1951 Drukkers-UitgeverijFirma SMOOR DE HULSTER - Dorpsstraat 10 - BRESKENS - Telefoon 27 - Giro 358296 Verschijnt iedere Vrijdag Abonnementsprijs f 1,per kwartaal; franco per post f 1,15 Prijs der advertentiën 10 cent per m.m.; bij abonnement korting Advertenties met „brieven onder nr. of bij ons te bevragen", 10 cent extra Op Woensdag 24 October was het zes jaar ge leden, dat het Handvest van de Organisatie der Verenigde Na ties van kracht werd, voor alle goedwillende vol ken der aarde. In de rij der zestig ledenlan- den neemt ons land een plaats in, die met ere mag worden ge noemd. Neder land heeft zich stipt gehouden aan alle verplich tingen, die haar ondertekening meebracht, van af die gedenk waardige dag in San Francisco tot nu toe. Neder land is niet meer neutraal, haar inwoners nemen actief deel aan het wereldgebeu ren. Ons volk is zich wel bewust van de verant woordelijkheid, die het lidmaat schap der V.N. inhoudt. Dat is b.v. gebleken uit het aanvaarden van een weinig bevredigend in grijpen der V.N. in Indië, en door het beschikbaar stellen van een bataljon vrijwil ligers voor Korea, vergezeld van een oorlogsbodem der Koninklijke Nederlandse Ma- ÊLLu--_. Het deed deugd, aan deze dingen eens offi cieel aandacht te besteden, d.m.v. van de buitengewone vergadering, die 24 October werd gehouden, in de oude Ridderzaal, op het Binnenhof te Den Haag. Het werd een onvergetelijke avond, voor allen, die het voor recht hadden hierbij aanwezig te zijn. De herdenkingsrede werd uitgesproken door de heer D. J. von Balluseck, permanent verte genwoordiger van Nederland in de Algemene Vergadering der V.N. Na hem sprak de Le geraalmoezenier van de Vrande, die met het vrijwilligersbataljon in Korea vertoefde. Vijf meter van hem af, samen met hem in dezelfde commandopost, vond Luitenant-Kolonel den Ouden de dood, en vlak achter hem, zoals hij zei„Mijn beste vriend dominee Thiemens, een Christen met een gouden hart". Zijn levensecht getuigenis was wellicht het beste bewijs voor de grote geestelijke moed, waar over alle leden van het bataljon hebben be schikt, vaak zonder dat zij het zelf wisten! Nadat nog de bekende radio- commentator Bernard Person een korte toespraak had ge houden, las de heer Baumgarten, de perschef der Nederlandse delegatie in New-York, de verklaring voor van de Secretaris-Generaal der V.N., waarin deze de vrijwilligers dank zegt voor de bewezen diensten en meedeelt, dat hen, behalve de Nederlandse en Ameri kaanse onderscheidingen, het onlangs inge stelde eremetaal der V.N. is toegekend. Hier op trad een vertegenwoordigende groep offi cieren, onder-officieren en manschappen naar voren, van de H.Ms. ,,Evertsen" en van het „Van Heutsz-bataljon", die voor het forum der autoriteiten - Ministers, Kamerleden, Adjudanten van H.M. de Koningin en de Prins der Nederlanden, leden van de Raad van Staten, de Hooge Raad en het Interna tionaal Gerechtshof - de V.N. medailles in ontvangst namen. De filmcamera's zoemden, de fototoestellen klikten, de potloden van de persmensen schreven (J. P. de Klerk). FEUILLETON 30) door P. DE VRIES. Ongelukkigerwijze sloeg een der mo toren af, zodat er op halve kracht werd gevaren. De monteur ging on- midddelhjk zoeken naar de oorzaak, maar keek bedenkelijk, toen hij ont dekte, dat een der cylinders warm gelopen was en vervangen zou moeten worden door een ander. Dat kostte wel enkele uren. Bream kwam zelf even in de machinekamer kijken en drong aan op spoed. De marconist had contact met Ar- rièt, een der eilanden van de Louisia- den en vandaar vernam hij, dat er een flinke storm op komst was. Toen Bream dit vernam, ging hij andermaal naar de machinekamer, maar hij hoefde niets te zeggen, want de monteur was met de beide machinisten 1 bezig om de motor zo spoedig moge lijk weer in orde te maken. De avond viel snel en in de verte zag men bliksemflitsen. Geleidelijk aan kwam er wind en toen het euvel in de machinekamer verholpen was en de beide motoren weer op volle toeren draaiden onder het argusoog van de bekwame monteur, die de reparatie in een recordtijd had verricht, loosde Bream een zucht van verlichting, waar na hij terugkeerde naar de brug om op alle eventualiteiten voorbereid te zijn. Josien bevond zich met Whiteheaven en Kees aan het dek, toen de eerste regendruppels begonnen te vallen. De bliksemflitsen volgden steeds sneller achter eikaar en boven het lawaai van de wind, die zich nu ontwikkeld had tot een storm en dat van de motoren hoorde men de donder. De zee, die al die dagen zo kalm was geweest als een teil water, kookte en schuimde opeens en grote golven, opgezweept door de gierende storm sloegen te pletter tegen de voorsteven of sloegen neer op het zijdek. Het drietal vond het aan dek niet meer verantwoord en men koos daarom de ruime salon, waar het electrische licht een warm schijnsel verspreidde. Met de minuut nam de storm in hevigheid toe. Het onweer was nu vrijwel vlak boven het jacht en de witblauwe blik semflitsen werden haast onmiddellijk gevolgd door zware slagen. De regen viel bij stromen neer en huizenhoge golven beukten de „Snow-flake" met door Luteijn. II. Het vertrek. In de nanacht van de 12e Septem ber marcheerde de draft van 1100 man gepakt en gezakt de poort uit van het Xe Bataljon; waarheen was niet be kend. Méésters waren de Japanners in het geheimhouden en camoufleren van bewegingen, waarvan zij niet wensten, dat hun vijand er de neus van kreeg. Een vol jaar later, eerst na de zo lang verbeide Japanse capitulatie, ont moetten de overlevenden van de draft, die drie dagen later evenééns met onbekende bestemming de kazernepoort uitmarcheerden te Singapore hunne be kenden, die zij op 12 September 1944 voor het laatst de hand ten afscheid hadden gedrukt! Met een kuststomertje was de éérste draft van Tandjong Priok eerst ver voerd naar Poeloe Damar, een klein eilandje tegenover Singapore-Island, vanwaar men later naar Singapore zelve werd gebracht. De Engelse kampcommandant karak teriseerde de spanning met„The draft was asleep but has opened an eye now En in de nacht van 12 September kroop „draft number one" als een reus achtige boaconstrictor haar hol uit. Quo vadis Na enige „proef-opstellingen" over dag en 's avonds werd, vroeg in de morgen van de 15e September, einde lijk ook voor de tweede draft van 1600 man het aantreden voor vertrek geblazen. Jongere, „fitte" ingedeelden werden bij tientallen tegelijk door het Japanse kampcommando uit de draft gelicht; oude' zieke, ja zelfs krèupele „reser visten" (door de Medische Dienst achter de hand gehouden om alleen in uiterste noodzaak in te laten vallen) werden te kwader ure door de Jap- sendiri (de Japanner in eigen persoon) opgecommandeerd om op transport te gaan. De zaak zat zö, dat de Japan ners - achterdochtig als zij altijd wa ren - vermoedden dat de (niet-Japanse) doktoren met voordacht de jongeren hadden uitgekozen om tijdens het transport of in het nieuwe, het toe komstige kamp een potentieel element voor eventueel verzet te vormen. Daar om werden door de vijand juist de nonvaleurs ingezet, terwijl vele krach tige jongeren te Batavia achter gehou den werden. donderend geweld. Van tijd tot tijd was de voorsteven van het witte jacht, als het ware begraven onder het zee water, geheel onzichtbaar geworden. in de salon zaten vijf mensen zwijg zaam bij elkaar. In een hoekje zaten de twee geologen en waarschijnlijk verwensten ze op dit ogenblik de dag. dat ze voet aan boord gezet hadden. Rondom de tafel zaten de andere drie. Whiteheaven rookte, uiterlijk rustig, een sigaret. Tegenover hem zat Josien en Kees en het meisje zocht instinctief bescherming bij haar landgenoot en schoof steeds dichter naar hem toe. Het schip stampte en zwoegde door het geweld der losgebroken elementen en nu kwam het slechts aan op de kundigheid van de drie officieren op de brug en de manschappen, die, ieder op hun post, aan dek waren, alsmede de beide machinisten en de monteur in het binnenste van het jacht. Meer dan drie uren raasde deze storm over het eenzame schip op de grote kokende watervlakte, nog bijna honderd zeemijlen verwijderd van de De bewoners van het Xe Bataljon te Batavia waren naar medische be vinding in vier groepen geclassificeerd A, B, C en X, al naar gelang van de graad, welke bepaald werd door gestel, leeftijd en gezondheid als componenten. Zo waren groepen A en B de sterken en gezonden, groep C bestond uit ongeschikten, terwijl in groep X uit sluitend zieken en invaliden zaten. Deze medische groepering met voeten tredend, ecruteerden de Jappen kort voor ver trek juist zoveel mogelijk deelnemers uit de categorieën C en X. Ouden van dagen en gebrekkigen zag men in de gelederen strompelen. Zieken werden op baren meegedragen. Alhoewel ook de „reservisten" in structie hadden voor „stand by," werd door hunne nadere aanwijzing zo op het laatste nippertje verwarring teweeg gebracht; verwarring in dier voege, dat men van elkander naderhand niet meer precies kon weten, wie er wel en wie er niet waren mee gegaan; ook al, omdat de omstandigheden, waar onder en de wijze, waarop men af marcheerde, met de trein getranspor teerd en ten slotte per schip vervoerd werd, „ontmoetingen" met vrienden en bekenden onderweg vrijwel onmoge lijk maakten. Door Batavia. Reeds onder de mars van het kam pement naar het station Senen vielen velen uit als gevolg van overbelasting met bagage. Veel kostbare barang (bagage) moest aan kant worden ge daan, de eigenaren moesten door ka meraden worden voortgedragen. Een welhaast onafzienbare stoet van don kere schimmen bewoog zich voort langs de onverlichte straten in de nacht: alleen de dreun van de hon derden paar schoenen en het geklok der klompen van hen, die geen be hoorlijk schoeisel meer bezaten, was hoorbaar op de harde asphaltweg, nu en dan gestoord slechts door hoesten en gekuch. Men lachte niet meer en men sprak niet meer, want een ieder scheen begaan met eigen lot en verwijlde in gedachten thuis bij vrouw en kroost, nu het er werkelijk op be gon te lijken, dat men van Java zou worden weggevoerd. Langs het Militaire Hospitaal, langs Kwitang, dwars over het Kramatplein, dan tenslotte door de passar van Se nen met zijn zoete vruchtengeur en hier en daar een walmend lampje brandend in een kraampje. Het vroege passarvolk was al op en sloeg zwij gend de optocht gade langs de weg van waar het door het Japanse ge leide met bajonet en zwaard opzij werd gedreven als men in zijn nieuws- dichtstbijzijnde haven. Opeens sloeg de bliksem in. Een grote blauwe vlam verlichtte een se conde lang het schip en wijde omge ving. Vrijwel gelijktijdig klonk een donderende knal. Josien uitte een gil van schrik en sloeg haar armen om Kees heen. Deze, zelf allesbehalve op zijn gemak, trok haar dicht tegen zich aan en het meisje begroef haar gezicht aan zijn borst. Whiteheaven's vingers trilden, toen hij zijn sigaret in het koperen asbakje uitkneep en de beide geologen zagen wit van schrik. Met opengesperde ogen keken ze door de ruit, waarvan het zee- en regenwater stroomde, in de dichte duisternis, die bij tijd en wijle weer hel verlicht werd door een nieuwe bliksemstraal. Geluk kig klonk het geluid van de motoren nog even regelmatig als steeds en het schip ging niet ten onder. Geleidelijk aan trok het onweer weg. We! bleef de stormwind nog doorra zen, maar ook de regen hield op en toen Kees op zijn horloge keek, zag hij, dat het middernachtelijk uur al verstreken was. Zou het ergste gevaar

Krantenbank Zeeland

De Schakel | 1951 | | pagina 1