BRILLEN Een ezel enjen meisje Hoe de Finnen heljewonnen hebben. Het verlaten eiland ,/&z ^cüïeraacfteu" Ophalen der zeyeitrladen van liet sioenfonds voor do De schakel ALGEMEEN NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WEST ZEEUWSCH-VLAANDEREN 7 e Jaargang Nummer 351 Vrijdag 12 OCT. 1951 Drukkers-UitgeverijFirma SMOOR DE HULSTER - Dorpsstraat 10 - BRESKENS - Telefoon 27 - Giro 358296 Verschijnt iedere Vrijdag Abonnementsprijs f 1,per kwartaal; franco per post f 1,15 Prijs der advertentiën 10 cent per m.m.; bij abonnement korting Advertenties met „brieven onder nr. of bij ons te bevragen", 10 cent extra Deze ezel is reeds zo zwaarbeladen, dat de kleine rakker er bovenop, niet veel meer voor hem uitmaakt. Hij poseert geduldig en welwillend - tot het meisje roept: „Ort, sa sa!" Dan zetten z'n oude botten zich in bewe ging en, naarmate hij dichter bij huis komt, gaat hij harder lopen, tot hij ten slotte in een sukkeldrafje de boerderij van z'n kleine bazin heeft bereikt. Daar wacht hem z'n ruif en een gemakkelijk hoekje, om voor een flinke tijd in te dutten Elke week gaat deze ezel uit het Griekse dorpje Skafi, in Macedonië, naar de stad, om tegelijk met honder den collega's uit andere plaatsen, voed sel te halen, dat beschikbaar is gesteld door de Unicef. Laatstgenoemde is een hulporganisatie van de Verenigde Na ties, die speciaal voor ondervoede of verwaarloosde kinderen zorgt. Melk, voedsel-in-blik, medicijnen, kleding, ja weet-niet-al, wordt regelmatig aange voerd. Bij het verder transporteren wordt wel gezorgd, dat zelfs de meest onherbergzame streken hun portie krij gen. Zoals men weet, heeft Griekenland jaren achtereen, te lijden gehad onder de meedogenloze haat en vernielzucht van communistische groepen, uit het Balkangebergte. Gelukkig waren die uiteindelijk niet opgewassen tegen de krachtige zuiveringsacties van het Griekse leger. Enige duizenden gezin nen waren echter uiteengerukt en hele landstreken gebrandschat, zodat het geen wonder was, dat de voedselvoor ziening alles te wensen overliet. Daar van werden vooral de kinderen het slachtoffer. Het is de verdienste van Unicef, dat zij jong Griekenland snel en doeltreffend te hulp is gekomen. (J. P. de Klerk.) De Amerikaanse journalist, Henry Taylor, die onlangs Europa doorkruiste, bezocht het hedendaagse Finland. Hij kreeg er het kostelijke verhaal te ho ren van die Russische Ambassadeur, Luitenant-Generaal Savonènkov, die ze het leven zó zuur gemaakt hebben, dat hij in arren moede om z'n terug roeping verzocht! De Finnen hadden een intense hekel aan deze, in Moskou FEUILLETON *7) door P. DE VRIES. Van schrik liet hij de vuile zakdoek uit zijn hand vallen, „josien!" riep hij ontzet uit. Ze lachte en liet twee rijen parel witte tanden zien, die des te meer af staken tegen het nog groezelige ge zicht. „In levende lijve," antwoordde ze in het Nederlands. „En neem me niet kwalijk, dat ik me, op deze iet wat gedwongen wijze, weer aan je voorstel. Overigens, je ziet ik heb woord gehouden. Ik ga mee naar Saint George I" „Maar mompelde Kees, nog helemaal ontdaan, „dat De kapitein greep Kees ruw bij de arm. „Kent U die vrouw?" vroeg hij, de Hollander woedend aankijkend. Kees draaide zich naar Bream en knikte toestemmend, terwijl hij zijn lippen bevochtigde. „Ze is ook een met onderscheidingen behangen verte genwoordiger van het communistendom. Én dat merkte hij, vanaf het eerste ogenblik, zo vertelte Taylor in „Your Land and Mine". Savonènkov wenste kip voor het diner en de kok belde een vooraan staand poelier op, in het hartje van Helsinki. De bestelling werd heel laat bezorgd; bij vergissing was het een eend! Toen echter kort daarop eend gevraagd werd, bleek het „tot de grote spijt van de poelier" niet goed te zijn Hollandse „Dan hebt U haar zeker aan boord gesmokkeld, hè?" raasde de kapitein, die rood aanliep. „Zeker een liefje, niet?" Kees' Hollandse temperament liet zich nu gelden. En vooral na het woord „liefje" keek hij Bream driftig aan en beet hem toe: „Wel, dat mankeert er nog maar aan! Wat denkt U wel van me? Ik Een zachte druk op zijn arm bracht hem tot bedaren. Josien duwde hem zacht, maar beslist terug en plaatste zich tussen Kees en de kapitein en in zuiver Engels wendde ze zich nu tot de gezagvoerder en zei„Kapitein, niemand wist er van, dat ik aan boord van dit schip ben gegaan. En wat de reden daarvan is, zal ik U vertellen als U mij eerst wilt toestaan, dat ik me een beetje opknap, want die twee dagen tussen die stinkende vaten wa ren nu niet bepaald een pretje „Niemand heeft U anders gevraagd om mee te gaan," mopperde de kapi tein nog, na een giftige blik op Kees geworpen te hebben. En toen, zich OOSTBURG verstaan, door de telefoon - het was dus kip! Toen Savonènkov een loodgieter liet roepen, omdat de afvoerpijp van het bad stuk was, werd hij vriendelijk en vlug geholpen. Een paar uur later bleek, dat er per ongeluk een buis bij stuk gestoten was. De sousterrains liepen onder water! Natuurlijk had Savonènkov een prachtige grote auto. Tot zijn ergenis moest hij weldra vaststellen, dat de wegen in Finland vol kopspijkertjes liggen.... Tenslotte werd het zó erg, dat hij al een lekke band had, vóór dat de Ambassadeur was ingestapt! Savonènkov bleek erg van opera te houden. Jammer voor hem, dat de ouvreuses nooit de bestelde plaatsen konden vinden. Zij paradeerden door het hele theater heen - tot iedereen de situatie „door" had en er aan alle kan ten gelachen werd - waarop Zijne Excellentie zijn heil in een snelle af tocht zocht. Op een goede morgen zou Savonèn kov te voet de stad gaan bekijken. De stad scheen hem echter te „ver wachten" - de stoep voor zijn deur was met zeep ingesmeerd en de grote Sowjetpion brak bijna z'n nek! Van lieverlee overkwamen Savonèn kov krassere dingen. Zo is er zelfs een paar keer een revolveraanslag op hem gepleegd; doch de „nasporingen" van de Finse politie leverden daarbij na tuurlijk geen enkel resultaat op Toen kwam het ogenblik, dat de grote Ambassadeur vertrok, en er - tot verbazing en genoegen van heel Hel sinki - een bescheiden, schichtig oud heertje voor in de plaats verscheen, met de naam Viktor Lebedev. Die is er nu nog. Hij tracht ongezien door het leven te gaan en loopt op z'n te nen; hij gaat zelfs opzij, als hij op smalle trottoirs Finnen tegenkomt - wendend tot een der matrozen; „Laat haar zich in de kombuis wassen en breng haar dan bij me". En toen tot Kees: „En U waarschuwt mijnheer Whiteheaven en zeg hem dat ik van plan ben om terug te varen naar Townsville. Ik wil geen verstekeling, aan boord houden en zeker geen vrouw!" Daarna beende hij met ste vige passen naar zijn hut terug, waar hij de deur met een knal achter zich dicht wierp. De matrozen grepen Josien beet en wilden haar meenemen naar het voor onder, maar Kees zei kort en bondig, dat hij zich wel zou belasten met de zorg voor het meisje. „Ze kan toch niet ontsnappen," voegde hij er aan toe, toen hij bemerkte, dat een der matrozen nog aarzelde. Ten slotte haalden de mannen hun schouders op en lieten hem gaan. Kees ging met haar naar beneden en klopte eerst aan de hut van de ingenieur. Deze bleek door al het lawaai heengeslapen te zijn, maar Whiteheaven was meteen klaar wakker toen Kees, nadat hij Josien verzocht had even in het gangetje te dit is meermalen gezien. De Finnen kijken hem dan na, met een triomfale glimlach op hun gezichtze hebben 't weer 'ns van Moskou gewonnen! (J. P. de Klerk). Koffiebon aangewezen. Bon 508 algemeen (A- en B-kaarten) en bon 516 algemeen (D-kaart) zijn aangewezen voor het kopen van 125 gram koffie. Deze bonnen kunnen met ingang van heden worden gebruikt en blijven geldig voor het kopen van kof fie bij de detaillist tot en met 27 October 1951 Het rantsoen moet dienen voor zes weken. De eerstvolgende bonaanwijzing zal op 22 November 1951 geschieden. In de loop van dit kwartaal zullen de werkgevers wederom door de Districts agenten worden bezocht, ditmaal voor het innemen van de zegelbladen over het 3e kwartaal 1951 (Juli t/m Sept). Zoals gebruikelijk zal hieraan door middel van een berichtkaartje nog eens extra worden herinnerd. Omdat tot dusver nog altijd vele werkgevers de zegelbladen bij het eerste bezoek niet gereed bleken te hebben, zulks mogelijk als gevolg van het feit, dat het juiste tijdstip van het bezoek niet bekend was, zal in het vervolg op de kaartjes de datum worden vermeld waarop, of kort waarna, de Districts agent kan worden verwacht. Teneinde te voorkomen, dat de Districtsagenten vergeefse bezoeken af leggen, wordt op de werkgevers een dringend beroep gedaan om te zorgen, dat de zegelbladen op de op het kaartje genoemde datum gereed zijn. Bedacht dient te worden, dat de me dewerking van de werkgevers in deze een noodzakelijke voorwaarde is voor het bereiken van een vlotte en efficiente uitvoering van de sociale verzekeringen in de landbouw. Voorts wordt de aandacht van de werkgevers er op gevestigd, dat ook voor de losse arbeiders, die in accoord of aangenomen werk arbeid voor hen hebben verricht, pensioenzegels moeten worden geplakt. Met het oog op het overnemen van de registratienummers wachten, hem vertelde, dat er een ver- stekelinge aan boord was aangetroffen en nog wel een vrouw. Met een ruk kwam de ingenieur overeind, maar had er geen erg in, dat er nog een krib boven zijn hoofd was en zodoende kwam dit lichaams deel in onzachte aanraking met het ijzer van de bovenste kooi. Hij wreef pijnlijk zijn voorhoofd en keek Kees stomverbaasd aan. „Een vrouw?" her haalde hij. „Een vrouw? Wat heeft dat te betekenen?" Kees haalde zijn schouders op. „Dat zal straks wel allemaal uit de doeken gedaan worden. Ze moet zich wat op knappen en dan bij de kapitein komen. Bream wil terug varen naar Towns ville om haar aan land te zetten". Whiteheaven stapte uit zijn bed en krabde zich achter het oor. „Een vrouw," herhaalde hij voor de derde maal. „Wat ter wereld bezielt haar om hier aan boord te komen?" „Ze is een Hollandse," verklaarde Kees „en ik ken haar en Meteen kwam er een wantrouwende blik in de ogen van de ingenieur.

Krantenbank Zeeland

De Schakel | 1951 | | pagina 1