Visitekaartjes OOK TURKIJE MODERNISEERT Dierendag 1951 Het verlaten eiland De schakel ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WEST ZEEUWSCH-VLAANDEREN 7e Jaargang Nummer 348 Vrijdag 21 SEPT. 1951 Drukkers-Uitgeverij: Firma SMOOR DE HULSTER - Dorpsstraat 10 - BRESKENS - Telefoon 27 - Giro 358296 Verschijnt iedere Vrijdag Abonnementsprijs f 1,per kwartaal; franco per post f 1,15 Prijs der advertentiën 10 cent per m.m.; bij abonnement korting Advertenties met „brieven onder nr. of bij ons te bevragen", 10 cent extra Turkije, het rijkste land aan de Mid dellandse Zee, neemt langzaamaan op allerlei terrein van het maatschappelijk leven, Westerse methoden en gedach ten over. Het begon onder de vorige, beroemde president der Turkse Repu bliek, Ataturk, en het gaat door - ook thans, terwijl de Arabische buurlanden proberen het land binnen hun Moham medaanse „neutraliteits"-sfeer te trek ken! Reeds geruime tijd geleden hebben Turkije en Griekenland aangedrongen op deelname aan het Atlantisch Pact, en wij kunnen niet anders dan het ernstig betreuren, dat dit nog steeds niet is toegestaan. Wat Formosa is voor Azië, is - naar de stand van za ken op dit ogenblik - Turkije voor Europa. Een land met een bevolking, die er van doordrongen is, dat com munisten en bolsjewisten doodsvijanden zijn, tegen wie zij have en goed ver dedigen moeten. Een Turk kent niet de gespletenheid van geest, van afwe gen der economische en militaire be langen, die ons in West-Europa een doelbewuste opbouw van de defensie zo moeilijk maakt. Een Turk zet als regel zijn volle per soon in, zonder „ja, maar's.... De U.S.A. werkt op allerlei manieren mee aan de moderni sering van Turkije, op technisch, agrarisch en medisch gebied. Het Marshall-Plan, de Wereld bank, en de Wereldgezondheids organisatie hebben er omvang rijke plannen in uitvoering. Het hoeft geen betoog, dat dit van het grootste belang is, aangezien een land met een modern en pa raat leger aan de grenzen, niet van binnen hol gelaten mag wor den, door primitieve toestanden. Behalve nieuwe telefooncen trales, zijn er in de grote steden nu ook moderne gebouwen opge trokken voor medische diensten, om de strijd aan te binden met de tuberculose. Andere gebouwen zullen verschijnen ter verbetering van de woongelegenheid voor ge zinnen, die in afgekeurde krotten verblijf houden - zodat deze op geruimd kunnen worden en plaats maken voor pakhuizen, zoals o.a. thans in Izmir (een gemoderni seerde handelsplaats) is gebeurd. In de vroegere hoofdstad, Istanbul, is dezer dagen een groot medisch centrum gereed gekomen - een gebouw van vijf verdiepingen en voorzien van de beste installaties. Een groep dokters, van 26 verschillende nationaliteiten, hiervoor aange zocht door de Wereldgezond heidsorganisatie der Verenigde Naties, is van daaruit een cam pagne begonnen om de bevol king op te wekken, zich te laten „doorlichten" (röntgen). Hierbij zijn 300 jonge Turkse dokters ingeschakeld, en 30 speciaal voor huisbezoek opgeleide verpleeg sters. Van laatstgenoemde cate gorie komen er twee op neven staande fraaie foto voor, op een (als gewoonlijk) zonnige morgen gekiekt, in een oud buurtje ach ter Ozipek Palaz. Hun taak is weinig aantrekkelijk, doch een belangrijk deel van de campagne, daar patiënten die reeds een gevaar voor hun omgeving vormen, zich zelden uit eigen beweging onder doktersbehandeling plaatsen. (J. P. de Klerk). In verschillende uitvoeringen. Drukkerij firma SMOOR DE HULSTER Breskens. „Alles is anders, omdat iets 'n ietsje anders is". (H. Roland Holst) Men stelt ons wel eens voor de vraag hoe het mogelijk is, dat ondanks de geweldige groei van Dierenbescher ming - die langzamerhand een volks beweging wordt - nog zoveel - mis schien meer! - gruwelen jegens de die ren worden bedreven. Wat daarop te antwoorden? Zou het helemaal waar zijn, dat er meer mishandelingen plaats vinden dan vroeger? Zou het niet kunnen zijn, dat door het groeiende aantal leden, meer ongerechtigheden worden gezien en ge signaleerd? Wat er met dieren plaats vindt grenst soms aan het waanzinnige. Is er werkelijk een obsessie van giftig verlangen om te plagen, te kwellen en te vernielen? Dierenbescherming heeft er helaas vele bewijzen van. Als wij dit schrijven komt er een bericht, dat stropers strikken hadden geplaatst nabij de boerderij van K. te E. en dat een reeds verscheidene da gen in een der strikken gevangen ree geit dood werd aangetroffen. De strik ken worden geplaatst in een tijd, dat de reeën drachtig zijn, hetgeen ook bij het onderhavige dier het geval was. En een daarop volgend bericht ver telt, dat te L. een man zes jonge kat ten in het water smeet en twee er van, die naar de kant wisten te komen, met een stuk hout had bewerkt. In Kerkrade gooiden kinderen een loslopende hond van een acht meter hoog viaduct in de diepte. Het dier werd door een spoorwegambtenaar in een riolering meer dood dan levend aangetroffen. Genoeg hiervan in dit bestek. Als men. meer wil weten raadplege men de rubrieken„Dierenbescher ming - politie - rechtbank" in het Maandblad „Dierenbescherming", als mede het orgaan van de Politiebond tot Bescherming van Dieren in Neder land. Wij releveren deze binnen één kwar tier binnenkomende berichten om al leen maar een feit, een verontrustend feit te constateren, dat er blijkbaar mensen zijn die er behagen in schep pen om zich jegens de dieren te mis dragen. Het lijkt wel de passie van hun bestaan, het legt beslag op hun denken en weer anderen doen zulke afschuwelijke dingen met een vernuft, met een raffinement, betere zaken waar dig. En het komt voor in alle kringen, ook in de beste. Het komt voor bij de wetenschapsmensen, in de handel, op het gebied van de sport, ja waar niet? Het komt overal voor. Het be- FEUILLETON 24) door P. DE VRIES. Tijdens de rit wees Tom op de tal loze wilde konijnen, die men overal zag rondspringen. Kees knikte. „Jam mer, dat we geen sten-gun of zoiets bij ons hebben, Tom, anders konden we er een paar schieten voor van avond". Tom haalde zijn schouders op. „On zin," antwoordde hij. „Voor een paar centen kun je een konijnenbout, schoon gemaakt en panklaar, bij ons in de stad kopen. Maar die konijnen vormen een ware plaag, althans in dit deel van het land. Wat die beesten een verwoesting aanrichten, kun je je niet voorstellen. Er zijn er millioenen". „Doet de regering dan niets om die plaag tegen te gaan?" „Och," antwoordde Tom, „van tijd tot tijd worden er op grote schaal drijfjachten gehouden en dan worden er een paar honderdduizend opgeruimd. Maar wat betekent dat op een aantal, dat er hier rondloopt". Het werd een genoegelijke dag en zelfs Ellen, die in deze streek geboren en getogen was, beaamde het. Zodat men des avonds vermoeid, maar vol daan huiswaarts keerde. En zo kwam de Vrijdag. Daags te voren had Kees een lange brief naar zijn ouders geschreven en tevens me degedeeld, dat het nu wel een poosje zou duren, alvorens hij weer wat van zich zou laten horen. Mocht men op zee een of ander schip passeren, dan zou hij nog een kattebelletje meegeven naar de bewoonde wereld. En als er geen bericht kwam, moest men zich maar niet ongerust maken, want om te beginnen zou de reis naar Saint George wel een maand duren en voorts wist men niet, hoe lang men er zou vertoeven. Het kon dus wel December worden, voor men in Towns- ville terug was. Ook schreef hij een brief aan Jo- sien, waarin hij haar van zijn weder waardigheden in Australië en van de voorbereidingen voor de reis vertelde. En gaf haar toestemming een en ander in haar krant te publiceren. „Om half één 's middags belde Whiteheaven op. „Hallo, Kees," zei hij opgewekt, „om drie uur rijden we weg". „Okay, ik zal zorgen dat ik op tijd ben". „Laat Tom je maar even naar mij toerijden," voegde hij er aan toe. „Ik zal ze op de mijn wel even inlichten". „Fijn, dank U wel. Om drie uur ben ik er dus". Tom, ingelicht door Kees, vond het fijn, dat hij er even tussen uit mocht om zijn vriend naar Whiteheaven's woning te brengen en Tom's opzichter gaf hem daarvoor een uur vrij. Om half drie nam Kees afscheid van Ellen en dankte haar voor de ge noten gastvrijheid, gedurende deze dagen. Daarna reed Tom zijn vriend naar de ingenieur en nam op zijn beurt afscheid. „Stuur maar eens een kaartje van Saint George," lachte Tom. „Wellicht is er wel een of ander winkeltje waar je een mooie ansicht kunt kopen". „En een postzegel van twee cent," antwoordde Kees, zijn vriend lachend op de schouders kloppend. „Adieu, Tom en eveneens hartelijk bedankt voor de prettige dagen en niet het minst voor je hulp". „Klets niet," antwoordde Tom afwe rend. „Hollanders helpen elkander, waar ook ter wereld, zou ik zeggen. Laat maar eens horen, waarom die 5000 menseneters opeens verdwenen zijn". Voor de woning van de ingenieur stond de Packard al, volgeladen met koffers. Even later kwam Whiteheaven zelf de deur uit, gearmd met zijn vrouw. Kees zag, dat ze tranen in haar ogen had. Ach ja, als je jong bent en getrouwd Nog een laatste kus, een laatste handdruk en Whiteheaven stapte ach ter het stuur. De motor bromde regel matig. Nog eenmaal gingen handen in elkaar en nogmaals boog de ingenieur zich uit het raampje om zijn vrouw te kussen. Toen schakelde hij in en reed de glanzende wagen weg. Naar Towns- ville.

Krantenbank Zeeland

De Schakel | 1951 | | pagina 1