Noorse reus aan de
wandel
ROZENOORD
Het verlaten eiland
De schakel
ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WEST ZEEUWSCH-VLAANDEREN
7e Jaargang Nummer 331
Vrijdag 18 MEI 1951
Drukkers-Uitgeverij: Firma SMOOR DE HULSTER - Dorpsstraat 10 - BRESKENS - Telefoon 27 - Giro 358296
Verschijnt iedere Vrijdag
Abonnementsprijs
f 1,per kwartaal; franco
per post f 1,15
Prijs der advertentiën
10 cent per m.m.;
bij abonnement korting
Advertenties met „brieven
onder nr. of bij ons te
bevragen", 10 cent extra
VJ
V.N. is toegenomen, nu zij in feite
over een collectief leger beschikken.
Wij zullen op die weg moeten voort
gaan, zij hij, omdat de oorlogstoestand
waarschijnlijk nog lang zal voortduren.
Op de eerste steenlegging terug
komend herinneren we aan de sympa
thieke woorden van Ds. Fournier uit
Oostburg. Deze sprak als praeses van
het Classicaal Bestuur. Dit zegt ons
genoeg en moet voor ons, protestanten
West Zeeuwsch-Vlaanderen, vol
doende zijn, onze steun te geven en
blijven geven aan dit stuk ere-werk,
genaamd Rozenoord. De lasten lijken
groot, maar gezamenlijk gedragen, valt
dit wel mee.
Dan herinneren we met groot ge
noegen aan de woorden van de heer
Wage, die als loco-burgemeester van
Sluis de verblijdende mededeling deed
van een gift van gemeentewege, met
algemene stemmen toegekend, voor
meubilair in ons nieuwe gedeelte tot
een bedrag van f 250,gedachtig
aan mijn suggestie van een dubbeltje
per inwoner. Mogen de andere gemeen
ten dit goede voorbeeld volgen.
Na de eerste steenlegging gaan we
nu denken aan de dakpannen. De bouw
schiet op. Als de gebinten geplaatst
worden, zult u uw bijdrage wel ge
zonden hebben. De goede voorbeelden
werken goed, de eerste duizend gulden
nadert. Wie zal dit eerste mijlpaaltje
nemen Wijdt uw Pinkstergedachten
alsnog aan ons. Uw heilige geest moge
ons goede streven bezielen om op deze
weg voort te gaan.
Namens het bestuur,
M. Maas te Biervliet - Giro 84634
Verantwoording
Vorig totaal f 721,18
N.N. te Groede - 2,50
Fa Wed. P. Zonnevijlle, Sluis - 10,
Mej. S. J. Vermeulen - 5,
I. Leenhouts - 25,
M. Verschoore - 10,
A. Vermeulen - 20,
J. P. Verheul - 50,
J. Mathijs-Vlaminck - 25,
J. P. Lucieer - 25,
Totaal f 893,68
Zo blijft het goed gaan. Met warme
dank. Ter navolging.
„Heeft ze je geïnterviewd?" infor
meerde mevrouw Van Bergen belang
stellend.
„Ja, maar ik heb bedongen, dat mijn
naam niet genoemd wordt. Dat heb ik
liever niet, mede met het oog op va-
der's positie in de stad".
Van Bergen knikte. „Heel verstan
dig".
Gedurende de morgen maakte Kees
een wandeling in de stad, in de stille
hoop het wagentje van Josien te ont
moeten, maar er gingen wel verschil
lende Morissen voorbij, zonder echter
die van de journaliste. En tegen twaal
ven ging hij, een beetje uit zijn hu
meur, weer naar huis.
Gedurende de rest van de week
vertoefde hij des morgens een paar
uur bij zijn vader in het privékantoor
om zich alvast een beetje voor te be
reiden voor zijn komende taak op de
Bank. In de middag ging hij meestal
met zijn vader's wagen een eindje
toeren en dan vermeed hij de drukke
wegen. Zonder dat hij er zelf nog erg
in had, was de naam Eefje langzamer
hand aan het vervagen en kwam daar
voor in de plaats de kleine, zwarte
journaliste. Want af en toe betrapte
hij er zich op, dat hij aan Josien dacht.
Hij had haar echter, sedert die avond
bij de Julianatoren niet meer gezien.
Zaterdagsmiddags, even voor het
koffiedrinken, kwam de krant. Kees,
gedachtig aan de woorden van Josien:
7) door P. DE VRIES.
Hij was een beetje onthutst. „Eigen
lijk hebben we dus geen verschil van
mening, ik dacht vandaag, nadat ik U
ontmoette, dat U wel zo ongeveer de
hele dag op een krantenbureau zat".
Ze schoot in een lach en het scha
terde door de stilte in de vallende
avond.
„Nee, hoor, ik ben geen bureau
journaliste. Ik ben er altijd op uit.
Soms overdag, soms 's avonds, dan
hier, dan daar. Reportages is mijn fort.
En interviews. En ik ben ook hele
maal niet van plan om mijn hele ver
dere leven journaliste te blijven. Ik zal
'te zijner tijd ook wel trouwen, want
daarin moet ik U gelijk geven: dat is
tenslotte de roeping van de vrouw.
Dat er uitzonderingen zijn, och, die
zullen er wel altijd in het leven blij
ven. Maar die had je vroeger ook".
„Maar toch niet zoveel als tegen
woordig".
„Och kom. Maar om U te bewijzen
dat ik ook de eigenlijke taak van de
vrouw versta, nodig ik U bij deze uit
om eens een avondje bij ons te ko
men dineren. Mijn vriendin zal het
zeker op prijs stellen. En dan moet
U nog eens wat vertellen over Indo
nesië. Weet U, dat U prettig kunt
vertellen
Dit laatste wist ik niet. En de uit
nodiging neem ik vanzelfsprekend graag
aan.
Het zal me zelfs een groot genoegen
zijn om kennis te maken met Uw home.
En natuurlijk met Uw vriendin, juf
frouw Klein Leugemors
„O, zegt U alstublieft Josien. Mijn
achternaam vindt ik monsterlijk."
„Afgesproken, |osien. Als jij ten
minste Kees zegt. Ik houd ook niet
erg van dat „meneer" en zeker
niet, als je al die jaren aangesproken
bent met vaandrig."
HOOFDSTUK IV.
De volgende morgen aan het ont
bijt, vroeg Van Bergen„Zeg Kees,
hoe is dat eigenlijk afgelopen met die
journalist?"
Kees keek zijn vader een beetje
nuchter aan. „Journalist?" herhaalde
hij.
„Ja, hij wilde je toch immers inter
viewen? Van welke krant was hij?"
Kees schoot in een lach. „Die is
goed! Het was geen „hij", maar een
„zij". Het is namelijk een vrouw
juffrouw Klein Leugemors."
„O, wacht eens, die ken ik wel.
Haar vader is jarenlang redacteur ge
weest. Woont ze niet ergens op het
Loo?"
„Daar in de buurt. Aan de Herten
laan. Samen met een vriendin. Haar
ouders zijn al jaren geleden gestorven.
Het lijkt me een energieke vrouw."
„Ja, dat zal wel. Ik ken haar maar
heel oppervlakkig. Ze heeft een rekening
courant bij ons. Maar ze zal wel een
goeie baan hebben, want onlangs heeft
ze een kleine auto gekocht."
„Klopt. Een Morris. Ik heb er gister
avond in gezeten. Ik ben uitgenodigd
om er Zaterdagavond te komen dine
ren."
door J. P. de Klerk.
Trygve Lie zal het wel
niet met ons eens zijn,
maar als we hem zo eens
een poosje hebben beke
ken, achter groene, blau
we en witte tafels, met
z'n grote houten hamer,
dan vinden we 'em echt
geschikt voor een plaatje,
op een pak havermout.
Misschien zou een op
name, zo ten voeten uit,
ook wel op een fles lever
traan passen - als aan
moedigende reclamena
het gebruik! We bedoe
len maar, dat deze Noorse
reus, in zijn bizonbere
functie als Secretaris-
Generaal van de Ver
enigde Naties, z'n figuur
mee heeftWat een
gestalte, breed, gevleesd,
massief als een rots
blok
Er is gezegd, dat me
neer Lie de bekenste en
meest gefotografeerde
man van de V.N. is. Wel,
dan heeft hij nu in de
afgelopen weken de pers
gelegenheid te over ge
geven, de bekendheid
zowel als de foto-collectie
in ruime mate te vergro
ten. Immers, hij maakte
een uitgebreide rondreis
voor besprekingen in de
hoofdsteden van de lan
den rond de Middellandse
Zee, in Arabië en West-
Europa, die een aardig
succes is geworden voor
het aanhalen der betrek
kingen met de V.N. Een
goodwill-missie van de belangrijkste en
toegewijdste vertegenwoordiger, die de
V.N. heeft. Trygve Lie is van nature
geen krachtpatser of supermens, inte
gendeel, een gemoedelijk en vooral ge
duldig man, maar hij kan goed praten.
Dat is door zijn jongste reis onder
streept.
I* Damascus zij hij, dat de machi
nerie van de Verenigde Naties juist ter
beschikking staat van landen als Israël
en Syrië, die een betrekkelijk klein
geschil moeten overbruggen. In Tel-
Aviv voegde hij hieraan toe, het een
juist voorbeeld te vinden, dat Israël
en Syrië zich terstond, uit eigen be
weging, tot de V.N. hadden gewend.
In Beiroet merkte Lie op, dat Korea
één van de belangrijkste sleutels blijft,
waarmee de deur kan worden geopend
tot wegneming van de spanningen in
de wereld.
In Cairo zei hij, dat als men wil,
dat de V.N. oorlogen voorkomen, alle
aangesloten landen die vrede verlangen,
daadwerkelijk en volledig deel moeten
nemen aan de overeengekomen activi
teiten.
In Ankara verklaarde Lie, dat de
V.N. op het ogenblik geen groter
wens hebben, dan het staken van de
vijandelijkheden in Korea, doch dat
hier niets van kan komen zo lang de
Noordelijken, en zij die hen bevoor
raden, niet ophouden met hun aan
vallen.
In Istanbul wees hij er op, dat alle
leden-regeringen van de V.N. onder
het oog zullen moeten zien, dat de
wereld in een gevaarlijke crisis is ge
raakt, omdat geen enkel plaatselijk
conflict plaatselijk blijven kan.
In Athene zei Lie, ondanks alles
wat gebeurd was en nog gebeurde,
wat te geloven in de belangrijkheid
van het instituut der Verenigde Naties,
dat immers op vele terreinen de voor
uitgang van de wereld bewerkstelligt.
In Belgrado, waar Tito een speciale
persconferentie had georganiseerd, zet
te Lie uiteen dat de kracht van de