BRILLEN een luchtvaartstad in de Atlantische Oceaan Het open dakraam. DE ZONDEN DER VADEREN. „®e ^ScOïemaeftei" De schakel ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WEST ZEEUWSCH-VLAANDEREN 7e Jaargang Nummer 317 Vrijdag 9 FEB». 1951 Drukkers-Uitgeverij: Firma SMOOR DE HULSTER - Dorpsstraat 10 - BRESKENS - Telefoon 27 - Giro 358296 Verschijnt iedere Vrijdag Abonnementsprijs f 1,per kwartaal; franco per post f 1,15 Prijs der advertentiën 7 cent per m.m. bij abonnement korting Advertenties met „brieven onder nr. of bij ons te bevragen", 10 cent extra -J Een van de gewoonten, die tot de folklore van het land van Cadzand ge rekend moet worden, was („is" durf ik niet best te schrijven) het „nieuwjaar houden". Nee, begrijp me niet verkeerd - dat geldt voor hen, die er nooit van gehoord hebben dat gebeurde hele maal niet op Nieuwjaarsdag en het had niets te maken met het huisje aan deurtje nieuwjaar wensen, in de trant van, da je lank mag leven en zaolig mag stèrven; 't koninkriek in den 'emel mag èrven". Evenmin had het iets uit staande met het innemen van een extra- hoeveelheid jenever, waaraan velen zich destijds bezondigden. Dat „nieuwjaar houden" in de zin, waarin het hier be doeld wordt, was heel wat anders. Als uitgangspunt gold het tegenwoordig nog wel gebruikte gezegde,,'t Is de hele maand Januari nieuwjaar". En de men sen van een halve eeuw terug, althans wat het grootste deel der Protestantse boeren betreft, hielden daaraan angst vallig vast. In de loop van die maand (wanneer, dat kwam er niet op aan, als 't maar geen Februari werd) vroe gen de ouders hun getrouwde kinderen een dag op visite. Daar werd een echte feestdag van gemaakt, waarbij de trak tatie in allerlei vorm niet ontbrak. 't Was weer Januari en Jan en zijn vrouw waren bij zijn schoonmoeder om nieuwjaar te houden. Zijn zwager en zijn vrouw waren er ook. Neer kinde ren had de oude vrouw niet, en omdat de manspersonen natuurlijk moesten kaarten (de vrouwen zouden de middag en de avond wel met praten vullen), waren er ook nog twee ongetrouwde neefs uitgenodigd, 't Was, als gewoon lijk, een gezellige dag. Na de koffie maaltijd kwamen al spoedig de kaarten op tafel, en onder 't genot van een glas wijn met een zoute bolletje werd de avond verder gesleten. En 't was er nog een met een staart ookNaar ten slotte werd het dan toch tijd om op te stappen. Ze zagen er eigenlijk knap te genop, want ze moesten nog een flink eind lopen voor ze thuis waren, en het vroor, dat het kraakte. Toen ze het dorp door liepen - de mannen in de kraag van hun jas gedoken, de vrouwen met de kap van de manteline op -, kwamen ze voorbij het huis van Bram, een broer van Jan. Bij het heldere licht van de volle maan zagen ze, dat daar een dakraam openstond. Nu was dit natuurlijk een heel onschuldig geval: van regen, sneeuw of hagel was geen sprake; de lucht stond zo strak als een spiegel. Naar Jan, die nog al van een lolletje hield, meende, dat dit toch niet te pas kwam. Een dakraam behoort 's nachts FEUILLETON 81door PEDLER. „Je moet beter op jezelf passen, op jouw leeftijd moet een vrouw haar goed uiterlijk nog niet beginnen te verliezen". „Verlies ik dat dan?" antwoordde ze onverschillig. Ze was zo gewend aan dit soort van grove hatelijkheden dat ze haar al lang niet meer kwetsten. Hij liet zijn handen langzaam zak ken en ze huiverde onwillekeurig even van afkeer. Ze walgde van zijn aan raking. „Huilen om de maan is slecht voor de rimpels," zei hij overtuigd. „Ver geet nooit, dat de maan totaal buiten je bereik is, totaal". Ze antwoordde niet, doch keek even naar de couranten, die netjes opge vouwen op tafel lagen. „Wil je dat ik voorlees?" vroeg ze. „Alles op zijn tijd, alles op zijn tijd. Ik zie, dat je van ochtend brieven hebt OOSTBURG dicht te zijn, vond hij; daarom opperde hij het plan om Bram uit zijn bed te kloppen en hem op dat verzuim attent te maken. Zo gezegd, zo gedaan. De mannen stapten naar de voordeur en begonnen er op te bonzen en met de klink te rammelen Niet al te zacht, want ze wisten, dat Bram aan de ach terkant sliep. Lawaai genoeg dus! Bram zijn vrouw schoot met schrik in haar bed overeind en porde haar echtvriend, die in alle gemoedsrust door dat spek takel heensnurkte, wakker. „Bram, daor is volk an de deure. Oor 'n kêê wat 'n leven. At 'r mao gêên brand is. Toe, gao noe!" Bram had er niet veel zin in, maar het gerammel en gebons bleef aanhouden. Hij scharrelde dus het bed uit, schoot een paar sloffen van zijn vrouw aan en ging met een humeur als een spin (vanwege de kou en zijn ge stoorde nachtrust) in zijn onderbroek naar de voordeur. „Wat is ter? Wien is dao?" schreeuwde hij boos boven het lawaai uit. „O," zei een stem aan de andere kant, „zie j' èndelieng wakker? Doet de deure maor open". Bram opende de deur op een kiertje; zelf bleef hij er achter staan, want hij had weinig lust om zich in zijn onderbroek aan de nachtelijke bezoekers te vertonen, en vroeg nog eens nijdig: „Noe, wat is ter?" „Nie vee," zei Jan, „me wouwen allêêne mao zeggen, da je dekraom openstaot". Een ogenblik stond Bram sprakeloos, maar toen barstte hij los: ,Wel julder aokelige bh moe 'k daovoor in die kouwe uut m'n nist kom men?" Hij zei nog veel meer, maar dat werd overstemd door het daverend ge lach der mannen en het gieren van de vrouwen, 't Is trouwens ook niet ge schikt om in de krant te zetten. P. Het luchtverkeer over de Atlantische Oceaan is in enkele jaren tijds uitge groeid tot een luchtbrug tussen de Oude en de Nieuwe Wereld. Er is geen ogenblik van de dag of de nacht, waar op zich niet ergens tussen Europa en Amerika een aantal viermotorige vlieg tuigen bevinden met tientallen passa giers en grote hoeveelheden vracht en post aan boord. Vrijwel al deze toe stellen maken een tussenlanding op gehad". „Ja," antwoordde ze vlak. „Een brief van Mac om te zeggen dat hij weer terug is op Greenwood en een paar rekeningen". „Je hebt daar nog een vierde en veloppe". „Van Herrick Waylen. Ze blijven nog een paar dagen langer in Londen". Ze antwoordde als een kind dat zijn les opzegt. Sir Francis knikte goedkeurend. „Lady Bridget is een verstandige vrouw. Dat was het beste wat ze doen kon, het meisje een poosje hier weg houden, nadat ze die goedgelovige broer van jou voor de mal heeft ge houden". Carol bloosde verontwaardigd en deed haar mond open om te antwoor den, doch Sir Francis ging zoetsappig voort: „En jou ook, lieve. Je dacht dat Beresford jou eigen particulier eigen dom was, totdat die kleine flirt uit Parijs tussenbeide kwam en bewees, dat hij je niet trouw was". Een ogenblik was ze te boos om te Gander, het grote vliegveld op New foundland en een belangrijke pijler van deze vreedzame luchtbrug. Het vliegveld werd in 1937 aange legd, maar het kreeg pas een plaatsje op de atlas gedurende de tweede wereld oorlog, toen het dienst deed als strate gische basis voor de duizenden geal lieerde vliegtuigen, die van daar uit naar Europa worden overgevlogen. Na het staken der vijandelijkheden werd het onmiddellijk als internationale burgerluchthaven in gebruik genomen en sedert dat ogenblik heeft het terecht de naam „Kruispunt van internationale luchtwegen" verworven, want millioenen passagiers uit iedere hoek der aarde hebben een of meer uren op dit vlieg veld doorgebracht in afwachting van het voortzetten der reis. In het drukke restaurant kan men bijna iedere dag tussen de luchtreizigers filmactrices, UN O-gedelegeerden, zakenmensen, huis vrouwen, emigranten, enz. aantreffen. Op 1 April 1949 werd Newfound land de tiende provincie van Canada en sedert deze tijd is de leiding van Gander in handen van het Ministerie van Verkeer van het Canadese gou vernement. Gemiddeld doen 1300 vlieg tuigen per maand Gander op doorreis aan. Voor de afhandeling van dit grote aantal vliegtuigen bevindt zich op het veld een uitgebreid aantal employees, niet alleen van de luchtvaartmaat schappijen zelf, maar ook meteorolo gen, verkeersleiders, telegrafisten, ty pisten, tankdienstpersoneel en andere specialisten en dan zijn er ook nog de stoffeerders, electriciens, schilders, ser veersters, koks, chauffeurs en admini stratief personeel, die de zorg hebben voor het onderhoud van de luchthaven en de verzorging van passagiers en employees. In de vijf jaar sedert het eind van de oorlog is de bevolking van deze luchtvaartstad gegroeid tot 3500 personen. De meesten van hen zijn Canadezen, maar er zijn ook Neder landers, Belgen, Fransen, Engelsen, Amerikanen, Noren en Zweden, en voor ieder van hen speelt het vliegtuig een belangrijke rol in het leven van iedere dag. Op Gander heerst nooit rust, want gedurende 24 uur van de dag komen Constellations, Boeings, DC-6 en DC-4 toestellen met de regelmaat van een uurwerk binnen. Het is dan ook geen wonder, dat de luchtvaart een belang rijk onderwerp van gesprek uitmaakt. Zelfs een schooljongen op weg naar spreken, toen draaide ze zjch wild om haar gewone vrees voor hem was tij delijk overv/onnen door een grote ver ontwaardiging. „Dat is een leugen," zei ze op zachte, heftige toon. „En dat weet je best. Je kunt van mij zeggen wat je wil - ik kan het je niet beletten, maar je zult de karakters van mijn vrienden niet bezoedelen". Sir Francis keek haar met kwaad aardig plezier aan. „Ik zou zo zeggen, dat Miss Waylen niet veel - eh - reputatie weg te ne men heeft - na haar bezoek aan Be- resfords villa," zei hij zoetsappig. Carol deinsde terug, haar ogen gin gen wijd open. Een ogenblik scheen al het bloed uit haar lichaam naar haar hart te stromen en daar heftig te kloppen. Ze had het gevoel, alsof haar knieën haar niet langer konden dragen. „Haar bezoek aan Beresfords huis?" herhaalde ze met moeite. „Ik begrijp je niet". „Niet?" Sir Francis scheen zich dol te amuseren. „Wil je zeggen, dat ze je niet in vertrouwen heeft genomen? huis stopt en zegt tegen zijn vrienden „Kijk, daar komt een K.L.M.-Connie binnen", of „Daar gaat een BOAC- Boeing naar New-York". De K.L.M. staf op Gander bestaat uit 18 employees: de Station Manager en zijn plaatsvervanger, het operationele personeel, mecano's en leden van de Flight Operations, die de handen vol hebben aan het afhandelen van de zeventig K.L.M.-vliegtuigen, welke elke maand op Gander landen en waarvan een deel bovendien de zorg voor een uitgebreide correspondentie en het opstellen van rapporten heeft. Deze luchtvaartgemeenschap leeft in apartementen, die enkele jaren geleden nog als legerbarakken dienst deden, en hoewel ze er aan de buitenkant niet erg aantrekkelijk uitzien, bezitten ze toch een goed comfort en zijn ze van vele moderne gemakken voorzien. Bovendien zijn er op Gander twee levensmiddelenzaken met zelfbediening, twee warenhuizen en een drugstore. De bevoorrading van deze zaken ge schiedt per boot en trein, vanuit Canada. Er bestaan reeds plannen voor de aan leg van een nieuwe woonwijk en met de bouw van het eerste huis is men onlangs al aangevangen. Dan heeft Gander nog twee kerken, twee scholen en een hospitaal. Dit laatste, dat niet alleen is bedoeld voor de zieken van Gander en haar omgeving, is nauw verbonden met de internationale sfeer van het vliegveld, want het is verschil lende keren voorgekomen, dat de ooievaar een bezoek bracht aan boord van een der luchtreuzen en dat Canada het onverwachte moederland voor ver schillende kleine luchtreizigers is ge worden. De bevolking van de luchtvaartstad bestaat over het algemeen uit jonge mensen, die zich ook in hun vrije tijd goed weten bezig te houden. Er zijn twee bioscopen, verschillende clubs, een bibliotheek, een orkest en andere mid delen van vermaak en ontspanning. Ieder week-end wordt er in een tweetal clubs gedanst, maar zelfs dan houden de employees een nauw contact met het vliegveld om te vernemen ol er mogelijk in de aankomsttijd van de vliegtuigen waarmee zij te maken heb ben, nog enige verandering is gekomen. Bovendien organiseren de luchtvaart maatschappijen en de verschillende diensten onderlinge hocky-, baseball- en voetbalwedstrijden. Dan wordt er ook druk gevist, vooral in de Ganderrivier, die rijk is aan zalm. Gander is tevens geliefd als jachtgebied. Kleine vlieg tuigen, die op het veld zijn gestation- neerd, kunnen worden gehuurd voor vis- of jachtexpedities. Gander ligt zeer geïsoleerd en in wijde omtrek bevindt Nee maar, en dat is vriendschap". v „Mij in haar vertrouwen genomen?" Carol herhaalde weer zijn woorden. Ze voelde zelf, dat er iets papagaai achtigs in die afschuwelijke herhaling was. „Wat was er me toe te vertrou wen?" „De reden waarom haar engagement af is gegaan, natuurlijk. Je wilt toch niet beweren, dat je die ook al niet kent?" „Die ken ik ook niet," antwoordde ze dof. „Goeie genade, er schijnt een sa menzwering te bestaan om jou in on wetendheid te houden," zei hij spot tend. „Mij in onwetendheid te houden over wat?" Hij keek haar aan, zijn ogen scho ten vuur onder hun opgezette leden en zijn antwoord kwam als het flitsen van een haastig getrokken zwaard. „Over wat zekere avond in Two Ways Cottage gebeurd is". Ze hield haar adem in. Een vreselijk voorgevoel vervulde haar. Wat wist hij? Hoeveel?

Krantenbank Zeeland

De Schakel | 1951 | | pagina 1